Duurzame mobiliteit in Haaglanden

Duurzame mobiliteit in Haaglanden
Met een optimale maatregelenmix naar een duurzaam mobiliteitssysteem
Vastgesteld in Dagelijks Bestuur Haaglanden op 10 september 2014
Stadsgewest Haaglanden
Sector Verkeer en Vervoer
Sector Milieu
Samenvatting
De Nota Duurzame mobiliteit beschrijft op hoofdlijnen de keuze van het Stadsgewest om
duurzame ontwikkeling in te bedden in het regionale verkeers- en vervoersbeleid. De visie en het
programma voor duurzame mobiliteit verbinden de vastgestelde beleidsdoelen op het gebied van
duurzaamheid en mobiliteit.
De projecten die volgen uit de visie op duurzame mobiliteit dragen bij aan de doelen op het
gebied van klimaat, lucht en geluid. Met een concreet uitvoeringprogramma ontstaat inzicht in
hoe gemeenten en regio reeds aan de doelstellingen bijdragen, wat het oplevert en welke opgave
er nog bestaat. Het programma spitst zich toe op de korte termijn (2020 met een doorkijk naar
2030) en is erop gericht praktische handvatten te bieden voor de realisatie van concrete lokale en
regionale maatregelen.
Naast de in eerdere beleidsnota’s vastgestelde beleidsambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn
en in 2020 de CO2-uitstoot met 30% te verminderen ten opzichte van de situatie in 1990, zijn
vooral ook de ambities op het gebied van luchtkwaliteit en geluid relevant voor het onderwerp
duurzame mobiliteit. Voor beide onderwerpen is eerder al de ambitie uitgesproken om volledig te
voldoen aan de wettelijke normen. In deze nota duurzame mobiliteit wordt vooral ingegaan op de
toetsing aan geformuleerde CO2-ambities.
Een realistische inschatting van de CO2-ontwikkeling leidt tot de conclusie dat de beleidsambitie
voor 2020 (-30% CO2) zo rond 2025 gehaald kan worden. In 2020 is een CO2-reductie van 21%
naar verwachting mogelijk. Deze daling is derhalve benoemd tot kortetermijnopgave.
Minder voertuigkilometers, voertuigefficiency (lager energieverbruik per kilometer) en de inzet van
schonere voertuigen (lagere CO2-uitstoot) vormen voor de korte termijn de belangrijke
strategielijnen op weg naar een duurzaam mobiliteitssysteem.
Het uitvoeringsprogramma is samengesteld met behulp van medewerkers (milieu, verkeer en
vervoer) van alle haaglandengemeenten. In een workshop zijn de kansrijke richtingen
geïnventariseerd en verder uitgewerkt. Vervolgens zijn per onderwerp in expertsessies de
verwachte effecten ten aanzien van reductie in CO2-uitstoot gekwantificeerd.
Volledige implementatie van de lopende initiatieven levert al een reductie in CO2-uitstoot op van
15 à 20 kton per jaar. Hiermee wordt circa 10% van de kortetermijnopgave (2020) bereikt.
De potentie van het uitvoeringsprogramma voor de korte termijn wordt ingeschat op circa 50 kton
reductie in CO2-uitstoot. Tezamen met de lopende initiatieven wordt daarmee 35 à 40% van de
kortetermijnopgave ingevuld.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina i
Samenvattend kan worden geconcludeerd, dat:
 De in het RSP vastgestelde ambitie om de CO2-uitstoot met ca. 30% ten opzichte van 1990
te verminderen voor mobiliteit naar verwachting niet in 2020 maar ergens tussen 2020 en
2025 haalbaar zal zijn.
 In 2020 een daling van ca. 21% tot een niveau van c.q. 1600 kton/jaar haalbaar is voor de
korte termijn.
 Deze opgave voor 2020 voor een aanzienlijk deel (ca. 52%) al bereikt wordt door autonome
ontwikkelingen (rugwind).
 Het overige deel (ca. 48%) van deze opgave grotendeels (ca. 40%) bereikt wordt door reeds
geplande maatregelen, aangevuld met maatregelen waar voor de korte termijn al draagvlak
bestaat bij de Haaglanden-gemeenten.
 Er dus nog een opgave resteert voor de periode tot 2020 en verder. Deze opgave moet door
continuering van de huidige maatregelen, intensivering en structuurverbetering worden
ingevuld.
We zijn dus goed op weg. Juist door samenhangend regionaal beleid, waarbij de onderdelen in
een evenwichtige maatregelenmix elkaar versterken, is gebleken, dat significante effecten
kunnen worden bereikt. Een belangrijke succesfactor voor de toekomst is dat deze regionale
aanpak in de te vormen Vervoersautoriteit (MRDH) wordt voortgezet. Dit sluit goed aan bij de in
de Strategische BereikbaarheidsAgenda (SBA) van de Vervoersautoriteit geformuleerde
doelstelling een meer toekomstvast, schoner, stiller en zuiniger vervoersysteem te realiseren als
bijdrage aan de ambitie om te komen tot een Duurzame Regio.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina ii
Inhoud
1
Mobiliteit als schakel in duurzaamheidsbeleid ......................................... 5
1.1
Waarom een visie en regionaal programma? .................................................................. 5
1.2
Wat is duurzame mobiliteit? ............................................................................................. 6
1.3
Beleidskader ..................................................................................................................... 7
1.4
Uitgangspunten en strategie ............................................................................................ 9
2
Vertrekpunt en opgave .............................................................................. 10
2.1
Aanpak: CO2-uitstoot als leidraad .................................................................................. 10
2.2
Ontwikkeling CO2-uitstoot sinds 1990 ............................................................................ 10
2.3
Opgave tot 2050 ............................................................................................................. 10
2.4
Opgave korte termijn ...................................................................................................... 13
3
Instrumenten voor een optimale maatregelenmix .................................. 15
3.1
Instrumenten................................................................................................................... 15
3.2
De overheid in verschillende rollen ................................................................................ 16
3.3
Lokale situatie bepaalt beleidsaccenten ........................................................................ 17
4
Uitvoeringsprogramma Duurzame Mobiliteit .......................................... 18
4.1
Effect lopende initiatieven .............................................................................................. 18
4.2
Potentie programma korte termijn .................................................................................. 21
4.3
Potentie programma lange termijn ................................................................................. 25
4.4
Monitoring ....................................................................................................................... 26
5
Lokale beleidsaccenten ............................................................................ 27
5.1
Delft ................................................................................................................................ 27
5.2
Den Haag ....................................................................................................................... 29
5.3
Leidschendam-Voorburg ................................................................................................ 31
5.4
Midden-Delfland ............................................................................................................. 32
5.5
Pijnacker-Nootdorp ......................................................................................................... 33
5.6
Rijswijk ............................................................................................................................ 35
5.7
Wassenaar ..................................................................................................................... 36
5.8
Westland ......................................................................................................................... 38
5.9
Zoetermeer ..................................................................................................................... 40
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina iii
Bijlage A: Relevant beleidskader .................................................................... 42
Bijlage B: Betrokken personen ....................................................................... 49
Bijlage C: Toelichting indicatoren ................................................................... 50
Bijlage D: Projectenlijst ................................................................................... 51
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina iv
1 Mobiliteit als schakel in duurzaamheidsbeleid
De visie op duurzame mobiliteit komt voort uit het reeds vastgestelde duurzaamheidsbeleid van
het Stadsgewest Haaglanden. De visie beschrijft op hoofdlijnen de keuze van het Stadsgewest
om duurzame ontwikkeling in te bedden in het regionale verkeers- en vervoersbeleid. De
projecten die volgen uit de visie op duurzame mobiliteit dragen bij aan de doelen op het
gebied van klimaat, lucht en geluid. Met een concreet uitvoeringprogramma ontstaat inzicht
in hoe gemeenten en regio reeds aan de doelstellingen bijdragen, wat het oplevert en welke
opgave er nog bestaat.
1.1 Waarom een visie en regionaal programma?
De visie en het programma voor duurzame mobiliteit verbinden de vastgestelde
beleidsdoelen op het gebied van duurzaamheid en mobiliteit. Met het vaststellen van deze
regionale visie wil het stadsgewest het volgende bereiken:




concretiseren van de duurzaamheidsambities van Haaglanden voor het onderwerp mobiliteit;
draagvlak creëren voor maatregelen duurzame mobiliteit;
inzicht verkrijgen in hoe gemeenten en regio aan de doelstellingen voor duurzame mobiliteit
kunnen bijdragen (en inzicht in wat het oplevert);
opstap naar voortzetting van de ambities van Haaglanden in de metropoolregio (c.q. de
vervoersautoriteit).
Concretisering ambities
De duurzaamheidsambities, zoals de klimaatneutraliteit, zijn voor Haaglanden als geheel
opgesteld. Door de verdiepingsslag in deze visie ontstaat inzicht in hoeverre d eze
duurzaamheidsambities vanuit mobiliteit kunnen worden gerealiseerd.
Draagvlak creëren
Maatregelen op het gebied van duurzame mobiliteit worden nu versnipperd vanuit diverse
programma’s en beleidsnota’s uitgevoerd. Door dit type maatregelen te bundelen onder
één programma worden ze beter zichtbaar en kan de duurzaamheidswinst beter worden
onderbouwd. Op die manier ontstaat een groter draagvlak voor de realisatie van duurzaam
beleid.
Inzicht in effect van maatregelen
Door de duurzaamheidswinst expliciet inzichtelijk te maken, ontstaa t de mogelijkheid om dit
integraal mee te wegen in een kosten-baten-afweging. Ook ontstaat inzicht in de potentie
van het maatregelenpakket en meest kansrijke maatregelen per gemeente.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 5
Metropoolregio
Als belangrijke stap naar de nieuwe metropoolregio zijn de voorbereidingen voor de
Vervoersautoriteit (V.A.) gestart, die bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het
gebied van het regionale mobiliteitsbeleid overneemt. In de Strategische
Bereikbaarheidsagenda voor de V.A. is duurzame mobiliteit als belangrij k thema
geformuleerd. Juist omdat de V.A. zelfstandig gaat opereren en Stadsgewest Haaglanden
in z’n huidige vorm wordt opgeheven, is het van belang om nu als haaglandengemeenten
een gezamenlijke visie te ontwikkelen die als vertrekpunt kan dienen voor de nieuwe
werkwijze.
1.2 Wat is duurzame mobiliteit?
Voor het begrip ‘duurzaam’ wordt aangesloten bij de VN definitie: "Duurzame ontwikkeling is de
ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de
toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen".
Uitgaande van bovenstaande definitie is er sprake is van duurzame mobiliteit als:
 er een goed evenwicht is tussen maatschappelijke / economische ontwikkeling,
bereikbaarheid en een aantrekkelijke leefomgeving, waarbij de negatieve effecten van
mobiliteit worden geminimaliseerd;
 dit huidige evenwicht geen belemmering vormt voor de behoeften van de toekomstige
generaties.
People, planet, profit
People, Planet, Profit (ook wel: de drie P`s) is een term uit de duurzame ontwikkeling. Het staat voor de
drie elementen people (mensen), planet (planeet/milieu) en profit (opbrengst/winst), die op harmonieuze
wijze gecombineerd moeten worden. Wanneer de combinatie niet harmonieus is, zullen de andere
elementen hieronder lijden, zo is de gedachte. Wanneer bijvoorbeeld winst te veel prioriteit krijgt, zullen
mens en milieu hiervan de dupe worden, bijvoorbeeld door slechte arbeidsomstandigheid of vernietiging
van de natuur. Andersom ziet dit denkbeeld ook het winstkenmerk als essentieel onderdeel van
ontwikkeling, dat niet verwaarloosd mag worden.
Een duurzaam mobiliteitssysteem garandeert dat bedrijven en personen alle gewenste
activiteiten kunnen ontplooien en dit ook in de toekomst kunnen blijven doen. Uitgesplitst naar de
3 P’s betekent dit onder andere:



People: aandacht voor de leefomgeving, dit kan zijn geluid, luchtkwaliteit en externe
veiligheid en bijvoorbeeld verkeersveiligheid;
Planet: aandacht voor emissie van CO2, afval, geluid, verbruik van energiebronnen,
grondstoffen en grondgebruik;
Profit: het garanderen van een goed functionerend (lees: bereikbaarheid), efficiënt en eerlijk
verkeer- en vervoersysteem.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 6
1.3 Beleidskader
Vastgesteld beleid
Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft in de regionale Visie op duurzame
ontwikkeling (2008) de ambitie uitgesproken om duurzaamheid in gezamenlijkheid op een hoger
niveau te tillen, vanuit een integrale benadering van de relevante beleidsvelden. De concrete
duurzaamheids- en klimaatdoelen zijn achtereenvolgens verwoord in het Regionaal Structuurplan
(RSP, 2008) en de Routekaart Klimaatneutraal (2011).
De duurzaamheidsambities uit het RSP zijn uiteraard ook vertaald in sectoraal beleid. Met de
Regionale Nota Mobiliteit (RNM, update 2013) wordt gewerkt aan een duurzaam concurrerende,
bereikbare, veilige en leefbare (metropool)regio. Daarin heeft verblijfskwaliteit, ketenmobiliteit en
microbereikbaarheid specifieke aandacht. De milieusamenwerking tussen de negen
haaglandengemeenten en het Stadsgewest Haaglanden is voor de periode 2008 t/m 2012
vastgelegd in het Regionaal Milieuplan Haaglanden (2008). Dat Milieuplan kende als
speerpunten Klimaat en energie, Luchtkwaliteit, Externe veiligheid, Geluid en Handhavingssamenwerking. Zo wordt gewerkt aan een regio waar de inwoners wonen, werken en recreëren in
een prettig en schoon leefklimaat. De milieusamenwerking in de regio Haaglanden is vanaf 2013
weergegeven in de jaarlijkse (milieu)programma’s. Milieu-accenten hierin: de transitie van
fossiele brandstoffen naar (nog) schonere motorbrandstoffen, de energiebesparing bij woningen
en beleid voor de ondergrond mede in relatie tot de klimaatadaptatiestrategie. Voorts wordt (nog
steeds) regionaal samengewerkt via de programma’s luchtkwaliteit, externe veiligheid en geluid.
Uit de onlangs uitgevoerde zogenaamde Backcastingstudie Klimaatneutraal Haaglanden (2013)
blijkt goed hoe groot de ambitie (c.q. te realiseren reductie in CO2-uitstoot) op het gebied van
mobiliteit in Haaglanden is. In deze studie, die als uitwerking van het klimaatbeleid is opgesteld,
is per gemeente een uitsnede gemaakt die zichtbaar maakt hoe de maatregelen van gemeenten
bijdragen aan de eigen lokale doelstelling (en daarmee aan het totaal). Dit rapport is eind 2013
vastgesteld door het dagelijks bestuur van Haaglanden en aangeboden aan de gemeenten.
De Europese Unie en de rijksoverheid hebben beide als doel vastgesteld dat de emissie van CO2
door de sector verkeer 60% minder in 2050 zal zijn dan in 1990. Een tussendoel voor 2030 is
20% minder CO2-uitstoot. De EU heeft dit doel vastgesteld in de White Paper uit 2011. De
rijksoverheid heeft dit in 2013 gedaan in het SER-Energieakkoord.
Het belangrijkste instrument voor het verminderen van de uitstoot door het verkeer zijn de eisen
die de EU stelt aan de uitstoot van stoffen door voertuigen. Deze emissie-eisen worden steeds
strenger: de huidige Euro 6-normen zijn de strengste tot nu toe. De uitstoot door het verkeer in de
EU is de afgelopen jaren weliswaar gestegen door de groei van het verkeer, maar de groei van
de uitstoot is minder groot dan de groei van het verkeer.
In bijlage A is een uitgebreide beschrijving van de genoemde beleidsnota’s en een toelichting op
het ambitieniveau opgenomen.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 7
Ambitieniveau duurzame mobiliteit
Uitgaande van de hiervoor beschreven definitie bedraagt het concrete beleidsdoel voor duurzame
mobiliteit in Haaglanden:
Met aandacht voor het evenwicht tussen maatschappelijke / economische ontwikkeling,
bereikbaarheid en een aantrekkelijke leefomgeving:



Klimaat: realiseren van klimaatneutrale mobiliteit in 2050 en op weg daarnaar toe een ten
opzichte van 1990 realiseren van 30% reductie in CO 2-uitstoot in 2020 en 50% in 2030;
Luchtkwaliteit – NOx en PM10: (blijvend) voldoen aan de wettelijke normen;
Geluid: voldoen aan wettelijke normen.
Gezondheidseffecten luchtkwaliteit en geluidhinder
Fijn stof, stikstofdioxide en ozon zijn de belangrijkste luchtverontreinigende stoffen als het gaat om de
gezondheid. De afgelopen decennia zijn de concentraties van deze stoffen in het milieu sterk
afgenomen, maar er blijven negatieve gezondheidseffecten door ontstaan. Uit onderzoek is bekend dat
luchtverontreiniging de gezondheid nadelig beïnvloedt na zowel kortdurende (enkele uren tot meerdere
dagen) als na langdurige blootstelling (enkele maanden tot jaren). De gezondheidseffecten van
kortdurende blootstelling aan fijn stof in Nederland zijn in 2008 geschat op ongeveer 2.090 sterfgevallen
per jaar, waarvan 690 aan ziekten van de ademhalingswegen en 450 aan hart- en vaatziekten. Over het
algemeen betrof het mensen die al aandoeningen hadden en bij wie de extra belasting als gevolg van
luchtverontreiniging het moment van overlijden heeft vervroegd, zoals ouderen en mensen met
luchtwegaandoeningen of hart- en vaatziekten.
Een Nederlands onderzoek uit 2002 gaf aan dat mensen die binnen een afstand van 100 meter van een
snelweg of 50 meter van een drukke stadsweg woonden een grotere kans hadden om te overlijden aan
een long- of hartziekte dan mensen die verder van een drukke weg woonden. Uit recent onderzoek is
gebleken dat fijn stof ook een veroorzaker kan zijn van longkanker, ook onder de Europese
grenswaarde. Voldoen aan de huidige normen voor fijn stof en stikstofdioxide is daarom geen garantie
dat er geen negatieve gezondheidseffecten optreden. Ook bij concentraties die aan de normen voldoen
3
(voor stikstofdioxide is dit een jaargemiddelde concentratie van 40 μg/m ) kunnen gezondheidseffecten
optreden. Dit geldt in het bijzonder voor gevoelige groepen, zoals kinderen, ouderen en mensen met
luchtwegaandoeningen of hart- en vaatziekten.
De belangrijkste gezondheidseffecten van blootstelling aan geluid in de woonomgeving zijn (ernstige)
hinder en (ernstige) slaapverstoring. Hinder is een gevoel van afkeer, boosheid, onbehagen,
onvoldaanheid of gekwetstheid dat optreedt wanneer geluid iemands gedachten, gevoelens of
activiteiten beïnvloedt. Hinder kan al optreden vanaf geluidsniveaus van 40 dB (zie box 7.1) en is ook
afhankelijk van het soort geluid en de context van het geluid. Bij een geluidsbelasting van meer dan 60
dB neemt het risico op hart- en vaatziekten aantoonbaar toe.11 Blootstelling aan geluid kan ook leiden
tot een verminderd prestatievermogen en leerproblemen bij kinderen.
[bron: Gezondheidsmonitor Den Haag 2014]
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 8
1.4 Uitgangspunten en strategie
Bij het opstellen van de visie en het uitvoeringsprogramma zijn onderstaande uitgangspunten en
strategieën toegepast.
Uitgangspunten
 De sector mobiliteit levert een evenredige bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelen. Dit
betekent dat in 2050 wordt gestreefd naar volledig klimaatneutrale mobiliteit.
 Maatregelen in het uitvoeringsprogramma zijn gericht op een balans tussen bereikbaarheid,
leefbaarheid en duurzaamheid.
 Duurzaamheid is geen bijvangst maar onlosmakelijk doel binnen het mobiliteitsbeleid .
 De scope van dit programma: voortzetten, intensiveren, opschalen en nieuwe projecten voor
de korte termijn (2020 met een doorkijk naar 2030).
Strategieën
De volgende strategieën worden gevolgd bij de beleidsuitwerking:
Meetlat
 De effectiviteit van maatregelen wordt uitgedrukt in de reductie van CO 2-uitstoot. Dit biedt
een praktisch handvat om de verschillende maatregelen adequaat te kunnen vergelijken.
 Op het gebied van geluid en luchtkwaliteit wordt vrijwel overal al voldaan aan de wettelijke
normen. De winst op het gebied van lucht en geluid wordt kwalitatief meegenomen bij het
beoordelen van projecten.
Instrumenten
 Er wordt ingezet op volumereductie (reizen bekorten, voorkomen van autoverplaatsingen),
voertuigefficiency en schonere voertuigen.
 Naast systeemverbeteringen op de korte termijn, wordt ingezet op structuurverbeteringen
(denk aan ruimtelijke ordening) vanwege het langdurig grotere effect op langere termijn.
Rolverdeling
 Lokaal wat kan, regionaal wat moet: per project wordt het juiste schaalniveau gekozen.
 Het stadsgewest kiest per onderwerp het gewenste niveau van participatie.
 Het bedrijfsleven krijgt een belangrijke rol bij de uitrol van het duurzame mobiliteitsbeleid.
In de volgende hoofdstukken worden de uitgangspunten en strategieën verder uitgewerkt.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 9
2 Vertrekpunt en opgave
2.1 Aanpak: CO2-uitstoot als leidraad
Het duurzame mobiliteitssysteem kenmerkt zich in de eerste plaats door een optimaal evenwicht
tussen bereikbaarheid, economische ontwikkeling en een prettige leefomgeving en kan dus nooit
volledig worden beschreven aan de hand van de indicatoren voor klimaat, lucht en geluid.
Dit regionale programma voor duurzame mobiliteit is er op gericht praktische handvatten te
bieden voor de realisatie van concrete lokale en regionale maatregelen. Om de verschillende
maatregelen adequaat te kunnen vergelijken is de reductie in CO 2-uitstoot gekozen als maat voor
de effectiviteit van maatregelen. Aangezien de CO2-uitstoot min of meer lineair oploopt met de
voertuigkilometers geeft dit een goed beeld voor de gehele strategie “minder, efficiënter en
schoner”, zoals hiervoor beschreven.
2.2 Ontwikkeling CO2-uitstoot sinds 1990
Onlangs is de CO2-uitstoot in Haaglanden in 1990 herberekend om inzicht te krijgen in de
voortgang van de RSP-doelen. De resultaten zijn gerapporteerd in de memo CO2 footprint
Haaglanden 1990, resultaten en achterliggende berekeningen (25 september 2013).Voor het
uitvoeren van de berekeningen is gebruik gemaakt van beschikbare gegevens van CBS (o.a.
Milieuberekeningen en Statline) en Emissieregistratie. Voor de gemeente Den Haag kon gebruik
worden gemaakt van de Haagse Broeikasgas Indicator (1990).
Hieruit blijkt dat de CO2-uitstoot in Haaglanden in 2010 op vrijwel hetzelfde niveau zit als in 1990,
dit tegen de landelijke trend in die een stijging laat zien. Voor de verdere uitwerking van de
opgave worden de ambities dan ook afgezet tegen de uitstoot in het jaar 2010.
2.3 Opgave tot 2050
De afgelopen decennia is het verkeer- en vervoersysteem al duurzamer geworden. Hierdoor is de
toename van de CO2-uitstoot, ondanks de groei van het wegverkeer, sinds 1990 vrijwel gelijk
gebleven. Deze trend zet zich naar verwachting door. De verwachte uitstoot bij ongewijzigd
beleid in de periode tot 2050 is berekend, zodat de verwachte ontwikkeling van de uitstoot en de
opgave voor het programma Duurzame Mobiliteit zichtbaar worden. In onderstaande figuur is dit
grafisch weergegeven.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 10
Figuur 2.1: te realiseren reductie in CO2-uitstoot door mobiliteit
Business as usual
In het kader van de eerder beschreven backcastingstudie is de verwachte CO 2-uitstoot in de
periode tot 2050 beschreven. Bij ongewijzigd beleid (‘Business as Usual’) zou de CO2-uitstoot in
de periode tot 2050 ten opzichte van 2010 nog circa 10% stijgen. Dit is de bovenste lijn in de
grafiek. In dit Business as Usual scenario zit het vastgestelde beleid verwerkt, zoals deze ook in
het regionale verkeersmodel is opgenomen.
Rugwind
Vervolgens is in de analyses rekening gehouden met de zogenaamde ‘rugwind’. Hiermee wordt
uitgedrukt dat de EU en de Rijksoverheid dwingende regelgeving opleggen die het stadsgewest
helpt om klimaatneutraal te worden. ‘Rugwind’ zorgt voor 43% van het behalen van de
klimaatneutraliteit in 2050. Hierin is onder andere de verwachting verdisconteerd dat de
Europese emissie-eisen voor voertuigen geleidelijk worden aangescherpt. Dit is de middelste lijn
in de grafiek (‘BAU met rugwind’). In deze lijn schuilt wel een extern risico, aangezien deze sterk
afhankelijk is van het te voeren beleid door hogere overheden. Een koerswijziging van
bijvoorbeeld het fiscale beleid van de rijksoverheid zou de lijn doen verschuiven.
Doellijn
De onderste lijn in de grafiek vertegenwoordigt een realistische inschatting van de totale potentie
van aanvullende beleidsinspanningen, zoals deze in de backcastingstudie op basis van
literatuuronderzoek is gemaakt. Voor de korte termijn vormt dit dan ook de ‘doellijn’. Na 2030
wijkt de realistische inschatting af van de doellijn. De lijn laat de conclusie zien dat volledige
klimaatneutraliteit op het gebied van mobiliteit niet wordt behaald op basis van de huidige
inzichten. De ambitie blijft onverminderd staan; in de periode na 2030 zal een versnelling moeten
plaatsvinden om in 2050 klimaatneutraliteit te behalen.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 11
Extra opgave lange termijn
Welk type maatregelen noodzakelijk is om de extra reductie in de periode 2030 - 2050 te
realiseren, is met de kennis van nu niet te zeggen. Duidelijk is wel dat het hier maatregelen
betreft op structuurniveau (denk aan ruimtelijke ordening). Gezien de lange implementatietijd van
dit type maatregelen is wel duidelijk dat hiermee tijdig moet worden gestart.
Regionaal fietsnetwerk
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 12
2.4 Opgave korte termijn
Deze visie op duurzame mobiliteit richt zich op de korte termijn (2020 met een doorkijk naar
2030). Dit is dan ook de tijdshorizon waarbinnen de maatregelen in het uitvoeringsprogramma
Duurzame Mobiliteit moeten worden bezien. Onderstaande figuur is een uitsnede uit figuur 2.1
voor de periode tot 2030.
Figuur 2.2: Opgave duurzame mobiliteit korte termijn
In de grafiek zijn weer de drie lijnen zichtbaar die in de voorgaande paragraaf zijn toegelicht.
De middelste lijn vertegenwoordigt het verwachte verloop van de CO 2-uitstoot (BAU mét rugwind,
i.e. het schoner worden van auto’s door emissiewetgeving). Dit is in 2020 een vermindering van
circa 220 kton/j ten opzichte van de stijgende lijn die de groei van het verkeer weergeeft.
De onderste lijn is de doellijn voor ons beleid. Het is de reductie van de uitstoot die realistisch
geacht wordt met hulp van aanvullende beleidsinspanningen. Deze inschatting is gemaakt in de
eerder genoemde backcastingsstudie. Van deze doellijn is af te lezen dat de beleidsambitie voor
2020 (-30% CO2) zo rond 2025 gehaald wordt. In 2020 wordt circa 21% van de ambities behaald.
De haalbare reductie ten opzichte van de het verwachte verloop (BAU met rugwind) is in 2020
naar deze schatting zo’n 200 kton/jaar. Deze daling van 200 kton/jaar is derhalve benoemd tot
kortetermijnopgave voor het jaar 2020.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 13
Van deze kortetermijnopgave van 200 kton/jaar bereiken we door de lopende projecten circa 20
kton/jaar reductie, zo’n 10% van de opgave. De potentie van het uitvoeringsprogramma voor de
korte termijn wordt ingeschat op zo’n 50 kton/jaar extra (in de grafiek de onderste
stippelstreeplijn). Dat is 25% van de kortetermijnopgave. Tezamen met de lopende initiatieven
wordt daarmee 35-40% van de korte termijnopgave ingevuld. Beide stippellijnen zijn op schaal in
de grafiek weergegeven. In hoofdstuk 4 worden de verwachte effecten van het beleid nader
toegelicht.
Het uitvoeringsprogramma duurzame mobiliteit zorgt dus voor invulling van een aanzienlijk deel
van de geformuleerde opgave.
Midden-Delfland: fietsend door prachtige omgeving naar je werk
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 14
3 Instrumenten voor een optimale maatregelenmix
Minder voertuigkilometers, voertuigefficiency (lager energieverbruik per kilometer) en de
inzet van schonere voertuigen (lagere CO 2 -uitstoot) vormen voor de korte termijn de
belangrijke strategielijnen op weg naar een duurzaam mobiliteitssysteem. De strategielijnen
vertalen zich in de instrumenten waarmee de CO 2-uitstoot kan worden beïnvloed. Per
gemeente worden de meest kansrijke richtingen bepaald, zodat een optimale
maatregelenmix naar duurzame mobiliteit ontstaat.
3.1 Instrumenten
De instrumenten om reductie van CO2-uitstoot in het wegverkeer te realiseren zijn te verdelen
drie categorieën, die samen de CO2-uitstoot van het wegverkeer bepalen. Deze categorieën zijn
te beschouwen als ‘knoppen’, waaraan gedraaid kan worden om de CO2-uitstoot te beïnvloeden.
De totale CO 2 -uitstoot wordt verkregen door de drie categorieën met elkaar te
vermenigvuldigen: CO2-uitstoot = volume (km) x voertuigefficiency (MJ/km) x CO 2 intensiteit brandstof (CO 2/MJ).
Volume
(voertuigkilometers)
Voertuigefficiency
(MJ/km)
Schonere voertuigen
(CO 2 /MJ)











