vierkant beschouwd De terugkeer van Von Clausewitz Het neerhalen van vlucht MH17 (KL4103) op 17 juli, waarbij alle 298 inzittenden om het leven kwamen, bracht wereldwijd een vloedgolf van verontwaardiging teweeg. Met 196 Nederlandse slachtoffers was de impact op de Nederlandse bevolking enorm. Vrijwel iedere Nederlander werd in zijn of haar directe omgeving wel geconfronteerd met het gewelddadig overlijden van een of meerdere inzittenden van het ramptoestel. Naast natuurlijk de directe familie, vrienden en kennissen van de slachtoffers kent iedereen wel iemand die een of meer van de slachtoffers persoonlijk heeft gekend. 18 | Carré 6 | 2014 De collectieve verontwaardiging die hiermee gepaard ging uitte zich onder andere in een, sinds 1963 niet meer voorgekomen, dag van Nationale rouw en een publieke discussie over de politieke en militaire dimensies van deze gebeurtenis die enige weken aanhield. De eventuele inzet van de krijgsmacht met de voors en tegens daarvan was daarbij een van de thema’s. Dit thema kreeg al snel een relatie met de vraag, maar ook de verontwaardiging over, of de Nederlandse krijgsmacht, na alle bezuinigingen, nog een factor van betekenis was en überhaupt nog wel iets kon uitrichten, mocht de politiek besluiten tot een militaire respons. De emotie van het Nederlandse volk werd zo een factor in de politieke en militaire oordeel en besluitvorming en bracht het gedachtegoed van Carl Von Clausewitz weer tot leven. creativiteit de kansen en mogelijkheden op het slagveld moet exploiteren en de tegenstander moet verslaan om daarmee de politieke doelstelling te helpen verwezenlijken. Oorlog, en het geweld dat hier onlosmakelijk mee is verbonden, krijgt hiermee een heel rationeel karakter. Von Clausewitz onderkende echter ook de irrationele krachten die in oorlog een grote rol spelen en met name van invloed zijn op de intensiteit en het karakter van het geweld. Volgens Von Clausewitz is emotie (angst, haat, verdriet, vijandigheid) de drijvende kracht achter geweld. Als deze niet wordt beteugeld en gericht op een doel dan zal het geweld enkel resulteren in een zinloos bloedvergieten tot een van de partijen bezwijkt of beide partijen niet meer in staat zijn door te gaan. Dit bracht Von Clausewitz tot zijn beschrijving van het fenomeen oorlog als een drievoudige paradox. Een samenspel tussen door rauwe emotie gevoed blind geweld; de kansen en mogelijkheden op het slagveld die met kundigheid en creativiteit kunnen worden geëxploiteerd; en de politieke rationale die het geweld instrumenteel maakt in het realiseren van een politieke doelstelling en daarmee ondergeschikt aan de rede. In de dagen direct na het neerhalen van de MH17 werd deze drievoudige paradox opeens heel zichtbaar. De theorieën over oorlog en oorlogvoering van Carl Von Clausewitz, de beroemde Pruisische militaire denker en geestelijke vader van het magistrale Vom Kriege worden nog altijd op de militaire academies onderwezen. Zijn grotendeels door zijn echtgenote opgetekende en in 1832 uitgegeven visie op het fenomeen oorlog staat bekend als het meest complete en doordachte werk over dit onderwerp. Bekende citaten uit zijn (vertaalde) werk zijn ‘Oorlog is de voortzetting van politiek met andere middelen’ en ‘In oorlog is alles heel eenvoudig, maar de meest eenvoudige dingen zijn erg ingewikkeld’. Von Clausewitz was een van de eerste Westerse militaire denkers die oorlog herkende en beschreef als een politiek fenomeen en de krijgsmacht als een politiek instrument. Het politieke doel vormt de rationale voor oorlog en geeft tevens richting aan de inzet en het optreden van de krijgsmacht. De