Tij s 26 31 | 14 Zomerinterview ‘Als ik niet geloofde in een hiernamaals, zou mijn leven veel zinlozer voelen’ Zijn onvoorwaardelijke geloof in God en de Bijbel lijkt soms niet helemaal te stroken met zijn kritische blik als journalist. Toch weet Tijs van den Brink (43) de twee prima te verenigen. De bindende factor is de liefde. Voor dus het geloof, zijn vak en natuurlijk zijn gezin. 31 | 14 27 Op verjaardagsfeestjes moet Tijs van den Brink uitkijken dat hij de visite niet gaat zitten interviewen. Nieuwsgierige vragen stellen is méér dan zijn werk. Het is een tweede natuur. “Ik ben er wel in gegroeid, hoor,” zegt hij, met een schuldbewust lachje. “Tegenwoordig ben ik me er meer van bewust dat ik soms ook iets over mezelf moet vertellen. Maar daar moet ik wel bij nadenken.” Een interview géven moet dan helemáál een uitdaging zijn. Maar Tijs zit er opvallend ontspannen bij, op het terras aan het water, achter zijn moderne huis in Amersfoort. Zijn mobieltje ligt binnen handbereik, zodat de redactie van Knevel & Van den Brink hem kan bereiken als dat nodig is. En zodat Tijs af en toe, tijdens het koffiezetten, een shot laatste nieuws kan nemen. Een eerste levensbehoefte, bekent hij. Waar komt die nieuwsverslaving vandaan? “Ik vrees dat die er altijd in heeft gezeten. Het gevoel dat er dingen gebeuren waar ik niks over hoor, vind ik heel naar. Als kind luisterde ik al graag naar de radio en las ik de krant. Ik weet nog waar ik stond toen ik hoorde dat Joop den Uyl was overleden. Ik was zestien, dat zegt genoeg, toch? Op vakantie sjouwde ik vroeger rustig een uur door een stad op zoek naar een Nederlandse krant. Nu kan ik ze gelukkig op mijn iPad lezen. Mijn vrouw en kinderen klagen daar weleens over. ’s Avonds kan ik echt zin hebben in de volgende ochtendkrant. Laatst ontdekte ik dat je die om twee uur ’s nachts al kunt downloaden. Daar heb ik maar niet aan toegegeven, want dan is het einde zoek.” Twee uur ’s nachts? Ben jij dan wakker? “Als ik een uitzending van Knevel & Van den Brink heb gehad, ga ik rond die tijd naar bed. Ik slaap tot negen uur. Dan ontbijten, nieuws lezen en met de redactie bellen om mogelijke gasten voor die avond te bespreken. Tussen elf en drie kan ik zelf bepalen wat ik doe. Een aantal keer per week ga ik er op de racefiets tussenuit. Dan kom ik echt los van mijn werk. Muziek op – Coldplay, U2, De Dijk, Daniël Lohues – en een paar uur mijn hoofd leegmaken. Meestal kan ik voor ik weg moet nog net even de kinderen van school halen. Om vier uur is de eerste redactievergadering in Hilversum.” Zou je dit een heel jaar kunnen volhouden, zoals Pauw en Witteman deden? “Vast wel, maar dat ambieer ik niet. Het is keihard werken en je brengt een enorm offer. Je sociale leven ligt op z’n gat en je ziet je kinderen nauwelijks. Dat is het mij niet waard.” Je wordt geroemd om je interviewkwaliteiten, maar je stijl wordt soms ook drammerig, betweterig, te serieus genoemd. Wat doet dat met je? “Het zijn volgens mij twee kanten van dezelfde medaille. Ik ben niet geselecteerd op mijn uiterlijk of gezelligheid, maar op mijn journalistieke kwaliteiten. Mijn kracht is dat ik scherp doorvraag, voor sommige mensen zal dat drammerig zijn. Het is maar hoe je het waardeert. Ik heb wel het gevoel dat ik steeds beter weet wanneer ik me moet inhouden. Als ik voor de lol een interview van tien jaar geleden terugluister, denk ik: joh, doe eens rustig.” Ben jij altijd vrij serieus of moet je ook weleens heel hard lachen? “Ja hoor, ik moet vaak hard lachen om Lucky tv en ik hou erg van cabaret. Toen ik negentien was, kende ik de eerste oudejaarsconference van Youp van ’t Hek uit m’n hoofd. De grappen vond ik leuk en zijn maatschappelijk engagement raakte ‘Elke zaterdagavond belt mijn vader om de week door te nemen’ 28 31 | 14 me. Alleen zijn gevloek waardeerde ik niet. Nog steeds niet, trouwens. Ik spoelde de show over op een ander cassettebandje en knipte de vloeken eruit, zodat ik er echt voor mijn plezier naar kon luisteren.” Je hebt ergens gezegd dat de wederopstanding van Jezus de kern van je geloof vormt. Hoe kan het dat jij als journalist alles in twijfel trekt, maar die gebeurtenis niet? “Als het