verschuiving naar
andere modaliteiten
e-activiteiten zoals
thuiswerken en
internetwinkelen
verbeterde logistiek
ruimtelijke ordening
aanleg fietsverbindingen
doorstroming openbaar
vervoer



laag brandstofgebruik
betere doorstroming
stedelijk verkeer
lagere rijsnelheden
dynamisch
verkeersmanagement
terugwinnen remenergie
groen gas
elektrische voertuigen
uitstooteisen OVconcessies
Bij het terugbrengen van de uitstoot beschouwen we de gehele keten, van winning, productie en
distributie van energiedragers voor het wegverkeer (de zogenaamde well-to-tank emissies) tot
aan de emissies op voertuigniveau (de zogenaamde tank-to-wheel emissies). In de uitgevoerde
berekeningen is vooral gekeken naar de tank-to-wheel emissies. Echter, bij de afwegingen ten
aanzien van schone brandstoffen (elektrisch rijden en groengas) wordt vanzelfsprekend de
gehele keten (well-to-wheel) beschouwd.
Voor alle maatregelen wordt op deze manier het verwachte effect bepaald, uitgedrukt in de
reductie in CO 2 -uitstoot.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 15
3.2 De overheid in verschillende rollen
Stadsgewest Haaglanden en de gemeenten in Haaglanden nemen bij de uitvoering van het
beleid verschillende rollen op zich. In het totale programma wordt gestreefd naar een
goede verdeling van de rollen, zodat de markt in de gelegenheid wordt gesteld, dan wel
verleid, om een actieve rol te spelen in het programma Duurzame Mobiliteit.
Realisator



aanbesteden / inkopen
zelf bouwen / aanleggen
zelf uitvoeren
Regulator


normeren en reguleren
financiële instrumenten
Facilitator



subsidiëren, belonen
draagvlak creëren
partijen bij elkaar brengen
o
o
o
aanleggen infrastructuur
voertuigeisen openbaar vervoer
eigen wagenpark gemeenten
o
o
o
parkeerregulering
verkeersbesluiten
milieuzones
o
o
o
o
kennis delen
(aanschaf)subsidies
gemeente als launching customer
convenanten
o
informatiecampagnes
Communicator