krijgsmacht is het instrument dat de oorlog moet voeren en met kundigheid en Toen de gevolgen van de ramp met de MH17 begonnen door te dringen, werd het roepen om een reactie luider en luider. Enerzijds was er behoefte aan vergelding, anderzijds aan het terughalen van de slachtoffers en het veiligstellen van het rampterrein ter voorkoming van vernietiging van bewijsmateriaal. De emoties liepen hoog op toen bekend werd dat de plek waar het vliegtuig was neergekomen, betreden werd door de strijdende partijen die lichamen zouden verplaatsen, persoonlijke bezittingen weg zouden nemen en onderzoek belemmerden. Wat ging Nederland daar tegen doen? Wat kon Nederland daar tegen doen? Deze emoties misten hun invloed op het politieke proces niet. Dat proces moest recht doen aan de gevoelens in de samenleving maar ook tot een optie leiden die de meeste kans bood op een goede afloop. Of de krijgsmacht daar een actieve rol in te vervullen had was, afgezien van de vraag of de krijgsmacht wel een rol kon vervullen, niet op voorhand duidelijk. Wat wel snel duidelijk werd, was dat de Nederlandse krijgsmacht alleen geen vuist zou kunnen maken en een militaire optie dus alleen in internationaal verband mogelijk was. Intussen waren met de nu al beroemde speech van minister Timmermans voor de Verenigde Naties en de gedenkwaardige repatriering van de slachtoffers de gemoederen onder de bevolking weer tot bedaren gekomen. Het ongenoegen over onvermogen van de krijgsmacht lijkt echter nog door te sudderen. De bevolking maakt zich zorgen. De politiek heeft hier notie van genomen en tracht nu met een voorgenomen verhoging van het defensiebudget met 100 miljoen het ongenoegen weer weg te nemen. De vraag is echter of dat voldoende is om de emoties te bezweren. Sinds de val van de muur in 1989 lijkt de invloed van emotionele krachten op de besluitvorming rond de inrichting en inzet van de krijgsmacht vooral in West-Europa af te nemen. De permanente dreiging van een nucleaire oorlog als gevolg van een gewapend treffen tussen de NAVO landen en de toenmalige Sovjet Unie garandeerde de emotionele betrokkenheid van de bevolking bij het nationale veiligheid- en defensiebeleid. Niet dat er sprake was van eensgezindheid of een kritiekloze pro defensie houding maar men was wel betrokken. Vooral het voornemen tot het plaatsen van kruisraketten in Nederland stuitte in de jaren ’80 op luid protest dat uitmondde in de grootste demonstratie die tot dan toe ooit in Nederland was gehouden. Het effect van het protest was dat het besluit tot plaatsing werd uitgesteld en dat alleen nog maar geplaatst zou worden als de Sovjet Unie het aantal van 378 SS-20 kernraketten zou overschrijden. Dat dit getal niets met de reële dreiging van doen had, ontging kennelijk iedereen. Het geeft aan dat de politieke benadering van zaken als veiligheid en defensiebeleid de werkelijke dreiging niet per se als uitgangspunt heeft. Niet lang daarna volgde een doorbraak in de onderhandelingen tussen de VS en de Sovjet Unie inzake het terugdringen van het aantal kernwapens en was plaatsing van kruisraketten in Nederland van de baan. Enkele jaren later viel vervolgens de muur en die gebeurtenis luidde het einde in van de Koude Oorlog. De noodzaak van een sterke Nederlandse krijgsmacht leek daarmee verdwenen. Dat bleek met name in West-Europa een vrijbrief tot bezuinigingen en verregaande politisering van de inzet van de krijgsmacht. In de afgelopen twee decennia is de ontkenning van de rol en functie van geweld en de ontkenning van de emotionele component als stuwende kracht in oorlog en gewapend conflict kenmerkend geworden voor de