onderzoek-naar-de-gewenste-locatie-van-een

W E R K D O C U M E N T
ONDERZOEK NAAR DE GEWENSTE LOCATIE VAN EEN
LANDBOUWVLIEGVELD IN ZUIDELIJK FLEVOLAND,
EVENTUEEL MEDEGEBRUIK VAN LUCHTVAARTSPORTEN
door
J. Boekee
1982-66 Abw
maar t
r
c7,>
I
r13600
14 53
I-~-L-NISTERIE V A N
V E R K E E R E N
W A T E R S T A A T
R I J K S D I E N S T V O O R D E I J S S E L M E E R P O L D E R S
S M E D I N G H U I S - L E L Y S T A D
INHOUD
1 . ALGEMEEN
2. VESTIGINGSCRITERIA
2.1. Hinderwet
2.2. Wet Geluidhinder
2.3. Overige planologische aspecten
3. KOSTENVERGELIJIING VAN DIVERSE LOCATIES
3.1. Landbouwvliegveldjes in de IJsselmeerpolders
3.2. Het te verwachten aantal spuitvluchten in
Zuidelijk Flevoland
3.3. Onderlinge kostenvergelijking bij gebruik van
vliegveld Lelystad, locatie LZ 8 en GZ 12
4. MEDEGEBRUIK LUCHTVAARTSPORTEN
5. OVERWEGINGEN M.B.T.
BIJLAGEN
DE VOORKEURSPLAATS
ALGEMEEN
,. :
Met de voortschrijding van verpacht& gronden in 'Zuidel'ijk Flevoland
dient zich de vraag aan of er permanent ruimte voor een landbouwvliegveldje moet worden behouden c.q. gereserveerd. Momenteel worden vliegtuigbespuitingen in Zuidelijk Flevoland, althans op de verpachte bedrijven uitgevoerd vanaf vliegveld Lelystad. Dit Eetekent dat er vliegafstanden van 7 tot 25 km moeten worden afgelegd.
.. . .
.
. ..
In Zuidelijk Flevoland is op LZ 8 :een vliegveldje in gebruik t.b.v. bespuitingen op gewassen van het grootlandbouwbedrijf van de R.1J.P. Opgemerkt wordt dat alleen op de voorwaarden "bespuitingen op het grootlandbouwbedrijf"eenHinderwetvergunning is verleend.~
1.
,
:
Voor het vliegveld op LZ 8 dienen zich medegebruikeri aan 0.a. luchtvaartbedrijven gericht op gewasbescherming opverpachtebedrijvenen verenigingen voor luchtvaartsporten 0.a. modelvliegen en microlightvliegen.~
Ingegaiq'Giordt op vestigingcriteria 0.a. Hinderwet en de Wet Geluidhinder. Voort's is een kostenvergelijking opgesteld tussen het gebruik
'va~Vliigveld"~Le1ystad
en twee locaties in Zuidelijk Flevoland. De twee
locati&s betreffen het reeds bestaande.centraa1 gelegen veld op LZ 8
en een t.0.v. het 1andbouwgebi.ed decentrale locatie in de zgn. ruiszone langs RW 6.
Medegebruik van luchtvaartsporten lijkt economisch gezien niet aantrekkeli'jk.. Omdat delandbo~wbespuitingenook in de avonduren en op zaterdagen, en'de eisen qua weersomstandigheden overeenkomen, conflicteren
de'gebruikstijden met die van het recreatievliegen. De zondagen vormen hierop een uitzondering. Spuitvliegen enerzijds enmicrolightvliegen
o f m o d e l v l i e g e n a n d e r z i j d s i s ~itveili~heidsoverwi~ingengelijktijdig
niet toegestaan. De maatvoeringvande verschillende doeleinden is niet
overeenkomend (zie werkdocument 1982-59 Abr, "Aspecten inzake de situering van l u c h t v a a r t s p o r t t e r r e i n e n in Zuidelijk Flevoland" door.
W.J.A. Tjeenk Willink
.
. . en'H.J. Wardenier).
'
Naast de vestigingscriteria voor een landb~uwvlie~veld,
en economische
zijde,medegebruikvan luchtvaartsporten k a n d e keuze vanlocatie of
het beschikbaar stellen van een vliegterrein afhankelijk worden gemaakt van :politi$ke of beleidsbe~lissin~en
0.a. het'spuiten van chemisciie middelen m;b.v. vliegtuigen en ondersteuning van een terrein met
diverse voorzieningen,zoalsVliegveld Lelystad.
. .
2. VESTIGINGSCRITERIA
,.
'1/
De locatie van een landbouwvliegveld is afhankelijk van een aantal criteria:
a. Hinderwct;
b. geluidhinder;
c. conflicten met andere besteunningen;
d. veilige afstand tot hoge obstakels;
e. ligging t.0.v. een bedrijventerrein;
f. ligging t.0.v. het agrarisch gebied;
zoals modelvliegen en microlightg. medegebruik van lucht~aarts~orten
vliegen;
h. laagvlieggebieden;
i. eisen Rijksluchtvaartdienst.
2.1. Hinderwet
Voor de vestiging en inrichting van een vliegveldje moet ter verkrijging van een Hinderwetvergunning aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Onderstaand zijn de diverse voorwaarden ter voorkoming van schade
en hinder voor de omgeving vermeld, die zijn opgesteld voor het verlenen van een Hinderwetvergunning t.b.v. een vliegstrip in de gemeente
Dronten.
1 . D e parkeerplaats van het (de) vliegtuig(en) moeten worden voorzien
.
.
van een deugdelijke verharding; de oppervlakte moet van voldoende
afmetingen zijn om naast het vliegtuig ook plaats te bieden aan de
opslag c.q. bewaring van vliegtuigmotorbrandstof, bestrijdingsmid. - delen, wateropslag en schaft- of wachtlokaal.
2. ~lie~thi~motorbrandstof
moet zijn geborgen in deugdelijk, vloeistofdichte -metalen vaten of een tank.
3. De vaten.of de tank met vliegtuigbrandstof moet(en) opgesteld staan
op een onbrandbare vloeistofdichte ondergrond. Deze ondergrond moet
welke'
zodanig zijn uitgevoerd dat, mocht de motorbrandstof, d&r
oorzaak dan ook, uit een vat stromen, deze kan worden opgevangen
. . .
zonder zich in de omgeving te verspreiden.
4. De vaten of de tank met vliegtuigmotorbrandstof moet(en) tegen ,directe zonnestraling zijn beschermd door middel van een afdak, samengesteld uit onbrandbaar materiaal of met warmte reflectqrende verf
zijn behandeld.
5. De pomp, de slang en de nozlle ter bevoorrading van het vliegtuig
moeten deugdelijk zijn en in staat van goed onderhoud verkeren.
6. Rondom de opslagplaats van de motorbrandstof moet een deugdelijk en
stevig vaststaand hekwerk worden geplaatst, ten minste 1.80 m hoog.
7. De toegangspoort in het hekwerk moet zijn afgesloten door een deugdelijk slot en sleutel.
Behalve voor halen en brengen van de brandstof moet de toegangspoort gesloten zijn.
8. Het is verboden te roken, open vuur te hebben en of te gebruiken
binnen het hekwerk en in de onmiddellijke omgeving daarvan en/of
tijdens het aan- of afvoeren van vaten brandstof en tijdens het
vullen van de vliegtuigbrandstofreservoirs.
9. Het in het voorgaande artikel gegeven verbod moet op duidelijke
wijze kenbaar gemaakt worden door middel van het aanbrengen van opschriften, luidedde:'"Roken en open vuur verboden".
