Personeelsbeleid rond preventie seksueel misbruik

Personeelsbeleid rond de preventie van
seksueel grensoverschrijdend gedrag | seksueel misbruik
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................... 1
1. Wet en regelgeving .............................................................................................................................. 2
2. Preventief personeelsbeleid ................................................................................................................ 3
Aannamebeleid .................................................................................................................................... 3
Toerusten medewerkers | zorgen voor deskundigheid ........................................................................ 4
Coaching en sturing medewerkers ...................................................................................................... 5
Verminderen van risicofactoren ........................................................................................................... 6
Consultatiemogelijkheden .................................................................................................................... 6
Interne meldplicht en protocol .............................................................................................................. 7
Valkuilen............................................................................................................................................... 7
Zorg voor een goed curatief personeelsbeleid .................................................................................... 7
Bronnen ................................................................................................................................................... 9
Bijlage 1.
Wettelijk kader ................................................................................................................... 10
Aansprakelijkheid werkgever ............................................................................................................. 10
Goed werkgever- en werknemerschap .............................................................................................. 10
Sociaal beleid ..................................................................................................................................... 11
Arbo-wet ............................................................................................................................................. 11
Inspectierichtlijnen ............................................................................................................................. 11
Zorgvuldigheidsplicht hulpverlener (Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst) ......................... 12
Kwaliteitswet zorginstellingen ............................................................................................................ 12
Onrechtmatige daad .......................................................................................................................... 12
Wetboek van Strafrecht Artikel 249 (ontucht met misbruik van gezag) ............................................. 13
Bijlage 2.
Gedragscode preventie seksueel grensoverschrijdend gedrag door medewerkers ......... 14
Voorbeeld gedragscode ..................................................................................................................... 14
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
Inleiding
Cliënten in de jeugd- en gehandicaptenzorg zijn vanwege hun afhankelijkheidspositie extra kwetsbaar
om seksueel grensoverschrijdend gedrag | seksueel misbruik door medecliënten en door
medewerkers mee te maken. Maar ook medewerkers kunnen kwetsbaar zijn voor seksueel
grensoverschrijdend gedrag door cliënten. Een gericht personeelsbeleid kan bijdragen aan de
preventie van seksueel misbruik. Deze notitie gaat in op wat een organisatie kan ondernemen om een
preventief personeelsbeleid te voeren.
Let wel, deze notitie gaat in op een deelaspect van preventief beleid.
Het is belangrijk is dat het personeelsbeleid is gebaseerd op, en ingebed in een breder
bejegeningsbeleid ‘wat zijn onze manieren’. Hiermee kan worden voorkomen dat de aandacht vooral
uitgaat naar het negatieve met de kans dat intimiteit en seksualiteit in een negatieve sfeer komen en
dat de nadruk ligt op het vermijden van risico’s.
Wanneer beleid rond seksualiteit en seksueel misbruik daadwerkelijk is ingebed in het algemene
bejegeningsbeleid, zijn er ook meer mogelijkheden en garanties om de bespreekbaarheid van
seksualiteit en seksueel misbruik te vergroten. Immers, wanneer er in de alledaagse omgang binnen
de instelling aandacht is voor beroepshouding, het hanteren van grenzen, het omgaan met dilemma’s
en/of handelingsverlegenheid, dan is er een belangrijke basis om ook meer gevoelige onderwerpen
aan de orde te stellen.
De opbouw van de notitie is als volgt:
In Hoofdstuk 1 wordt het wettelijke kader rond de preventie en aanpak van seksueel
grensoverschrijdend gedrag geschetst.
Hoofdstuk 2 behandelt de mogelijke preventieve maatregelen.
Hoofdstuk 3 beschrijft de mogelijke handelswijzen als werkgever in het geval een medewerker
verdacht wordt van seksueel grensoverschrijdend gedrag en de mogelijke maatregelen die kunnen
worden getroffen.
Marijke Lammers
Nijmegen april 2014
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
1. Wet en regelgeving
Personeelsbeleid moet natuurlijk voldoen aan de eisen die de wet stelt. Zo is bij de omgang met
(vermoedens van) seksueel misbruik door een medewerker niet alleen het arbeidsrecht gemoeid,
maar ook wettelijke bepalingen uit het civielrecht, gezondheidsrecht en strafrecht. Deze wet- en
regelgeving biedt niet alleen een kader, maar maakt ook de juridische noodzaak van een
personeelsbeleid inzake seksueel misbruik duidelijk.
