gmr verslag 20140116

GMR O2A5
VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE GMR OP 16 januari 2014
Aanwezig: Quirien Houweling, Monica Bronkhorst (vervangt Jolanda van Gelderen), John
Tromp, Liesbeth Bijleveld, Alcina Ho-Sam-Sooi, John Tomeij, Annelies Sonderwal, Marius
Kalkman, Mijndert Wiesenekker, Hannie Bats, Poppie de Jong, Karin de Wit, Astrid van
Willigenburg, Martine Asmus, Bert van der Lee, Ria den Uil (notulist), Jan Vermeulen (staflid)
Afwezig met berichtgeving: Dik de Groot, Anouk Vonk
Afwezig zonder berichtgeving: Ilse Looren De Jong
01. Opening, mededelingen en vaststelling van de agenda
Mijndert Wiesenekker opent, als nieuwe voorzitter, de vergadering.
Mededelingen
- Samenwerking PiO
De samenwerking gaat goed.
- Eerste prijs jaarverslag PO
In Nederland zijn er 7000 scholen met 1200 besturen. Deze 1200 besturen hadden de gelegenheid
om hun jaarverslag te laten beoordelen.
Vaststelling van de agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
02. Verslag van de GMR vergadering van 13 november 2013
Het verslag wordt vastgesteld.
N.a.v. het verslag:
Astrid van Willigenburg heeft contact gehad met Hannie Bats over de werkgroep
Ziekteverzuimanalyse en gesprekkencyclus. Aangezien de bijeenkomsten van deze werkgroep
meestal op de vrije dag van Astrid plaatsvinden, ziet zij af van deelname en zal Hannie in de
werkgroep blijven.
N.a.v. actielijst:
Bert heeft controle laten uitvoeren op de cijfers en percentages in de ziekteverzuimanalyse. Er
zijn problemen geweest door de komst van een ander systeem. Inmiddels is bekend dat het
percentage enkele procenten lager ligt. Binnenkort zal er vanuit de werkgroep gerapporteerd
worden. Het gemiddelde lijkt nu tussen de 6,5 en 7 uit te komen. In het onderwijs is dit een
gemiddeld percentage.
De thema avond ‘Grenzen aan kwaliteit’ is door de supportgroep op de lange baan geschoven.
Marius Kalkman zou een thema bijeenkomst over krimp wel interessant vinden. Geleding
Vianen is naar zo’n bijeenkomst in Utrecht geweest, maar vond dit tegen vallen. Het enige wat
daar werd meegegeven was dat er beleid moet worden gevoerd op krimp.
1
De Koningsspelen zijn dit jaar op 25 april. Dit valt midden in de schoolvakantie. De
Koningsspelen worden georganiseerd door de gemeentes of de Oranjeverenigingen. Vorig jaar
was het een gemeentelijk initiatief waar de scholen aan mee wilden werken. Dit jaar is de kans
groot dat de kinderen op vakantie zijn. De datum van de Koningsspelen is bekend bij de
schooldirecteuren.
Presentielijst
Er zijn nog steeds drie vacatures bij de GMR. In Leerdam en Lingewaal is de oudergeleding niet
compleet. In Zederik is het personeel niet vertegenwoordigd. Bert heeft De Wilgenhoek in
Leerdam inmiddels aangesproken, omdat zij de enige Leerdamse school zijn die niemand in de
GMR heeft zitten. Het is de taak van de MR-en om te zorgen dat de GMR voldoende mensen
heeft. In Zederik hebben de directeuren er met het personeel over gesproken. Ze kunnen er ook
nog met de MR-en over spreken. Vanuit de GMR komt de suggestie om een personeelslid aan te
wijzen.
03. Ingekomen stukken
- Wapperbrief en stukken herfstakkoord
Ter kennisname.
- Decentralisatie Arbeidsvoorwaarden definitief geregeld
Tot voor kort bepaalde de minister het salaris van de leerkracht. Nu bepalen de schoolbesturen
samen met de vakbonden de salarissen. Er zal in eerste instantie niet veel veranderen. Ten tijde
van krimp zullen schoolbesturen de salarissen iets lager willen houden. De PO Raad voert de
cao onderhandelingen namens de bestuurders.