10. Op het terrein mogen bestrijdingsmiddelen, vallende onder de wer-
kingssfeer van de Bestrijdingsmiddelenwet., niet in grote hoeveelheden aanwezig zijn dan voor de onmiddellijkevoortgangvan het werk
noodzakelijk is (zie bijlage 3).
I1
.
.
.. Werkzaamheden met
bestrijdingLmihdelen, zoals bij voorbeeld het
sproeigereedmaken, het vullen van de tank(s) in het vliegtuig enz.,
uitgevoerd. Voordienen met de grootste zorgvuldigheid te
komen moet worden dat,ter.plaatsewaar he6 (de) vliegtuig(en)
word(t)(en)
bevoorraad, de bodem wordt verontreinigd met bestrijdingsmiddelen.
12. Bij ongelukken met be~trijdin~smiddelen
dient de grond, welke met
bestrijdingsmiddelen is verontreinigd geheel te worden verwijderd.
13. Ter plaatse, daar waar het.vliegtuig wordt bevoorraad, dienen ten
minste 3 stuks gebruiksklare brandblusapparaten aanwezig te zijn;
de apparaten dienen te zijn van het type "poederblusser" met een
inhoud van ten minste 12 kg blusmiddel.
14. Het spoelwater van-het tankspoelen moet tijdens een sproeivlucht
worden uitgesproeid over,de in behandeling zijnde kavel.
,
.
Omtrent de punten 11 en 1 4 (zie voorwaar3en Dronten) iijn voor het verlenen van de Hinderwetvergunning t.b.v. een vliegstrip in Zuidelijk Flevoland, verleend door de Landdrost van de Zuidelijke IJsselmeerpolders,
andere voorwaarden opgenomen; Dat betreft de morsvloeistof, afkomstig
van het reinigen van de vliegtuigen die via een put moet worden opgevangen en afgevoerd naar ondergrondse opslagtanks. In de toekomst wordt
deze vloeistof periodiek afgevoerd naar een hiervoor gereserveerde
ruimte op de vuilstortplaats te Lelystad.
Het vliegveld mag worden gebruikt nadat door de Burgemeester van de betreffende gemeente een zgn. "verklaring van geen bezwaar" is verstrekt.
2..2. Wet Geluidhinder
..
:
De wet is een zgn. kaamwet en bevat regels inzake het voorkomen of beperken van geluidshinder en beoogt vooral een co6rdinatie van geluiden hinderbestrijding vanuit de verschillende invalshoeken.
De wetgeeft het Rijk de bevoegdheden om in het kader van'de bestrijding van ge1uidshinder.-regels.te stellen,voor 0.a. de produktie en
de verkoop en het gebruik van toestellen. Behalve de bekende,geluidsapparatuur, worden hieronder ook alle andere toestellen gerekend,die
geluidshinder kunnen veroorzaken, een luchtvaartuig daarpnder niet begrepen.
.. .
.:
..~ e. 'toelaatbare geluidsbelastiSg wordt per luchtvaartterrein vastgesteld
op basis van de Luctitvaartwetgeving. Met name wordt ook aan de hand van
art. 2 5 van deze wet @en geluidszpne rond het luchtvaartthrrein vastgesteld, waarbuiten de geluidsbelasting voor landende en opstijgende
lu~htvaartui~en
niit mag overschrijdei. De te hanteren grenswaarde
voor de maximaal toelaatbare geluidsbelasting wordt,per luchtvaartterrein vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur
. . .op-voordrachtvan
de minister belast met de zorg voor de mi1ieuhyglene.-.Denormstelling
kan per situatie verschillend zijn.
..
Binnen het agrarisch gebied in Zuidelijk Flevoland, vindt normaliter
geen verstoring door geluid, behalve van landbouwmachines, plaats.
Deze geluiden voortgebracht in het kader van een doelmatige uitoefening
van een landbouwbedrijf kunnen niet worden aangemerkt als geluidshinder.
Het is niet bekend of hieronder ook het spuiten met vliegtuigen wordt
begrepen.
Voor gebieden waar geen of nauwelijks bewoning plaatsvindt zoals in
natuurmonumenten, bos en natuurgebieden en agrarische gebieden wordt
in de Wet Geluidhinder geen nadere richtlijnen of normeringen aangegeven. In bedoelde gebieden wordt alleen achtergrondgeruis toelaatbaar
geacht. Dit komt neer op een maximum toelaatbaar geluidsniveauvan ongeveer 35 dB(A).
Tabel 1. Voorbeelden van geluidsniveaus
Binnen
dB(A)
Buiten
startend straalvliegtuig op 25 m
machinekamer in daikboot'
luidruchtige fabriek .
in stnrtend vliegtuig
in luidruchtige auto
Inn k - 1 ~
typekamer computerruimte
gespreksniveau ( 1 m)
kantoorruimte
rustig kantoor
slaapkamer
zeer stille slaapkamer
omroepstudio
helicopter op 30 m hoogte
dieselvrachtauto op 7,5 m
nabij drukke verkeersweg
25 m van drukke verkeersweg
elektrische grasmaaier op 7,s m
normale woonwijk overdag
rustige woonstraat overdag
rustige woonstraat 's nachts
op het land zonder verkeer en wind
Bron: circulaire Geluidhinder van 28-8-1973
.Over het algemeen kan,worden gesteld dat een g e m i d d e l d g e l u i d s n i v e a u v a n
50,dB(A) overdag en 40 ~B(A) 's nachts een vrij goede woonsituatie garandeert.
:
Gedacht wordt dat in dit stadium van inrichting van Zuidelijk Flevoland, het nog mogelijk is om rusten stilte in gebieden, die hun
(besevings)waarde voor een belangrijk deel juistdanken aan rust en
stilte, te handhaven.
Vooral. dient aandacht te worden geschonken aan de handhaving van rust
en stilte in de zgn. stiltegebieden. Een stiltegebied is een terrein
ter grootte van enkele kilometers of meer, waarin mensen zo weinig geluid maken dat de heersende natuurlijke geluiden er nauwelijks of niet
worden verstoord. In eerste instantie kan worden gedacht aan natuurgebieden, agrarische gebieden met natuurwetenschappelijke waarde, zoals
weidevogelgebieden, nationale parken en potentisle landschapsparken,
welke uit een oogpunt van adequaat beheer geenof slechts een geringe
vergroting van de natuurlijke geluidsbelasting kunnen verdragen, maar
ook aan overige gebieden welke thans nog in overwegende mate stil genoemd kunnen worden. T.a.v. deze stiltegebieden dient tevens te worden
gelet op vliegroutes en het gebruik van het luchtruim boven het stiltegebied voor andere dan noodzakelijke vliegroutes.
Verder zijn geen hoge geluidsniveaus toelaatbaar in, aan de randen of
op korte afstanden van:
a. woongebieden;
b. verblijfsrecreatieve en dagrecreatieve concentratiepunten;
e. intensieve en matig intensieve!recreatiegebieden en de bos- en natuurgebieden die een recreatieve functie hebben gekregen of zullen
krijgen.
Wegen krijgen van rechtswege een zgn. geluidszone. Buiten de zone mag
geen geluidsniveau optreden van meer dan 50 dB(A). Dit.betekent dat
'binnen deze zone, afhankelijk van verschillende factoren (aantal rijbanen, verkeersintensiteit, verhardingsmateriaal e.d.) een hoger geluidsniveau voorkomt.De breedte van de weg is af te leiden uit de vol. .
gende tabel. ' -
.