De inhoud van de diverse wetten komt in grote lijnen neer op de verantwoordelijkheid van de
organisatie / werkgever om een beleid te voeren opdat werknemers en cliënten van de organisatie
worden beschermd tegen seksuele intimidatie.
Zo wordt in de Wet op Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) een
zorgvuldigheidsnorm aangegeven. Is de organisatie geen 'goed hulpverlener' geweest, dan kan de
organisatie daarvoor aansprakelijk worden gesteld. Naast het gestelde in de WGBO is er in het kader
van het civielrecht in het geval van seksuele intimidatie sprake van een onrechtmatige daad. De
organisatie kan door zowel dader als slachtoffer worden aangesproken op het feit dat er verwijtbaar
onvoldoende toezicht is geboden.
In het Burgerlijk Wetboek en de CAO zijn het beginsel van goed werkgever- en werknemerschap
vastgelegd. De werkgever moet zorgen voor onder meer goede toerusting en bescherming van het
personeel. De werknemer verantwoordelijk voor goed werknemerschap en zorgvuldig handelen.
Daarnaast heeft de werknemer indien deze onder de BIG-wet valt een zorgvuldigheidsplicht als
hulpverlener. Ook de aansprakelijkheid van de werkgever is in het Burgerlijk Wetboek vastgesteld.
In de Kwaliteitswet is een wettelijke meldplicht opgenomen voor het melden van seksueel misbruik
van en door cliënten. Deze Kwaliteitswet wordt naar verwachting vervangen door de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz), waarin de omschrijving van seksueel misbruik en
calamiteiten wordt uitgebreid met geweld. Dit heeft gevolgen voor de meldplicht naar de Inspectie voor
de Gezondheidszorg (IGZ).
Sinds 1994 bepaalt de Arbo-wet (Artikel 3) dat organisaties zorg moeten dragen voor bescherming
van werknemers (inclusief stagiaires, leerlingen en uitzendkrachten) tegen seksuele intimidatie (en
agressie) door personeel en door gebruikers (cliënten) of bezoekers van de organisatie. De
werknemer kan wanneer de werkgever onvoldoende maatregelen treft, schadevergoeding van de
werkgever eisen. Ook cliënten moeten volgens artikel 30 van de Arbo-wet op hun beurt beschermd
worden tegen seksuele intimidatie door werknemers, medecliënten of andere aanwezige personen.
In de Arbo-wet is een verplichting opgenomen voor de werkgever om een risico-inventarisatie en
evaluatie uit te voeren. Ook de opvang van schokkende gebeurtenissen moet zijn geregeld.
Verder is het Strafrecht van toepassing. Diverse vormen van seksueel misbruik zijn strafbaar, waarbij
met name artikel 249 van belang is omdat dit artikel handelt over 'ontucht met misbruik van gezag'
waarbij een strafverzwaring geldt voor degenen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg, of
maatschappelijke zorg en ontucht pleegt met iemand die zich als hulpvrager aan zijn hulp/zorg heeft
toevertrouwd.
In bijlage 1. vindt u een uitgebreidere beschrijving van de relevante wet- en regelgeving.
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
2
2. Preventief personeelsbeleid
Het voeren van een gericht personeelsbeleid kan een belangrijke bijdrage leveren aan de primaire
(het voorkómen) en secundaire preventie (het tijdig signaleren en doen stoppen) van seksueel
grensoverschrijdend gedrag | seksueel misbruik van cliënten. Te overwegen is om ook het beleid rond
de preventie van grensoverschrijdend gedrag door cliënten | ouders naar medewerkers bij het
preventief personeelsbeleid te betrekken. Immers in een klimaat waarin medewerkers zelf weinig
respectvol worden behandeld, is niet alleen een veilige werkomgeving, maar ook de kwaliteit van zorg
en dienstverlening in het geding. In de omgang met cliënten kan sneller normvervagingen optreden en
cliënten worden met ongewenst voorbeeldgedrag geconfronteerd.
Een duidelijke normering rond gewenste en ongewenste omgangsvormen (gedragscode) en goede
communicatie over wat in de organisatie wel en niet geoorloofd is, kan een belangrijke preventieve
werking hebben. Op grond van een duidelijke normering kunnen medewerkers worden aangesproken
op hun gedrag (werkbespreking, functioneringsgesprekken e.d.) en kunnen eventuele corrigerende
maatregelen of sancties worden gesteld.
Hierbij is het wel cruciaal dat er oog is voor het feit dat de erkenning van seksueel misbruik, het besef
dat een grens zo makkelijk is overschreden, een hoop onzekerheden met zich mee brengt en vanzelfsprekendheden heeft aangetast. Er wordt nogal wat gevraagd van medewerkers. Het is belangrijk
aandacht te hebben voor vragen en onzekerheden die bij werkers worden opgeroepen. Want hoe doe
je dat 'professionele intimiteit'? Hoe zie je wat iemand bedoelt, waar hij of zij behoefte aan heeft? Hoe
kun je dichtbij komen en laten komen en tegelijkertijd voldoende professionele afstand bewaren? Dat
zijn vragen en dilemma’s die zich in de dagelijkse omgang met cliënten blijven opdringen en die niet
met 'mag wel' of 'mag niet' te beantwoorden zijn.
Leidinggevenden spelen een belangrijke rol bij de preventie van ongewenste omgangsvormen. Zij
vervullen een voorbeeldfunctie en kunnen bijvoorbeeld tijdens het werkoverleg aandacht besteden
aan dit onderwerp, en zorg dragen voor het maken (en nakomen) van afspraken rondom gewenst
gedrag. Leidinggevenden hebben ook een taak in het scheppen van randvoorwaarden voor de
uitvoering van het afgesproken beleid. Vanzelfsprekend vervult ook elke medewerker een
voorbeeldfunctie en heeft hij/zij de taak om ongewenste omgangsvormen aan de orde te stellen en
seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel misbruik te signaleren en melden volgens het
beleid van de organisatie.
Hieronder enkele mogelijkheden voor het voeren van een preventief personeelsbeleid.
Aannamebeleid
Een van de preventieve maatregelen is een goede en strenge selectie aan de voordeur. De
organisatie heeft als werkgever bij het aannemen van nieuw personeel een onderzoeksplicht. Een
gedegen sollicitatieprocedure, waarvan onderstaande zeken deel uitmaken is van belang.
Vormgeving

