-versoepeling van de keuringstermijnen voor tanks (10, 15 of 20 jaar) en interne afstanden; -de riolering van een tankinstallatie moet vloeistofdicht en afgedekt zijn. Er geldt overgangsbeleid voor bestaande rioleringen (totdat er groot onderhoud aan de installatie plaatsvindt waarbij de vloeistofdichte verharding wordt opengebroken of de afleverinstallaties worden vervangen); - een electronisch lekdetectiesysteem van een ondergrondse opslagtank moet zijn voorzien van een proefalarm dat maandelijks gecontroleerd moet worden; -wijziging van de eisen aan mobiel opslaan en afleveren: stevige ondergrond of fundering voor tankende voertuigen, visuele inspectie van de installatie eens per 2,5 jaar en mobiele installatie voor maximaal 6 maanden; -de uitvoering van de bodemweerstandsmeting is nu gelijkgesteld aan de keuringstermijn van de tank, waardoor kosten voor de ondernemer bespaard worden; -een ondergrondse tank hoeft niet te worden verwijderd als de opslag van een vloeistof wordt beëindigd, mits de tank is gekeurd; er gelden dezelfde reinigingseisen voor het onklaar maken van een tank als voor andersoortige inwendige reiniging van een tank; 2 -een minimale maat van 12 m voor de vloeistofdichte vloer rond een vulpunt (wel geldt overgangsrecht); -controle water/sludge bij stalen tanks met inwendige coating: eens per drie jaar in plaats van jaarlijks; de water/sludgemeting mag jaarlijks door ondernemer zelf worden uitgevoerd conform WBM-protocol SIKB 6802 in plaats van door gecertificeerde instelling; -de voorschriften voor dubbelwandige tanks zijn gelijk aan enkelwandige tanks met lekbak; -de afstand van een bovengrondse stalen tank tot de erfgrens is nu minimaal 0,75 meter in plaats van 3 meter; -bovengrondse opslagtanks voor diesel en afgewerkte olie niet op een verdieping (onder voorwaarden toegestaan – bevoegd gezag kan in maatwerkvoorschrift eisen stellen in verband met brandbestrijding)
© Copyright 2024 ExpyDoc