18 lezingen & Commentaar 17 december 2014 kerk & leven 2 1 d e c e m b e r 2014 – v i e r d e z o n da g va n d e a d v e n t EERSTE LEZING commentaar bij de zondagslezingen tweede boek samuel 7, 1-5.8b-12.14a.16 — Luc Devisscher — Toen Koning David zijn intrek had genomen in zijn paleis en de Heer gezorgd had dat al zijn vijanden in heel de omtrek, hem met rust lieten, zei hij tegen de profeet Natan: „Nu moet u eens zien! Zelf woon ik in een paleis van cederhout en de ark van God staat onder tentdoek!” Natan zei tot de koning: „Doe gerust wat u van plan bent; de Heer staat u bij.” Maar diezelfde nacht nog werd het woord van de Heer gericht tot Natan: „Zeg aan mijn dienaar David: ‘Zo spreekt de Heer: Gij wilt voor Mij een huis bouwen en Mij daarin laten wonen? Zo spreekt de Heer, Heer van de hemelse machten: Ik heb u uit de steppe gehaald, achter de schapen vandaan om vorst te zijn over mijn volk Israël. Op al uw tochten heb Ik u bijgestaan, al uw vijanden heb Ik vernietigd, uw naam heb Ik groot gemaakt als die van de groten der aarde. Ik heb mijn volk Israël een gebied gegeven en het daar geplant om er te wonen. Het wordt niet meer opgeschrikt en door geen boosdoeners verdrukt zoals vroeger, in de tijd dat Ik over Israël, mijn volk, rechters had aangesteld. Ik heb gezorgd dat al uw vijanden u met rust laten. De Heer kondigt u aan dat Hij een huis voor u zal oprichten. Als uw dagen voleind zijn en gij bij uw vaderen rust, zal Ik de nazaat die gij verwekt, hoog verheffen en zijn koninklijke macht in stand houden. Ik zal hem tot vader zijn en hij zal mijn zoon zijn’.” „’Zo zal uw huis en uw koninklijke macht altijd standhouden; uw troon staat vast voor eeuwig’.” TWEEDE LEZING brief aan de romeinen 16, 25-27 Broeders en zusters, Aan Hem die bij machte is u te bevestigen in het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig – volgens de openbaring van het geheim dat eeuwenlang verzwegen bleef, maar nu is onthuld, en dat krachtens de opdracht van de eeuwige God aan de hand van profetische geschriften aan alle heidenvolken is bekendgemaakt om hen te brengen tot de gehoorzaamheid van het geloof – aan Hem, de enige, alwijze God, zij de heerlijkheid door Jezus Christus in de eeuwen der eeuwen! Amen. EVANGELIE lucas 1, 26-38 In die tijd werd de engel Gabriël van Godswege gezonden naar een stad in Galilea, Nazaret, tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van de maagd was Maria. De engel trad bij haar binnen en sprak: „Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u, gij zijt gezegend onder de vrouwen.” Zij schrok van dat woord en vroeg zich af, wat die groet toch wel kon betekenen. Maar de engel zei tot haar: „Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God. Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen en gij moet Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.” Maria echter sprak tot de engel: „Hoe zal dit geschieden, daar ik geen man beken?” Hierop gaf de engel haar ten antwoord: „De heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht, heilig genoemd worden, Zoon van God. Weet dat zelfs Elisabet, uw bloedverwante, in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen en, ofschoon zij onvruchtbaar heette, is zij nu in haar zesde maand; want voor God is niets onmogelijk.” Nu zei Maria: „Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord.” En de engel ging van haar heen. Schriftlezingen © Katholieke Bijbelstichting Breda, www.bijbel.net Lezingen door de week | Maandag 22 december: Eerste Boek Samuël 1, 24-28 en Lucas 1, 45-56 • Dinsdag 23 december: Maleachi 3, 1-4; 4, 5-6 en Lucas 1, 57-66 • Woensdag 24 december: Tweede Boek Samuël 7, 1-5.8b-12.14a.16 en Lucas 1, 67-79 • Donderdag 25 december (Kerstmis. Geboorte van de Heer. Kerstnacht) Jesaja 62, 1-5 – Handelingen der Apostelen 13, 1617.22-25 – Matteüs 1, 1-25 of 18-25 • (Kerstmis. Geboorte van de Heer. Kerstdag) Jesaja 52, 7-10 – Brief aan de Hebreeën 1, 1-6 – Johannes 1, 1-18 of 1-5.9-14 • Vrijdag 26 december: Handelingen der Apostelen 6, 8-10; 7, 54-60 en Matteüs 10, 17-22 • Zaterdag 27 december: Eerste Brief van Johannes 1, 1-4 en Johannes 20, 2-8 Een gabber op bezoek Evangelie • „Alle gelovigen moeten beseffen dat je gevaarlijke mensen kunt kweken als je de heilige teksten letterlijk neemt. Geloof moet je met twijfel omringen.” Die uitspraak komt van Guus Kuijer, auteur van Bijbel voor ongelovigen. Heilige teksten kunnen inderdaad ontaarden in hun tegendeel. Onenigheid in plaats van enigheid. De heilige tekst van de vierde zondag van de advent verdient het omringd te worden met liefde. Wij hakken er elkaars hoofd niet meer voor af, maar discussies over de maagdelijkheid van Maria steken tijdens Bijbelse leesavonden maar al te dikwijls de kop op. Zo hoorde ik onlangs nog iemand zeggen: „Bij de verrijzenis kan ik me nog iets voorstellen, maar een maagd die moeder wordt?” Een wonderlijke zienswijze. Als God – voor wie niets onmogelijk is – doden opwekt, waarom zou een vrouw die buitengewoon zwanger wordt dan niet kunnen? Wat voor de ene een vraag is, staat voor de andere onomstotelijk vast. De Kerk maakte er in het credo lang geleden een geloofspunt van. Christenen geloven „in Jezus Christus die ontvangen is van de heilige Geest en geboren uit de maagd Maria”. Is dit in geloof beamen echter hetzelfde als weten dat het ook daadwerkelijk zo gebeurd is? Hoeft iets echt gebeurd te zijn alvorens het waar wordt? „Voorwaar, Ik zeg u”, zegt Jezus tot zijn leerlingen. Geloven is veeleer voor waar aannemen en niet zozeer zeker weten. Het is amen zeggen, als antwoord op de komst van God. Te veel redekaveling doet dwalen. Zo zien we niet meer waar het in het verhaal waarlijk om gaat. Lucas vertelt ons van een bezoek van de engel Gabriël aan Maria. Die ‘man van God’ wordt naar een maagd gestuurd. Zij is verloofd met ene Jozef uit het huis van David. „Dag, Maria, de Heer is met je”, zegt hij. Maria is door dit onverwachte bezoek helemaal van de kaart. Ongerust vraagt ze zich af wat die begroeting mag betekenen. Ze moet geen angst hebben, sust de engel. Want God is iets moois met haar van plan. Ze zal een kindje krijgen dat ze Jezus moet noemen. Hij zal opgroeien als „Zoon van de Allerhoogste”. Daar bovenop zal Hij koning worden op de troon van zijn voorvader David. En aan dat koninkrijk zal geen grens of einde zijn. Gabriël beweert dat Maria genade gevonden heeft bij God. Toch lijkt genade hier meer op een bevel dan op een cadeau. Maria is immers geen vragende partij. Nergens is er sprake van een kinderwens. Ze verwacht niet meteen het onverwachte. Ze vraagt zich dan ook