Liederen van christenen uit eerste eeuwen

“Hymnen Vroege Kerk indrukwekkender dan het latere gregoriaans”
Liederen van christenen uit eerste eeuwen
Door drs. Tera
Voorwinden-Hofman
te Montfoort
Bij het gregoriaans dat sinds eeuwen in de Rooms-Katholieke Kerk wordt
gezongen hebben de meeste christenen wel een idee. Maar wat er daarvoor
in de eerste tijd van de christenheid gezongen werd, is veel moeilijker voor
te stellen. Toch weerklonken ze op het lustrumconcert van de Stichting
Bijbeluitleg Vroege Kerk afgelopen december in de Nicolaikerk in Utrecht:
hymnen uit de begintijd van de kerk, zoals ze toen geklonken zouden kunnen
hebben. Uit het publiek kwam een enthousiaste respons. Reacties als ‘hemels’,
‘ indringend’ en ‘engelenzang’ waren niet van de lucht.
Protestant Nederland ging in gesprek met oprichter
van de stichting, dr. M.A. van Willigen, over zijn
unieke hymnenproject en het geheim van de door
hemzelf gereconstrueerde zang uit de Vroege Kerk.
Liederen met een enorme stuwingskracht, zo bleek op
die avond in december. En veel spannender dan het
latere gregoriaans, volgens Van Willigen.
Van Willigen promoveerde in 2008 aan de
Radboud Universiteit in Nijmegen op de Bijbeluitleg
van de kerkvader en bisschop Ambrosius van Milaan
(339-397). Wilde daarna niet alles gewoon blijven zoals
het was, moest er iets gebeuren, vond hij.
Hij stopte met zijn baan als leraar klassieke talen
aan het gymnasium te Apeldoorn om zich aan
het werk van de Stichting Bijbeluitleg Vroege Kerk
(SBVK) te kunnen wijden. In 2009 werd hij ook
gastonderzoeker voor het Centrum voor Patristisch
Onderzoek aan de Katholieke Universiteit Brabant in
Tilburg.
Belangrijke bronnen publiceren uit de Vroege Kerk
om zo de ogen van velen te openen voor de rijkdom
van deze eerste periode uit de kerkgeschiedenis, dat
was het idee. Inmiddels heeft Van Willigen met zijn
stichting diverse publicaties gerealiseerd.
De afgelopen jaren verschenen het Dagboek Vroege
Kerk en de boekjes in geschenkformaat Bidden met
Augustinus in de Vroege Kerk, Wijsheid uit de Vroege
Kerk, Zout uit de Vroege Kerk en Goud uit de Vroege Kerk.
Voor dit jaar staat de jubileumuitgave Christus volgen
(die onder meer de waarde van de sacramenten in de
Vroege Kerk behandelt) op de rol.
Grote impact
En - na vijf jaar pionieren - staan nu ook de liederen
uit de Vroege Kerk in de schijnwerpers. Het is de
bedoeling dat hierover eveneens een boek verschijnt
in het najaar van 2016. Waarom ook een boek over
nr. 3 - maart 2014
vroegchristelijke hymnen van een stichting, die het
blijkens haar naam te doen is om Bijbeluitleg?
Van Willigen: “In Efeze 5 : 9 moedigt Paulus de
gemeente aan tot het zingen van psalmen, gezangen
en geestelijke liederen. In de Griekse tekst staat er voor
het woord gezangen het woord hymnen (hymnoi).
Het zijn vooral deze hymnen die in de Vroege Kerk
veelvuldig gezongen werden, dat weten we uit diverse
bronnen.”
Er is ook alle reden aandacht te besteden aan die
hymnen, vindt Van Willigen. “Ze werden niet alleen
veel gezongen, maar ook de impact van deze liederen
was bijzonder groot. Ze voegden veel toe aan de
psalmen die de gelovigen van het eerste uur eveneens
zongen. Een indrukwekkend getuigenis hiervan is
Aurelius Augustinus’ (354 -430) beschrijving van wat
hij ondergaat als hij op 32-jarige leeftijd in Milaan
wordt gedoopt.”
“Als hij vanuit het baptisterium teruggaat naar
de kerk, hoort hij in de kerk de gemeente een hymne
zingen. Daar wordt hij zo diep door geraakt dat hij
in tranen uitbarst. Hij is verwonderd over het plan
van God de mensheid te verlossen, dagenlang na zijn
doop is hij nog vol van het lied dat hij hoorde na zijn
doop (Belijdenissen IX, VI, 14).”