04. Reglementen GMR, GrMR en MR
Statuut medezeggenschap
Geleding Molenwaard merkt op dat er in staat dat leden van de GMR zowel in de MR als in de
GrMR zitten. Bert antwoordt dat dit klopt. De GrMR komt meestal één tot twee keer per jaar bij
elkaar. Hier zouden de GMR leden bij moeten zijn. De GrMR bespreekt zaken op het niveau van
de gemeente. Bijvoorbeeld wanneer een gemeenteraad subsidie schoolbegeleiding af wil
schaffen. Omdat dit één gemeente betreft, wordt dit niet in de GMR besproken.
De GMR stemt in met de reglementen GMR, GrMR en MR en het medezeggenschapsstatuut.
Checklist Advies MR Schoolondersteuningsprofiel
Handreiking MR en Schoolondersteuningsprofiel
De checklist en handreiking worden vanavond doorgestuurd naar de schooldirecteuren en naar
de MR secretarissen om door te sturen aan hun leden.
05. Ondersteuningsplan Driegang
De voorzitter vindt het te betreuren dat er niks voor ons veranderd en adviseert dat de
bestuurder probeert om zoveel mogelijk synergie te krijgen. Dit is ook de insteek van Bert
geweest, maar is geschrapt in de bestuurlijke overleggen. De voorzitter vindt het jammer dat de
synergie die je op dit vlak kan halen ten koste van de kinderen niet gehaald wordt. Bert is
penningmeester van het bestuur.
2
06. Concept Strategisch Beleidsplan
In het vooroverleg heeft de GMR lang over dit agendapunt gesproken. De mening is dat het een
algemeen document is zonder concrete, harde doelen. De kaderbrief zal de jaarlijkse doelen
verwoorden. Het beleidsplan is voor een langere periode. De scholen baseren hun schoolplan op
deze bovenliggende plannen. De GMR stelt voor om aan het begin van het beleidsplan de
volgorde van werken te verwoorden, zodat dit helder is.
Geleding Zederik vraagt of het bestuur weet wat er in de afzonderlijke schoolplannen staat. Jan
Vermeulen antwoordt dat de schoolplannen door het bestuur moeten worden goedgekeurd en
dat de inhoud van zowel de schoolplannen als de schooljaarplannen bij het bestuur bekend zijn.
Bert voegt toe dat er schoolplannen binnen komen waarvan het bestuur vindt dat deze niet
voldoen aan de wetgeving, ondanks dat ze zijn goedgekeurd door de MR. Deze worden
teruggestuurd om aan te passen.
Geleding Molenwaard kan zich niet voorstellen dat een school van dit Strategisch Beleidsplan
concreet een schoolplan kan maken. Jan Vermeulen antwoordt dat de scholen zich wel binnen
deze kaders moeten bewegen. Op 22 januari wordt er voor het eerst gesproken over hoe het naar
de schoolpraktijk kan worden vertaald. Hier moet binnen de school met het team en binnen de
MR over worden doorgepraat.
Geleding Vianen vraagt of de jaarplannen voortvloeien uit de kaderbrieven. Jan Vermeulen
antwoordt dat het allemaal aan elkaar kan worden gekoppeld. Het Strategisch Beleidsplan
wordt ruim opgesteld, omdat het nog niet bekend is wat er over drie jaar aan doelstellingen is
gehaald. Per jaar worden de doelstellingen op bestuursniveau aangescherpt naar realiteit.
Geleding Giessenlanden verwacht concreter beleid op de ondersteuning van O2A5 met het
omgaan met combinatieklassen bij krimp. Het enige wat erin staat is dat het traditionele
klassikale model ter discussie moet worden gesteld. De vraag is hoe O2A5 daarop kan
anticiperen. Jan Vermeulen antwoordt dat het bestuur zo min mogelijk met kant en klare
oplossingen wil komen, omdat dan de creativiteit verdwijnt. De voorzitter merkt op dat het
goed is om alle kennis, die er is over krimp en combinatieklassen, te gebruiken. Geleding
Giessenlanden meldt dat er steeds meer combinatieklassen komen en kan zich voorstellen dat,
omdat dit zo’n dominante ontwikkeling is, je dit als bestuur probeert te faciliteren om de
ontwikkeling van de kinderen op een zo hoog mogelijk niveau te houden.