1
Analyse curriculum.
Het curriculum bekijken op onder meer wisselingen en gaten en de sollicitant1 vragen naar de
reden van zijn/haar vertrek bij de vorige werkgever.
Onder sollicitant en medewerker wordt ook verstaan: stagiaire, vrijwilliger, uitzend- en invalkracht.
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
3






Attitude sollicitant t.a.v. de thematiek bespreken. Aandachtpunten hierbij zijn:
- Het kunnen hanteren van eigen grenzen en die van de cliënt.
- Kunnen hanteren van een beroepshouding: omgaan met macht en onmacht; professionele
betrokkenheid en distantie.
- Attitude en nomen en waarden van de sollicitant t.a.v. omgangsvormen, seksualiteit, macht,
agressie en seksueel misbruik.
- Opleiding en/of ervaringen op dit punt in een vorige werksituatie.
Gedragscode bij arbeidscontract.
Om de gewenste bejegening en grenzen in het contact tussen medewerkers en cliënten en
medewerkers onderling duidelijk te maken, is het belangrijk een gedragscode voor medewerkers
te hanteren. Het hanteren van een gedragscode biedt een duidelijke norm waaraan
grensoverschrijdend gedrag gerelateerd en bespreekbaar gemaakt kan worden in bijvoorbeeld
beoordelings- of functioneringsgesprekken. Ook biedt de gedragscode een organisatie de
mogelijkheid bieden om bij overschrijding ervan eventueel ontslag aan te vragen.
Bij medewerkers die reeds werkzaam zijn binnen de organisatie is het belangrijk na te gaan op
welke manier de gedragscode van toepassing wordt gemaakt.
Organisaties hanteren wellicht al een algemene gedragscode. Dan is het zaak gerichte zaken
rond de preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag | seksueel misbruik op te nemen.
 Een voorbeeld gedragscode vindt u in Bijlage 2.
VOG Verklaring Omtrent Gedrag.
De minister van VWS heeft in 2012 een brief naar de bestuurders van alle (geregistreerde)
zorginstellingen gestuurd waarin ze aandacht vraagt voor het belang van een adequaat
antecedentenonderzoek naar het functioneren in het verleden van toekomstige medewerkers
(vergewisplicht) en het gebruik van de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).
In 2007 heeft de VGN samen met cliëntorganisaties, Mee Nederland en werknemersorganisaties
het Convenant preventie seksueel misbruik afgesloten waarin is opgenomen dat bij het
bekendmaken van een vacature de werkgever altijd vermeldt dat sollicitanten geacht worden aan
deze voorwaarde te kunnen voldoen.
Vragen om goedkeuring opvragen referenties.
Dit is een discussiepunt. Het advies van de VGN enkele jaren geleden, hield in dat de organisatie
nadrukkelijk schriftelijk toestemming vraagt aan de sollicitant om bij vorige werkgever(s)
referenties in te winnen op het terrein van bejegening; de omgang met machtsongelijkheid,
misdragingen en seksueel misbruik. Echter de huidige regelgeving en praktijk kent over het
algemeen niet het geven van gedetailleerde en negatieve referenties over een (ex)werknemer
BIG-registratie.
Inwerkprogramma
Aandacht voor bejegening, seksualiteit en preventie en aanpak seksueel misbruik in het
inwerkprogramma van nieuwe medewerkers; toelichten visie, beleid, richtlijnen en protocol.
Toerusten medewerkers | zorgen voor deskundigheid
De aard van de ondersteuning van cliënten vraagt om nabijheid en aanraking. Dit is niet alleen voor
cliënten, maar ook voor medewerkers een kwetsbaar gebeuren. Hierbij wordt een groot beroep
gedaan op de integriteit en beroepshouding van medewerkers. Een onderdeel hiervan is dat
medewerkers in staat zijn een vertrouwensband met cliënten op te bouwen vanuit een functionele
betrokkenheid. Dit betekent dat er wel plaats is voor vertrouwdheid, affectie en lichamelijk contact,
maar niet voor seksualiteit, of een te grote emotionele verwevenheid tussen medewerker en cliënt.
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
4
Medewerkers verdienen voldoende toerusting, begeleiding en ondersteuning om hen in staat te stellen
in hun directe contact met cliënten professioneel om te gaan met (grenzen aan) intimiteit en
lichamelijkheid. Ook moeten zij voldoende zijn toegerust om signalen die op grensoverschrijdingen of
seksueel misbruik te kunnen duiden en onderkennen.
Verder is het belangrijk te voorkomen dat er door het hanteren van professionele grenzen een taboe
ontstaat op dichtbijheid en alle (niet-functionele) aanrakingen en lichamelijk contact. Immers een
taboesfeer bevordert geslotenheid en stiekem gedrag. Dit geldt ook voor eventuele erotische of seksueel geladen gevoelens die in een contact tussen medewerker en cliënt bij een of bij beide partijen
kunnen ontstaan. Deze gevoelens op zich zijn niet 'fout'. Het gaat erom dat medewerkers deze
vroegtijdig te onderkennen en bespreekbaar maken zodat de begeleidings- of hulpverleningsrelatie
niet in het geding komt.
Wanneer er voldoende openheid heerst en er sprake is van een kritische (zelf)reflectie, kunnen
positieve vormen van lichamelijk contact mogelijk blijven, maar zullen eventuele valkuilen eerder
worden onderkend. Hier ligt ook een belangrijke taak voor leidinggevenden.
Vormgeving