Tabel 2. Schema zonebreedte langs wegen
.
.
>
.
aantal rijstroken
aantal meters 'ian
stedelijk
buitensted.
3 of meer
2
-
-
..
weerszijden van de weg
5 of meer
3 of 4
2
L of 100 m, wanneer de intensiteit binnen 10 jaar
< 5000 motorvoertuigen per etmaal zal zijn
Langs spoorlijnen en bedrijventerreinen is eveneens een zone met een
hoger geluidsniveau aanwezig; 0rndat.er nog geen wetenschappelijk aanvaardbaar inzicht bestaat in spoorweglawaai, is er in de wet.geen gedetaileerde regelingopgenomen. De zgn. ruiszones worden geschikt geacht om lawaaibronnen te situeren,-omdatgeluidsniveaus niet lineair
maar logaritmisch, d.w.z. datbij-voorbeeld verdubbeling van hetgeluidsniveauwordtwaargenomen maar in veel mindere mate. - .
Op kaart 1 is een aantal zones aangegeven waarin geen lawaaibronnen
kunnen worden gesitueerd omdat daardoor geluidshinder voor de omgeving
ontstaat. Dit betreffen zones rond woongebieden (Almere), recreatieobjecten, ~ostvaarders~lasbengebied,.
het Ganzengouw, het stiltegebied
'in het Horsterwold .en het wilgenreservaat.
De breedte van de zones =ijnzgebaseeydbb de uitgangspunten die worden
gehanteerd in de Nota ~awaaisporten- Stadsgewest ' s Hertogenbosch.
In deze nota is bij het vaststellen van de zonering uitgegaan van een
aantal basisgegevens m.b,t. geluidsniveaus-vanenkele motorvliegtuigjes dii worden gebruikt voor het optrekken van zweefvliegtuigen (Bron:
~awaaibelastin~
rond vliegveld Teuge). Uit de beschikbare gegevens is
bepaald dat de zones rond woon- en recreati'egebieden 1300 tot' 3500 m
kan hedragen (uit de vliegroute) en rond natuuhonumenten 2900 tot meer
dan 4500 m.
. .
.
.
Op kaart 1 blijkt dat, uitgezonderd een gedeelte in het reeds u'itgegeven gebied langs deGooise Weg de ruiszones binnen de gebi'eden liggen
waarin m.b.t. natuur of woongebieden.geen lawaaibronnen zijn gewenst.
In de omgeving van GZ 12 is een concentratie van ruiszones, m.n. van
RW 6, S.A.W. 1 en de spoorlijn aanwezig. Zonder de Wet Geluidhinder
exact tesinterpreterenwordt. aan een vestiging van een vliegveldje in
de directe omgeving van deze concentratie-vanruiszones de voorkeur
gegeven boven een enclave in het agrarisch gebied. Dit te meer.omdat
het veldje, t.0.v. het ~ostvaarders~lassengebiedachter de genoemde
ruiszone ligt.
..
..,
,
.
. .
. ..
. .
~'
k
.
.
,. . .;
. ..
., .
.
3. KOSTENVERGELIJKING VAN DIVERSE LOCATIES
3.;1. ~andbouhlie~veldjes
in de ~Jssel&erpblders
In het begin-.vande zeventiger jaren werd door de afdeling Landbouwluchtvaart van het.I.P.0. te Wageningen, een max. vliegafstand van 8 km
toelaatbaar geacht. Verondersteld wordt dat efficiency en economische
.
.
aspecten hieraan ten grondslag liggen.,,
..
,..
..:
,
,
. .
.
.
In de Noordoostpolder word,t;gevlogen van 6611, t.o:v. het akkerbouwge-bied vrij centraal gelegen vliegveld bij Emmeloord.De.vliegafstanden.
beperken zich tot 8 5 10 km.
Op kaart 2 blijkt dat in Oostelijk Flevoland het akkerbouwgebied banaf
66n vliegveld en drie vliegstrips wordt besGreken..Tevens is een grote
overlapping in de actieradius waarneembaar. Tweelocaties (vliegveld
Lelystad en e'6n strip) zou voldoende voorzieningen-bieden.Nu wordt.
naast vliegveld Lelystad 3x (gemiddelde afmetingen 1 800 - 1000 m en
b 50 5 75 m) 17 ha door landbouwvliegvelden ingenomen. Doorjde drie
ondernemers in Flevoland zijn geen harde afspraken m.b.t. uiterste
vliegafstanden opgesteld en in de praktijk wordt de vliegafgtand van
8 km overschreden. Vanaf het veldje bij Swifterbant worden ook bedrijven in de Noordoostpolder bediend. A1 met a1 kan qua vliegveldvoorziening in Oostelijk Flevoland, niet van een rationele inrichting worden.
gesproken.
..
De huidige vliegstrip op LZ 8 is in de eindsituatie van ZuidelijkFlevoland toereikend. De vliegafstanden (zie kaart 2) beperken zich tot,
8 km. Het Almeregebied is buiten beschouwing gehouden. Vermoedelijk
zal voor dit gebied een vliegtuigspuitv,erbodgaan gelden (zie voor bep&kingi5n e n voorzorgsmaatregelen m.b. t. het vliegtuigspuiten,
bijlage
. .
2en3).
'
...
3.2. Te.verwachten aantal spuitvluchten in Zuidelijk Flevoland
.
,
In Zuidelijk Flevoland is, exclusief bet ~lmere~ebied
ruim 14.000 ha
voor landbouwl) bestemd. Uitgaande van de huidige gemiddelde bouwplannen is de volgende indeling van de te verbouwen gewassen en grasland
. . . .
opgesteld. .
~ a b e l3. Verdeling van landbouwgewassen en grasland in Zu'idelijk
. . Fle-.
-.
voland
25%
23%
5%
17%
~eu.lvruchten/handels~ewassen 5%
25%
Grasland
Aardappelen
Bieten
Uien
Grinen
Totaal
., .
3.510 ha
3.230 ha
700 ha
2.390 ha
. .700 ha
3.510 ha
.
.~ . < ,
, .loo%
~
..
.
..
~
.14.040 ha.
. .
.. .
Het aantal.spuitvluchten wordt niet.geregistreerd:Derhalve
.. .
is deoppervlakte,.inha die.m.b.v. vliegtuigen wordt,bespotenmoeilijk te bepalen. :
.
.
. .
GebaSeerd op een .&hatting
van het ~ i j k s l a n d b o u w c o ~ s u l ~ t s cin
h a ~de
~Jsselmeerpolderseh summiere gegevens .vah'de 'Vereniging'voor'Landbouw. .
.. . .
vliegers is he volgende raming opgesteld.
' '.
.
,
.
1) uitgegaan is van landb~uw~ebied
zonder natuurfunctie
Uitgangspunten:
- totale akkerbouwareaal in.Flevoland in 1981 is 34.000 ha;
- 12% van het akkerbouwareaal.wordt met vliegtuigen behandeld (schatting R.L.C.);
- ca;.20.000 ha werden in 1 9 8 0 e n in 1981 in Flevoland met vliegtuigen
.'b'ehandeld (raming Vereniging voor Landbouwvliegers).
,
.
Uitga'ande van 12% is in tabel 4 de oppervlakte met v'liegtuigen te behandelen, berekend op 6400 ha. Deze oppervlakte komt ruwweg overeen
rnet:.de door de Vereniging voor Landbouwvliegers genoemde 20.000 ha voor
Flevoland; nl. de verhouding 34.000 : 10.200 ha akkerbouwareaal in totaal Flevoland en Zuidelijk Flevoland geeft bij een zelfde verhouding
van 3 : I ca. 6000 ha.