voorlichting
naming & faming
Fresh corridor: transport per schip
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 16
3.3 Lokale situatie bepaalt beleidsaccenten
Voor en door gemeenten
Een belangrijk uitgangspunt voor de visie en programma duurzame mobiliteit is dat deze
voor en door de gemeenten worden samengesteld. Het motto van het Stadsgewest
Haaglanden is ‘lokaal wat kan, regionaal wat moet’. Daar waar het regionale schaalniveau
meerwaarde biedt, worden projecten regionaal opgepakt; specifiek lokale projecten blijven
lokaal.
In het programma duurzame mobiliteit worden dan ook de volgende categorieën
onderscheiden:
1. specifiek regionale projecten;
2. regionale opschaling van lokale projecten;
3. versterking van bestaand lokaal beleid.
Op deze manier wordt geprofiteerd van elkaars kennis, terwijl succesvolle lokale
initiatieven onverminderd worden voortgezet.
Accenten per gemeente
Afhankelijk van de lokale situatie worden per gemeente de beleidsaccenten bepaald, zodat
een effectieve maatregelenmix ontstaat. In gemeenten met een hoge groeipotentie voor het
fietsverkeer zullen eerder fietsprojecten worden opgenomen, terwijl in gebieden met
omvangrijke goederenvervoerstromen eerder wordt ingezet op schonere vrachtvoertuigen.
De analyse per gemeente wordt beschreven in hoofdstuk 5.
Busstation Naaldwijk: OV-knoop Westland
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 17
4 Uitvoeringsprogramma Duurzame Mobiliteit
Dit hoofdstuk beschrijft de verwachte bijdrage aan de reductie in CO 2-uitstoot van diverse
lopende initiatieven in Haaglanden en de potentie van het uitvoeringsprogramma Duurzame
Mobiliteit. Het uitvoeringsprogramma is samengesteld met behulp van medewerkers (milieu /
verkeer en vervoer) van alle haaglandengemeenten. In een workshop zijn de kansrijke richtingen
geïnventariseerd en verder uitgewerkt. Vervolgens zijn per onderwerp in expertsessies de
verwachte effecten ten aanzien van reductie in CO2-uitstoot gekwantificeerd. In bijlage B is een
overzicht opgenomen van de betrokken personen.
In deze nota worden lopende en mogelijke initiatieven beschreven. In het vervolgtraject zal dit
moeten worden uitgewerkt in een concreet investeringsprogramma. Het is daarbij van belang dat
de kosten van milieumaatregelen expliciet zichtbaar zijn en worden meegenomen.
4.1 Effect lopende initiatieven
Op regionaal schaalniveau lopen diverse programma’s, waarin de haaglandengemeenten
participeren. De meest effectieve maatregel is momenteel het voorschrijven van schone
brandstoffen in de busconcessies en bijvoorbeeld bij leerlingenvervoer. Ook de lopende
werkgeversaanpak is succesvol. In bijlage D is de volledige projectenlijst opgenomen, die als
basis heeft gediend voor de berekeningen van de verwachte reductie in CO 2-uitstoot.
Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (IPVV)
Het jaarlijks geactualiseerde IPVV geeft een vertaling van de ambities van de sector Verkeer &
Vervoer. Een deel van de maatregelen levert ook duurzaamheidswinst; daarbij kan gedacht
worden aan fiets- of OV-projecten. Overigens behoort een deel van de IPVV-projecten tot het
Business as usual scenario en valt dus buiten het uitvoeringsprogramma.
Ga toch fietsen! (voorheen: op de fiets werkt beter)
Het Stadsgewest werkt er samen met de gemeenten aan dat werknemers voor het woonwerkverkeer de auto (vaker) laten staan en meer gebruik gaan maken van de fiets. Wanneer er
meer mensen op de fiets naar hun werk gaan, dan heeft dit positieve gevolgen voor de
bereikbaarheid tijdens de spitsuren. Bovendien is meer fietsverkeer beter voor het milieu.
Deelnemers worden gestimuleerd meer te rijden; per 100.000 verreden fietskilometers doneert
het stadsgewest een bedrag aan een goed doel.
In 2013 fietsten de 2.500 deelnemers in totaal circa 2,2 miljoen kilometer. Van de deelnemers
blijkt 88% dagelijks de beschikking te hebben over een auto, dus er worden potentieel veel
autokilometers uitgespaard. De reductie in CO2-uitstoot bedraagt hierdoor 30 à 100 ton.
Haaglanden rijdt schoon
Dit programma valt onder de maatregel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit. Het Stadsgewest stimuleert het rijden op schone en duurzame brandstoffen, zodat
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 18
de lucht schoner wordt, de CO2 uitstoot afneemt, het leefklimaat fijner wordt en we minder
afhankelijk worden van fossiele brandstoffen. Alle initiatieven in dit kader zijn gebundeld in het
programma “Haaglanden rijdt schoon”.
Voor het faciliteren en stimuleren van de transitie naar duurzaam wegverkeer hanteert het
Stadsgewest een aantal uitgangspunten:
 Het stadsgewest zet in op brandstoffen en voertuigtechnieken die substantieel schoner zijn
en op korte en middellange termijn op grote schaal beschikbaar zijn.
 Het stadsgewest is alert op nieuwe technieken en kansrijke alternatieven die zich lenen voor
een grootschalige introductie. Het transitiebeleid wordt daarom tenminste eens in de 5 jaar
geactualiseerd.
 Het initiatief voor schone voertuigen en brandstoffen moet uit de markt komen. De transitie
wordt immers in de eerste plaats bepaald door het aanbod, zowel van voertuigen als van
infrastructuur voor brandstoffen en energiedragers. Het stadsgewest zal kansrijke initiatieven
faciliteren, bijvoorbeeld door ontwikkelingen aan te jagen en belemmeringen weg te nemen,
en eventueel stimuleren door subsidie.
 Voor het faciliteren en stimuleren wordt prioriteit gegeven aan vervoerswijzen waarmee op
lokaal niveau een groot effect kan worden bereikt en aan gebruikersgroepen die relatief
eenvoudig te benaderen zijn. De duurzame aanbesteding van het openbaar vervoer en
speciaal vervoer op aardgas/groengas zijn hiervan voorbeelden.
 Voor de transitie naar duurzaam wegverkeer wordt nauw samengewerkt met de gemeenten,
zodat de maatregelen van gemeenten en stadsgewest elkaar zoveel mogelijk versterken.
Visie op schone brandstoffen van Haaglanden
In 2005 heeft het stadsgewest een onderzoek gedaan naar duurzame brandstoffen en
voertuigtechnieken. Hierbij kwam het rijden op aardgas/groen gas als de duurzaamste en
marktrijpe brandstof naar voren. Het stadsgewest besloot destijds een of meer
aardgas/groengastankstations te realiseren. Anno 2014 zijn vijf tankstations operationeel
(twee in Den Haag, een in Forepark, een in Delfgauw, en een in Zoetermeer).
Inmiddels is er voortgang geboekt bij de ontwikkeling van het elektrisch rijden en wordt het
actief gepromoot. Ondanks belemmeringen als de kleine actieradius en het feit dat de
elektrische auto meestal rijdt op niet duurzaam opgewekte elektriciteit, faciliteert en
stimuleert het stadsgewest het elektrisch rijden.
De ontwikkelingen van het rijden op waterstof zijn sinds 2005 langzamer gegaan dan
verwacht. De techniek is nog niet uitontwikkeld en waterstof vraagt een nieuw
distributienetwerk. Waterstof geeft wel de mogelijkheid 100% schoon te rijden met een
voldoende actieradius. Op de langere termijn blijft waterstof daarom een mogelijk
interessante optie.
Aan biobrandstoffen als ethanol en biodiesel kleeft het nadeel van een beperkte milieuwinst.
Bovendien verkeert de productie ervan nog in het ontwikkelstadium. Daarom ligt het
stimuleren van de transitie naar biobrandstoffen nu niet voor de hand.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 19
Convenant Groengas
Zo werd in 2011 het convenant ‘Groengas’ afgesloten met 40 partijen, waaronder autodealers,
leasemaatschappijen, importeurs, vulpuntexploitanten, netwerkbeheerders en de negen
gemeenten om het rijden op groengas te stimuleren. Dit convenant geldt tot 2020. Stadsgewest
Haaglanden verstrekt in dit kader diverse subsidies voor groengasvulpunten, aanschaf van
groengasvoertuigen en elektrische scooters. In de energiebehoefte voor voertuigen wordt deels
in Haaglanden zelf voorzien, door de productie van groengas uit de vergisting van biomassa en
de opwekking van duurzame elektriciteit door zonnepanelen en (in mindere mate) uit
windturbines.
Er rijden inmiddels circa 400 personenauto’s op groengas rond in Haaglanden. De verwachte
jaarlijkse reductie in CO2-uitstoot als gevolg van dit programma bedraagt op dit moment circa
1.000 ton. Daarnaast zijn er inmiddels 5 gasvulpunten gerealiseerd en nog 3 gepland. Ook
meerdere haaglandengemeenten hebben een deel van hun wagenpark rijden op groengas.
Groengas in openbaar vervoer
Het Stadsgewest heeft in de aanbestedingen voor het openbaar vervoer aardgas als eis
opgenomen. Momenteel rijden er circa 100 streekbussen op aardgas en 100 stadsbussen op
groengas. Dit levert een jaarlijkse CO2-reductie ten opzichte van de oude situatie van circa
10.000 ton. Ook de Regiotaxi en de Haagse Taxibus rijden op aardgas. Overeenkomstig worden
in toekomstige concessie vergaande duurzaamheidseisen opgenomen.
E-scooters
Stadsgewest Haaglanden maakt de aanschaf van elektrische scooters extra aantrekkelijk door
het bieden van subsidies. Voor veelgebruikers (denk aan koeriers, pizzabezorgers) is een extra
hoge subsidie beschikbaar.
Investeren in hoogwaardige fietsroutes
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 20
Beter benutten Haaglanden
Met het programma Beter Benutten wil het Stadsgewest Haaglanden de bereikbaarheid van de
economische kerngebieden in de regio verbeteren. Speerpunt: het verbeteren van de
doorstroming op hoofd- en regionale verbindingsroutes voor auto, openbaar vervoer en fiets.
Het programma bestaat uit circa 30 projecten, die in de periode 2012-2014 worden uitgevoerd om
ervoor te zorgen dat het aantal files in de regio met 20% afneemt.
In het kader van Beter Benutten zijn ook de duurzaamheidseffecten van het programma
onderzocht. Het maatregelenpakket in Haaglanden vanuit Beter Benutten leidt tot een reductie
van de CO2-uitstoot met circa 5.000 ton/jaar (bron: Duurzaamheidseffecten Beter Benutten,
december 2013) . Uit de studie bleek ook dat de kosteneffectiviteit van goederenprojecten en de
werkgeversaanpak hoog is.
De reductie in CO2-uitstoot in Haaglanden door Beter Benutten is als volgt verdeeld:
Werkgeversaanpak
19%
Fiets
13%
OV/spoor/P+R
44%
Goederen
2%
ITS/DVM
6%
Weginfra
16%
e-laadinfrastructuur
Sinds mei 2013 is vanuit het stadsgewest het initiatief genomen voor een projectgroep elaadinfrastructuur. Deze groep richt zich enerzijds op de kortetermijnvraagstukken, zodat
gemeenten adequaat kunnen reageren op de huidige aanvragen voor laadpalen. Anderzijds
wordt nagedacht over het langetermijnperspectief. Hoe wordt de rolverdeling tussen overheid en
markt? Welke (juridische) inrichting moeten gemeenten realiseren? Kennisdeling en gezamenlijk
beleid richting de marktpartijen zijn belangrijke thema’s voor deze projectgroep. Ook is er 2
miljoen euro uit Beter Benutten bestemd voor oplaadpalen op korte termijn.
Conclusie:
Volledige implementatie van de lopende initiatieven levert al een reductie in CO2-uitstoot op van
15 à 20 kton per jaar. Hiermee wordt circa 10% van de kortetermijnopgave (2020) bereikt.
4.2 Potentie programma korte termijn
Het huidige beleid dat momenteel regionaal en door de regiogemeenten wordt gerealiseerd,
levert dus nu al jaarlijks circa 15 à 20 kton reductie aan CO2-uitstoot op. De potentie van het te
realiseren programma Duurzame Mobiliteit in Haaglanden is echter groter.
Onderstaand overzicht is bedoeld om gevoel te krijgen bij het effect van de verschillende
categorieën maatregelen. Er is per onderwerp generiek voor geheel Haaglanden berekend wat
het mogelijk haalbaar effect is van het beleid. Dit overzicht geeft nog geen inzicht in individuele
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 21
maatregelen en geeft vanzelfsprekend niet het complete overzicht. In bijlage D is een
projectenlijst opgenomen van lopende en mogelijke projecten, zoals deze uit een workshop met
alle haaglandengemeenten is voortgekomen.
Pakketpost per fiets
Onderstaande reductiewaarden geven een inschatting van het effect dat op relatief korte termijn
kan worden gerealiseerd. Cijfermatig lijkt het totale effect ten opzichte van de gehele opgave
beperkt; toch vormt een samenhangend pakket van maatregelen een essentiële eerste stap en
een noodzakelijke voorwaarde voor verdere intensivering van het beleid. Deze maatregelen zijn
een eerste stap op weg naar het behalen van de doelstellingen (bijvoorbeeld ten aanzien van de
groei van het fietsverkeer), die zijn opgenomen in het RSP en de RNM.
De potentie van het uitvoeringsprogramma voor de korte termijn wordt ingeschat op circa 50 kton
reductie in CO2-uitstoot. Tezamen met de lopende initiatieven wordt daarmee 35 à 40% van de
kortetermijnopgave ingevuld. In de navolgende alinea’s wordt de verwachte potentie beschreven.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 22
Volume
Fiets in woon-werkverkeer:
0,98 kton CO2/jaar reductie
Iedere werkdag zijn er circa 1 miljoen werknemers op weg tussen huis en werk, waarvan 24% per
fiets. Met een totaalpakket aan stimuleringsmaatregelen (fietspaden, fietsplannen, fietsparkeren,
etc.) kan een groei van het fietsverkeer van 5% zeker worden behaald.
Stimuleringsmaatregelen winkelverkeer:
0,11 kton CO2/jaar reductie
Gemiddeld genomen vinden er in Haaglanden dagelijks 600.000 verplaatsingen door
winkelpubliek plaats, waarvan 27% per fiets. Zelfs een beperkte groei van het fietsverkeer van
1% levert een significante bijdrage aan de CO2-reductie.
Mobiliteitsmanagement woon-werkverkeer:
15,64 kton CO2/jaar reductie
Met een aandeel van 54% auto in de woon-werkverplaatsingen in Haaglanden kan met behulp
van mobiliteitsmanagement een grote winst worden geboekt. Met een besparing van 3% van het
aantal autoritten, ontstaat direct een aanzienlijke reductie in CO 2-uitstoot.
Met het programma Beter Benutten en de samenwerking met het bedrijfsleven en vooral met
VNO-NCW-west en de mobiliteitsmakelaar heeft vraagbeïnvloeding een enorme sprong gemaakt.
De mobiliteitsmakelaar is de schakel tussen overheid en bedrijfsleven, begeleidt activiteiten en
projecten en ontwikkelt package deals Beter Benutten met de ambassadeursduo’s (werkgever en
bestuurder) in Delft, Zoetermeer, de Centrale Zone Den Haag en Westland. Deze aanpak wordt
de komende jaren gecontinueerd en geïntensiveerd in het kader van het vervolgprogramma Beter
Benutten.
Goederendistributie
p.m.
In de regionale goederenstromen kunnen slimme distributieconcepten een bijdrage leveren aan
de vermindering van het aantal vrachtwagenkilometers. Het is daarbij wel van belang op welke
wijze het laatste stuk van de distributieketen wordt ingericht. In de gemeenten Delft, Den Haag,
Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp en Leiden loopt het project maatwerk distributie,
waarin vooral gewerkt wordt aan efficiënter inrichten van de ‘last mile’.
P+R
2,32 kton CO2/jaar reductie
Vanwege de omvangrijke forenzenstroom in de regio, met name richting Den Haag, heeft het
versterken van de P+R-locaties grote potentie. De berekende reductie heeft enkel betrekking op
drie locaties rondom Den Haag (Forepark, Voorburg, Uithof)
Verbeteren doorstroming OV-lijnen
4,45 kton CO2/jaar reductie
Door op onderdelen te investeren in bestaande OV-lijnen kan de reissnelheid worden verhoogd.
Naar verwachting levert dit een reizigersgroei op die lijnen van 5 à 15%, waarmee weer een
aanzienlijke besparing wordt gerealiseerd.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 23
Openbaar vervoer op groengas
Voertuigefficiency
DVM/ITS: verder uitrollen
p.m.
Bij dynamisch verkeersmanagement en ITS zit de winst vooral in het voorkomen van een
stagnerende verkeersstroom en het voorkomen van zoekverkeer. Uit de studie Beter Benutten
blijkt er op regionaal schaalniveau winst te behalen. In stedelijk gebied valt hieronder ook het
koppelen van verkeerslichten c.q. groene golf.
Terugwinnen remenergie trams
3 kton CO2/jaar reductie
Door het terugleveren van remenergie van trams kan circa 5% energiebesparing worden
gerealiseerd. Voor bussen wordt het terugwinnen ook onderzocht; in dat geval moet de energie
uiteraard in het voertuig worden opgeslagen.
Schone voertuigen
Uitbouwen programma Haaglanden rijdt schoon:
10 kton CO2/jaar reductie
Het bestaande programma Haaglanden rijdt schoon, waaronder ook het convenant Rijden op
groengas valt, bevindt zich feitelijk nog in de kinderschoenen. Bij verdere intensivering van het
programma kunnen aanzienlijke resultaten worden bereikt.
Schone vrachtwagens
p.m.
Een transitie naar schonere voertuigen in het goederenvervoer wordt gerealiseerd in een
combinatie van stimuleringsmaatregelen en regelgeving (aanscherping milieuzones). Als dit op
regionaal niveau wordt aangepakt, is de effectiviteit het grootst.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 24
Ketenmobiliteit: fietsenstalling bij Randstadrailhaltes
4.3 Potentie programma lange termijn
Het programma Duurzame Mobiliteit geeft op regionaal en lokaal schaalniveau weer op welke
maatregelen wordt ingezet en hoe de accenten per gemeente liggen. Zoals in hoofdstuk 2 is
beschreven is het niet reëel dat volledige klimaatneutraliteit wordt bereikt met de realisatie van
het programma Duurzame Mobiliteit zoals dit nu wordt ingezet. Welke vervolgstappen moeten op
lange termijn (periode 2020 – 2050) worden overwogen om toch een versnelling richting een
klimaatneutraal mobiliteitssysteem te verwezenlijken?
Continueren regionaal duurzaam mobiliteitsbeleid
De effectiviteit van individuele lokale maatregelen blijkt veelal beperkt. Met samenhangend
regionaal beleid waarbij de onderdelen in een evenwichtige maatregelenmix elkaar versterken
kunnen echter op lange termijn wel degelijk significante effecten worden bereikt. Concreet is het
een belangrijke succesfactor dat alle maatregelen over langere tijd worden gecontinueerd.
Intensiveren duurzaam mobiliteitsbeleid
Er is vanzelfsprekend een bovengrens aan het effect dat met het maatregelenpakket wordt
bereikt. Met aanvullende beleidsinspanningen kan de effectiviteit nog verder worden verhoogd.
Daarbij wordt gedacht aan de volgende sporen:
 regelgeving: via juridische weg afdwingen van de gewenste ontwikkeling. Denk bijvoorbeeld
aan invoering verblijfsheffing, aanscherping milieuzones (ook voor personenauto’s);
 beprijzen; anders betalen voor mobiliteit;
 belonen: financiële prikkels inbouwen die het juiste gedrag stimuleren.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 25
Inzetten op structuurverbeteringen
De hierboven beschreven maatregelen betreffen grotendeels systeemverbeteringen (schonere
brandstoffen, beter benutten, hoger fiets- en OV-gebruik over bestaand netwerk). Naar
verwachting blijft er zelfs na langdurige continuering en intensivering van het beleid nog een
resterende opgave over ten aanzien van de CO2-uitstoot. Voor een nog verdergaand effect moet
vooral worden ingezet op zogenaamde structuurverbeteringen (denk bijvoorbeeld aan ruimtelijke
ordening, knooppuntontwikkeling, verbeteringen op netwerkniveau). In tegenstelling tot de
systeemverbeteringen
(schone brandstoffen,
optimalisaties bestaand
netwerk), die op korte
termijn effect laten zien, zijn
de effecten van
structuurverbeteringen pas
op langere termijn zichtbaar.
Het is daarbij wel van
belang dat ook deze fase
tijdig wordt gestart.
4.4 Monitoring
In deze nota is de CO 2-uitstoot als leidraad gekozen om de effectiviteit van maatregelen te
meten. Evaluatie is een essentieel onderdeel van de beleidscyclus. Jaarlijkse monitoring
van de gerealiseerde reductie in CO 2 -uitstoot helpt bij deze evaluatie. Er wordt voorgesteld
aan te sluiten bij de bestaande CO 2-monitor die door alle beleidssectoren kan worden
gebruikt.
Bestaande CO 2 -monitor
Het stadsgewest gebruikt sinds 2010 de CO 2-monitor van het bedrijf DWA voor de
monitoring van de gemeentelijke inzet op CO 2 -reductie. Gemeenten hebben online directe
toegang tot de monitor en kunnen hierin de gemeentelijke projecten opnemen. In de
monitor is het effect op projectniveau inzichtelijk. Deze monitor kan worden gebruikt voor
de beleidsevaluatie van duurzame mobiliteit. Ook het Europese Covenant of Mayors, dat
het dagelijks bestuur van Haaglanden in 2012 heeft ondertekend, vraagt om monitoring van
de CO 2-reductie. In dit convenant zeggen burgemeesters uit heel Europa toe zich in te
spannen voor het behalen van de Europese klimaatdoelen. In ruil daarvoor profiteren
gemeenten in Haaglanden van Europese financiële regelingen.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 26
5 Lokale beleidsaccenten
Elke gemeente in Haaglanden heeft z’n eigen specifieke uitgangssituatie voor de route naar
duurzame mobiliteit. Dit leidt per gemeente tot eigen accenten in het programma duurzame
mobiliteit. Op die manier wordt voor het totale programma de hoogste effectiviteit behaald. Dit
hoofdstuk beschrijft het vertrekpunt per gemeente en geeft een voorzet voor de accenten binnen
het programma.
Per gemeente is een aantal indicatoren in een figuur weergegeven. Voor een toelichting op deze
indicatoren wordt verwezen naar bijlage C.
De beschreven factoren geven uiteraard geen compleet beeld van de huidige situatie, maar ze
zijn bedoeld om een eerste indicatie te geven en de gemeenten onderling te vergelijken.
5.1 Delft
De gemeente Delft streeft naar een leefbare en veilige stad met schone lucht en zo min mogelijk
CO2-uitstoot. Een van de onderwerpen waar de gemeente Delft deze doelstellingen wil bereiken
is het stimuleren van duurzame mobiliteit. Duurzame mobiliteit heeft namelijk invloed op alle
aspecten.
De gemeente Delft stimuleert duurzame mobiliteit op uiteenlopende manier, van fiets en OV
projecten tot schone voertuigen en het stimuleren van gebundelde stadsdistributie. Anno 2014
zijn er diverse projecten in uitvoering die naar verwachting leiden tot meer duurzame mobiliteit in
Delft. Afhankelijk van de behaalde resultaten wordt overwogen projecten voort te zetten, te
stoppen of nieuwe projecten te starten
Delft kent van oudsher een hoog fietsgebruik. Het fietsnetwerk, de compacte stad en het feit dat
het een studentenstad is dragen hieraan zeker bij. In de binnenstad is het aandeel fiets zelfs 57%
tegenover 8% auto.
492
CO2-uitstoot
wegverkeer
per inwoner
93
elektrische
auto’s per
100.000
auto’s
26%
Fietsgebruik
39%
Fietsgebruik
< 7,5 km
43%
Uitgaande
pendel
46%
Inkomende
pendel
Figuur: indicatoren huidige situatie (voor toelichting, zie bijlage C)
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 27
Lopende projecten
Schone distributie
De gemeente Delft ziet stedelijke distributie als een belangrijk middel om het verkeer in de stad te
verminderen en te verschonen. De gemeente heeft daarom de afgelopen jaren een actief
goederenvervoerbeleid gevoerd. Hiervoor zijn onder meer de kenmerken van de bevoorrading
van de binnenstad via een bevoorradingsprofiel in kaart gebracht, zijn afspraken met het
bedrijfsleven gemaakt over de invoering van een milieuzone voor het vrachtverkeer en zijn
projecten gestart om de bevoorrading van de binnenstad efficiënter en schoner te laten
plaatsvinden. De belangrijkste twee projecten zijn Pakketpost per Fiets en Maatwerk Distributie
Delft. Delft heeft een milieuzone ingesteld in de binnenstad.
Mobiliteitsmanagement:
 Poort van Delft: een mooi voorbeeld van PPS
Fiets:
 Bij het station Delft zijn 8.000 fietsparkeerplekken gepland; de verwachte toekomstige vraag
is 13.000 plekken.
 e-bike: er worden oplaadpunten in de bewaakte stallingen van Biesieklette geplaatst.
 Het fietsparkeren in de binnenstad begint een (ruimtelijk) probleem te worden. Er wordt nu
gestudeerd op pop-up-stallingen in leegstaande winkelpanden.
 De fietsroute station Delft Zuid – TU-wijk: Delft wil graag de Gelatinebrug realiseren: een
lage, beweegbare, brug over het Schiekanaal. De provincie wil dit vooralsnog niet vanwege
de scheepvaart.
Openbaar vervoer:
 Delft zet in op spoorverdubbeling Delft - Rotterdam.
 Delft zet in op hoogwaardige bediening (elke 10 minuten) van station Delft-Zuid.
 Het gebied rondom station Delft-Zuid wordt ontwikkeld tot een vervoersknoop.
 Delft wil tramlijn 19 doortrekken naar Rotterdam Airport en Rotterdam.
Auto:
 Autoluw gebied binnenstad is uitgebreid.
 Een aantal grote kruispunten in de stad wordt aangepast t.b.v. de doorstroming
 autodelen.
Accenten duurzame mobiliteit
Met het thema Duurzame innovatieve kennisstad wil de gemeente Delft zich, samen met de
vooraanstaande kennisinstituten binnen haar stadsgrenzen, nadrukkelijk profileren op het gebied
van duurzame ontwikkeling. Op gebied van energie, water, bouwen en/of transport wil Delft
concrete en zichtbare duurzaamheidsprojecten uitvoeren. Delft realiseert zich dat zij een
voorbeeldfunctie heeft en wil graag een proeftuin zijn.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 28
5.2 Den Haag
Den Haag kent als grote stad een relatief laag fietsgebruik als gevolg van de aanwezigheid van
goed openbaar vervoer. De relatief gezien kleine pendel vertaalt zich uiteraard in absolute zin wel
in grote vervoerstromen. Den Haag produceert netto in 2040 geen CO2 meer, als het aan de
gemeente ligt. In een klimaatneutrale stad gebruiken bewoners en bedrijven zo min mogelijk
energie. En waar energie nodig is, komt dat van schone energiebronnen. Zoals wind, water en
zon.
Het motto in de Haagse Nota Mobiliteit is ‘bewust kiezen, slim organiseren’. Met ‘bewust kiezen’
doet de gemeente een verzoek aan burgers, bezoekers en bedrijven om meer bewust na te
denken over de mobiliteits- en milieueffecten wanneer zij een keuze voor een vervoermiddel
maken. De gemeente kan en wil daarbij helpen door te zorgen dat er vaker en gemakkelijker iets
te kiezen valt. ‘Slim organiseren’ is altijd een goed idee, maar vooral als de ruimte schaars wordt.
En dat is in een stad als Den Haag steeds vaker aan de orde. De ruimte om parkeerplaatsen aan
te leggen en raakt op en ook het milieu laat zulke uitbreidingen vaak niet meer toe. Om de
toenemende mobiliteit op te vangen, gaat Den Haag flink investeren in openbaar vervoer en fiets.
511
CO2-uitstoot
wegverkeer
per inwoner
43
elektrische
auto’s per
100.000
auto’s
18%
Fietsgebruik
25%
Fietsgebruik
< 7,5 km
29%
Uitgaande
pendel
36%
Inkomende
pendel
Figuur: indicatoren huidige situatie (voor toelichting, zie bijlage C)
Lopende projecten
Notitie Duurzaam Wegverkeer 2013
Deze notitie is een uitwerking van de Kadernota Duurzaamheid, die in 2009 door het college is
vastgesteld. Tevens is deze notitie de opvolger van het 'Plan van aanpak verduurzaming
Wegverkeer 2006'. De verduurzaming van het wegverkeer vergt een aanpak op verschillende
fronten. Nodig zijn maatregelen die mensen verleiden en stimuleren om vaker met de fiets of het
openbaar vervoer te reizen, maar ook maatregelen die het gebruik van nieuwe
voertuigtechnieken stimuleren. Meer concreet gaat het dan om forse investeringen in de kwaliteit
van het openbaar vervoer en het fietsnetwerk. Maar ook bijvoorbeeld om het realiseren van
aardgasvulpunten, de plaatsing van elektrische laadpalen, de overgang naar aardgasbussen en
de inzet van schone voertuigen in het gemeentelijk wagenpark. Door middel van de sloopregeling
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 29
voor vuile auto’s, innovatief vervoersmanagement en de milieuzone wordt de verduurzaming van
het wegverkeer verder ingevuld.
Milieuzone
Den Haag heeft een milieuzone ingesteld in een deel van de stad.
Fietsnetwerk
Den Haag investeert fors in de kwaliteit van het fietsnetwerk en wil daarin ook het consequent
doortrekken van de langeafstandroutes van de regio naar de stad betrekken. Daarnaast zijn de
bewaakte stallingen in de binnenstad gratis.
De beroepsbevolking in Haaglanden groeit niet hard meer. Dit levert ook verschuivingen in het
verplaatsingsgedrag. Misschien meer aandacht nodig voor recreatief verkeer.
Brandstoffen:
ste
 Het 500 openbare oplaadpunt is zojuist opgeleverd.
 Vanuit een afspraak binnen de G4 bestaat er een aanschafsubsidie van 5.000 euro voor een
elektrisch voertuig.
 Er is een nieuwe sloopregeling voor dieselauto’s (<2004) en benzineauto’s (<1990).
 Vanuit het Actieplan Luchtkwaliteit is er een bijdrage aan de groengasregeling.
 Er vindt uitgebreide communicatie over groengas plaats.
 Er zijn drie vulpunten aardgas / groengas gerealiiseerd en een vierde is gepland.
 De gemeente Den Haag stimuleert het gebruik van elektrische auto's, fietsen en scooters.
Het is de bedoeling om het aantal openbare oplaadpunten mee te laten groeien met het
aantal elektrische auto's.
Openbaar vervoer:
 Gemak verhogen; beter aansluiting bij de behoeften van reizigers.
 emissiereductie: de tram rijdt op groene stroom en de bus rijdt op groen gas.
Accenten duurzame mobiliteit
Den Haag ziet potentie in mobiliteitsmanagement vanwege de omvangrijke pendelstromen van
en naar de stad. Transferia / P+R kan verder worden uitgebouwd. Als kanttekening wordt daarbij
wel gesteld dat de beroepsbevolking in Haaglanden niet hard meer groeit. Dit levert
verschuivingen in het verplaatsingsgedrag. Misschien is er dan ook meer aandacht nodig voor
recreatief verkeer.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 30
5.3 Leidschendam-Voorburg
Leidschendam-Voorburg kent een matig fietsgebruik en een hoge uitgaande pendel, voornamelijk
gericht op Den Haag. Schone en zuinige mobiliteit maakt onderdeel uit van het Klimaatplan van
de gemeente. De gemeente zet zich voornamelijk in om de uitstoot van het stedelijk verkeer terug
te dringen. Het beperken van de uitstoot van het stedelijk verkeer is niet alleen goed voor de
CO2-reductie, maar draagt ook bij aan het verbeteren van luchtkwaliteit. Het klimaatplan beperkt
zich tot de maatregelen die een relatief groot effect op CO2-reductie hebben.
De gemeente wil bedrijven en bewoners verleiden om voor korte ritten de auto te laten staan. De
gemeente zorgt voor alternatieven, zoals fietsenstallingen en –paden en openbaar vervoer.
De gemeente Leidschendam-Voorburg blijft het gebruik van de fiets stimuleren. In de
communicatie wordt niet alleen het milieubelang benadrukt maar ook andere voordelen zoals
gezondheid en lagere kosten.
Ondersteunende maatregelen op het gebied van mobiliteit zijn vooral gericht op verandering van
gedrag.
611
CO2-uitstoot
wegverkeer
per inwoner
47
elektrische
auto’s per
100.000
auto’s
19%
Fietsgebruik
27%
Fietsgebruik
< 7,5 km
64%
Uitgaande
pendel
46%
Inkomende
pendel
Figuur: indicatoren huidige situatie (voor toelichting, zie bijlage C)
Lopende projecten
Schone brandstoffen
Het eigen wagenpark van de gemeente gaat stapsgewijs over op aardgas. In 2009 rijdt 25% van
alle gemeentelijke auto’s op aardgas. Een voordeel van aardgas als motorbrandstof is dat op
termijn biogas en/of (duurzaam geproduceerd) waterstof kan worden bijgemengd.
VVP Leidschendam-Voorburg:
 Parkeerbeleid: blauwe zone stimuleert werknemers om per fiets of OV te gaan.
 Fietsenstallingen bij haltes
 Wachttijdvoorspellers bij VRI’s
 Bij publieke voorzieningen wil Leidschendam-Voorburg duurzaamheid afdwingen via het
inkoopbeleid van de gemeente.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 31