Breng de taakveranderingen in kaart en de daarbij benodigde competenties en deskundigheden
voor de diverse geledingen. Ga vervolgens na bij wie die deskundigheid al dan niet aanwezig is
en welke (aanvullende) scholing nodig is.
Zorg voor een cyclisch scholingsbeleid.
Aandacht voor bejegening, seksualiteit en preventie en aanpak seksueel misbruik in het
inwerkprogramma van nieuwe medewerkers; toelichten visie, beleid, richtlijnen en protocol.
Basismodule seksuele ontwikkeling en hulpvraagverduidelijking; seksuele voorlichting en
dergelijke voor begeleiders.
Basismodule voor begeleiders over signalen/vermoedens en spontane onthullingen;
gespreksvoering en do’s en don’ts.
Modules specialistische kennis en vaardigheden bij orthopedagogen, psychologen, psychiaters,
(jeugd)artsen en therapeuten (taxatiegesprekken, diagnostiek, begeleiding en behandeling van
slachtoffers en plegers; teambegeleiding na misbruik)..
Module voor leidinggevenden waaronder ook sturings- en coachingsvaardigheden inzake
kwetsbare thema’s.
Train-de-trainer aandachtsfunctionarissen (zie onder consultatiemogelijkheden).
Coaching en sturing medewerkers
Leidinggevenden hebben een belangrijke taak in het scheppen van een klimaat waarin een open
communicatie tussen medewerkers over hun handelen, het hanteren van grenzen t.o.v. cliënten e.d.
in een sfeer van veiligheid en vertrouwen mogelijk is. Willen medewerkers tot een zorgvuldige afstemming van vrijheid en grenzen in het handelen kunnen komen, dan moeten zij hun eventuele vragen,
problemen en behoefte aan duidelijkheid of ondersteuning kenbaar kunnen maken. Het is belangrijk
dat leidinggevenden zich bewust zijn van het feit dat de confrontatie van medewerkers met zichzelf
erg groot kan zijn. Zij staan voor dilemma's en onzekerheden over professionele en persoonlijke
grenzen. Een coachende rol vanuit leidinggevenden en seniorbegeleiders is hierbij van groot belang.
Vormgeving:

Voorbeeldgedrag door leidinggevenden / seniorbegeleiders; bekrachtiging van de norm;
uitnodigend zijn om vragen en twijfels kenbaar te maken.
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
5







Opstellen richtlijnen professioneel handelen.
Tijdens proeftijd en in beoordelings-, correctie- of functioneringsgesprekken aandacht voor de
gedragscode, bejegening, hanteren van grenzen, eigen normen en waarden t.a.v. seksualiteit en
seksueel grensoverschrijdend gedrag, omgaan met machtsongelijkheid. e.d.
Inzichtelijk maken taken & verantwoordelijkheden rond bejegening, seksualiteit en seksueel
misbruik, bijvoorbeeld wat betreft het hanteren van een beroepshouding, geven van seksuele
voorlichting, de meldplicht en dergelijke.
Planmatige werkoverleggen a.d.h.v. vaste checkpunten rond bejegening,
handelingsverlegenheid, macht, onmacht, reacties op moeilijke omstandigheden,
handelingsverlegenheid, de gedragscode, en visie, beleid, richtlijnen e.d.
Organiseren (semi) externe inkijk en feedback, door bijvoorbeeld visitatieteams bestaande uit
collega's van een andere locatie, die de locatie bezoeken en bekijken op bijvoorbeeld bejegening,
of het bevragen van de orthopedagoog.
Intervisie.
Tevredenheidmeting bij medewerkers; aandacht voor het onderwerp in evaluatie- en
eindgesprekken.
Verminderen van risicofactoren
Om ongewenst omgangsvormen en seksueel misbruik te voorkomen is het belangrijk dat
leidinggevenden op de hoogte zijn van de feiten rond ontstaan en voortbestaan van seksueel
grensoverschrijdend gedrag en alert zijn op de aanwezige risicofactoren binnen de eigen voorziening.
Hierbij is het belangrijk zowel oog te hebben voor de risico's die medewerkers als cliënten lopen.
Vormgeving:






Uitvoeren van een risico-inventarisatie onder medewerkers.
Bijvoorbeeld door in overleg met de Arbodienst bepaalde punten toe te voegen om hem beter
aan te laten sluiten bij de beroeps gebonden factoren binnen de zorgsector. Deze inventarisatie
biedt echter nog een beperkt beeld.
Voor een meer specifieke risico-inventarisatie, is raadzaam een quickscan en een uitgebreide
checklist op te stellen van factoren die van invloed kunnen zijn op het al dan niet ontstaan en
voortbestaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag | seksueel misbruik. Per locatie kan
geïnventariseerd en bekeken worden welke onderdelen van de checklist aandacht behoeven.
Opstellen plan van aanpak en opnemen concrete doelen in het ondernemingsplan n.a.v. de
risico-inventarisatie.
Arbo-jaarverslag: aandacht voor beroepsrisico's en seksueel grensoverschrijdend gedrag |
seksueel misbruik.
Coaching en sturing & goede toerusting van medewerkers (zie betreffende paragrafen hieronder).
Thematiek bespreken tijdens werkbesprekingen en functioneringsgesprekken.
Consultatiemogelijkheden
Personeelsleden kunnen met tal van indringende dilemma's worden geconfronteerd. De drempel om
dilemma's, klachten of vermoedens bespreekbaar te maken, kan erg hoog kan zijn. Daarom is het
belangrijk dat de organisatie beschikt over aandachtsfunctionarissen (per locatie) en liefst een interne
en externe vertrouwenspersoon.
De aanwezigheid van vertrouwenspersonen biedt medewerkers een laagdrempelige en vertrouwelijke
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
6
mogelijkheid buiten de 'lijn', waar men dilemma's bespreekbaar kan maken en mogelijke
vervolgstappen worden besproken.
Vormgeving