volstrekt onaannemelijk zou zijn, zou ik het niet geloven. Maar er zijn vrij veel getuigenissen in de Bijbel en daarbuiten dat Jezus gekruisigd is en later weer levend is gezien. Dat het christendom mensen al tweeduizend jaar inspireert, kan in mijn ogen ook alleen maar als er echt iets bijzonders is gebeurd. De opstanding is voor mij een belangrijk element, omdat ik ten diepste geloof en hoop dat het leven sterker is dan de dood. Als Jezus niet is opgestaan, zou dat betekenen dat het echt ophoudt als we overlijden.” Wat is daar erg aan? “Veel mensen kunnen goed met die gedachte leven, maar ik heb een oerverlangen dat er hierna nog iets is. Dat je de mensen terugziet van wie je houdt. Als ik niet zou geloven in een hiernamaals, zou mijn leven bovendien veel zinlozer voelen. Kwesties van goed en kwaad maken dan gevoelsmatig niet meer zo veel uit. Het geloof geeft zin aan mijn leven en motiveert me om goed te doen.” Wat maakt voor jou het bestaan van God aannemelijk? “Dat ik Zijn aanwezigheid ervaar. Ik begrijp dat dit heel betwistbaar is, maar toch voel ik het zo. Geregeld ervaar ik op zondagmorgen in de kerk dat God me vergeeft voor wat ik doordeweeks niet goed heb gedaan. Ik heb ook een aantal keer ervaren dat God zich met mijn leven bemoeit. Vroeger wilde ik graag topsporter worden, maar in reformatorische kring vond men dat te aards en in veel facetten goddeloos. Ik besloot dat ik beter gymleraar kon worden, dat was nog een beetje zinnig. Ik was goed in sport, dus het zou raar zijn als ik niet op de academie toegelaten zou worden. Toch kwam ik uiteindelijk één punt tekort. Ik schrijf dat toe aan God: Hij stuurde me een andere kant op, naar de school voor journalistiek, waar ik goed bleek te passen en ook mijn vrouw heb Tijs in het kort Naam: Tijs van den Brink (43) | Thuis: getrouwd, één zoon (15), twee dochters (12 en 7) | Opleiding: Evangelische School voor Journalistiek | Tv: Adieu God?, Knevel & Van den Brink, Arena, Gesprek met de minister-president | Radio: Dit is de dag (Radio 1) ontmoet. Het tweede voorbeeld vertel ik aarzelend, omdat het kwetsbaar is. Ik kan me niet verdedigen als mensen zeggen dat ik het me heb ingebeeld. Op mijn twintigste moest mijn linkerbeen worden ingekort. Ik ben geen held - voor de tandarts al bang - en was vreselijk zenuwachtig voor de operatie. Ik heb toen een engel naast mijn bed zien staan - licht, heel licht - die zei: ‘Rustig maar, het komt goed.’ Dat moment koester ik.” In je talkshow moet je ook onderwerpen bespreken die gevoelig liggen in christelijke hoek, zoals abortus, euthanasie en homoseksualiteit. Vind je dat lastig? “Nee, zolang er een goede journalistieke aanleiding is, kunnen we het overal over hebben.” Hoe kijk jij persoonlijk tegen die onderwerpen aan? Aarzelend: “…abortus vind ik de lastigste van de drie. Behalve als er sprake is van verkrachting, denk ik: had even nagedacht vóór je zwanger werd. Je breekt bovendien het leven van iemand anders af, niet dat van jezelf. Dat is anders bij euthanasie. Ik wil graag dat God het begin én het eind van mijn leven bepaalt, dus ik denk niet dat ik voor euthanasie zou kiezen. Maar ik kan wel navoelen waarom sommige mensen het doen. Als je bijvoorbeeld weet dat je door verstikking om het leven gaat komen. Wat homoseksualiteit betreft: een deel van onze achterban vindt dat homo’s wel een relatie mogen aangaan, een deel niet. Als homo’s er zelf van overtuigd zijn dat het mag, ga ik daar geen oordeel over geven.” Wat zou je zeggen als je zoon uit de kast kwam? “‘Jongen, ik hou ontzettend veel van je en dat blijf ik doen.’ Ik geloof niet dat het de liefde voor mijn zoon zou veranderen. Ik zou wel met hem bespreken wat erover in de Bijbel staat en welke visies er op homoseksualiteit bestaan, maar vervolgens moet hij er zelf keuzes in maken. Weet je, het is voor de meeste homo’s al lastig genoeg om met hun gevoelens voor de dag te komen. Dan zit je er niet op te wachten dat je omgeving zegt dat het niet zou deugen.” Wat voor vader wil je voor je zoon en twee dochters zijn? “In elk geval een aanwezige. Ik zie het vaderschap als mijn eerste taak, pas daarna komt mijn werk. Sinds mijn zoon is geboren, heb ik bewust vier dagen in de week gewerkt. Onlangs ben ik weer vijf dagen gaan werken, ze worden ouder en hebben minder zorg nodig. Ik hoop dat ik mijn kinderen een onbezorgde, mooie jeugd kan bieden, waarin ze veilig kunnen ontdekken wie ze zijn. Tot nu toe zijn ze tevreden over me.” (Lacht.) Wat vind je moeilijk aan opvoeden? “Geduld. Dat heb ik moeten leren. En dat ieder kind een andere gebruiksaanwijzing heeft. Bij de een moet ik soms streng zijn, bij de ander juist soepel. Ik moet ook uitkijken dat ik ze niet omver praat. Ik ben verbaal vrij stevig en moet af en toe ▶ 31 | 14 29 interview: bas maliepaard. fotografie: ester gebuis. styling: maartje van den broek. 30 tegen mezelf zeggen: ‘Zij mogen ook wel een keer gelijk krijgen, al ben je het er niet mee eens.’ Maar ik vind opvoeden vooral heel erg leuk. Ik geniet ervan om het samen met mijn vrouw te doen, te overleggen wat de beste aanpak is.” Wat doe je anders dan jouw ouders? “Mijn broer, vier zussen en ik zijn in een christelijke zuil opgegroeid, vrij geïsoleerd. Mijn vader was dominee en wij hadden bijvoorbeeld geen tv en mochten niet fietsen op zondag. Mijn kinderen mogen dat wel. Ja, ook op zondag kijken ze weleens tv. Mijn ouders stuurden me tegen mijn zin in naar een reformatorische middelbare school, die we ‘de strengste school van West-Europa’ noemden. Meisjes mochten er geen broeken aan. Ik voelde me daar niet thuis. Mijn kinderen gaan naar een school waar ze ook in aanraking komen met niet-christelijke kinderen. Ik kijk niet neer op mensen die een andere keuze maken, maar ik wil zelf graag leven met álle mensen om me heen.” Hoe is het contact met je ouders nu? “Goed! Elke zaterdagavond belt mijn vader om de week door te nemen. We zijn het lang niet altijd eens, maar dat is niet erg. Toen ik 36 werd, zei ik tegen hem: ‘Pa, ik ben nu twéé keer achttien, u mag zeggen wat u wilt, maar ik beslis.’ Dat begreep hij. Ik heb overigens nooit het gevoel gehad dat hij me vroeger met zijn strengheid wilde pesten. Ik proefde dat zijn zorgen om ons oprecht waren en dat hij het beste voor ons wilde. Volgens mij is die authenticiteit heel belangrijk als je opvoeder bent.” Wat zou je ervan vinden als je kinderen het geloof verlaten? “Dat zou ik verdrietig vinden, omdat het mijn eigen leven zo veel zin geeft. Dat gun ik mijn kinderen ook. Tegelijkertijd zie ik in mijn omgeving genoeg ouders die dit overkomt en die toch een weg vinden om zowel met God als met hun kinderen te blijven leven.” Je bent getrouwd met een half-Italiaanse en jij bent ook temperamentvol. Botst dat niet? Lacht: “We kunnen inderdaad goed ruziemaken, we zijn geen binnenvetters! Maar het komt ook altijd snel weer goed.” Wat vind je leuk aan haar? “Ik twijfel of ik hier antwoord op wil geven. Weet je wat het is? Ik kan allerlei 31 | 14 Tijs’ zomerfavorieten Favoriete strand: “Het strand van Sicilië, dat we in het voorjaar helemaal voor onszelf hebben. Italianen vinden het dan nog veel te koud.” Vakantieboek: “Eén krimi, een sportboek en een boek over zingeving. De Bijbel gaat ook mee, daaruit lezen we bij de maaltijd.” Favoriete zomergerecht: “Rundercarpaccio met pijnboompitten of meloen met ham.” Lekkerste zomerdrankje: “Een fruitshake vind ik heerlijk!” Mooiste zomervakantieherinnering: “Verloven op Sicilië.” Fijnste vakantieland: “Italië! Eén keer in de drie jaar gaan we op familiebezoek op Sicilië. Verder vooral naar het noorden of Toscane.” Zomers uitje: “Met mijn gezin stadjes bekijken en ijsjes eten.” Het ultieme zomergevoel: “Met de kinderen ’s morgens naar de bakker wandelen, onderweg ergens cappuccino drinken en La gazzetta dello sport lezen.” dingen noemen: dat ze attent is, mooi, ontzettend gastvrij, begaan met anderen… Maar uiteindelijk is dat niet waarom je van iemand houdt, toch? Dat zit een laag dieper. Ik ben niet met haar getrouwd omdat ze gastvrij is, maar ik vind het wel een mooie eigenschap. Snap je? Het is net als met het geloof: ik kan niet uitleggen waarom ik van haar houd. Ik weet alleen dat we deze week twintig jaar getrouwd zijn en ik nog geen dag spijt heb gehad.” ■ Knevel & Van den Brink, elke werkdag om 23.00 uur bij de EO op Nederland 1.
© Copyright 2024 ExpyDoc