Ruimtelijke plannen worden getoetst op CO2-reductie bij verkeer, uitvoeren fiets- en
voetgangersscan (“Vervoersprestatie op locatie”). Als onderdeel daarvan worden
fietsparkeernormen gehanteerd.
Accenten duurzame mobiliteit
Stimuleren fietsgebruik in het woon-werkverkeer
5.4 Midden-Delfland
Het fietsgebruik in Midden-Delfland is hoog. Wel ligt de relatieve uitstoot door het wegverkeer
hoog, deels veroorzaakt door de N468 die door de gemeente loopt. In de toekomstvisie Vitale
Dorpen is de ambitie op het gebied van duurzame mobiliteit beschreven. Mensen verplaatsen
zich op een zo schoon, veilig en efficiënt mogelijke manier. De structuur van de gemeente leidt
tot zowel een hoog fietsgebruik binnen de kernen als een hoog autogebruik tussen de kernen.
Fiets en openbaar vervoer spelen hierin een belangrijke rol. Bovendien vinden experimenten
plaats met nieuwe schone vervoersconcepten en transportmiddelen passend bij Midden-Delfland
2025.
1.398
CO2-uitstoot
wegverkeer
per inwoner
26
elektrische
auto’s per
100.000
auto’s
31%
Fietsgebruik
42%
Fietsgebruik
< 7,5 km
69%
Uitgaande
pendel
47%
Inkomende
pendel
Figuur: indicatoren huidige situatie (voor toelichting, zie bijlage C)
Lopende projecten
Schone brandstoffen
Midden-Delfland faciliteert de realisatie van een tankstation voor schone brandstoffen langs de
A4. De Harnaschpolder is een goede plek voor dit vulpunt vanwege de ontwikkeling van het
bedrijventerrein.
Fiets:
 Er komt een bewaakte fietsenstalling bij het busstation in Maasland.
 Midden-Delfland realiseert een fietspad langs de A4 richting Vlaardingen/Schiedam. Dit is
zowel voor het utilitaire als voor het recreatieve fietsverkeer interessant.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 32

Fietspad Woudseweg + Ommedijk
Openbaar vervoer:
 Lijn 37 krijgt vrije baan in Harnaschpolder; in de toekomst opwaardering tot HOV-lijn.
 Er wordt gestudeerd op een extra halte in Harnaschpolder
Accenten duurzame mobiliteit
Midden-Delfland wil de mogelijkheden van het regionale fietsverkeer uitbouwen, waarbij utilitaire
en recreatieve netwerken worden gekoppeld. Daarbij is bijzondere aandacht voor de
bewegwijzering en de samenhang. Ook wordt onderzocht wat de opkomst van de elektrische fiets
betekent voor de eisen die aan het fietsnetwerk worden gesteld.
5.5 Pijnacker-Nootdorp
De ligging tussen Rotterdam en Den Haag levert een hoge uitgaande pendel in de kernen
Pijnacker, Nootdorp en Delfgauw. De relatieve CO2 uitstoot per inwoner is hoog, deels
veroorzaakt door deze pendel én de N470 die door de gemeente loopt. De gemeente spant zich
dan ook in om het gebruik van openbaar vervoer, fietsen en alternatieve motorbrandstoffen te
bevorderen. Het fietsgebruik is vooral in de afstanden tot 7,5 km hoog. De gemeente heeft een
dicht netwerk van fietspaden, onder meer voor de recreatie in het buitengebied. De RandstadRail
Rotterdam-Den Haag heeft twee haltes in de woonkern Pijnacker en één halte in Nootdorp. De
keerlus van de tramlijn 15 verbindt Nootdorp met Den Haag (Ypenburg). In overeenstemming met
het beleidsplan Duurzaam Pijnacker-Nootdorp is een aardgastankstation gerealiseerd op
bedrijventerrein Ruyven in Delfgauw.
In het Hoofdlijnenakkoord 2014-2018 staat dat duurzame oplossingen nodig zijn in het verkeer.
Het vereist de inzet op schoner vervoer en gedragsverandering. In de samenwerking met de
Vervoersautoriteit zet de gemeente in op goede openbaarvervoersvoorzieningen en
fietsverbindingen.
816
CO2-uitstoot
wegverkeer
per inwoner
69
elektrische
auto’s per
100.000
auto’s
28%
Fietsgebruik
39%
Fietsgebruik
< 7,5 km
72%
Uitgaande
pendel
43%
Inkomende
pendel
Figuur: indicatoren huidige situatie (voor toelichting, zie bijlage C)
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 33
Lopende projecten
Openbaar vervoer:
De gemeente streeft naar behoud van de bestaande openbaarvervoer lijnen en ziet op regionaal
niveau meerwaarde in een HOV verbinding tussen Delft, Zoetermeer en Lansingerland via de
kern Pijnacker. Tevens streeft de gemeente naar beter OV voor het bedrijven terrein Ruyven,
een oplossing hiervoor kan gevonden worden in de realisatie van een bushalte aan de N-470 ter
hoogte van Ruyven voor buslijn174 (RET). Het realiseren (en bijhouden) van de mobiliteitsketen
door onder andere het plaatsen van voldoende fietsenstallingen bij de drie RandstadRail-haltes
is lopend beleid.
Fietsnetwerk:
De fietsverbinding Delft – Zoetermeer wordt versterkt. Deze fietsverbinding wordt met de opkomst
van de elektrische fiets steeds interessanter voor forenzen. Ook zet Pijnacker-Nootdorp fors in op
de kwaliteit van het fietspadennetwerk en daarin worden lange afstand routes en de recreatieve
fietspaden betrokken.
Schone brandstoffen:
Het eigen wagenpark van de gemeente gaat geleidelijk over op aardgas en elektrisch vervoer.
Aardgas als motorbrandstof heeft als voordeel dat op termijn groen gas en/of waterstof kan
worden bijgemengd. Inmiddels heeft de gemeente een aantal aardgas voertuigen, elektrische
auto’s en elektrische scooters. Voor het eigen wagenpark realiseert de gemeente een
thuisvulpunt groen gas op bedrijventerrein Boezem.
Voor de inwoners worden openbare oplaadpunten voor elektrische auto’s geplaatst. In de
transitie naar schone motorbrandstoffen is bewustwording en kennis over de mogelijkheden
noodzakelijk. Daarom vindt er communicatie over groen gas plaats.
Mobiliteitsmanagement:
Het vervoer van werknemers in de glastuinbouwbedrijven en bijvoorbeeld het distributiecentrum
van Albert Heijn op bedrijventerrein Ruijven is interessant voor een verkenning van een
mobiliteitsmanagement.
Accenten duurzame mobiliteit
Het gebruik van de Randstad Rail en fietsgebruik woon-werkverkeer bevorderen. PijnackerNootdorp is een groeigemeente waardoor de pendel door forenzen naar verwachting toeneemt.
Het is de inzet om de inwoners te verleiden en te stimuleren om vaker met de fiets of het
openbaar vervoer te reizen.
Pijnacker-Nootdorp wil een recreatieve functie voor de regio vervullen. Het fietsnetwerk is hierin
belangrijk. Zo worden recreatieve netwerken aan elkaar gekoppeld en stad- landverbindingen
gerealiseerd. Ontbrekende schakels in het netwerk worden opgelost.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 34
5.6 Rijswijk
Rijswijk ligt aaneengesloten aan het stedelijk gebied van Den Haag. Dat is terug te zien in een
vergelijkbaar fietsgebruik. In de Duurzaamheidsagenda heeft Rijswijk als doel vastgelegd dat de
gemeente in 2020 25 procent minder CO2 uitstoot ten opzichte van 2011. De gemeente wil het
gebruik van openbaar vervoer, fietsen en alternatieve motorbrandstoffen bevorderen. De
gemeente wil het aandeel auto in korte verplaatsingen terugbrengen tot onder de 50% in 2020.
Ook wil de gemeente samen met de ondernemersorganisaties werken aan een plan voor
vervoersmanagement.
775
CO2-uitstoot
wegverkeer
per inwoner
122
elektrische
auto’s per
100.000
auto’s *)
18%
Fietsgebruik
26%
Fietsgebruik
< 7,5 km
60%
Uitgaande
pendel
74%
Inkomende
pendel
Figuur: indicatoren huidige situatie (voor toelichting, zie bijlage C)
*) Het aandeel elektrische auto’s is mogelijk opvallend hoog omdat een grote leasemaatschappij in Rijswijk
is gevestigd.
Lopende projecten
Aantal autokilometers verminderen:
 stimuleren ketenmobiliteit: vervoersmogelijkheden op bestaande knooppunten uitbreiden,
onderzoek uitbreiding / verplaatsen P+R, OV-fiets;
 duurzaam ontwerp van wijken: gebruik van MIRUP (Milieu in Ruimtelijke Plannen), LARGAS
(langzaam rijden gaat sneller);
Milieuzone
 milieuzone Haagweg.
Fiets:
 Fietsstraten, als onderdeel van het sternet en hoofdfietsnetwerk Rijswijk
 Educatie, zowel op scholen als bij ouderen.
 Fietsbrug over de Schie tussen Plaspoelpolder en Ypenburg
Schone brandstoffen:
 Er lopen gesprekken met vulpuntleveranciers over groengas
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 35