Overigens blijkt uit een verslag van de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen, de oppervlakte-..
die
. met vliegtuigen wordt behandeld aldaar aanmerkelijk hoger te zijn:
a=
Bouwplan
Ambachtsheerliikheid
in 198 1
--------------------------------Tarwe
Suikerbieten
Aardappelen
Graszaad
Zilveruien
Mais
Gerst
Totaal
392
297
271
118
83
8
3
'
.
.
ha
ha
ha^
ha
ha
ha
ha
1172
ha
. .
..
.
..
.
,
Totaal werd op dit bedrijf 8200 ha, waarvan 25% met het vliegtuig en
75% met landbouwmachines bespoten (inclusief onkruidbestrijding):
De aardappelen werden 18 maal bespoten.
~
~
.
FlevoTabel 4. Geraamde te bespqiten1) oppervlakfe in ha in Zuidelijk
.
land in eindsituatie
Gewas
.
Aardappelen
Bieten
Uien
Granen
Peulvruchtenl
handelsgewassen
Totaal
.
Oppervl.
Aantal
- in ha
. bespuitingen
Totale
opp. te
bespuiten
Bespuitingen
land-.
vliegmachines
tuigen
3.510
3.230
700
2.390
10
2
8
2
35.100
6.460
5.600
4.780
30.890
5.685
4.930
4.210
4.210
775
670
570
700
2
1.400
1.230
170
53.340'
46.945
6.395
10.530
,
I ) betreffen alleen fungiciden en insecticiden
2) gelijk aan een eenmalige behandeling op 53.340 ha
Vooral de oppervlakte te bespuiten aardappelen kan per jaar, afhankelijk van de weersomstandigheden, sterk wisselen. In de laatste jaren
was ten gevolge van natte zomermaanden, een zeer intensieve bestrijding tegen Fytophtora noodzakelijk en liep het aantal bespuitingen in
consumptieaardappelen op vele bedrijven tot 15 2 16 op. Dit houdt in
dat de oppervlakte te bespuiten aardappelen tot 6000 ha kan oplopen.
Per bedrijf zijn de aaneengesloten te bespuiten oppervlakten zelden
groter dan 10 - 15 ha. Opdrachten van bij voorbeeld 5 ha uien en 2 ha
tulpen komen ook voor. De.capaciteit van de spuitvloeistoftanks wordt
ondanks meerdere bedrijven in 66n vlucht worden meegenomen, niet altijd ten volle benut. Geschat wordt dat met 75 - 90% van de capaciteit
wordt gewerkt '
.
Tabel 5. Capaciteit van d e i n Flevoland in gebruik zijnde spuitvlieg-.
.;.. ,.. ,.. ..
tuigen .
. i,
!
,-
Lantal Type
3
1
2
4..
Trush
~ ~ u s h '
Pawnee Brave
Piper Pawnee
:
.
.
cipaciteit in 'ha
maxinium
ges'chat-in praktijkom~tandi~heden
60
50' . '
25
18.-
.
.
.
.
54
38
23
16
.
..
.
.
:
1) de meeste toestellen worden ook.elders ingezet en zonodig worden
toestellen gehuurd
De gemiddelde capaciteit van de toestellen is 31 ha. Het aantal uit te
voeren vluchten per jaar in de eindsituatie van Zuidelijk Flevoland
wordt geraamd op -6400
- - 205
31
Het aantal vluchten, dit ter origntatie, vanaf vliegveld Lelystad, bedroeg in 1981 276. Op dit vliegveld is 6Gn l a n d b o u w l u c h t v a a r t b e d r i j f .
gevestigd,' terwijl door de overige twee bedrijven in Flevoland dit
vliegveld incidenteel wordt gebruikt.
3.3. Onderlinge kostenvergelijking bij gebruik van vliegveld Lelystad,
locatie LZ 8 en GZ 12
De kosten voor een spuitbedrijf, voor het behandelen van de gewassen
in Zuidelijk Flevoland (in eindsituatie) zijn berekend bij gebruik,van:
A. vliegveld Lelystad
. .
B. vliegveldje LZ 8
C: locatie (b.v. GZ 12.) in de ruiszone langsRi 6.
Verschillen in -kobten ontstaan doordat enerzGds (ad A) star't- en landingsgeld wordt berekend; anderzijds (ad B en c). baclit, afschrijving
en rente. Verder ad A, B e n C verschillende vliegafstanden.
'
Voor het bepalen van het verschil in vliegafstanden is het agrarisch
gebied in Zuidelijk Flevoland in vijf gebieden verdeeld. Per deelge-,
bied is de gemiddelde afstand tot vliegveld Lelystad, LZ 8 en GZ 12
bepaald (zie kaart 3 t/m 5). De gemiddelde gehanteerde huurprijs is
f 1700,-. Uurprijzen lopen afhankelijk van het type vliegtuig uiteen
van f 1000,- tot f 2950,-, tevens speelt het soort bespuiting een rol.
De gemiddelde prijs-is gebaseerd op voorde R.1J.P. geldende contracten.
. ..
De berekeningen zijn in eerste instantie gebaseerd op het huidige gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Het duurder worden vandeze
middelen en de,groeiende bewustwording omtrent neveneffecten van de
chemische bestri'jding is d e obrzaak'vin het s~reverideze methode terug
te dringen,verbeterde techhieken te ontwiklcelen en andere bestrijdingsmethoden meer toe te passen. ~edoeldwordt'debiologische bestrijdingsmethode waiibij gebruik wordt gemaakt
., . &n de' .iiatuurlijke vijanden van
~
ziekteverwekkers of plagen en de genetische methode waarbij van resistente rassen wordt uitgegaan. Het is te verwachten dat speciaal de voorschriften t.a.v. het spuiten met chemischemiddelen d.m.v. vliegtuigen
worden verscherpt, waardoor het gebruik van deze methode kan teruglopen.
Anderzijds is het niet ondenkbaar dat het vliegtuigspuiten in Zuidelijk
Flevoland met relatief grote bedrijven, die met de inrichting van het .
agrarisch middengebied zich bijruitstek lenen voor.deze methode, meer
zal worden toegepast dan in andere akkerbouwgebieden (zie ook het gebruik op de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen, hoofdstuk 3.2). Bovendien
is het te verwachten dat in dit gebied met zware gronden, die zich minder lenen voor de teelt van pootaardappelen vooral consumptieaardappelen zullen worden verbouwd. D i t gewas vereist een zeer intensieve gewasbescherming. Op zware gronden, waarop landmachines in natte perioden insporen, biedt het spuiten met vliegtuigen soms een uitkomst.
Ondat enerzijds een beperking en anderzijds een intensivering van het
~lie~tuigspuiten
in Zuidelijk Flevoland tot de mogelijkheden behoort
is na een berekening, die is gebaseerd op het huidige gebruik van 12%
vliegtuigbespuitingen uitgegaan van een ex- en intensivering tot resp.
5 en 20% (zie tabel 6).
Kostenberekening gebaseerd op het huidige gebruik (12%)
ad A. Vliegveld Lelystad
,
De kosten per landbouwrlucht, opgebouw uit start- en landingsgeld, parkeergeld en sproeitoeslag, contractueel geregeld, is gemiddeld 24 gulden. De totale vliegafstand tot de percelen is reto11.r5614 km. Bij een
gemiddelde snelheid van 180 kmluur is de ferrytijd -5614
- -.
