Wie betaalt de graafschade

7 november
2014
Wie betaalt de graafschade?
Het verhalen van graafschade op de opdrachtgever
Bij zorgvuldig graven hebben de feitelijk graver en de grondroerder overlappende
verantwoordelijkheden. De grondroerder moet de Klic-tekeningen opvragen en beschikbaar
stellen op de werklocatie. De feitelijk graver moet controleren of het voorbereidende werk
goed is gedaan en graaft alleen als en zolang de situatie geheel duidelijk is.
Zodra een graafschade ontstaat, komt al snel de vraag voor wiens rekening de schade moet
komen. De netbeheerder legt de schadeclaim neer bij één van de betrokken partijen.
Regelmatig wordt een claim doorgestuurd van de opdrachtgever naar de feitelijk graver of
wordt de netbeheerder doorverwezen. Claims worden verrekend met facturen, hoewel dit
wettelijk gezien niet mag. In de praktijk komt de schadeclaim vaak terecht bij de feitelijk
graver. Vrijwel altijd komt vast te staan dat die de kabel of leiding heeft beschadigd. Op
grond van de zelfstandige onderzoeksplicht zal een schade al snel voor zijn rekening komen.
De factuur van de netbeheerder moet dan worden betaald. Welke mogelijkheden zijn er dan
om het uitgekeerde bedrag (deels) terug te halen bij de opdrachtgever?
De opdracht
Als er in onderaanneming wordt gewerkt, gebeurt dit altijd op grond van een door beide
partijen ondertekende overeenkomst. Vaak zijn daaraan algemene voorwaarden verbonden.
Grote aannemers als Heijmans en BAM werken met een raamovereenkomst van
onderaanneming. Als onderaannemer treed je (ook) op als grondroerder. In de
overeenkomst kunnen bepaalde verplichtingen worden overgedragen van de opdrachtgever
aan de onderaannemer. Het kan dan gaan om het opvragen van de Klic-meldingen en/of het
vaststellen van de feitelijke ligging van kabels en leidingen. Een dergelijke overdracht moet
altijd duidelijk zijn vastgelegd. In dit soort overeenkomsten zijn altijd regelingen over
aansprakelijkheid en verzekeringen te vinden. De onderaannemer kan verplicht worden
gesteld om bepaalde verzekeringen af te sluiten, zoals een WAM-verzekering voor het
werkmateriaal, een CARverzekering en/of een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering.
Aan de verzekeringen worden eisen gesteld. Op de werkmateriaalverzekering kan een
primaire dekking vereist zijn of de opdrachtgever moet als verzekerde op de polis gelden.
In geval van schade kan die dan een direct beroep doen op de werkmateriaalverzekering en
bovendien vervalt daardoor de mogelijkheid om schade te verhalen. Als de onderaannemer
niet aan de contractuele verplichtingen voldoet, is dat voldoende om hem aansprakelijk te
stellen en zal hij alsnog voor de schade opdraaien (die dan niet verzekerd is). In een
overeenkomst kan staan dat alle aansprakelijkheid zonder meer op de onderaannemer rust
of dat de opdrachtgever zichzelf vrijwaart van schadeclaims van de onderaannemer en
anderen. Bij dit soort overeenkomsten is het altijd goed om alert te zijn. Neem alle
onderdelen daarvan goed door en leg de overeenkomst voor aan uw tussenpersoon of
CUMELA Nederland. Onderzoek of uw verzekeringen voldoen aan de gestelde eisen en de
problemen die zich in de praktijk kunnen voordoen. Zo mogelijk kunt u overleg plegen met
uw opdrachtgever over een aanpassing van de overeenkomst, al zullen grote aannemers als
Heijmans en BAM hierover niet onderhandelen. U zult het werk niet krijgen als u niet tekent.
Het is aan u om te beoordelen of u de werkzaamheden op een verantwoorde en
winstgevende manier kunt uitvoeren onder de gestelde voorwaarden.
Pagina 1 van 3
Meer informatie? Bel de infolijn: (033) 247 49 99 of mail naar [email protected]
Wie betaalt de graafschade?
