Een cake bakken met een 3Dprinter? Naar leuk en leerzaam techniekonderwijs op de basisschool Hanno van Keulen Lector Leiderschap in Onderwijs en Opvoeding Hogeschool Windesheim Flevoland SIKO Lezing Schiedam, 11 september 2014 Voorstellen Hanno van Keulen is: • • • • Scheikundige Nieuwsgierige Onderwijsonderzoeker Lector Leiderschap in Onderwijs en Opvoeding, Windesheim Flevoland • Projectleider bij Centre of Expertise ‘TechYourFuture’ Printen met een pen: het kan! Vraag: Welk antwoord geeft u op de vraag waarom we onderwijs in ‘techniek’ zouden moeten geven op de basisschool? Doelen vandaag U heeft antwoorden op uw eigen ‘Ja, maar .....’s U bent ervan overtuigd dat Wetenschap & Technologie: • Belangrijk is • Leuk is • Leerzaam is • Goed te doen is voor alle leraren in alle groepen en voor alle kinderen W&T: Omdat het er is Omdat kinderen er vragen over hebben Omdat het samenhangt met de welvaart en het welzijn van ons allen Funderend onderwijs en techniek • De basisschool en de peuterspeelzaal leiden geen loodgieters of elektriciens op • Maar: het funderend onderwijs behoort kinderen wel te oriënteren op ‘de wereld’ en op hun talenten: • De drieledige functie van het basisonderwijs is: • het draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen; • het zorgt voor overdracht van maatschappelijke en culturele verworvenheden; • het rust kinderen toe voor participatie in de samenleving. • Kerndoel 45: ‘De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, uit te voeren en te evalueren’ Dit is dus het doel! • Persoonlijke ontwikkeling: Heb ik hier talent voor? • Overdracht culturele verworvenheden: Waarom doen wij dit? • Toerusten voor participatie: Technisch vakmanschap gevraagd! Zorgen! De basis voor elke toekomst wordt gelegd in de basisschool, dus ook die van de ingenieur en de installateur. Is die toekomst daar geborgd? • Ca. 4% van de schooltijd in NL is voor W&T tegen 10% gemiddeld in OESO-landen (TIMSS) • In NL haalt slechts 3% van de kinderen het excellente niveau (TIMSS) • Nederlandse meisjes doen het slechter dan jongens (PISA): dat patroon komt verder nergens voor • 13% van de leraren doet nooit ‘een proefje’ (en dit neemt toe!) • Slechts 5% van de NL kinderen doet wel eens de hele cyclus van ‘onderzoekend/ontwerpend leren’ (tegen 40% in OESO) Analyse • 600.000 werklozen tegen 160.000 vacatures in de bètatechnische sector. • Techniekpact: naar ‘4 op de 10’. We staan op 1 op de 4. Daarmee staan we onderaan in de OESO-landen. • Conclusie: de externe kwaliteit van het onderwijs schiet tekort. • Mogelijke oorzaken: • Geen/onjuiste rolmodellen in PO • Pabo bereidt onvoldoende voor; professionele ontwikkeling schiet tekort • Geen curriculum; geen doorlopende leerlijnen • W&T wordt in het PO niet getoetst, niet gefaciliteerd, niet gegeven, uitbesteed aan ouders/vrijwilligers Dit zien we in NL te weinig! Vragen over lesgeven over wetenschap en technologie • Waar is het leerplan en ‘de methode’? • Wat is de didactiek? • Waar doen we het? • Vergelijking Nederland met Nieuw-Zeeland Dit zien we in NL nog te veel! Is dit een boogbrug of een hangbrug? Leren met bruggen • Wat zie en ervaar je (een verkennende vraag)? • Waarom stort deze boog niet in (een onderzoekende vraag)? • Hoe maak je zo’n boog (een ontwerpende vraag)? Zo maak je een boogbrug! De Leonardobrug: veelzijdig leerzaam • • • • • Motoriek Zelfsturing Probleemoplossen Geschiedenis ....... Hoe leren kinderen ‘techniek’? • Alle kennis van onze wereld heeft een lichamelijke basis, verbonden met onze mogelijkheden voor actie en perceptie • Directe, rijke zintuiglijke ervaring is essentieel voor de ontwikkeling van denk-beelden en taal • Interactie met echt materiaal stimuleert de ontwikkeling Leren is een ‘dynamic system’ • Kennis is ‘embodied’: elke vaardigheid, elk inzicht en elke verwoording ontstaat in een dynamisch proces van waarnemen en handelen • Kinderen onderzoeken wat ze waarnemen om te achterhalen wat ze er mee kunnen (‘affordanties’) • Leren = onderzoeken = actie & perceptie = cognitie = taal geven = denken en doen tegelijkertijd • “Intelligence emerges in the interaction of an agent with an environment and as a result of sensorimotor activity” (Smith & Gasser, 2005) Grijpen, draaien, slaan, wrijven, vasthouden, …. het zijn je handen maar dan ‘handiger’ Welke kant draait ie op? Van fietsen naar tandwielen; van tandwielen naar verhoudingen en breuken; van exploreren naar begrijpend lezen Techniek is de mogelijkheden in je wereld ontdekken “Het