.
.
180 31.2 uur.
Totale kosten per jaar
207 vluchten 2 f 24,f 4.968,ferrytijd 31.2 uur B .f 1.700,f 53.040,.-
.
f 58.008,-
ad B. ~liegveldjeLZ 8
Depacht, verminderd met grasopbrengst, bedraagt 1500 gulden per jaar.
De investering voor een plateau, een opslag voor kleine hoeveelheden
brandstoffen en gewasbeschermingsmiddelen, afrastering enz. wordt ge-,
r a q d o p 25.000 gulden. Kosten en aanleg grasmat 3000 gulden. Totale
iniestering f 25.000,- + f 3.000,- = f 28.000,-.
Totale kosten per jaar
pacht verminderd met grasopbrengst
afschrijving 2% van f 28.000,-'
rente 10% van f 28.000,- x 4
subtotaal
2359 - 13.1 uur i4 f 1.700,ferryfijd 180
f
f
f
1.500,560,1.400,-
f 3.460,f 22.270,f 25.730,. .
ad C. Locatie G Z 12
Het verschil tussen ad B en C wordt in principe alleen veroor'zaakt
door verschi1:in vliegafstanden. Stelt men echter dat het vliegveld op
L Z 8 vervalt en nog niet is afgeschreven dan dient rente en afschrijving te worden overgeschreven naar GZ 12. Derhalve zijn de rente en
.
.
afschrijvingskosten voor GZ 12 tweemaal in rekening gebracht.
.
-
.. .~.
Totale kosten per jaar : . .
. .
pacht verminderd,met grasopbrengst
f 1.500,afschrijving 2(2% van f 28.000,-)'
'
f
1..:060,.. .,
. f 2.800,rente 2(10% van f 28.000,- x 4 ) .
.. -
180
.
.
.
.
~
27.880;-
f
f 33.240., ,
-
~.
, .
.
_..
.
f. :5.360,:
subtotaal
ferrytij'd 2952 = 1 6 . 4 " u r 3 f 1.700,totaal
.
I '
.,
.
.
z
..
evens
~ovenktaandeuitkoisten zijn in de volgende -tabel samenpevat .
worden de kosten vermeld die zijn gebaseerd op een gebruik van 5% en
20%-vliegtuigbespuitingentegen het huidige gebruik van 12%.
I < .
I
'
~
. _..
Tabel 6. ~dsteivergeiijkingvan drie locat~esbij 5, 12 en 20% vliegtuigbespuitingen,
.
.
5%
12%
-
-
LZ 8
12.640~
25.730
.
..
Vpiegveldlocaties
GZ 12
Vliegveld Lelystad
.
16.750
33.240
:
26.630
58.0 10
.
De onderlinge verschillen zijn onderstaand absoluut en procentueel vermeld t.0.v. LZ 8, tevens.zijn de extra kosten bij gebruik van vliegireld Lelystad t.0.v. GZ 8 vermeld.
Tabel 7. Onderlinge vergelijking van extra kosten
extra kosten
K6sien bij . . '
GZ 12 t.0.v. vlieav.
aebruik
- L'stad
;an LZ 8
LZ 8
t.o.v:LZ
8
abs
%
abs.
%
.
5%
12%
20%
12.640
25.730
40.180
4.110
7.510
11.080
32
29
28
.
13.990
32.300
52.170
1.11
126
130
,
,
.
,:. .
. ,. .
.
,
vlieav.
- L'stad
t.0.v. GZ 12
abs.
%
9.880
24.770.
41.090
59
75
80
~inancisleconsequenties bij de verschillende locaties in percentages.
5% Vliegtuigbespuitingen.
Als door strengere voorschriften het gebruik wordt verminderd tot ongeveer de helft (van 12 tot 5%) is het gezien de hogere kosten (ca.
f 10.000,-)
die het vliegen vanaf vliegveld Lelystad t.0.v. locaties
in Zuidelijk Flevoland inhoudt, niet verantwoord om een locatie in
Zuidelijk Flevoland te handhaven c.q. te bestemmen.
12% Vliegtuigbespuitingen.
Bij het huidig& gebruik zijn de kosten voor vliegveld Lelystad 25000
tot 32000 gulden hoger dan voor de locaties in Zuidelijk Flevoland.
De kosten van GZ 12 zijn ca. 7500 gulden hoger dan bij gebruik van
LZ 8. Dit komt overeen met gemiddeld een gulden per ha.
20% Vliegtuigbespuitingen.
Bij intensivering tot 20%, zijn de kosten voor vliegveld Lelystad t.0.v.
de locaties in Zuidelijk Flevoland 40000 tot 50000 gulden hoger. Het
verschil tussen LZ 8 en GZ 12 blijft beperkt tot ongeveer 10000 gulden.
Een tweede benadering is uit te gaah van een tariefverhoging van
f 8,00 per ha voor te bespuiten percelen die verder dan 8 5 10 km vanaf een vliegveld liggen. De extra berekende kosten voor vliegveld Lelystad t.0.v. LZ 8 zijn dan ca. 30.000gulden en van GZ 12 t.0.v. LZ 8 ongeveer 12.000.
De gevolgen van een tariefverhoging van acht gulden per ha bij langere
vliegafstanden is voor een individueel akkerbouwbedrijf in onderstaande tabel vergeleken.
Tabel 8. Kostenvergelijking per akkerbouwbedrijf bij verschillende
vliegaf standen
.'
Bouwplan
Aantal
bespuitingen
Totaal aantal ha
Vliegafstanden en tarief
. I
-
10 - 20 km
f 34,-/ha
1Okm
f 26 ,-/ha
.
Aard
Suikerb.
Uien
Granen
Handelsgewassen
.
. .
15
15
4
13
ha
ha
ha
ha
10
2
8
2
150
30
32
26
3900
780
832
676
3 ha
2
6
156
204
244
6344
8296
50 ha
,
'
5100
1020
1088
884
Het niet te verwaarlozen verschil in kosten per bedrijf, ca. f 2.000,per jaar, kan de keuze van uitvoering, m.b.v. eigen landmachine of met
vliegtuig beinvloeden en mogelijk het totale vliegtuig gebruik beperken.
4. MEDEGEBRUIK LUCHTVAARTSPORTEN
.
...
Landbouwvliegveldjes worden qua ruimte voor het eigenlijke doe1 beperkt
.
3.. 75 m,,wordt slechts
gebruikt. Van de bruto-velden, 800 3. 1000 m bij 60
een beperkte breedte t.b.,v. het starten en landCn gebruikt; De ove;ige
ruimte wordt, althans bij door particulieren in gebruik zijnde veldjes,
gebruikt voor grasproduktie. Het nadeel van deze methode is dat bij
langdurig nat weer, waardoor de startbaan minder voor gebruik geschikt
wordt, nKet altijd (0.a. bij het voorkomen van .lang gras) kan worden
gebruikt.
Financieel is deze methode aantrekkelijk omdat de verschuldigde pachtprijs van 700 - 750 guldenfha (totaal 3700 - 4500 gulden voor een groot
deel door onderverpachting of verkoop van grasoogst kan worden teriggedrongen tot 1000 - 1500 gulden.
~odelvliegen(radiografisch bestuurd)
De benodigde bruto-oppervlakte van het terrein is ca. 100 x 100 m.
Het start- en landingsvlak moet minimaal 80 x 200 m zijn.
Zeilvliegen .