Lesmethoden kunnen centraal worden ingekocht, zonder daar meteen directief in te worden. Jan
denkt dat de geleding Giessenlanden de mogelijkheden van een paar mensen op een centrale
plek overschat, terwijl er een paar honderd medewerkers in het veld zijn. Geleding
Giessenlanden antwoordt dat deze paar honderd medewerkers zeggen daar geen tijd voor te
hebben.
Bert laat weten dat O2A5 17 scholen heeft met minder dan 100 leerlingen. Deze moeten met
combinatiegroepen werken. Hier is al veel ervaring mee opgedaan. Zoals in de kaderbrief staat,
komt er een competentiemeting. Vervolgens worden medewerkers geschoold. Hoe meer
groepen je in één lokaal hebt, hoe lastiger het wordt om goed instructie te geven. We moeten de
3
leerkrachten leren hiermee om te gaan. Dat leren moeten ze met elkaar doen en moet niet van
bovenaf worden gedaan. Het gaat om het vertrouwen hebben in het vakmanschap van onze
leerkrachten. Iemand moet minimaal met drie instructiemomenten kunnen werken. Er zijn
directeuren nodig die dit goed bij hun teams kunnen brengen. Bij teams van drie of vier
leerkrachten moet het wellicht anders worden georganiseerd. Misschien moet je van drie of vier
kleine schooltjes die bij elkaar passen, één onderwijsteam maken, waarbij mensen contacten
kunnen hebben, kennis kunnen uitwisselen en zo van elkaar kunnen leren. Dit zijn concrete
uitwerkingen van punten die globaal in het strategisch beleidsplan staan. De cruciale factor blijft
de vakmanschap van iedere afzonderlijke leerkracht.
Jan meldt dat standaardisering zit in het organiseren van veelvuldig overleg. Mensen moeten
elkaar blijven ontmoeten, kennis delen en inspiratie op doen. Ze moeten zelf eigenaar worden
van de verandering. Geleding Giessenlanden geeft aan dat één van de klachten was dat mensen
geen tijd hebben voor dit soort uitwisseling. Bert antwoordt dat je uitwisseling moet
organiseren. Hier ligt een stukje van hun eigen verantwoordelijkheid. In de normjaartaak van
een fulltimer zit ongeveer 160 uur scholing. Daar mag wat van worden verwacht.
Jan denkt dat er wel tijd is wanneer mensen geïnspireerd worden door elkaar. Wanneer een
school in het jaarplan ervoor kiest om ergens anders te gaan kijken, is hier tijd voor. Bert voegt
toe dat wanneer een school een studiedag afspreekt, ze een hele dag hebben om op andere
scholen te gaan kijken. Dit is de taak van de directeur.
In het vorig strategisch beleidsplan was €80.000 op jaarbasis vrij gemaakt om de leerkrachten de
mogelijkheid te bieden om op andere scholen te kijken. Dit bedrag is niet op gegaan. Geleding
Molenwaard vindt het jammer dat het soms niet doorkomt tot de werkvloer. Hier is Bert het
mee eens. Daarom wordt het nu omgedraaid en is er 22 januari een bijeenkomst waar met
ongeveer 125 medewerkers wordt gesproken. Hier kan het team aangeven wat ze willen doen.
Kwalitatief zijn de scholen beter geworden van het vorig strategisch beleidsplan. De
belangrijkste kritiek is dat het niet wordt gedragen door de leerkrachten. Daarom moet dit plan
van onderaf komen. Elk jaar moet het plan met de betrokkenen worden opgefrist.
De voorzitter is van mening dat van elkaar leren een onderdeel zou moeten zijn van het
strategisch beleidsplan, zodat de kennis van de organisatie wordt gedeeld. Geleding Zederik
geeft aan dat iedereen het wel wil, maar dat het door de schooldirecteuren gedragen moet
worden. Wanneer zij er niks mee doen, verandert er niks. Geleding Molenwaard vraagt hoe het
bestuur weet of er op de werkvloer een wens is en of de weg vrij is voor de werkvloer om naar
de stichting te gaan. Jan antwoordt dat Grand Café De Toekomst vier jaar blijft bestaan. Hier
kan veel naar boven komen. Gedurende deze vier jaar blijven we mensen aan elkaar koppelen.