Aanstellen vertrouwenspersonen; aandachtsfunctionarissen seksualiteit.
Informatie- en steunpunt:

Verzamelen en bundelen van bestaand en nieuw scholings- en informatiemateriaal.

Ontwikkelen van draaiboeken seksuele voorlichting voor cliënten van verschillende
leeftijdscategorieën, ouders/vertegenwoordigers.

Adviseren over adequate inzet van bepaalde methodieken en materialen en de benodigde
deskundigheid daarvoor
Interne meldplicht en protocol
Ondanks de aandacht voor primaire preventie kan seksueel grensoverschrijdend gedrag | seksueel
misbruik binnen een organisatie voorkomen. De schade die slachtoffers (en hun omgeving) oplopen,
kan groot zijn. Tijdige signalering en deskundig en adequaat optreden kan deze schade beperken
(secundaire preventie). Dat geldt eveneens voor degenen van wie wordt vermoed of gezegd dat zij
zich schuldig aan seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Het al dan niet melden van (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag mag geen zaak
zijn van persoonlijke overwegingen. Voorkomen moet worden dat medewerkers uit onzekerheid,
loyaliteit, of angst voor een ten onrechte beschuldiging, seksueel grensoverschrijdend gedrag negeren
of verzwijgen. Het instellen van een interne meldplicht vrijwaart medewerkers van een eventuele druk
tot geheimhouding. en van medeplichtigheid aan de gevolgen van seksueel grensoverschrijdend
gedrag. Wanneer medewerkers twijfelen over de ernst of het terecht zijn van een vermoeden, kan
gebruik worden gemaakt van hierboven genoemde consultatiemogelijkheden.
Vormgeving:



De meldplicht kan worden opgenomen in de hierboven beschreven gedragscode voor
medewerkers die als aanhangsel bij het arbeidscontract wordt gevoegd.
Regelmatige voorlichting / informatieverstrekking door leidinggevenden, vertrouwenspersonen
en aandachtsfunctionarissen van belang.
Oefenen van het protocol a.d.h.v. casuïstiek.
Valkuilen