Het eigen wagenpark (20 stuks) van de gemeente rijdt op groengas
Rijswijk doet mee met het project laadinfrastructuur
Accenten duurzame mobiliteit
Rijswijk wil het fietsnetwerk verder versterken.
5.7 Wassenaar
Wassenaar kent een relatief laag fietsgebruik. Met een afstand van respectievelijk 8 en 10
kilometer tot de binnensteden van Leiden en Den Haag is hierin wellicht nog groei mogelijk.
Wassenaar wil haar inwoners een prettig, schoon en veilig leefklimaat bieden. De doelstelling van
het Wassenaarse Klimaatplan is binnen de gemeentegrenzen jaarlijks een energiebesparing van
2% te realiseren en in 2014 5% van de binnen de gemeentegrenzen gebruikte energie duurzaam
op te wekken.
1.720
CO2-uitstoot
wegverkeer
per inwoner *)
14
elektrische
auto’s per
100.000
auto’s
17%
Fietsgebruik
22%
Fietsgebruik
< 7,5 km
49%
Uitgaande
pendel
46%
Inkomende
pendel
Figuur: indicatoren huidige situatie (voor toelichting, zie bijlage C)
*) In de CO2-uitstoot zijn de snelwegen niet opgenomen, maar de N44 wel. Het doorgaand verkeer op deze
weg geeft een vertekend beeld voor Wassenaar.
Lopende projecten
Schone brandstoffen:
 Het gaat hier om de mobiliteitsbehoefte van de eigen medewerkers (woon-werkverkeer en
dienstreizen), het eigen wagenpark, de voertuigen die de gemeente in eigendom heeft of
heeft gehuurd/geleased t.b.v. personenvervoer, reiniging, groen en andere dienstvoertuigen.
Door de gemeente is het gemeentelijke wagenpark in 2009 deels vervangen door elektrische
voertuigen.
 Voor het leerlingenvervoer worden schone brandstoffen opgenomen via het inkoopbeleid van
de gemeente. Dat is geen garantie dat het er komt, omdat er meerdere scoringspunten
meewegen.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 36

e-laadpalen: Wassenaar heeft een publieksfolder gemaakt, waarin het gemeentelijke beleid
wordt uitgelegd.
Fiets:
 Met de Via44 is het fietsnetwerk redelijk op orde.
 Fietsenstallingen bij bushaltes lijken zinvol.
Auto:
 De VRI’s op de Rijksstraatweg worden vervangen en gekoppeld aan de verkeerscentrale in
Rhoon.
 Wassenaar onderzoekt momenteel in overleg met onder andere RWS hoe de geluidhinder
van wegverkeer nabij knooppunt Den Deijl kan worden beperkt.
Accenten duurzame mobiliteit
Verbeteren leefbaarheid rondom N44.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 37
5.8 Westland
In de gemeente Westland wordt een groot deel van de CO2-uitstoot van het wegverkeer
veroorzaakt door de agrologistieke sector. Het fietsgebruik in Westland is hoog. In de
Duurzaamheidsagenda heeft duurzame mobiliteit dan ook de nodige aandacht. In regionaal
verband wordt mobiliteitsmanagement opgepakt om daarmee werknemers te stimuleren
bewuster, anders en slimmer te reizen.
1.276
CO2-uitstoot
wegverkeer
per inwoner
90
elektrische
auto’s per
100.000
auto’s
26%
Fietsgebruik
36%
Fietsgebruik
< 7,5 km
30%
Uitgaande
pendel
38%
Inkomende
pendel
Figuur: indicatoren huidige situatie (voor toelichting, zie bijlage C)
Lopende projecten
Schone brandstoffen logistieke sector
Sierteelttransporteurs en FloraHolland hebben twaalf (bio)Methaan-Diesel (bio-LNG) trucks
aangeschaft, met een optie op nog eens acht trucks. Het uiteindelijke doel is om het gas te
verkrijgen uit afval van de sierteelt. Daarmee wordt de hele keten betrokken in het project. BioLNG is de schoonste en, naar energie-inhoud gemeten, economisch meest interessante
brandstof, met een veel lagere CO2-uitstoot dan fossiele brandstoffen. Verder pakt de
agrologistieke transportsector het gebruik van LZV’s (Langere en
ZwaardereVrachtautocombinatie die meer vracht kan en mag vervoeren dan een gewone
vrachtautocombinatie) op en andere initiatieven om het brandstofverbruik te verminderen, zoals
het bijhouden van bandenspanning.
Vervoer over water via Coolport West (Fresh Corridor)
Agrologistieke bedrijven hebben samen met de overheden gewerkt aan de Coolport West in
Hoek van Holland om daarmee het aantal vrachtwagenkilometers te verminderen. De vracht
(vooral groente en fruit) voor de bedrijven in het Westland komt over zee aan in de Rotterdamse
Haven en wordt vervolgens overgezet op een boot naar Hoek van Holland. Bij de Stena Line is
een speciale kade hiervoor ingericht.
Fietsprojecten
- Fietsvoorziening langs Poeldijksepad;
- Fietstunnel langs Wennetjessloot;
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 38
- Fietsroute Arendsduin - Plas van alle Winden;
- Scheiden van auto- en fietsverkeer voor fietsveiligheid en doorstroming voor fietsers.
Mobiliteitsmanagement
Vanuit de veiling zijn er kleine maatregelen doorgevoerd om het verkeer te spreiden, bijvoorbeeld
camerabeelden, waarop medewerkers kunnen zien of er files staan.
Openbaar vervoer:
 Westland heeft de Visie Openbaar vervoer Plus vastgesteld.
 Het busstation Naaldwijk en diverse fietsenstallingen bij haltes zijn opgenomen in Beter
Benutten.
 In de structuurvisie is de snelle HOV-verbinding tussen Rotterdam en Den Haag via het
Westland opgenomen. In het eindbeeld kan dit een railverbinding zijn tussen de Hoekse Lijn
(bij Maassluis) en de RandstadRail (bij de Uithof).
Geluid:
Westland heeft stil asfalt gerealiseerd op provinciale wegen, gefinancierd uit ISV-gelden.
Accenten duurzame mobiliteit
1) Stimuleren fietsgebruik
2) Uitbouwen schone brandstoffen
2a) Faciliteren van E-laadpalen voor elektrische voertuigen
2b) Westland is in gesprek met exploitanten van groengasvulpunten en heeft als doel in 2015
twee vulpunten binnen de gemeentegrens te hebben.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 39
5.9 Zoetermeer
Gezien de grote uitgaande pendel van Zoetermeer en het relatief matige fietsgebruik lijkt hierin
nog winst mogelijk. Wel is de uitstoot van het wegverkeer laag, mogelijk geholpen door de goede
OV-bereikbaarheid met de Zoetermeer-Stadslijn. Het plan Duurzaam Zoetermeer richt zich op het
uitbannen van geluidhinder langs hoofdwegen, realiseren van luchtkwaliteit 20% boven de EUnorm en een klimaatneutraal Zoetermeer in 2030.
700
CO2-uitstoot
wegverkeer
per inwoner
42
elektrische
auto’s per
100.000
auto’s
18%
Fietsgebruik
27%
Fietsgebruik
< 7,5 km
53%
Uitgaande
pendel
41%
Inkomende
pendel
Figuur: indicatoren huidige situatie (voor toelichting, zie bijlage C)
Lopende projecten
Auto:
 dynamisch parkeerverwijssysteem, ter voorkoming van zoekverkeer;
 groene golf Oostweg, Zuidweg en Australiëweg, ter voorkoming van stilstaand verkeer;
 LARGAS;
Mobiliteitsmanagement:
 Er lopen diverse initiatieven, zoals car-sharing, waarbij leaseauto’s binnen het bedrijf worden
gedeeld, bijvoorbeeld bij Panteia. Zoetermeer met 50.000 arbeidsplaatsen wil meer
samenwerking met het bedrijfsleven om dit type projecten op te pakken.
 De gemeentelijke organisatie stapt over op Het nieuwe werken. Daarmee vult de gemeente
haar voorbeeldrol in.
Geluid:
 In de raad is de zogenaamde “vogeltjesmotie” aangenomen, waarin de uitspraak wordt
gedaan dat in elke tuin in Zoetermeer fluitende vogels te horen moeten zijn.
Fiets:
 Het doel van het Actieplan Fiets (onlangs opgesteld) is een stijging van 50%
fietsverplaatsingen te realiseren, vooral binnen Zoetermeer.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 40