De polisvoorwaarden van uw werkmateriaalverzekering kunnen ook een rol spelen. De
meeste verzekeraars hebben die zodanig opgesteld dat u zelf kunt bepalen of een
opdrachtgever wel of niet is meeverzekerd. Niet alle verzekeraars doen dit en soms zijn de
voorwaarden niet juridisch sluitend, waardoor een opdrachtgever op de polis als verzekerde
geldt en daaraan rechten kan ontlenen.
De opdrachtgever
In de praktijk is de rol van de opdrachtgever bij schades doorslaggevend. Is de
opdrachtgever bereid om zijn verantwoordelijkheid te nemen en is hij redelijk? Is hij bereid
om mee te werken om de feiten vast te stellen en is hij eerlijk over zijn eigen rol? Meldt hij de
schade bij zijn verzekeraar en dringt hij aan op een actieve en constructieve rol van die
verzekeraar? Is hij bereid in de schade bij te dragen, ook als de schade niet verzekerd blijkt
te zijn?
In de praktijk blijkt vooral bij kleinere aannemers de kennis over welke verplichting op hen
rust als grondroerder nog wel eens te ontbreken of onvoldoende te zijn. In die gevallen
laat de opdrachtgever zich niet of moeilijk aanspreken en zal de neiging groter zijn om een
aansprakelijkstelling of factuur door te sturen aan de feitelijk graver. Verder speelt mee hoe
de opdrachtgever zelf denkt over de zaak en of hij vindt dat hij een rol heeft gespeeld in het
ontstaan van de schade. De verhoudingen tussen uzelf en uw opdrachtgever zijn eveneens
van groot belang. Hoe beter die zijn en hoe groter het commercieel belang, hoe meer de
opdrachtgever bereid zal zijn om mee te werken. Ten slotte speelt mee of een opdrachtgever
goed verzekerd blijkt te zijn of anders voldoende financiële draagkracht heeft. Als hij de
schade zelf moet dragen, zal hij - zeker als het om grotere bedragen gaat- eerder geneigd
zijn alles af te houden.
Om de schade te kunnen verhalen op de opdrachtgever dient de feitelijk graver zijn verhaal
te bewijzen, zeker als dit wordt tegengesproken door de opdrachtgever. In onze branche
gaat een groot deel van de communicatie mondeling. Dat geldt zowel voor het verstrekken
van de opdracht als de uitvoering op de werklocatie. De verstrekte informatie en gemaakte
afspraken zijn vaak niet of zeer moeilijk te bewijzen. Mensen herinneren het zich niet meer of
de herinneringen van mensen lopen uiteen. Soms zijn mensen niet meer te achterhalen.
En dus…
In de praktijk komt een graafschade in eerste instantie meestal voor rekening van de feitelijk
graver of diens werkmateriaalverzekeraar. De verhaalsactie op de opdrachtgever is vaak een
lange en moeizame weg. Het is lastig om feiten zoals die door de feitelijk graver worden
gesteld aan te tonen.
De opdrachtgever kiest er vaak voor om niet of onvoldoende mee te werken, hij kan domweg
niet reageren als hij wordt aangeschreven en hij kan zich verschuilen achter zijn eigen
voorwaarden, ongeacht de vraag of dit redelijk is of niet. Hij kan besluiten niet mee te werken
aan het feitenonderzoek of dit dwarsbomen. Een gerechtelijke procedure is weliswaar
mogelijk, maar kost tijd en geld en brengt risico’s met zich mee. In de praktijk zal deze weg
niet snel worden bewandeld en dat weten opdrachtgevers ook.
Er is veel geduld, kennis van zaken en overtuigingskracht nodig om de opdrachtgever te
bewegen (een deel van) de schade voor zijn rekening te nemen. Dat kost tijd en geld. Het is
en blijft echter noodzakelijk om indien mogelijk de opdrachtgever aan te spreken. Alle
partijen zijn samen verantwoordelijk voor het graafproces en dat mag niet anders zijn als er
een schade ontstaat. Opdrachtgevers onttrekken zich te vaak en te snel aan hun
verantwoordelijkheden. Bovendien kunnen dergelijke verhaalsacties helpen om meer
duidelijkheid te krijgen over de werking van de WION en de Richtlijn zorgvuldig graafproces.
In dat kader is een gerechtelijke procedure tegen een opdrachtgever heel goed denkbaar als
de (financiële) belangen dat rechtvaardigen.