Het uiterst lichte vliegtuigje bestaat uit een deltavormig frame dat
met kunststof is bespannen. In Nederland worden lessen gegeven van
hoogten in.het-landschap, bij voorbeeld duinen. In Zuidelijk Flevoland
is hiertoe de oprit van de.Stichtse Brug gebruikt. Door gebruik te maken van lichaams- en of luchtverplaatsingskracht komt het toestel van
de. grond. De besturing vindt plaats door,1ichaamsverplaatSiDg en/of
stuurvlakken. Om reden .dat een zendlichaam als oefenheuvel, met.een
hoogte v a n 1 5 2 2 5 m nodig is blijft deze luchtvaartsport,, in combinatie met spuitvliegen, buiten beschouwing. :
,
.
,
.
Microlightvliegen
.
.
,
-
.-
. .
De uitrustingbestaat eveneensuit een bespannen buizenframe. Hieraan
wordt een gemotoriseerd onderstel met schroef bevestigd. Het totale gewichtbedraagt niet meer dan 70 kg. Onderscheiden wordt:
a. gemotoriseerde zeilvliegen.,Detoestellen worden bestuurd d.m.v.
lichaam~verplaatsin~.
Bij-het lessen wordt' het toestel m:b .v. een
auto omhoog getrokken.
b. gemotoriseerde glijvliegtuigen. Het'gemotoriseerde onderstel is te- . vens voofiien' van stuurvlakken en. een zitplsats voor' de vlieger.
De startlengte is minder dan 25 meter. Voor gemotorise,erd zeilvlie.
gen is een terreinafmeting van 50x100 m nodig.
'
Voor incidentele beoefening van de luchtvaartsporten, zowel modelvliegen als gemotoriseerd zeil- en glijvliegen voldoen de afmetingen van
e& landbouwvliegveld. Bij een permanent gebruik van een landbouwvliegveld voor luchtvaartsporten zal een intensiever maairegime noodzakelijk
zijn. De grasopbrengsten zullen echter,.vooral als wordt overgegaan
tot het geven van lessen m.b.v. auto's, wedstrijden en demonstraties,
naar verwachting te verwaarlozen zijn. De financizle aspecten bij alleen gebruik voor landbouwluchtvaart en gecombineerd gebruik, wordt in
onderstaand schema weergegeven.
Financieel aspect bij gebruik van een vliegveld. Afmetingen 800x65 m =
ca. 5.00 ha
~lleengebruik voor landbouwluchtvaart
..
Uitgaven
Pacht
Gecombineerd gebruik landbouwluchtvaart en luchtvaartsporten
,
,
. .. .
3750
3750.
3750
2250
Pacht
Maaien 6(5x75)
.
.
3750
Inkomsten
2500
Grasopbrengst
1250
Kos ten
Modelvliegen 1000 1 )
Glijvliegen 1800
2800
3200
1) kosten die momenteel bij de verenigingen in rekening worden gebracht.
Voor een' landbouwluchtvaartondernemer is alleen gebruik (met verkoop
van gras) aantrekkelijker dan gecombineerd gebruik met luchtvaartsporten.
zijn met uitzondering van de wintermaanden reDe landb~u~lie~veldjes
gelmatig t.b.v. landbouwvluchten in.gebruik. Eisen m.b.t. weersomstand'ighedenzijn voor beide doeleinden grotendeels overeenkomstig. Alleen
op de zondagen worden geen bespuitingen met vliegtuigen uitgevoerd.
Veelal worden bespuitingen in de vroege ochtenduren en in de avonden
uitgevoerd, dit i.v.m. beperkingen t.a.v. hogere windsnelheden en te
hoge"imperatureh overdag, hetgeen drift tengevolge kan hebben .(zie
bijlage 2).
. ..
:
Spuitvliegen en het gelijktijdig.uitoefenen van luchtvaartsport~qis
uit veiligheidsoverwegingen niet toegesfaan. Gezien, uitgeoznderd op
zondagen, de prioriteit bij .bet spuitvliegen zal liggen en dezebedrijfstak naar verwachting geen verbintenis,ial.aangaanop grond van afspraken over gebruikstijden, ligt medegebruik niet voor de hand. Dit te meer
omdat het financieel niet aantrekkelijk is en het gecombineerd gebruik
de nodige cozrdinatie vereist.
5. OVERWEGINGEN M.B.T. DE VOORKEURSPLAATS
In .ZuidelijkFlevoland'is.op LZ 8 een-tijdelijklandbouwvliegveldje
t.b.v. het grootlandbouwbedrijf van de R.I.J.P. gevestigd. Om reden'dat
zich medegebruikers; m.n. spuitbedrijven t.b.v. verzorging vangewassen op verpachte bedrijven en verenigingen van luchtvaartsporten, aandienen envoor dit terrein een meer definitieve status verkrijgt, is
nagegaan in hoeverre deze,locatie is afgestemd op de eindsituatie van.:
. .
Zuidelijk Flevoland.
. I.
.
.
:
,
.
-.
Naast enkele randvoorwaarden kan de keuze 'van locatie afhankelijk.worden gesteld van een politieke of beleidsbe~lissin~
0.a. het spuiten van
chemische middelen m.b.v.. vliegtuigen inhetalgemeen en ondersteuning
van een reeds bestaand terrein met diverse voorzieningen zoals vliegveld Lelystad.
.
. ..,
. .
..
.
-
,
.. ..
. ..
..
. .
De Wet Geluidhinder.bevat regels inzake hetvoorkomen of beperken van.
geluidshinder en .beoogt.vooral.een co6rdinatie van geluidsbestrijding.
Dit behelst dat voor gebieden waar geen of nauwelijks .bewoning plaatsvindt o.a. 'in-bosen natuurgebieden, ili.de aan te w i jzen specifieke
stiltegebieden maar ook'in agrarische gebieden geluidsbronnen dienen
te worden geweerd. Wegen en spoorlijnen krijgen een ruiszone..De zgn.
ruiszones worden geschikt geacht om lawaaibronnen op te nemen.
Zonder de Wet Geluidhinder exact te interpreteren verdient de ruiszone
langs RW 6 boven andere wegen de voorkeur omdat een meer of mindere
bundeling ontstaat met de ruiszone van de parallel lopende spoorlijn
Almere-Lelystad. Bovendien wordt een redelijke relatie verkregen met
het bedrijventerrein Almere-Buiten.
Indien om redenen als verscherpte voorschriften of verbeterde spuittechnieken het vliegtuigspuiten wordt teruggedrongen tot ongeveer de
helft van het huidige gebruik is het te overwegen geen vliegveld in
Zuidelijk Flevoland te exploiteren.
.
.
Anderzijds is berekend dat bij inte~siveringvan het vliegtuigspuiten
van 12% naar 20%, om reden dat de zware gronde~in Flevoland op zichzelf en bovendien een daardoor hoog percentage consumptieaardappelen
is te verwachten, zich lenen voor het gebruik van vliegtuigen, de totale kosten per jaar bij gebruik van vliegveld Lelystad t.0.v. LZ 2 toenemen van 40000 tot 92000 gulden.
Op basis van economische overwegingen verdient situering in ~uidelijk
~livoland t.0.v. vliegveld Lelystad .voorkeur. Door de aanmerkelijk
langere vliegafstanden bij gebruik van vliegveld Lelystad zijn de extra
kosten t.0.v. LZ 8 en GZ 12 (ruiszone RW 6) resp. 32.000 en 24.000
gulden per jaar hoger (dit afgestemd op 12% van de bedrijven, in eindsituatie,met vliegtuigen worden behandeld). Dit betekent een meerprijs
van vier 5 vijf gulden per ha.