West-Europese benadering van oorlog. Illustratief daarvoor zijn de alsmaar stringentere voorwaarden aan het gebruik van geweld en de grote nadruk op de bescherming van de uitgezonden eenheden. Oorlogvoering wordt vooral als iets technisch beschouwd, een rationeel proces dat moet leiden tot het gewenste politieke doel. Bij voorkeur zonder slachtoffers aan eigen zijde en zonder ‘onschuldige’ slachtoffers aan de zijde van de tegenstander. Het voorkomen van collateral damage is een doel op zich geworden. De inzet van de krijgsmacht in de conflicten van na de Koude Oorlog is dan ook vrijwel volledig ontdaan van emotionele drijfveren. Het merendeel van de bevolking is ambivalent ten aanzien de inzet van de krijgsmacht. De steun en het draagvlak bij de bevolking wordt slechts nog verbeeld door het aantal stemmen waarmee het politiek besluit tot inzet van de krijgsmacht wordt genomen. Wat de krijgsmacht gaat doen is voor de bevolking niet relevant, zo lang iedereen maar weer heelhuids terugkomt. Excessief geweld in conflicten wordt benaderd als een anomalie, iets dat daar niet in thuis hoort en wordt bij voorkeur teruggevoerd op individuen die vervolgens als oorlogsmisdadigers worden bestempeld en, indien mogelijk berecht. In combinatie met de perceptie van veiligheid leidde deze benadering er toe dat bij het merendeel van de Nederlandse bevolking van enige betrokkenheid bij het wel en wee van de krijgsmacht nauwelijks nog sprake was. De drievoudige paradox en daarmee Von Clausewitz leek niet meer van deze tijd. De ramp met de MH17 laat echter zien dat de ambivalentie van de bevolking als sneeuw voor de zon verdwijnt als zij geconfronteerd wordt met de relativiteit van haar veilige bestaan. Niet dat er voor de ramp met de MH17 niet al getwijfeld werd aan de veiligheidssituatie en het nog resterende militair vermogen van de krijgsmacht. Diverse experts, denktanks en zelfs politici waarschuwden al geruime tijd over de reële dreiging die er uitging van de conflicten in de wereld in relatie tot de beperkte mogelijkheden van de strijdkrachten in Europa om daar iets tegenover te stellen. Een reële dreiging is echter niet hetzelfde als een ervaren dreiging. Zo lang mensen zich niet kwetsbaar voelen is drei- ging, hoe reëel ook, een abstract begrip. De door de politiek gevoede perceptie dat in gewapende conflicten ‘onschuldigen’ worden ontzien draagt daar aan bij. Bij de ramp met de NH17 sneuvelden er echter 298 onschuldigen en iedereen was zich er pijnlijk van bewust dat hij of zij ook zelf in dat vliegtuig had kunnen zitten. Opeens voelde iedereen zich kwetsbaar. En nu berichten de media voortdurend over de gruweldaden van de strijders voor de Islamitische Staat (IS) die luid en duidelijk communiceren dat er wat hen betreft geen ‘onschuldigen’ bestaan. Als je niet voor hen bent dan ben je tegen. En hoewel Syrië, Irak, Israël en Libië ver weg lijken, het bestaan van Nederlandse jihad strijders, de rellen in de Haagse Schilderswijk en demonstraties waarbij met IS vlaggen wordt gezwaaid maken duidelijk dat je niet naar een van de genoemde landen toe hoeft om een radicaal tegen het lijf te lopen. Hiermee wordt de reële dreiging ook een gevoelde dreiging. Een bevolking die angst en onzekerheid ervaart, kan weer belang gaan stellen in en betrokkenheid gaan tonen bij het Nederlandse veiligheid- en defensiebeleid. Dit zou het herstel van de drievoudige paradox en daarmee de terugkeer van Von Clausewitz betekenen. Op termijn zou dit zelfs het herstel in kunnen luiden van onze krijgsmacht. Voor echt herstel is echter wel meer nodig dan 100 miljoen. Redactie 19
© Copyright 2024 ExpyDoc