“Ook een andere passage uit de Belijdenissen laat
zien wat de hymnen losmaakten bij Augustinus. Deze
passage beschrijft hoe hij zich groothoudt na de dood
en begrafenis van zijn moeder. Als hij daags na de
begrafenis wakker wordt, komt hem een hymne van
Ambrosius in gedachten.”
“Op dat moment laat hij zijn tranen de vrije
loop (Belijdenissen IX, XII, 32). De muziek van de
hymnen was voor hem echt het voertuig waarmee de
woorden binnenkwamen. Omdat Augustinus ook de
tekst citeert als hij dit voorval verhaalt, is deze hymne
bewaard gebleven.”
59
Hoewel er naast de hymnen in de vroege kerk ook
kwamen in het oosten in aanraking met het zingen
psalmen gezongen werden, nam het psalmzingen
van hymnen. Ambrosius verkeerde een periode als
volgens Van Willigen pas in de late middeleeuwen een
juridisch adviseur van de keizer in Servië en Hilarius
hoge vlucht in de kloosters.
werd vanwege zijn opvattingen over de Drie-eenheid
“De vroegchristelijke hymnen voegden voor
verbannen naar Frygië in Klein-Azië van 356 tot 359.
de gelovigen veel toe aan de Oudtestamentische
Beiden werden geraakt door de oosterse
liederen. Ze zijn geestelijk
hymnenzang en beiden
zo doordringend dat ze
raakten overtuigd van het
altijd leidden tot een intense
belang van deze liederen voor
aanbidding van God. Ze
de liturgie. Ze vertaalden
bezingen vooral Christus
de hymnen in het Latijn
als het licht en het licht der
en importeerden ze in de
wereld dat de duisternis
Westerse kerk toen ze daar
verdrijft (de avondzang
terugkeerden.”
Christe qui lux est et dies is bij
De
oudste
hymnenvoorbeeld ook zo’n hymne).”
melodieën die er nog zijn,
bijvoorbeeld die van het aan
Praise-avonden
Ambrosius toegeschreven
“Ook het lijden van Christus
lied Veni, Creator, Spiritus
en zijn verheerlijking krijgt
(Kom, Schepper, Geest ) dateren
een plaats. De hymnen
uit de tiende eeuw. Volgens
hielpen en helpen om op
Van Willigen is het nog
Christus te zien en te weten
maar de vraag of dit echt de
dat Hij je verlosser is. De
oorspronkelijke melodieën
tegenwoordige
praisezijn, of dat ze aangepast zijn
avonden hebben wel een
aan het latere gregoriaans. De
punt wat dat betreft, voor
ambassadeur van de Vroege
zover het niet alleen om
Kerk denkt dat dit laatste het
Dr. M.A. van Willigen
lekker weghoppen gaat.”
geval is.
Van de volgens Van Willigen veel gezongen
Omdat de oorspronkelijke melodieën er
hymnen, waarvan Augustinus zo onder de indruk
waarschijnlijk niet meer zijn, beschouwen veel
was, is niet zoveel meer over.”We hebben uit de
musicologen de vroegchristelijk liedzang-traditie als
vierde eeuw zo’n veertien of vijftien authentieke
verloren gegaan en laten ze het daarbij. Van Willigen
hymnen van Ambrosius over, met name bekend van
zag en ziet echter wel degelijk mogelijkheden om deze
het zogenoemde Ambrosiaanse lofgezang Grote God
traditie nieuw leven in te blazen.
wij loven u (Te Deum).
Voor het lustrumconcert waarop hymnen van
Van Hilarius van Poitiers (315-367), een andere
Ambrosius en Poitiers werden gezongen, heeft hij
kerkvader en hymnedichter, hebben we drie
de oorspronkelijke teksten van Hilarius opnieuw
authentieke hymneteksten. Volgens de kerkvader
vertaald vanuit het origineel. “Sommige passages
Hiëronymus (347-420) was Hilarius de auteur van een
heb ik waar nodig gereconstrueerd aan de hand van
heel boek met hymnen. Dat is dus voor het grootste
andere teksten uit de vroegchristelijke traditie.”
deel verloren gegaan.”