De kosten Soor het gebruik van de decentrale locatie in de ruiszone
van RW 6 zijn ca. 75001gulden per jaar hoger dan bij het gebruik van
de centrale locatie LZ 8. Dit'komt overeen met gemiddeld ruim een gulden per ha per jaar.
Celet op de planologische aspecten verdient vestiging in de ruiszone de
voorkeur boven LZ 8. Men kan stellen dat de gemiddelde extra kosten
(ruim een gulden per.ha per jaar) opwegen tegen het voordeel van bundeling van geluidsbronnen. Het is we1 zaak dat de spuitbedrijven de extra
kosten gemiddeld over het totaal areaal omslaan. Indien deze'bedrijven
tariefverhoging toepassen per individueel bedrijf kan dit tot ca. 2000
gulden per jaar per veraf gelegen bedrijf oplopen. Bij een gemiddelde.
aanslag beperkt het zich tot 250 gulden per jaar voor alle bedrijven.
Spuitvliegen en gelijktijdige beoefening van een luchtvaartsport is uit
veiligheidsoverwegingen niet gewenst en toegestaan. Om reden dat de ,
landbouwbespuitingen ook in de avonduren en op zaterdagen worden'uitgevoerd, conflicteren de gebruikstijden met de tijden waarop luchtvaartsporten worden beoefend. Luchtvaartsporten vragen een zwaarder maairegime dan het spuitbedrijf. Dit betekent dat de onderhoudskosten stijgen en de grasopbrengsten afnemen. De geldelijke opbrengst van het gras
wordt slechts ten dele door een pachtvergoeding van een luchtvaartsportvereniging gecompenseerd. Uitgezonderd op zondagen zalde prioriteit
bij het spuitvliegen liggen en afspraken over gebruikstijden zijn voor
beide partijen niet aantrekkelijk. De diverse genoemde aspecten aspectenmaakt medegebruik niet aantrekkelijk (zie " ~ s ~ e c t einzake
n
de situering van luchtvaartsporten in Zuidelijk Flevoland" door
W.J.A. Tieenk Willink en H.J. Wardenier). ,
LITERATUUR
1.
Wet Geluidhinder
2.
Luchtvaartwetgeving
3.
Nota Lawaaisporten
's-Hertogenbosch
4. De Jong, N.F.
De wenselijkheid van'vliegstrips
voor de landbouwluchtvaart ,en het
recreatieve medegebruik voor luchtsportdoeleinden
Notitie juni 1981
5. Hartmans, D.
Vliegtuigbespuitingen in opmars
Artikel Plattelandspost 1981
6.
Verantwoorde gewasbescherming
Uitgave van de Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie (Nefyto)
-
Stadsgewest
~estrijdingvan ziekten en plagen
met van het vliegtuig
~erichtPlantenziektenkundige Dienst
26-6-81
8. Koch, V.J.M.
Naar verbetering van spuittechnieken
Landbouwkundig tijdschrift 93 (1981)
9. Padmos
Bij Comstrijen in Numansdorp lopen
landbouwzaken redelijk naar wens
Plattelands Post (december 1981)
10. Ommeren, J.
Een vliegtuig is ook een werktuig
Boerderij (juli 1981)
11. Wouters, L.J.A.
Biologische bestrijding van insecten
met parasitaire aaltjes.
- 50 jaar onderzoek door.de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders
Dee1 I1 (band A) 1981
Landbouwkundige en financigle aspecten t.0.v. gebruik landmachines
Op een deel van de akkerbouwbedrijven wordt voor het uitvoeren van gewasbespuitingen voorkeur gegeven aan het vliegtuigspuiten boven het
gebruik van landmachines. Op andere bedrijven wordt geen of slechts in
noodsituaties een beroep op de landbouwluchtvaartbedrijven gedaan.
Voorkeur voor het vliegtuigspuiten stoelt op:
a. spuitsporen worden voorkomen;
b. geen beschadiging van de gewassen;
c. de moeelijkheid een bespuiting uit te voeren, wanneer de grond te
nat is voor rijdende spuitmachines.
Vliegtuigen worden hoofdzakeIijk ingezet voor het spuiten van fungiciden en insecticiden. Toepassing van doodshoofdmiddelen, onkruidbestrijdingsmiddelen en loofdoodmiddelen met vliegtuigen worden ontraden.
Dit geldt tevens voor middelen welke onder de omstandigheden van de
toepassing, schadelijk kunnen zijn voor vissen.
Omdat op vele bedrijven t.b.v. onkruidbestrijding en het doodspuiten
van aardappelen een landmachine aanwezig is, zal uit economische overwegingen minder snel tot vliegtuigbespuitingen worden overgegaan.
Het overgrote deel van de vliegtuigbespuitingen (ca. 213 deel) worden
tegen Fytophtora infestans in aardappelen uitgevoerd. Uit een vierjarig onderzoek door het P.G.A.V.-Lelystad worden m.b.t. de economische
verantwoording van vliegtuigbespuitingen t.0.v. landmachines, de volgende conclusies getrokken.
- Consumptieaardappelen
Bij een opbrengstverlagend effect van spuitsporen vanaf 1300 kg afleverbaar produkt per ha en een gemiddelde prijs van 20 centlkg zal
de financizle opbrengst met ongeveer 260 gulden per ha teruglopen.
- Pootaardappelen
Bij een opbrengstderving van 1,5%, een oogst van 30 ton/ha en een
pootgoedprijs van 50 centlkg is de opbrengstverlaging financieel,
450 kg B f 0,50 = f 225,-/ha.
Bij een contractueel vastgesteld bespuitingstarief van f 26,-/ha
blijkt dat de vliegtuigbespuitingen (consumptieaardappelen 10 maal en
pootaardappelen 5 B 6 maal per jaar) grotendeels worden terugverdiend.
Dit zonder rekening te houden met werkbesparing en afschrijvingskosten van eigen materiaal.
Opgemerkt wordt dat de tarieven t.0.v. de laatste vier (0nderzoeks)jaren, worden verhoogd.
Bijlage 2
Beperkingen en voorzorgsmaatregelen m.b.t. het vliegtuigspuiten
Bij onzorgvuldige uitvoering van vliegtuigbespuitingen zijn de risico's
t.0.v. landmachines groter. Dit geldt met name voor de middelen die in
zeer geringe hoeveelheden schade aan andere gewassen kunnen veroorzaken.
Toepassing van doodshoofdmiddelen, onkruidbestrijdingsmiddelen en loofdoodmiddelen m.b.v. vliegtuigen wordt ontraden! Verder is door de
Plantenziektenkundige Dienst een lijst van een aantal middelen, waarvoor
een verbod voor gebruik met landbouwvliegtuigen geldt, samengesteld.
Door de Plantenziektenkundige Dienst-en de Consulentschappen voor
Plantenziekten en Onkruidbestrijding, zijn m.b.t. het spuiten met
vliegtuigen, de volgende beperkingen en voorzorgsmaatregelen opgesteld.
-
De toediening van bestrijdingsmiddelen met vliegtuigen moet met de
meeste zorg worden uitgevoerd, rekening houdende met de hieraan verbonden risico's. Men dient er rekening mee te houden, dat ook de minder giftige middelen, wanneer zij buiten het te bespuiten gewas terecht komen, bezwaren oproepen. Te allen tijde dient te worden vermeden dat middelen op wegen, in kanalen of andere oppervlaktewateren
terechtkomen.