licht neemt de schaduw mee en daardoor wordt de schaduw steeds groter!” De maan: perceptie zonder actie • Hoe laat is het hier? Begripsontwikkeling met techniek is taal ontwikkelen • Confrontatie met verschijnselen in wetenschap en techniek leidt tot verwondering en aandacht • Verwondering lokt reacties uit: uitgedaagde taalproductie • Taal wordt tool: • Exploreren: de fenomenen aanwijzend benoemen (‘dat daar’) • Relateren: Beschrijvingen en redeneringen op basis van concrete waarneembare kenmerken (‘het pakje past niet door de schoorsteen als je het hier in het licht houdt’; ‘de wielen gaan de blokjes omhoog doen’) • Theoretiseren: Concepten ontwikkelen gebaseerd op abstracties en theorie (‘hoe verder van het licht; hoe kleiner de schaduw’). “Altijd”; “nooit”; metaforen zoals “elektriciteit stroomt” Leren vanuit je lichaam: metaforen “De adem gaat door het slangetje naar de kikker” Techniek en taalregels ontwikkelen?! • Ook de grammatica vertoont sporen van ervaringen met de materiële wereld : • Werkwoorden voor proces (beweging, actie, contact) en toestand (resultaat, effect, bezit) gedragen zich anders: • ‘Een glas met water vullen’ (resultaat) versus ‘een glas met water schenken’ (beweging) • ‘Jan gaf zijn auto aan hem’ en ‘Jan gaf hem zijn auto’ versus ‘Jan reed zijn auto naar het plein’ en ‘Jan reed het plein zijn auto’ • ‘Ik zeg je: doe het niet’ versus ‘Ik schreeuw je: doe het niet’ • ‘Anna brak het glas’ en ‘Het glas brak’ versus ‘Anna sneed het touw’ versus ‘Het touw sneed’. • Zonder zintuiglijke ervaring met deze processen ontwikkelt zich geen goed werkwoordgebruik • Consequentie: laat (jonge) kinderen exploreren, lok taalproductie uit en ontwikkel concepten Begeleiden; geen instructie! • • • • • • • • • • Nieuwsgierigheid wekken Aandacht richten Rijke ervaring laten opdoen Vragen stellen; beurten geven Denkpunten maken Kinderen uitdagen tot taalproductie Doorvragen; rondvragen; volhouden ‘Vaktaal’ voorstellen (‘academisch taalgebruik’) Helpen met redeneerwoorden (‘als .. dan’; ‘omdat’) Samenvatten en herhalen Belangrijke en moeilijke vaardigheid die bij veel leraren nog verder ontwikkeld kan worden Zelf oefenen, video maken, elkaar observeren, nabespreken 0. Zien 1. Vragen 5.Schrijven/ Tekenen Onderzoekend en Ontwerpend leren 4. Antwoorden 3. Meten & Doen 2. Denken Hoe Kracht van onderzoekend en ontwerpend leren • Kinderen zijn gemotiveerd en taakgericht • Veel leerdoelen kunnen tegelijk bewerkt worden • Vakinhoudelijke; vakoverstijgende; affectieve • Veel mogelijkheden voor differentiatie • • • • • Cognitieve prestaties Gedragsproblematiek Taalverschillen Ontwikkelingsverschillen Gender Vraag: Wat gebeurt er als je de eieren vergeet bij het bakken van een cake? A. De cake rijst slecht B. De cake wordt taai C. De cake wordt kruimelig D. Ik heb geen flauw idee (maar laten we het eens gaan onderzoeken) Uitzoeken en opzoeken • Uitzoeken: • Wat er gebeurt • Opzoeken: • Verklaringen Met rijstmeel Met gist Zonder boter Zonder ei Integratie: Rekenen en Taal Je project presenteren: een taaldoel Van cijferen naar rekenen/wiskunde De wip: een leerlijn(tje) van ervaring naar abstracte wiskundige regels • Groep 1/2 – Zintuiglijk ervaren en kinderen hun ervaringen laten beschrijven. Kan je de wip in evenwicht krijgen? • Groep 3/4 – wie is het zwaarst? Meten met de wip als balans • Groep 5/6 – Begrijpen: van ervaring naar regelmaat, ‘vaktaal’ en eerste intuïties over een algemene wet (de ‘hefboomregel’) • Groep 7/8 – Verhoudingen berekenen: van concreet naar abstract manipuleren van symbolen 39 Exploreren kan meten en rekenen worden Tekenen van zichtlijnen Grafieken en ontwikkeling van kinderen Feedback geven en beoordelen “Ja, maar .....” 1. “Hier begrijp ik niets van”: Iedereen die een cake kan bakken is technisch 2. “Dit is niets voor mij” De kinderen vinden het leuk en slepen je snel mee 3. “Daar komen ze weer met iets nieuws”: Ja, zo belangrijk is het basisonderwijs voor de samenleving! 4. “Hier hebben we geen tijd voor”: Integreren! Informeel leren (musical; schoolplein; kiss & ride plek) 5. “Er is geen leerlijn; er is geen methode”: Prachtig! We mogen zelf kiezen en onderwijs ontwerpen! 6. “Het hoeft immers niet van de Inspectie”: We doen het omdat het belangrijk is voor de kinderen! 7. “Dit kan ik niet”: Dan gaan we het leren met hulp van ouders, pabo’s, bedrijven, science centra, in professionele leergemeenschappen, …. Dank voor uw aandacht! Contact: Hanno van Keulen ([email protected])
© Copyright 2024 ExpyDoc