De afstanden tot de verschillende werkgebieden in de regio is groot, dus een flinke stijging
van fietsverkeer interlokaal wordt niet verwacht. Mogelijk brengt de elektrische fiets hierin
verandering.
Het actieplan bevat een lijst met 32 projecten.
Openbaar vervoer:
 Zoetermeer wil bij alle nieuwe wijken en bedrijventerreinen direct vanaf de start hoogwaardig
openbaar vervoer realiseren.
 Er is interesse in innovatieve pilots, zoals het plan van Siemens voor het laden van
elektrische bussen bij haltes. Het initiatief ligt uiteraard bij de vervoersautoriteit, maar
Zoetermeer kan een rol spelen in zo’n pilot.
Accenten duurzame mobiliteit
De definitie van duurzame mobiliteit, zoals deze binnen de gemeente Zoetermeer wordt
gehanteerd, richt zich vooral op het aanbieden van een gelijkwaardige keuze tussen de
verschillende modaliteiten. Bij het opstellen van een maatregelenlijst wordt dan ook uitgegaan
van spreiding van de aandacht.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 41
Bijlage A: Relevant beleidskader
Regionaal Structuurplan 2020
In 2008 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal
Structuurplan Haaglanden (RSP) 2020 vastgesteld. Dit is een plan voor de ruimtelijke
ontwikkeling van Haaglanden tot 2020 (soms met doorkijk tot 2030).
In het RSP staan de grote lijnen voor de ambities en de ontwikkelingen van verkeer, wonen,
werken, water en groen. Op basis hiervan bepaalt het Stadsgewest het regionale beleid en toetst
de lokale plannen zoals bestemmingsplannen.
Het RSP vormt de basis voor het beleid op het gebied van duurzame mobiliteit in
Haaglanden. De ambitie van het Stadsgewest en de aangesloten gemeenten met het RSP
is dat Haaglanden zich verder ontwikkelt als een regio van internationale allure, die een
duurzame kwaliteit van leven biedt door een veilige, schone en aantrekkelijke woon - en
leefomgeving en een sterke sociale structuur.
Een belangrijke ambitie van het RSP is de doelstelling dat Haaglanden in 2050
klimaatneutraal is. Op weg naar de klimaatneutrale regio moet d e CO 2-uitstoot in 2020 met
30 procent zijn afgenomen ten opzichte van 1990 en in 2030 gehalveerd.
Uitwerking van het begrip duurzame regio vindt in het RSP plaats door het benoemen van
zogenaamde duurzaamheidsdoelen ofwel duurzaamheidsschakels. Dit betreft de volgende
schakels:
Duurzaamheidsschakels
Schoon en klimaatneutraal
Bereikbaar
Veilig
Natuur en biodiversiteit
Voldoende ruimte voor werken
Klimaatbestendig
Ruimte voor recreatie
Sociaal sterk
Voldoende ruimte voor wonen
Figuur: Duurzaamheidsschakels (RSP 2020)
Het overgrote deel van beleid wordt gedekt door de genoemde negen
duurzaamheidsschakels van het RSP. In de schakels komt al tot uiting dat er sprake is van
gezamenlijke - integrale - doelen voor de verschillende beleidsvelden waar het
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 42
Stadsgewest een rol in heeft. Het betreft hier de beleidsvelden verkeer en vervoer, ruimte,
economie, jeugdzorg, wonen en milieu. Het zijn doelen die ook onderling raakvlakken
hebben. De visie op Duurzame mobiliteit is daarmee een uitwerking van die
duurzaamheidsgedachte.
Visie op duurzame ontwikkeling
Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft op verzoek van de
milieuwethouders in de regio Haaglanden besloten een regionale duurzaamheidsvisie op te
stellen. Hiermee wordt beoogd duurzaamheid in gezamenlijkheid op een hoger niveau te tillen,
via wisselwerking tussen gemeentelijke en regionale inspanningen en vanuit een integrale
benadering van de relevante beleidsvelden.
Deze visie op duurzame ontwikkeling beschrijft op hoofdlijnen de keuze van het Stadsgewest om
duurzame ontwikkeling in te bedden in het regionale beleid. Het doel van de visie is:
 Het bevorderen van het duurzaam denken en doen bij het bepalen en uitvoeren van het
Stadsgewestelijke beleid;
 Het binnen het Stadsgewest werken met een eenduidige interpretatie van het begrip
duurzame ontwikkeling;
 Het inzichtelijk of meetbaar maken van de mate van duurzaamheid in de regio;
 Een basis te zijn voor de dialoog met andere overheden en organisaties over gewenste
streefwaarden van duurzaamheid in de regio en over het verbinden van elkaars
duurzaamheidsdoelen.
Er is sprake van duurzame ontwikkeling in de regio Haaglanden als is voldaan aan drie eisen:
1. Integrale aanpak
verbetering van het economische, ecologische en het sociaal-culturele kapitaal als geheel;
2. Houdbaarheid over de generaties heen
rekening is gehouden met het korte termijneffect én met het lange termijneffect;
3. Houdbaarheid over de grenzen heen
rekening is gehouden met de ontwikkeling van de omgeving/andere landen.
Routekaart Haaglanden Klimaatneutraal
De routekaart beschrijft de aanpak voor het Stadsgewest om in samenwerking met de
regiogemeenten de doelstelling klimaatneutraal in 2050 te bereiken. De belangrijkste CO 2bronnen liggen op enkele beleidsterreinen van het Stadsgewest. In de routekaart worden
voorstellen gedaan om het klimaatbeleid te integreren in het beleid van deze sectoren. Voor de
verschillende bronnen zijn in de routekaart concrete activiteiten voor de korte termijn (tot en met
2013) en middellange termijn (tot 2020) beschreven. Verder wordt een doorkijk gegeven naar
2050. Tenslotte wordt per bron aangegeven op welke wijze de integrale aanpak van de
verschillende sectoren vanuit het Stadsgewest wordt vormgegeven.
Volgens de routekaart richt het beleid op het gebied van verkeer en vervoer zich op behoud en
verbeteren van de bereikbaarheid van Haaglanden. Door maatregelen worden de doorstroming,
het gebruik van de fiets, het openbaar vervoer en schone brandstoffen gestimuleerd. Hierdoor
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 43
wordt tevens in positieve zin bijgedragen aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen van het
RSP. In de verdere uitwerking van de regionale CO2-monitor zullen de effecten inzichtelijk
worden gemaakt. Zo worden de maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer ook in het
teken gezet van het klimaatbeleid, zodat win-win situaties beter benut kunnen worden. Het
dilemma bij het beleid van verkeer en vervoer is het effect, dat als gevolg van verbeteringen aan
de infrastructuur (wegennet en/of openbaar vervoer) de verplaatsingsafstanden groter worden.
Afname van CO2-uitstoot wordt daardoor (deels) weer teniet gedaan. Het is daarom voortdurend
zoeken naar de beste combinatie van maatregelen voor een zo goed mogelijk bereikbaarheid
tegen zo laag mogelijke CO2-uitstoot.
Regionale Nota Mobiliteit (RNM)
In 2013 is een actualisatie van de RNM vastgesteld. Met deze update verankeren we het
vastgestelde beleid van de afgelopen jaren en geven we mede met behulp van de concretisering
in actiepunten - richting en focus aan het verkeers- en vervoersbeleid van Haaglanden tot 2020
(e.v.) met als doel een duurzaam concurrerende, bereikbare, veilige en leefbare (metropool)regio.
We richten ons in de periode tot 2020 vooral op het verknopen en optimaliseren van de
netwerken. Met het aanleggen van de A4 IODS, de Rotterdamsebaan, het
Bereikbaarheidspakket Zuidvleugel (A4 passage met Poorten en Inprikkers, RijnlandRoute,
A13/A16, Blankenburgtunnel, A20 Nieuwerkerk aan de IJssel – knooppunt Gouwe – onder de
randvoorwaarde dat de hiervoor genoemde 4 projecten binnen de financiële kaders kunnen
worden gerealiseerd (BO MIRT voorjaar 2011)), Netwerk RandstadRail, Programma
Hoogfrequent Spoor (PHS) de Spoorzone Delft, CS Den Haag en het programma Beter Benutten
is de grootschalige infrastructuur voor de komende jaren redelijk op orde.
Specifieke aandacht vragen we voor ‘verblijfskwaliteit, ketenmobiliteit en microbereikbaarheid’.
Uit onderzoek blijkt dat economische effecten van - veelal kleine - investeringen in fijnmazigheid,
kwaliteit en beleving van langzaam-verkeerroutes groot zijn, ook ten aanzien van
vastgoedwaarden. We stellen voor om enkele pilots te benoemen en inzichtelijk te maken wat
kleinschalige investeringen toevoegen.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 44
Regionaal Milieuplan Haaglanden 2008 t/m 2012
De speerpunten van het regionaal milieuplan zijn Klimaat en energie, Luchtkwaliteit, Externe
veiligheid, Geluid en Handhavingssamenwerking. Zo wordt gewerkt aan een regio waar de
inwoners wonen, werken en recreëren in een prettig en schoon leefklimaat. De
milieusamenwerking in de regio Haaglanden is vanaf 2013 weergegeven in de jaarlijkse
(milieu)programma’s. Milieu-accenten hierin: de transitie van fossiele brandstoffen naar (nog)
schonere motorbrandstoffen, de energiebesparing bij woningen en beleid voor de ondergrond
mede in relatie tot de klimaatadaptatiestrategie. Voorts wordt (nog steeds) regionaal
samengewerkt via de programma’s luchtkwaliteit, externe veiligheid en geluid.
Naast de ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn, zijn ook vooral de ambities op het gebied
van luchtkwaliteit en geluid relevant voor het onderwerp duurzame mobiliteit. Voor beide
onderwerp is in het milieuplan de ambitie uitgesproken om volledig te voldoen aan de wettelijke
normen.
Backcasting klimaatneutraal Haaglanden
Onlangs is in opdracht van de Sector Milieu van Stadsgewest Haaglanden een studie uitgevoerd
naar de maatregelen die alle beleidsterreinen van Haaglanden moeten nemen om CO 2neutraliteit in 2050 te behalen. Deze zogenaamde backcasting rekent terug vanaf 2050 op welk
moment welke stappen moeten worden ondernomen. Uit de studie blijkt mobiliteit op het kritieke
pad te liggen. De studie concludeert bovendien dat op mobiliteitsgebied het huidig tempo richting
klimaatneutraliteit in 2050 te laag ligt en een flinke tempoverhoging is nodig om niet in de
gevarenzone te komen. Klimaatneutrale mobiliteit in 2050 lijkt niet realistisch, tenzij het met
verdergaande maatregelen via regelgeving wordt afgedwongen.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 45
Ambitieniveau
Klimaat – CO2
Haaglanden heeft de ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn en op weg daarnaar toe een
reductie ten opzichte van 1990 te realiseren van 30% in 2020 en 50% in 2030. Voor de sector
mobiliteit gelden deze doelstellingen evenredig. In onderstaande figuur is zichtbaar welk deel
daarvan moet worden gerealiseerd vanuit de sector mobiliteit.
CO2 emissie Haaglanden 2009
Woningen
4% 8%
29%
Kantoren
Mobiliteit
22%
Kassen
7%
30%
Handel
Overig
Figuur: Indicatieve CO2-uitstoot per sector in Haaglanden in 2009. De sector Handel bestaat grotendeels uit
winkels. Onder de sector Overig valt: overige landbouw, industrie, horeca, onderwijs en zorggebouwen.
De totale uitstoot voor de sector mobiliteit bedroeg in 2010 circa 1.980 kiloton per jaar. Aangezien
CO2 min of meer recht evenredig is met de hoeveelheid voertuigkilometers is het een goed
bruikbare indicator voor mobiliteitsmaatregelen.
Luchtkwaliteit – NO2 en PM10
De afgelopen jaren zijn de ambities voor het verbeteren van luchtkwaliteit ondergebracht in het
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is een
samenwerkingsprogramma van de rijksoverheid en de decentrale overheden in de gebieden
waar de normen worden overschreden. Voor deze gebieden zijn Regionale
Samenwerkingsprogramma’s Luchtkwaliteit (RSL’s) opgesteld die samen met het nationale plan
de basis vormen voor het NSL.
In de Wet Milieubeheer is de wettelijke basis voor het NSL opgenomen. Het NSL bevat alle
maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren en alle ruimtelijke ontwikkelingen die de
luchtkwaliteit verslechteren. Het betreft ruimtelijke, verkeer- en infrastructurele besluiten en
vergunningen voor industriële installaties waarover de overheden de komende vijf jaar een besluit
willen nemen. Het doel van het NSL is het behalen van de grenswaarde voor fijn stof uiterlijk in
juni 2011 en voor stikstofdioxide in januari 2015. Het is niet duidelijk of dit overal in Nederland zal
worden gehaald. Het kabinet heeft inmiddels mede om die reden het voornemen uitgesproken
dat het NSL na 1 augustus 2014 wordt verlengd. Het kabinetsbesluit is in december 2013
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 46
aangeboden aan de Tweede Kamer. Echter, extra financiering vanuit dit programma is niet
voorzien.
De ambitie voor luchtkwaliteit is dus, conform het NSL, te voldoen aan de wettelijke normen.
Geluid
Een aantal Haaglandengemeenten heeft geïnventariseerd waar in de gemeente meer dan 55
decibel geluid wordt geproduceerd. De geluidkaarten brengen de mate van geluid dat
veroorzaakt wordt door onder andere het wegverkeer in beeld. De gemeenten Delft, Den Haag,
Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Rijswijk, Wassenaar en Westland deden dit op grond
van de Europese Richtlijn Omgevingslawaai. De gemeenten Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer
vallen buiten deze inventarisatie vanwege uitstel van de eisen uit de EU-richtlijn
Omgevingslawaai.
De ambitie voor geluid is te voldoen aan de wettelijke normen. Binnen de scope van duurzame
mobiliteit dienen eventuele maatregelen vooral gericht te zijn op de bron. Onderwerpen als
gevelisolatie vallen daar dus buiten.
Europese Unie
De EU heeft in een White Paper on transport (2011) de route naar een duurzaam
transportsysteem voor Europa vastgesteld. De doelen van de EU zijn o.a. 60% minder emissie
van CO2 in 2050 door de transportsector ten opzichte van 1990. Een tussendoel voor 2030 is
20% minder CO2-uitstoot.
De EU wil deze doelen bereiken door onder andere een aanzienlijke vermindering van het
aandeel auto’s op fossiele brandstoffen (olie en gas) in de steden. In 2030 zou dat aantal zijn
gehalveerd moeten zijn, en in 2050 zou in de stedelijke omgeving geen auto’s meer op olie- en
gasproducten moeten rijden.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 47
Rijksoverheid
Het huidige kabinet werkt zijn beleid uit in samenwerking met de samenleving en het
bedrijfsleven. De doelen van het duurzaamheidsbeleid van het huidige kabinet zijn economische
groei, een aandeel duurzame energie van 16 % in 2020, en een volledig duurzame
energievoorziening in 2050 (Brief Groene Groei 2013).
Door het SER-Energieakkoord wil het kabinet deze doelen in samenwerking met het bedrijfsleven
bereiken. Eén van de onderwerpen is mobiliteit en transport. In het SER-energieakkoord zijn
doelen voor mobiliteit en transport afgesproken:
 maximaal 25 Mton CO2-uitstoot in 2030 (d.i. 32% reductie van de uitstoot in 2014)
 alle verkochte nieuwe personenauto’s hebben nul emissie in 2030
 de uitstoot van CO2 in 2050 met 60% zal zijn afgenomen vergeleken met 1990.
Voor de lange termijn is in het SER-Energieakkoord afgesproken dat:
 overheid en bedrijfsleven in 2014 een Brandstofvisie opstellen met een planhorizon 2030 2050. Hierin onderzoeken zij de gewenste brandstoffenmix voor de toekomst. Na de
Brandstofvisie volgt een Actieplan;
 via een ingroeimodel met tussendoelen vanaf 2035 alle nieuw verkochte personenauto’s in
staat zijn om CO2-emissievrij te rijden; in 2050 geldt dit voor alle personenauto’s. Via een
Green Deal worden pilots over zero-emissie stadsdistributie uitgevoerd;
 partijen de mogelijkheden zullen onderzoeken van “betalen voor gebruik” van voertuigen (in
navolging van een doel hieromtrent in het White Paper van de EU);
 partijen acties ondernemen om klimaatdoelen en duurzame mobiliteit te verwerken in het
lokale ruimtelijke beleid.
Voor de korte termijn is afgesproken schone voertuigen te stimuleren via belastingen,
productontwikkeling, businesscases en pilots, schoon OV en tweewielers te stimuleren, en het
aanscherpen van emissienormen voor voertuigen door de EU te ondersteunen.
Momenteel lopen de volgende rijksprojecten Duurzame mobiliteit:
 Subsidieprogramma’s
o Mobiliteitsvouchers
o Euro VI-regeling (voor vrachtwagens en bussen)
o Subsidieregeling voor schone taxi’s en bestelauto’s (“Euro 6”)
 RWS Proeftuinen:
o Truck van de Toekomst (o.a. LNG, kennisnetwerk)
o Rijden op Groen Gas
o Innovatieve OV-bussen
o Rijden op waterstof (EU-project waterstofvulpunten op Europese transportroutes)
 RWS Programma’s
o Mobiliteitsmanagement en reisgedrag
o Straatbeeldmonitor (monitor Duurzame mobiliteit op de weg)
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 48
Bijlage B: Betrokken personen
Delft
Den Haag
Leidschendam Voorburg
Pijnacker Nootdorp
Midden Delfland
Rijswijk
Wassenaar
Westland
Zoetermeer
David Polman, Thomas Dijker
Kees de Leeuw, Lourens de Puij
Marcel Le Cointre, Bas Ligthart
Ger Vriethoff, Richard Visser, Piet Kuilboer, Simon Ceulemans
Leon Morauw, Dominik van Lankeren
Frank de Jong, Annemarie Bakker
Thomas Looye, Gerard Ankone
Ernest Maas, Wiesje Hofstede
Roel Effting, Peter Verheggen
Workshop:
Rogier Brinkhof (Stadsgewest Haaglanden)
Cor Leguijt, Huib van Essen en Maarten ’t Hoen (CE Delft)
Jan Ploeger (Provincie Zuid-Holland)
Expertsessies:
Alex Muller, Jan Termorshuizen, Arjan Veurink (Stadsgewest Haaglanden)
Astrid Homan (Mobiliteitsmakelaar Haaglanden)
Laura de Puij, Marinus Stulp (Stadsgewest Haaglanden)
Projectteam:
Wim Serné, Maya Weirauch (Sector Verkeer en Vervoer)
Ronald Michels (Sector Milieu / Delft Infra Advies B.V.)
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 49
Bijlage C: Toelichting indicatoren
In hoofdstuk 5 zijn per gemeente ter illustratie de volgende factoren beschreven, die raken aan
duurzame mobiliteit:






CO2-uitstoot wegverkeer per inwoner in 2011 (kg/jaar), exclusief autosnelwegen [bron: RIVM,
emissieregistratie];
aantal elektrische personenauto’s per 100.000 personenauto’s in 2013 [bron: RDW];
aandeel fietsverplaatsingen als percentage van alle verplaatsingen, 2004-2008 [bron:
Mobiliteitsonderzoek Nederland, bewerking door Fietsberaad];
aandeel fietsverplaatsingen als percentage van korte verplaatsingen tot 7,5 km, 2004-2008
[bron: Mobiliteitsonderzoek Nederland, bewerking door Fietsberaad];
aandeel netto werkzame personen, dat buiten de eigen gemeente werkt in 2012 [bron:
bedrijvenregister 2012];
aandeel netto werkzame personen als percentage van de werkgelegenheid, dat buiten de
betreffende gemeente woont in 2012 [bron: bedrijvenregister 2012].
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 50
Bijlage D: Projectenlijst
De lijst in deze bijlage is het resultaat van de inventarisatie van regionale en lokale beleidsnota’s en de inbreng van de regiogemeenten tijdens de workshop
die in het kader van het programma Duurzame Mobiliteit is gehouden. In dit programma zitten naast nieuwe ideeën ook projecten uit Beter Benutten en IPVV,
voor zover deze vallen buiten het zogenaamde Business as usual scenario.
Naast een beschrijving van de maatregel is de rol van het stadsgewest beschreven. Afhankelijk van het project hebben de Haaglandengemeenten
vanzelfsprekend de volgende rollen:
- uitvoerende partij;
- intermediair naar lokale bedrijfsleven of inwoners;
- juridische verankering door besluitvorming in college of raad.
In de projectenlijst zijn de raakvlakken met de Haaglandengemeenten als volgt weergegeven:

Deze gemeente voert dit uit of participeert in het project.
Voor deze gemeente is dit een kansrijk project.
Per maatregel is het verwachte effect op CO2, luchtkwaliteit en geluid kwalitatief opgenomen. De score loopt van ‘---‘ (zeer negatief) tot ‘+++’ (zeer positief).
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 51
Op de fiets werkt
beter
Dienstfietsen en OVfietsabonnementen
promotie
Maatwerkdistributie
Stimuleren
Delft
Distributie/
logistiek
workshop
Distributie/
logistiek
workshop
Distributie/
logistiek
Beter
benutten
Nachtdistributie van goederen
naar bestelbussen
Het nieuwe rijden
workshop
Het nieuwe rijden
workshop
Gemeentelijke medewerkers
trainen in het Nieuwe Rijden
HNR bij bedrijven (taxi, vracht, Regisseren
HTM tram, bus, etc)
Binnenstadsdistributie per
fiets
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Stimuleren
Zoetermeer
promotie
Westland
Stallingsvoorzieningen bij
bedrijven




Wassenaar
Op de fiets werkt
beter





Rijswijk
promotie
Pijnacker-Nootdorp
Fiets van de zaak
Herkomst
Midden-Delfland
Op de fiets werkt
beter
Project
Leidschendam-Voorburg
Maatregel
Rol
Haaglanden
Den Haag
Mens en gedrag




Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
++
++
++
++
++
0
0
--
+
0
0
+
+
0
Pagina 52
Autodelen
Beter
benutten
Bouwlogistiek
Ketenmobiliteit
IPVV
P+R Voorburg uitbreiden
Ketenmobiliteit
IPVV
P+R Forepark uitbreiden
Ketenmobiliteit
IPVV
P+R Uithof uitbreiden
Mobiliteitsmanagement
Slim werken, slim reizen
Mobiliteitsmanagement
Mobiliteitsscan bedrijven
Mobiliteitsmanagement
Beter
benutten
Slim reisbudget
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Zoetermeer
Westland
Wassenaar
Rijswijk


Autodelen
Distributie/
logistiek
Pijnacker-Nootdorp
Rol
Haaglanden
Midden-Delfland
Maatregel
Den Haag
Herkomst
Delft
Project
Leidschendam-Voorburg
Mens en gedrag
promotie
Faciliteren




Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
0
0
0
+
+
0
0
++
++
0
++
++
0
++
++
++
++
+
+
+
0
++
++
+
Pagina 53
Flexibel werken voor het
midden- en kleinbedrijf
Mobiliteitsmanagement
Mobiliteitsmanagement
Mobiliteitsmanagement
Beter
benutten
Mobiliteitsmanagement
Leidse agglomeratie
Mobiliteitsbudget
Beter
benutten
Slim delen van het wagenpark
Mobiliteitsmanagement
Ketenmobiliteit
Beter
benutten
Beter
benutten
Pilot duurzaam reisadvies
Fietsparkeren station Den
Haag CS
Stimuleren
Beter
benutten
Fietsparkeren station Delft
Stimuleren
Ketenmobiliteit
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Zoetermeer
Beter
benutten
Westland
Mobiliteitsmanagement
Wassenaar
Poort van Delft
Rijswijk
Beter
benutten
Pijnacker-Nootdorp
Mobiliteitsmanagement
Midden-Delfland
Maatregel
Delft
Herkomst
Den Haag
Rol
Haaglanden
Project
Leidschendam-Voorburg
Mens en gedrag





Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
++
++
+
++
++
+
++
++
+
0
0
0
0
+
+
++
++
++
++
++
++
Pagina 54
idee
Kluizen met OV-fietsen bij alle Stimuleren
treinhaltes, belangrijke bus en
tramhaltes
Ketenmobiliteit
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014



Zoetermeer
Stimuleren
Westland
Fietsparkeren Den Haag HS
Wassenaar
Beter
benutten
Rijswijk
Ketenmobiliteit
Pijnacker-Nootdorp
Rol
Haaglanden
Midden-Delfland
Maatregel
Leidschendam-Voorburg
Herkomst
Delft
Project
Den Haag
Mens en gedrag
Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
++
++
++
++
++
++
Pagina 55
Fietsparkeren in de Fietsnota
wijk
Fietsparkeervoorzieningen in
woonwijken (trommels,
buurstalling bij huis)
Ruimte in binnensteden voor
fietsparkeren
Stimuleren
Fietsenstallingen bij NRRhaltes
Stimuleren
Beter
benutten
Fietsenstallingen bij bushaltes
Stimuleren
Beter
benutten
Handhaving fietsparkeren
stations
Ontbrekende
schakels realiseren
Beter
benutten
Sterroute Den Haag Leidschenveen
Stimuleren
Ontbrekende
schakels realiseren
Beter
benutten
Stimuleren
Ontbrekende
schakels realiseren
Beter
benutten
Sterroute Den Haag Wateringsveld - Midden
Delfland
Sterroute Pijnacker Zoetermeer
Fietsparkeren in de workshop
wijk
Ketenmobiliteit
Ketenmobiliteit
Ketenmobiliteit
IPVV
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Stimuleren
Stimuleren








 

Zoetermeer
Westland
Wassenaar
Rijswijk
Pijnacker-Nootdorp
Rol
Haaglanden
Midden-Delfland
Maatregel
Den Haag
Herkomst
Delft
Project
Leidschendam-Voorburg
Planologie en infrastructuur







Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
++
++
++
++
++
++
++
++
++
Pagina 56
Regionaal
fietsroutenetwerk
RNM
Verbeteren netwerk
Regionaal
fietsroutenetwerk
Beter
benutten
Nachtnet voor de fiets
Voorrang voor de
fiets
idee
Groene golf voor de fiets,
dubbel groen etc.
Distributie/
logistiek
idee
Milieuvriendelijker vervoer
groenten en planten
Wegenprojecten
Beter
benutten
Beter
benutten
Beter
benutten
Verbreding toerit N14 - A4
Wegenprojecten
Wegenprojecten
Verlengen opstelstrook A13
Ypenburg
Aansluiting A4 - Zoetermeerse
Rijweg
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Regisseren
Zoetermeer
Stimuleren
Westland
Sterroute Den Haag - Rijswijk
Wassenaar
Beter
benutten
Rijswijk
Ontbrekende
schakels realiseren
Pijnacker-Nootdorp
Rol
Haaglanden
Midden-Delfland
Maatregel
Leidschendam-Voorburg
Herkomst
Delft
Project
Den Haag
Planologie en infrastructuur




Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
++
++
++
+
+
+
+
0
0
+
-
-
++
++
++
-
+
0
-
+
0
-
+
0
Pagina 57
Wegenprojecten
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
RNM
RNM
Doorstroming buslijn 128
Opwaardering lijn 9 NRR
Opwaardering lijn 11 NRR
Zoetermeer
Westland
Wassenaar
Optimaliseren aansluiting
A12 - Voorburg
Aansluiting A44 Flora Holland
Rijswijk
Beter
benutten
Beter
benutten
RNM
Pijnacker-Nootdorp
Wegenprojecten
Rol
Haaglanden
Midden-Delfland
Maatregel
Den Haag
Herkomst
Delft
Project
Leidschendam-Voorburg
Planologie en infrastructuur
Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
-
+
0
-
+
0
+
+
0
+
+
0
+
+
0
+
+
0
+
+
0
+
+
0
Regisseren *)
Regisseren *)
Regisseren *)
Beter
benutten
Aanpassen halte Zoetermeer
centrum west
Regisseren *)
Beter
benutten
Doorstroming openbaar
vervoer
Regisseren *)
RNM
Kwaliteit Goudse lijn
verbeteren
Regisseren *)
*) in dit geval zijn er geen vinkjes bij gemeenten geplaatst, aangezien de regie en realisatie bij Haaglanden ligt.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 58
Regisseren *)
Ontsluiting bedrijventerrein
Ruyven met buslijn 174
Stimuleren
Verbeteren OV-ontsluiting
centrale zone
autovrije zones in
binnensteden
Regisseren *)
centraal parkeren in
woonwijk, niet voor de deur
Faciliteren
idee
RNM
workshop
Autovrije zones
Congestieheffing
Wijkontwerp VPL
Stimuleren




congestieheffing centrum Den Faciliteren
Haag
workshop
Wijkontwerp VPL
Zoetermeer
Kansrijke nieuwe buslijnen en
tangenten (tram of bus)
workshop
Westland
Regisseren *)
Wassenaar
Doorstroming bus Den Haag Leiden
Rijswijk
RNM
Pijnacker-Nootdorp
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
OV-lijnen
toevoegen
Autovrije zones
Midden-Delfland
Maatregel
Delft
Herkomst
Den Haag
Rol
Haaglanden
Project
Leidschendam-Voorburg
Planologie en infrastructuur
Stimuleren
Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
+
+
0
++
+
0
++
+
0
+
++
0
+
++
+
0
+
+
+
++
+
0
+
+
*) in dit geval zijn er geen vinkjes bij gemeenten geplaatst, aangezien de regie en realisatie bij Haaglanden ligt.
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 59
parkeerregulering, betaald
parkeren
Faciliteren
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Zoetermeer
workshop
Parkeerbeleid


Westland
Stimuleren
Wassenaar
Afstemming VRI's (groene
golf) t.b.v. doorstroming
Rijswijk
Beter
benutten
Pijnacker-Nootdorp
ITS-systemen
Midden-Delfland
Maatregel
Delft
Herkomst
Den Haag
Rol
Haaglanden
Project
Leidschendam-Voorburg
Planologie en infrastructuur

Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
+/-
+/-
+/-
0
+
+
Pagina 60
workshop
Inzet LZV's
Faciliteren
Distributie/
logistiek
workshop
Distributie/
logistiek
Elektrisch rijden
Elektrisch rijden
Groengas
stimuleren
Milieuzone invoeren
Stimuleren
Zoetermeer
Distributie/
logistiek
Westland
Faciliteren
Wassenaar
Modal shift weg naar schip of
rail
Rijswijk
idee
Pijnacker-Nootdorp
Distributie/
logistiek
Midden-Delfland
Maatregel
Delft
Herkomst
Den Haag
Rol
Haaglanden
Project
Leidschendam-Voorburg
Voertuig en techniek




bio-LNG-vrachtwagens
Beter
benutten
Uitrollen e-laadinfrastructuur
NSL
Subsidie voor elektrische
scooters
NSL
Stimuleren
Stimuleren
Convenant Rijden op groengas Stimuleren
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014



Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
++
+
++
++
++
+
+
++
0
+++
++
++
0/+
++
+
0/+
++
++
+
+
+
Pagina 61
NSL
Subsidie voor aanschaf
voertuigen
Stimuleren
Groengas
stimuleren
Eigen wagenpark op
aardgas/groengas
Stimuleren
Groengas
stimuleren
Busconcessies Den Haag en
regio Haaglanden op groen
gas
Regiotaxi op groen gas
Regisseren
Groengas
stimuleren
Groengas
stimuleren
Schoon rijden
Haaglanden
Beter
benutten
aanbestedingen vervoer door
gemeenten (bv. afvalinz.,
leerlingenvv.) op groen gas
oplaadinfrastruktuur publiek
en privaat bij bedrijven
ITS-systemen
Beter
benutten
Dynamische
reisinformatiesystemen
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Regisseren
Faciliteren
Stimuleren
Stimuleren
Zoetermeer
Groengas
stimuleren
Westland
Stimuleren
Wassenaar
Subsidie voor vulpunten
groengas
Rijswijk
NSL
Pijnacker-Nootdorp
Groengas
stimuleren
Midden-Delfland
Maatregel
Delft
Herkomst
Den Haag
Rol
Haaglanden
Project
Leidschendam-Voorburg
Voertuig en techniek











Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
++
++
++
+
+
+
+++
+++
++
+++
++
++
+++
++
++
+/-
+/-
+/-
Pagina 62
ITS-systemen
ITS-systemen
ITS-systemen
Beter
benutten
Beter
benutten
Zuidvleugel-verkeerscentrale
Den Haag
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Zoetermeer
Westland
Wassenaar
Applicatie voor smartphones
en navigatiesystemen
Koppeling
verkeersregelinstallaties met
verkeerscentrale
Regelscenario Scheveningen
Rijswijk
Beter
benutten
Beter
benutten
Pijnacker-Nootdorp
ITS-systemen
Rol
Haaglanden
Midden-Delfland
Maatregel
Den Haag
Herkomst
Delft
Project
Leidschendam-Voorburg
Voertuig en techniek
Stimuleren
Stimuleren
Stimuleren
Stimuleren



Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Effect
geluid
0
+
0
0
+
0
+
+
+
0
+
0
Pagina 63
Verbreding Prinses
Beatrixlaan
Aansluiting Kruithuisweg Schoemakerstraat
Capaciteitsmaatregelen N211
Wegenprojecten
Wegenprojecten
Wegenprojecten
Wegenprojecten
Wegenprojecten
OV-lijnen
toevoegen
RNM
Zoetermeer
Beter
benutten
Beter
benutten
Beter
benutten
Beter
benutten
Beter
benutten
Westland
Wegenprojecten
Wassenaar
Rijnlandroute
Rijswijk
RNM
Pijnacker-Nootdorp
Wegenprojecten
Midden-Delfland
Maatregel
Den Haag
Herkomst
Delft
Project
Rol
Haaglanden
Leidschendam-Voorburg
Projecten in Business as Usual
Onderstaande projecten maken onderdeel uit van het BAU-scenario.
Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Centrale as Westland (N213 N211)
Verbeteren kruising
Amerikaweg - Vortiusrode
Zoetermeer
Doorstroming A4-passage
Aanleg tramlijn 19
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Pagina 64
Effect
geluid
Station Delft-zuid
RNM
RNM
OV-corridor Den Haag Rotterdam
HOV-bus Westland
Beter
benutten
Kwaliteitsverbetering Lijn
15/17 NRR
RNM
Doortrekken Oosterheemlijn
naar Goudse lijn
Ontwikkeling vervoersknoop
Delft-Zuid
RNM
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Zoetermeer
RNM
Westland
Station Moerwijk
Wassenaar
RNM
Rijswijk
Station Bleizo
Pijnacker-Nootdorp
RNM
Midden-Delfland
Realisatie
Stedenbaan
Realisatie
Stedenbaan
Realisatie
Stedenbaan
Kwaliteit verbetere
n OV-lijnen
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
Kwaliteit
verbeteren OVlijnen
Kwaliteit verbetere
n OV-lijnen
Verdichting bij OVknooppunten
Leidschendam-Voorburg
Maatregel
Den Haag
Herkomst
Delft
Project
Rol
Haaglanden
Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Pagina 65
Effect
geluid
Duurzame Mobiliteit in Haaglanden
september 2014
Zoetermeer
Westland
A4 passage Poorten en
inprikkers
Wassenaar
RNM
Rijswijk
Ontwikkeling vervoersknoop
Bleizo
Ontwikkeling Norfolkterrein
Pijnacker-Nootdorp
Beter
benutten
RNM
Midden-Delfland
Verdichting bij OVknooppunten
Verdichting bij OVknooppunten
Wegenprojecten
Leidschendam-Voorburg
Maatregel
Den Haag
Herkomst
Delft
Project
Rol
Haaglanden
Effect
CO2
Effect
luchtkwaliteit
Pagina 66
Effect
geluid