- Voor
behandeling met een vliegtuig komen alleen percelen in aanmerking die qua grootte en ligging zodanig zijn dat er geen gevaar voor
mens en dier, aangrenzende gewassen en woningen met hun tuinen kan
optreden. Verder dient voldoende afstand in acht te worden genomen
tot andere bebouwing, zwembaden, kampeerterreinen en beschermde
natuurgebieden. Percelen die kleiner zijn dan 2 ha komen slechts-bij
uitzondering voor bespuiting m.b.v. een vliegtuig in aanmerking. Ook
bossen, boomgaarden en laanbomen lenen zich als regel niet voor behandeling, omdat op relatief grote hoogte moet worden gevlogen.
- Wind, thermiek en luchtturbulenties kunnen de spuitnevel tot buiten
het te bespuiten perceel verplaatsen. In geen geval mag bij een windsnelheid van 5 m per seconde of hoger worden gespoten.
-
Het openen en sluiten van de spuitkraan moet op het juiste moment en
wanneer het vliegtuig op spuithoogte vliegt (max.. 3 m boven de top
van het gewas) geschieden. Is het i.v.m. obstakels nodig om v66r het
einde van de s~uitbaanop te trekken, dan'dient de spuitkraan voor
het optrekken gesloten te worden. Het perceel kan door 66n of meer
dwars getrokken spuitbanen worden afgewekt. Op deze wijze wordt voorkomen dat er spuitvloeistof buiten het te behandelen perceel terecht
komt.
-
~ i een
j hoge temperatuur en een lage luchtvochtigheid zal een snelle
verdamping van de spuit~loe~stof
optreden, die niet alleen nadelig
is voor het resultaat van de bes~uitingmaar ook drift kan veroorzaken. Indien de weersomstandigheden niet geschikt zijn voor het spuiten met een vliegtuig, dient de bespuiting uitgesteld te worden.
- Het bestrijdingsmiddel mag beslist niet terecht komen op andere gewassen; in het bijzonder geldt dit voor gewassen.die voor consumptie
door mens (groente in tuinen) of dier (gras, klaver of luzerne) zijn
bestemd. Ook op veevoedergewassen, die gehooid, gedroogd of gekuild
worden mag geen spuitvloeistof terechtkomen. Wanneer onverhoopt toch
spuitvloeistof terechtkomt op groente of (voeder)gewassen dient de
eigenaar van het perceel daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte
te worden gesteld.
'
-
Bijlage 3
Blad 1
Wettelijke voorschriften, beperkingen en voorzorgsmaatregelen m.b.t.
gewasbeschermingsmiddelen
De toediening van bestrijdingsmiddelen met vliegtuigen moet-zorgvuldig
worden uitgevoerd. Dit geldt zeker voor de middelen, met een grote
directe giftigheid voor mens en dier en middelen die in.zeer geringe
hoeveelheden schade aan andere gewassen kunnen veroorzaken. T.o.v. de
uitvoering met landbouwmachines zijn de risico's groter.Ter bescherming van de consument en het milieu, alsmede door de toepassing,bestaan wettelijke voorschriften. De belangrijkste wettelijke voorschriften worden in het kort genoemd.
-
Bestrijdingsmiddelenwet 1962
Deze wet is in 1964 in werking getreden en nadien bij de Wet van 5
juni 1975 ingrijpend gewijzigd. De ~estrijdingsmiddelenwetis een
zogenaamde Raarnwet. De belangrijkste uitvoeringsmaatregelen zijn
vastgelegd in een aantal genoemde beschikkingen en besluiten 0.a.
- Bestrijdingsmiddelenbeschikking
De beschikking geeft onder meer de aanwijzingen en voorschriften omtrent de opschriften aan of bij de verpakking en over de toelatingsprocedure. Alvorens een bestrijdingsmiddel wordt toegelaten en in de
handel mag worden aangebracht, wordt het aan een aantal criteria getoetst. Deze kunnen als volgt worden samengevat:
a. het middel moet deugdelijk zijn voor het doe1 waarvoor het is bestemd;
b. bij gebruik volgens het voorschriftmogen geen schadelijke nevenwerkingen optreden. Onder nevenwerkingen wordt onder meer verstaan het schaden van de volksgezondheid en het in gevaar brengen
van de veiligheid van degenen die het middel toepassen. Voorts
mag de hoedanigheid van de betrokken eet- en drinkwaren niet worden aangetast en evenmin mag het middel schade toebrengen aan
planten of dieren waarvan de instandhouding gewenst is. Ook de
eventuele schadelijke effectenvanhet middel op bodem, water en
lucht dienen nauwkeurig te worden onderzocht.
Bij het onderzoek t.a.v. nevenwerkingen en het gedrag in de bodem
worden de overheidsinstanties de Planteziektenkundige Dienst (P.D.)
te Wageningen en het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (R.I.V.)
te Bilthoven betrokken.
- Bestrijdingsmiddelenbesluit
Dit besluit omvat de voorschriften omtrent het veilig werken met en
de opslag van beschermingsmiddelen.
-
Residubeschikking
In,'deresidubeschikking wordt t.a.v. tal van werkzame stoffen de residutolerantie aangegeven, uitgedrukt in mg/kg (miligramen van het
residu per kilogram van het produkt). Residutolerantie is "het toelaatbare residu" of, anders gezegd: de hoogst toelaatbare hoeveelheid
van de werkzame stof of eventuele giftige omzettingsprodukten daarvan. Dergelijke residutoleranties worden onder meer vastgesteld voor
groenten, fruit, aardappelen, granen en waar dit noodzakelijk is, voor
produkten van dierlijke oorsprong.
Bij de vaststelling van de maximaal toegestane residuen wordt met
twee gegevens rekening gehouden. Enerzijds wordt gelet op de hoogte
van de residuen die voorkomen na goed landbouwkundig gebruikvan het
Bijlage 3
Blad 2
bestrijdingsmiddel met inachtneming van de veiligheidstermijn. Deze
veiligheidstermijn is de wettelijk voorgeschreven periode v66r de
oogst van het produkt, gedurende welke het middel niet mag worden
toegepast. Anderzijds wordt rekening gehouden met een internationaal
aanvaarde maatstaf, die met AD1 wordt aangeduid (Acceptable Daily
Intake: Aanvaardbare Dagelijkse Inname). Deze AD1 is de hoeveelheid
van de betreffende stof welke dagelijks gedurende het gehele leven
kan worden ingenomen zonder risico voor de menselijke gezondheid.
Het vaststellen van de toelaatbare hoeveelheid residuen is niet alleen een Nederlandse aangelegenheid. In Europees en mondiaal verband
wordt veel aandacht aan dit aspect besteed.
-
Wet gevaarlijke stoffen
Een groot aantal gewasbeschermingsmiddelen is wat betreft her vervoer onderworpen aan de Wet gevaarlijke stoffen. Deze wet schrijft
tevens voor 'welke verpakkingen moeten worden gebruikt.
-
~inderwet/milieuwetten
De produktie, formulering en opslag van gewasbeschermingsmiddelen
zijn onderworpen aan de bepalingen van de Hinderwet. Nauw verbonden.
met de Hinderwet zijn de milieuwetten: de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren, de Wet op de Luchtverontreiniging en de Wet Bodembescherming. Afzonderlijke vermelding verdient de Wet Chemische Afvalstoffen; hiermee hebben vooral de producenten van de beschermingsmiddelen te maken.
..
,..
.
I'