Van de acht uit te voeren hymnen voorzag hij
“Tijdens het vierde concilie van Toledo (633) wordt
er voor het concert zeven van een nieuwe melodie.
het zingen van hymnen aangeprezen en wordt daarbij
“Ik heb de moed gehad de melodieën uit de tiende
verwezen naar wat Hilarius en Ambrosius hadden
eeuw weg te denken en een reconstructie gemaakt
gedaan. Hilarius had het pionierswerk verricht,
van hoe het geklonken zou kunnen hebben in de
Ambrosius volgde zijn voorbeeld na door ook in
vroegchristelijke kerk.”
Milaan de hymnen in te voeren. Vele liederen zijn er
daarna nog aan deze beide lieddichters toegeschreven.”
Ritmische kwaliteit
Vanwaar de zeggingskracht van deze door Van
Aangepast
Willigen gereconstrueerde hymnen? “Het gebruik van
Het zingen van hymnen is overigens geen vondst
de woorden hymnoi en odoi uit Efeze 5 wijst erop dat
van de westerse kerk. Van Willigen: “Beide dichters
het hier ging om liedvormen die heidenen zongen
60
PROTESTANTS NEDERLAND
voor hun goden.”
“In de bekende briefwisseling tussen keizer
Traianus (53-117) en stadhouder Plinius (62 – 113)
meldt Plinius dat de christenen hem verzekerden
dat zij gewoon waren op een vaststaande dag voor
zonsopgang samen te komen en in beurtzang een lied
voor Christus, als voor een god, te zingen.”
“Hieruit valt af te leiden dat de christenen hier een
eeuwenoude gewoonte overnamen. Ook heidenen
zongen hymnen voor hun goden. Het is aannemelijk
dat de christenen de melodieën overnamen van de
heidenen en de inhoud ombogen tot een christelijke
boodschap.”
“Van de heidense hymnen en oden weten we dat
ze een enorme stuwkracht hadden doordat in deze
liederen triolen (notenfiguren waarbij drie noten op
één tel worden genoteerd) als ritmisch element een
belangrijke rol hebben gespeeld. Daarmee hadden de
liederen een grotere ritmische diversiteit dan het latere
gregoriaans.”
“Het kan goed zijn dat de oorspronkelijke
melodieën onder invloed van het gregoriaans
minder levendig zijn gemaakt of geworden. Maar
ook al zou dit direct zijn gebeurd, waarom zouden we
deze oorspronkelijke ritmiek van de melodieën niet
terugbrengen in de hymnen?”
De inhoud van de hymnen is het volgens Van
Willigen ruimschoots waard om een dergelijk
experiment aan te gaan. “Eigenlijk zouden we niet
moeten rusten voordat tientallen hymnen aan de
luisteraar zijn teruggegeven. Ik ben in ieder geval
van plan om een ‘behoorlijk corpus’ van melodieën te
voorzien en daarvan cd-opnamen te maken.”
Goede musici zijn uiteraard onmisbaar bij
het hymnenproject van de stichting. In december
werden de hymnen uitgevoerd door het Roder
Vrouwenensemble onder leiding van Sonja de Vries
en het koor Magnificat uit Kampen onder leiding van
Margreeth Verboom.
Als omlijsting van de hymnenzang improviseerde
organist Sietze de Vries op de hymnemelodieën uit
de Vroege Kerk. Van Willigen: “Bij een CD-opname
denken we ook aan deze combinaties.”
Dr. M.A. van Willigen is behalve directeur van de
Stichting Bijbeluitleg Vroege Kerk, werkzaam als
universitair docent Nieuwtestamentisch Grieks bij de
PthU in Amsterdam, senior researcher voor het CPO
aan de Universiteit van Tilburg en docent Oudheid aan
Driestar Educatief.
Twee strofen uit een hymne die aan Hilarius is
toegeschreven:
Ik ben het niet waardig om tot de heldere sterren
van de hemel mijn ongelukkige ogen op te heffen.
Ik heb ze neergeslagen vanwege de zware last
van mijn zonden.[Heere], erbarm U toch over hen
die door U verlost zijn [en nochtans zondigen]
Het goede dat ik moest doen dat heb ik nagelaten
Erge misdaden heb ik begaan, zonder getal.
Een misdaad, die onbegrensd is, volbracht ik.
O Christus, kom mij toch te hulp!
Fresco in het Baptistère Saint Jean in Poitiers. Hilarius van Poitiers is hier bisschop geweest.
nr. 3 - maart 2014
61