DAIKIN AIRCONDITIONING NETHERLANDS B.V. INBEDRIJFSTELINGSVOORWAARDEN DAIKIN VRV SYSTEMEN Als extra ondersteuning kunt u gebruik maken van onze inbedrijfstellingsservice. Om deze service efficiënt en goed te laten verlopen is het nodig dat de installatie aan een aantal essentiële voorwaarden voldoet. Deze voorwaarden worden in dit document verder toegelicht. Tevens vermelden wij in dit document wat u van ons kunt verwachten zodat u al in een vroeg stadium kunt overzien of bepaalde zaken niet inbegrepen zijn en u hier tijdig op kunt anticiperen. Uiteraard is het ook mogelijk om, na het volgen van onze VRV trainingen, zelf de inbedrijfstelling uit te voeren. Meer informatie over onze trainingen kunt u vinden op het Daikin Extranet. 1.0 Montageaspecten (door installateur) 1. De installatie is conform de aanwijzingen van de installatiehandleiding(en) geheel afgemonteerd; 2. De installatie is conform de Europese richtlijn PED samengesteld; 3. De installatie is m.b.t. elektrische voeding conform de geldende normen en richtlijnen aangesloten en het buitendeel is voorzien van een werkschakelaar; 4. De bedrading m.b.t. aansturing, communicatie en afstandsbedieningen is conform de aanwijzingen in de installatiehandleiding(en) aangesloten; 5. De condenswaterafvoeren zijn aanwezig en beproefd; 6. De luchthoeveelheden zijn ingeregeld (indien van toepassing). 2.0 Aanvraag inbedrijfstelling Een aanvraag voor een inbedrijfstelling dient schriftelijk te gebeuren. Wij verzoeken u minimaal 2 weken voorafgaand aan de inbedrijfstelling het aanvraagformulier naar ons te retourneren. Alleen volledig ingevulde en ondertekende formulieren worden in behandeling genomen. Na ontvangst van uw aanvraag zal onze serviceplanning contact met u opnemen. Het aanvraagformulier kunt u sturen naar de afdeling Service. Per e-mail: [email protected] Per fax: (088) 324 54 99 3.0 Voorbereidende werkzaamheden (door installateur) Voorafgaand aan de daadwerkelijke inbedrijfstelling dienen de volgende handelingen te zijn verricht: 1. De installatie dient afgeperst te zijn op de vereiste testdruk (PED). Een kopie van het testrapport waarop deze handeling staat vermeld dient aanwezig te zijn op de locatie. Let op: voorafgaand aan de persproef de afsluiters van het buitendeel extra “natrekken”. Hiermee voorkomt u dat stikstof zich kan vermengen met het aanwezige koudemiddel in het buitendeel; 2. De installatie dient gevacumeerd te zijn, de bereikte waarde en de standtijd dienen minimaal te voldoen aan de eisen conform de STEK-wetgeving en/of F-gasverordening. Een kopie van het testrapport waarop deze handelingen staan vermeld dient aanwezig te zijn op de locatie; 3. De installatie dient onder schermvulling te staan van het juiste koudemiddel waarbij tevens de installatie onder een positieve overdruk staat; 4. De juiste spanning dient aanwezig te zijn en te voldoen aan de eisen die worden gesteld in de engineering data, en dient voorafgaand aan de inbedrijfstelling minimaal 6 uur ingeschakeld te zijn i.v.m. de carterverwarming van de compressoren. Titel Inbedrijfstellingsvoorwaarden VRV systemen Versie 20102210 Auteur AW Pagina 1 van 2 DAIKIN AIRCONDITIONING NETHERLANDS B.V. 4.0 Aandachtspunten tijdens de inbedrijfstelling Om tijdens de inbedrijfstelling de werkzaamheden vlot en efficiënt te laten verlopen, dienen de volgende voorwaarden te zijn gecreëerd. 1. De ruimtes waar de Daikin apparatuur is gemonteerd dient vrij toegankelijk te zijn. Plafonds nabij deze apparatuur dienen open en eveneens toegankelijk te zijn; 2. Er dient ter plaatse een medewerker van onze opdrachtgever (installateur) aanwezig te zijn die bekend is met de gehele installatie; 3. Er dienen ter plaatse voldoende en voor de taak geschikte VCA gekeurde klimmaterialen aanwezig te zijn; 4. Er dient voldoende koudemiddel aanwezig te zijn om de installatie tijdens de inbedrijfstelling verder af te vullen. 5.0 Aandachtspunten m.b.t. wetgevingen Vanuit de diverse wetgevingen zijn er een aantal verplichtingen. Wij maken u als installateur er op attent dat u verplicht bent om te voldoen aan minimaal de volgende voorwaarden: 1. VRV systemen die volgens de PED in categorie II vallen dienen als samenstel een CEmarkering te hebben. 2. VRV systemen met een totale koudemiddelinhoud van > 3 kg hebben een logboekplicht. U als installateur bent verantwoordelijk voor het aanleveren van dit logboek. 6.0 Werkzaamheden Daikin Tijdens de inbedrijfstelling zal onze medewerker de volgende werkzaamheden verrichten: 1. Controleren of de installatie voldoet aan de eisen die genoemd zijn in deze inbedrijfstellingsvoorwaarden; 2. Bepalen hoeveel (eventueel) extra koudemiddel benodigd is; 3. Het gehele systeem in bedrijf nemen waarbij de (eventueel) extra benodigde hoeveelheid koudemiddel wordt bijgevuld; 4. Het ingeven van specifieke instellingen op zowel de binnen- als de buitendelen. Deze instellingen zijn toepassingsafhankelijk; 5. Het opstellen van een volledig draairapport; 6. Het opstellen van een servicerapport waarin op- en aanmerkingen en eventuele aanbevelingen worden genoteerd; 7. Het draairapport en het servicerapport krijgt u na de inbedrijfstelling tezamen met de factuur per post toegezonden. N.B Indien de installatie niet opgeleverd wordt zoals in dit document is beschreven, kan het zijn dat wij de inbedrijfstelling niet uitvoeren. De reeds gemaakte kosten en/of de extra kosten die hiermee verband houden worden op basis van nacalculatie aan u gefactureerd. Titel Inbedrijfstellingsvoorwaarden VRV systemen Versie 20102210 Auteur AW Pagina 2 van 2
© Copyright 2024 ExpyDoc