Een te grote waarde hechten aan de invloed van procedures en het onderschatten van de invloed
van cultuur, managementstijl, voorbeeldgedrag, ongeschreven normen en waarden, persoonlijke
dilemma’s en weerstanden.
Het focussen op incidenten en een repressieve insteek in plaats van te focussen op gewenste
professionele bejegening, omgang met seksualiteit en preventie van seksueel misbruik.
Het delegeren, door het management, van de implementatie van beleid.
Het ontbreken van faciliteiten en budget.
Zorg voor een goed curatief personeelsbeleid
Deze notitie is gericht op een preventief personeelsbeleid. Dit laat onverlet dat het heel belangrijk is
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
7
dat de organisatie een goed curatief personeelsbeleid voert. Immers de drempel om
grensoverschrijdend gedrag te melden, zal heel hoog zijn wanneer medewerkers meemaken dat er
niet zorgvuldig en objectief met klachten | meldingen wordt omgegaan.
Het kan daarbij gaan om zeer ingewikkelde situaties, waarin grote zorgvuldigheid in acht moet worden
genomen. De werkgever moet boven de klagende en aangeklaagde partij staan en objectiviteit in woord
en daad kunnen laten blijken aan zowel het vermoedelijke slachtoffer als aan de verdachte.
Vanaf het moment dat sprake is van een bevestigd vermoeden van een ernstig of strafbaar feit, is het
belangrijk dat het vermoedelijke slachtoffer wordt veiliggesteld, opgevangen en begeleid. Evenzeer is
het belangrijk dat de verdachte wordt opgevangen en begeleid. Het is aan te bevelen om het
slachtoffer en de pleger elk door een eigen vertrouwenspersoon te laten ondersteunen.
In het geval van een ernstig of strafbaar feit is waarheidsvinding door de politie nodig. Gedurende die
tijd is het zaak om de melder | klager als zodanig te blijven zien, en niet als daadwerkelijk slachtoffer.
Dit geldt ook voor de beschuldigde, blijf deze als beschuldigde zien en niet als dader.
Melding en onderzoek grijpen doorgaans diep in in het leven van zowel beschuldigde als vermoedelijk
slachtoffer/melder. Zorg er daarom voor dat de behandeling van de melding zodanig plaatsvindt dat
rehabilitatie van de beschuldigde mogelijk blijft.
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
8
Bronnen
COB Handreiking wat te doen wanneer u ten onrechte wordt beschuldigd?, Amsterdam,
www.valsbeschuldigd.org.
Lammers, M., Brants, L., Goes, A., Veiligheid in de residentiële jeugdzorg, Utrecht, MOVISIE, 2009 (in
samenwerking met Tender, Orthopedagogisch Centrum Brabant, De Zuidwester, De Combinatie,
Bijzonder Jeugdwerk Brabant).
Lammers, M., Goes, A., Van incident tot fundament – vormgeving en implementatie van beleid rond
bejegening, seksualiteit en seksueel misbruik, Utrecht, TransAct 2006 | MOVISIE 2007.
Lammers, M., Personeelsbeleid Prisma inzake de preventieve en curatieve aanpak van seksuele
intimidatie, Utrecht | Waalwijk, TransAct | Prisma, 2006.
Lammers, M., Seksualiteit, doen en laten, NFVLG | Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland,
Utrecht, 1995 | 1997.
PPSI, Aanzet Rehabilitatie bij ongegronde klachten en valse beschuldigingen, Utrecht, www.ppsi.nl .
Verwey-Jonker Instituut; Wet- en regelgeving voor werkgevers inzake seksueel misbruik, VGN;
publicatienummer 798.082; Utrecht, mei 1998.
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
9
Bijlage 1. Wettelijk kader
Hieronder de belangrijkste wet- en regelgeving
Aansprakelijkheid werkgever
Een werkgever is aansprakelijk voor de schade die werknemers in hun werktijd veroorzaken. Deze
aansprakelijkheid geldt niet wanneer de werkgever kan aantonen dat de werkomgeving van de
werknemer zodanig is ingericht als redelijkerwijs nodig is om schade te voorkomen.
De werkgever moet de werknemer in de gelegenheid stellen zijn werk naar behoren te vervullen en
daaraan de nodige medewerking verlenen. De werkomgeving moet veilig zijn en de werkgever dient
ervoor te zorgen dat de werknemer de 'werktuigen of gereedschappen' kan onderhouden als voor het
verrichten van de arbeid nodig is. Voor beroepsgroepen in de zorgsector zou kunnen gelden dat hun
gereedschap bestaat uit duidelijke richtlijnen, protocollen en kennis en vaardigheden rond onder meer
het omgaan met intimiteit van de hulpverleningsrelatie, omgaan seksuele gevoelens van cliënten en
het melden van grensoverschrijdend gedrag / seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Een cliënt die slachtoffer is geworden van seksuele intimidatie door een werknemer, kan de werkgever
voor de schade aansprakelijk stellen. De hoofdregel is dat een werknemer niet aansprakelijk is voor