Tekst: Herman Arissen, schadebehandelaar CUMELA Verzekeringen
Pagina 2 van 3
Meer informatie? Bel de infolijn: (033) 247 49 99 of mail naar [email protected]
Wie betaalt de graafschade?
Praktijkvoorbeeld 1:
Hoofdaannemer betaalt mee aan schade
De feitelijk graver werd op urenbasis ingehuurd via een tussenschakel van de
hoofdaannemer. Het werk bestond uit het verwijderen van asfalt en puin met een
graafmachine, zodat vervolgens met een zuigwagen de ondergrondse netten konden
worden opgespoord. Bij het ‘uitschrapen’ van de puinbaan werd een glasvezelkabel van
Ziggo doormidden getrokken die tegen of vlak onder de puinbaan lag.
De hoofdaannemer wilde zich beroepen op de overeenkomst met zijn tussenschakel en
doorverwijzen. Die tussenschakel had het werk enkel uitbesteed en er verder geen
bemoeienis mee gehad. Op de werkplek leidde de uitvoerder van de hoofdaannemer de
werkbesprekingen en hij verstrekte de opdrachten aan de kraanmachinist en de
grondwerker. De hoofdaannemer was en bleef dus grondroerder. De vrijwaringsbedingen in
de overeenkomst met de tussenschakel konden door de hoofdaannemer niet worden
gebruikt tegen de feitelijk graver.
De uitvoerder van de hoofdaannemer beschikte over de Klic-tekeningen. De aangegeven
netten lagen deels onder het asfalt en de puinlaag. De feitelijk graver was juist ingeschakeld
om de netten machinaal op te sporen. Dat had niet gemogen zonder overleg met de
netbeheerder. Bovendien was er de mogelijkheid om direct naast de puinlaag handmatig
proefsleuven te graven en dit was nagelaten. Ook gaf de grondwerker aan dat hij zich (te)
afwachtend had opgesteld.
Primair was de hoofdaannemer dan ook aansprakelijk te houden voor de ontstane schade.
De machinist voerde enkel zijn opdracht uit en maakte daarbij geen fouten. Onder de
gegeven omstandigheden had hij echter niet aan het werk mogen gaan. Bovendien
speelde de vraag of de opdrachtgever was meeverzekerd op de polis. Uiteindelijk is het
schadebedrag op basis van fifty-fifty verdeeld over de werkmateriaalverzekeraar van de
graafmachine en de (niet-verzekerde) hoofdaannemer.
Praktijkvoorbeeld 2:
Klic-tekeningen foutief verwerkt door de aannemer
In de binnenstad van Amsterdam werd stadsverwarming aangelegd. De aannemer deed
over het hele tracé van bijna drie kilometer Klic-meldingen. Voor elk deel van 200 meter
werd op het kantoor van de aannemer een aparte werkmap gemaakt met daarin de
relevante Klic-informatie en de ontvangen tekeningen van dat deel. Via de uitvoerder
werden vervolgens de
grondwerker van de aannemer en de kraanmachinist geïnformeerd en aan het werk gezet.
Op een bepaald moment werd tijdens het indrukken van een damwandplank een
lasvezelkabel van Priority Telecom beschadigd. Achteraf bleek dat in de werkmap van het
desbetreffende deel van het tracé de ontvangen Klic-tekening van deze kabeleigenaar niet
was opgenomen. Op de werkplek was dit door niemand geconstateerd. De feitelijk graver
werd aangesproken en op basis van diens zelfstandige onderzoeksplicht naar de situatie ter
plaatse diende zijn werkmateriaalverzekeraar de schade te vergoeden. De vraag was of de
uitgekeerde schade kon worden verhaald op de aannemer.
De overeenkomst van onderaanneming was sterk in het nadeel van de feitelijk graver.
Bovendien werkte die al jarenlang voor de aannemer en werd hem veel en goed werk
gegeven. De goede verstandhouding mocht niet worden aangetast, vond de feitelijk graver.
Dat betekende dat er geen ruimte was om ondanks de contractuele bepalingen de
aannemer aan te spreken en te proberen hem te bewegen (een deel van) de schade voor
zijn rekening te nemen. Het dossier van de werkmateriaalverzekeraar werd dan ook
gesloten.
Pagina 3 van 3
Meer informatie? Bel de infolijn: (033) 247 49 99 of mail naar [email protected]