af hoe dit allemaal zal gebeuren, vermits ze met geen man gemeenschap heeft. Nu komt de aap uit de mouw. De goddelijke boodschapper vertrouwt haar toe dat de heilige Geest over haar zal komen en dat de kracht van de Allerhoogste haar zal overschaduwen. Niet een mens, maar God zal de vader van het kind zijn. Daarom zal wat voortgebracht wordt heilig genoemd worden, Zoon van God. Ongelofelijk is het wat Maria wordt voorgehouden. We zetten het op een rijtje: een zoon zonder toedoen van een man, voor die zoon een vaste job als koning, een heilige vrucht in haar schoot, verwekt door de Geest van het heilige en de kracht van de Allerhoogste. Kortom, ze wordt de moeder van de Zoon van God. Ook de engel beseft dat het allemaal wat te veel wordt voor die jonge vrouw uit Nazaret. Plotseling gooit hij het over een andere boeg en dist hij een familienieuwtje op, waar Maria van zal opkijken. Elisabet, die aan haar verwant is, heeft in haar ouderdom een zoon ontvangen. Ze is al in de zesde maand – en zeggen dat zij onvruchtbaar werd genoemd. Zo zie je maar, besluit Gabriël, dat „voor God niets onmogelijk is”. Als Maria vertrouwd is met de joodse Schrift, hoort ze daarin het woord van God, lang geleden uitgesproken tot Abraham, nadat Sarah had gelachen, toen ze gehoord had dat ze op haar oude dag nog een zoon zou krijgen (zie Genesis 18, 1-15). Maria hoedt er zich voor om op haar beurt te lachen en zegt tegen de engel dat ze zich schikt naar zijn woord. Ze twijfelt niet, ook al is ze van niets zeker. Ze weet nog niet wat de geschiedenis haar zal brengen. Toch is Maria klaar om zonder berekening de goddelijke genade te ontvangen. De missie van Gabriël is geslaagd. Hij verlaat het toneel. Lezingen • De troon van David staat er in de dagen van Maria al lang niet meer. Toch blijft God trouw aan zijn belofte dat er altijd iemand van zijn nakomelingen koning zal zijn. Daar zal nooit een einde aan komen. Het stond geschreven in de boeken van de profeten, onthult Paulus aan de Romeinen. Eeuwenlang verzwegen, maar vandaag wordt het geheim voorwaar openbaar. Reacties welkom via [email protected] • Zondag 28 december (Heilige Familie. Jezus, Maria en Jozef) Genesis 15, 1-6; 21, 1-3 of Wijsheid van Jezus Sirach 3, 2-6.12-14 – Brief aan de Hebreeën 11, 8.11-12.17-19 of Brief aan de Kolossenzen 3, 12-21 – Lucas 2, 22-40 of 22.39-40. Eucharistie op radio | 21 december, 10 uur, VRT Radio 1: vanuit de Sint-Pieterparochie in Leuven. Eucharistie op tv | 21 december, 10 uur, VRT één: vanuit de Tongerse parochie Onze-Lieve-Vrouw Geboorte. Het Liturgisch Koor en de Schola Gregoriana onder leiding van Jan Peeters, verzorgen de zang. Organist is Luc Ponet. Eucharistie op radio | 24 december, 00 uur (!), VRT Radio 1: middernachtsmis uit de parochie Sint-Servaas in Grimbergen. Eucharistie op tv | 24 december, 00 uur (!), VRT één: middernachtsmis in Eurovisie vanuit de Abbaye Saint Maurice d’Agaune in Zwitserland. Eucharistie op radio | 25 december, 11 uur (!), VRT Radio 1: kerstdagviering vanuit de Sint-Salvatorkathedraal in Brugge. Eucharistie op tv | 25 december, 11 uur (!), VRT één: kerstdagviering in Eurovisie vanuit de parochie Saint Mel in Longford in Ierland. Om 12 uur gevolgd door de pauselijke kerstboodschap en zegen Urbi et orbi vanuit Rome.
© Copyright 2024 ExpyDoc