Wanneer een directeur iets tegen houdt, zouden we dit 22 januari moeten horen. Eigen initiatief
is heel belangrijk. Jan kan een leerkracht doorverwijzen naar een collega die iets al op een
bepaalde manier doet. Een groot aantal leerkrachten uit Vianen is in Leerdam geweest om
overleg te hebben. Dit komt regelmatig voor. Wanneer je als leerkracht op een eilandje blijft
zitten, doe je jezelf tekort.
Geleding Giessenlanden vraagt hoe bovenstaand verhaal zich verhoudt tot het meten van de
competenties. Waarom wordt er niet in gesprek gegaan over hoe de medewerkers vinden dat
het gaat met de competenties in plaats van ze te meten? Jan antwoordt dat er veel onderzoek is
4
gedaan naar wat een goede leerkracht is en wat goed werkt. Dat hoeft O2A5 dus niet aan de
leerkrachten te vragen. Die meetlat mag je best leggen.
Bert laat weten dat combinatiegroepen om bepaalde competenties vragen. Wanneer je bij O2A5
werkt, zul je bijna altijd te maken hebben met gecombineerde groepen. Wanneer je bij O2A5
werkt, met de werkgelegenheidsgarantie die we hebben, betekent dit dat als er geen werk is op
een bepaalde school je naar een andere school gaat. Het zijn bijna allemaal kleine groepen met
combinatiegroepen. Het bestuur wil een beeld hebben van wat er moet worden geboden om te
zorgen dat de medewerkers sterker worden. Er is vertrouwen dat een heleboel van onze
medewerkers het goed doen.
De voorzitter vindt dat in dit strategisch beleidsplan ook een verbeterproces zou moeten staan.
Het is belangrijk om gebruik te maken van alle ervaring op de werkvloer. Geleding Lingewaal
merkt op dat op pagina 19 staat: “Leren van en met elkaar”. De voorzitter bedoelt echter dat
wanneer iemand met een idee komt, dit idee bij mensen komt die hier kennis van hebben en de
kans dat een idee verloren gaat, of op een klein plekje blijft, minimaal moet zijn.
Bert antwoordt dat er een mogelijkheid is voor mensen om R&D te doen. Dit is toepasbaar op de
eigen school en wordt gepresenteerd zodat ieder ander daar kennis van kan nemen. Ideeën over
gestandaardiseerde verbeteringen worden tussen kleine scholen onderling uitgewisseld. Bert
informeert zelf ook bij andere besturen of er al iets is, zodat er uitgewisseld kan worden.
De voorzitter concludeert dat het strategisch beleidsplan nog niet is vastgesteld en terug komt
bij de GMR. Het plan moet ook nog door het bestuur worden vastgesteld.
07. Rondvraag
Geleding Lingewaal vond het een vreemde manier waarop de Raad van Toezicht de brief met
vragen omtrent hun functioneren naar de GMR leden stuurde en wist niet precies wat de
bedoeling was. De brief van de Raad van Toezicht is door het dagelijks bestuur van de GMR
beantwoord.
Geleding Molenwaard vraagt of de volgende keer dat de Raad van Toezicht de mening van de
GMR wil, dit geagendeerd kan worden, zodat de GMR hun standpunt kan bepalen en dit
vervolgens kan doorgeven aan de Raad van Toezicht.
Bert zal dit met de Raad van Toezicht bespreken.
5
Besluitenlijst:
Datum
Nr.
20140116 1
20140116 2
Actielijst:
Datum
Nr.
20140116 1
Besluiten
Reglementen GMR, GrMR
en MR
Medezeggenschapsstatuut
Acties
Vraag van Raad van
Toezicht aan GMR
Omschrijving
GMR stemt in
GMR stemt in
Omschrijving
Wanneer RvT mening van GMR wil,
dit van te voren agenderen bij GMR,
zodat zij totaalstandpunt kunnen
bepalen om daarna te antwoorden aan
RvT > dit bespreken met RvT
Wie
Bert
6