de schade die hij tijdens zijn werk maakt. Dit is anders als de schade het gevolg is van de opzet of
bewuste roekeloosheid van de werknemer. In het geval dat een werknemer zich schuldig maakt aan
seksueel misbruik, kan de werkgever de schade op de werknemer verhalen.
De werkgever is in beginsel ook aansprakelijk voor de schade die aan de werknemer ontstaat,
bijvoorbeeld als gevolg van seksuele intimidatie door cliënten. De werknemer kan de werkgever
aanspreken voor de schade op grond van wanprestatie.
Een werknemer die slachtoffer is geworden van seksuele intimidatie door een collega kan de
werkgever aanspreken wanneer deze tekort is geschoten in zijn zorgplicht. Hiervan is sprake wanneer
de werkgever niet kan aantonen dat er behoorlijke maatregelen zijn genomen om het seksueel
misbruik te voorkomen en te stoppen.
Goed werkgever- en werknemerschap
In het Burgerlijk Wetboek en in de CAO zijn het beginsel van goed werkgeverschap en
werknemerschap vastgelegd. Hierin zijn zaken geregeld als de plicht van de werkgever te zorgen voor
voldoende toerusting van het personeel; bescherming van werknemers tegen intimidatie of agressie
door cliënten en de verantwoordelijkheden van de werkgever in geval van (vermoedens van)
wanprestaties door de werknemer (hoor-wederhoor; voorkomen beschadiging wanneer het feit nog
niet vaststaat, en dergelijke).
Daarnaast staat er dat een werknemer zich als een goed werknemer moet gedragen. De werknemer
is verplicht al datgene te doen en na te laten wat een goed werknemer in gelijke omstandigheden
behoort te doen en na te laten. Dit betekent onder andere dat hij zich moet onthouden van seksuele
intimidatie van zijn collega's, cliënten en personen die de organisatie bezoeken. De werknemer is
verplicht de overeengekomen werkzaamheden naar zijn beste vermogen te verrichten en zich daarbij
te gedragen naar de aanwijzingen door de werkgever gegeven.
In het geval dat een werknemer wordt beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag houdt
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
10
goed werkgeverschap onder meer in dat de werkgever objectiviteit in woord en daad en zorgvuldig
handelen moet laten blijken, zowel aan het slachtoffer als aan de verdachte. Ook moet het beginsel
van hoor-wederhoor worden toegepast en dient de werkgever zorg te dragen voor de opvang van de
beschuldigde werknemer.
Sociaal beleid
In de CAO staat dat werkgevers gestalte moeten geven aan de uitwerking en realisering van het
sociaal beleid. De werkgever heeft de verplichting om jaarlijks een plan op te stellen, waarin staat wat
de komende jaren ondernomen zal worden, onder andere wat betreft het voorkomen en de opvang
van seksuele intimidatie en agressie.
Arbo-wet
Sinds 1994 bepaalt de Arbo-wet (Artikel 3) dat organisaties zorg moeten dragen voor bescherming
van werknemers (inclusief stagiaires, leerlingen en uitzendkrachten) tegen seksuele intimidatie (en
agressie) door personeel en door gebruikers (cliënten) of bezoekers van de organisatie. De
werknemer kan wanneer de werkgever onvoldoende maatregelen treft, schadevergoeding van de
werkgever eisen.
Cliënten moeten volgens artikel 30 van de Arbo-wet op hun beurt beschermd worden tegen seksuele
intimidatie door werknemers, medecliënten of andere aanwezige personen.
In de Arbo-wet is een verplichting opgenomen voor de werkgever om een risico-inventarisatie en
evaluatie uit te voeren, onder meer wat betreft seksuele intimidatie en agressie. Werkers in de zorg
hebben in de hulpverleningsrelatie te maken specifieke risicofactoren. Op grond van de aanwezige
risicofactoren moet de werkgever maatregelen treffen op het gebied van preventie en curatie
[inrichting werkplek, toerusting medewerkers, voorlichting, vertrouwenspersoon, klachtenprocedure,
e.d.]. Ook de opvang van schokkende gebeurtenissen moet zijn geregeld.
Inspectierichtlijnen
Organisaties hebben een (binnenkort wettelijk vastgelegde) meldplicht aan de Inspectie bij alle
calamiteiten en strafbare feiten die zich voordoen binnen de organisatie en in verband met de begeleiding, zorg en activiteiten die de organisatie biedt (zie ook onder kwaliteitswet). Hieronder valt ook
seksueel grensoverschrijdend gedrag door personeel, cliënten of derden.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg stelt dat zorgorganisaties geacht worden te beschikken over
een beleid t.a.v. seksualiteit en t.a.v. de preventie en aanpak van seksueel misbruik. Zaken die in
ieder geval geregeld moeten worden:








Definities van seksueel grensoverschrijdend gedrag hulpverlener – cliënt
Verbodsbepaling / gedragscode
Meldingprocedure
Procedure van onderzoek na melding
Mogelijk maatregelen na onderzoek
Wanneer melding plaatsvindt bij Inspectie
Garanderen van behandeling
Andere zaken als: vertrouwenspersoon; personeelsbeleid; informatie aan cliënten opleiding,
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
11
supervisie, intervisie; toetsing; cultuur in de organisatie.
Zorgvuldigheidsplicht hulpverlener (Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst)
De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling, gaat er vanuit dat de hulpverlener bij zijn
werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht neemt en daarbij handelt in
overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiend uit de voor
hulpverleners geldende professionele standaard. Is de organisatie geen goed hulpverlener geweest,
bijvoorbeeld door te weinig veiligheidsmaatregelen te nemen om seksueel misbruik te voorkomen, dan
kan de organisatie aansprakelijk worden gesteld voor het misbruik. De organisatie is verantwoordelijk
voor die maatregelen die redelijkerwijs van haar verwacht kunnen worden om een zo veilig mogelijke
situatie voor cliënten te realiseren.
Kwaliteitswet zorginstellingen
De kwaliteitswet zorginstellingen vereist verantwoorde zorg. Hieronder wordt verstaan zorg van goed
niveau, die doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële
behoefte van de cliënt. Kwalitatief goede zorg in relatie tot seksueel grensoverschrijdend gedrag houdt
in dat de organisatie maatregelen treft gericht op de preventie van seksueel grensoverschrijdend
gedrag.
Voor alle zorgorganisaties die onder de Kwaliteitswet zorgorganisaties vallen, is op grond van artikel
4a van de kwaliteitswet per juni 2005 een wettelijke meldingsplicht calamiteiten en seksueel misbruik
van kracht. De melding door zorginstellingen of beroepsbeoefenaren van calamiteiten en seksueel
misbruik is niet nieuw. De wettelijke verplichting om te melden wel.
Seksueel misbruik wordt door de Minister als volgt omschreven: ‘Ieder grensoverschrijdend seksueel
gedrag waarbij sprake is van lichamelijk, geestelijk of relationeel overwicht’ Daarnaast kan de Minister
nadere eisen stellen aan het jaarlijkse kwaliteitsjaarverslag.
Onder instelling verstaat de Kwaliteitswet ‘ieder organisatorisch verband waar zorg wordt verleend’.
Dit omvat: intra- en extramurale voorzieningen, waaronder ook organisaties als thuiszorg en
huisartsenposten.
De Kwaliteitswet wordt naar verwachting vervangen door de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de
zorg (Wkkgz), waarin de omschrijving van seksueel misbruik en calamiteiten wordt uitgebreid met
geweld. Dit heeft gevolgen voor de meldplicht naar de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/patientenrecht-enclientenrecht/nieuws/2013/04/15/verbetering-klachtafhandeling-door-zorgaanbieders.html
Onrechtmatige daad
In het kader van het civiel recht op basis van het Burgerlijk Wetboek, is er in het geval van seksueel
misbruik, sprake van een onrechtmatige daad. De organisatie kan aangesproken worden door zowel
de dader als het slachtoffer op het feit dat verwijtbaar onvoldoende toezicht is geboden. Vanaf 1997 is
er jurisprudentie over de aansprakelijkheid van de werkgever wanneer deze onvoldoende preventieve
maatregelen heeft getroffen. Volgens deze jurisprudentie kunnen organisaties geen beroep doen op
het argument dat onvoldoende budget beschikbaar is om adequaat toezicht te kunnen realiseren.
Organisaties moeten al het redelijke doen om financiële middelen te verwerven (intern, of extern) op
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
12
de vereiste goede zorg te kunnen verlenen.2
Wetboek van Strafrecht Artikel 249 (ontucht met misbruik van gezag)
In het Wetboek van strafrecht zijn diverse artikelen opgenomen die handelen over aanranding, ontucht,
verkrachting e.d. Al deze artikelen kunnen van toepassing zijn, maar met name artikel 249 is in het kader
van seksueel grensoverschrijdend gedrag van cliënten door medewerkers van belang. Hierbij geldt een
strafverzwaring voor degenen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg, of maatschappelijke zorg en
ontucht pleegt met iemand die zich als hulpvrager aan zijn hulp/zorg heeft toevertrouwd. Met dit artikel
wordt beoogd om mensen die zich in een positie van afhankelijkheid bevinden, zoals cliënten van
zorginstellingen, extra te beschermen.
1.
Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg,
opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of
ondergeschikte, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de
vierde categorie.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft:
1e. ambtenaar die ontucht pleegt met een persoon aan zijn gezag onderworpen of aan zijn
waakzaamheid toevertrouwd of aanbevolen;
2e. de bestuurder, geneeskundige, onderwijzer, beambte, opzichter of bediende in een gevangenis,
rijkswerkinrichting voor kinderbescherming, weeshuis, ziekenhuis of instelling van weldadigheid, die
ontucht pleegt met een persoon daarin opgenomen.
3e. degene die, werkzaam in de gezondheidszorg of maatschappelijke zorg, ontucht pleegt met iemand
die zich als patiënt of cliënt aan zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd.
2
Bron: Nemesis, 1997, nr. 3, uitspraak Hof van Arnhem, RN 1997, 722
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
13
Bijlage 2. Gedragscode preventie seksueel grensoverschrijdend
gedrag door medewerkers
Een gedragscode is een document met richtlijnen voor de omgang tussen (vrijwillige) medewerkers en
cliënten. De code geeft aan waar de grenzen liggen in het contact met cliënten. Een gedragscode is een
formeel document dat ondertekend wordt door vrijwilligers en medewerkers. Een ondertekende
gedragscode kan in geval van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag | seksueel misbruik helpen in een
juridisch (strafrechtelijk of civielrechtelijk) traject.
De omgang en het lichamelijk contact met cliënten kan nooit tot in detail worden beschreven. Dat is ook
niet de bedoeling van een gedragscode. Wat gewenst of ongewenst gedrag is kan immers per situatie
verschillen.
Maar sommige grenzen zijn haarscherp. En dat is de grens dat alle seksuele en seksueel getinte
contacten tussen medewerkers en cliënten ontoelaatbaar zijn. Seksueel contact tussen medewerkers en
cliënten wordt aangemerkt als een ernstige beroepsfout en is strafbaar volgens het wetboek van
strafrecht.
Het is aan te bevelen om de gedragscode op te nemen bij arbeids- en vrijwilligersovereenkomsten. Dit
kan ook een verwijzing naar de gedragscode. Hierdoor krijg je als organisatie meer mogelijkheden om de
(vrijwillige) medewerkers aan te spreken op hun gedrag. Zo nodig kun kunnen er maatregelen worden
getroffen, ook zonder dat er strafbare feiten hebben plaatsgevonden.
Onderstaande gedragscode is gebaseerd op de gedragscode van de Nederlandse Vereniging voor
Psychotherapie, die in aangepaste vorm is gepubliceerd in het modelbeleidsplan Seksualiteit, doen en
laten van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (Lammers 1995/1997). Ook is gebruik
gemaakt van de gedragscode die is opgesteld in het kader van de preventie seksueel misbruik in het
vrijwillig jeugdwerk (www.inveiligehanden.nl)
Voorbeeld gedragscode
Ondergetekenden,
Stichting XXX, gevestigd te, XXX, ten deze vertegenwoordigd door XXX, verder te noemen werkgever
En
(naam), verder te noemen werknemer, verklaren als aanvulling op de afgesloten
arbeidsovereenkomst, overwegende het vastgestelde beleid ter voorkoming van seksueel
grensoverschrijdende gedrag door medewerkers en ter voorkoming van andere ontoelaatbare
handelingen of gedragingen binnen de relatie medewerker – cliënt
te zijn overeengekomen dat de werknemer is gehouden aan onderstaande gedragscode:

De medewerker is altijd verantwoordelijk in de relatie met cliënten. De relatie met een cliënt is
altijd beroepsmatig en mag niet worden verward met een sociale relatie.

De medewerker heeft een professionele houding. Dit betekent dat hij een cliënt, een collega of
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
14
een derde nooit op een manier bejegent die hem in zijn waardigheid aantast. Daarnaast onthoudt
de medewerker zich van discriminerende, kleinerende of (seksueel) intimiderende opmerkingen
en gedragingen. Dit geldt tijdens werktijd, maar ook daarbuiten, tijdens alle activiteiten die door of
namens de organisatie worden georganiseerd.

De medewerker geeft op een professionele manier inhoud aan de relatie met de cliënt. Dit
betekent dat:
-
Hij de relatie nooit voor zijn eigen voordeel gebruikt en dat hij niet verder in het privéleven en
de privésfeer van de cliënt doordringt dan nodig is voor de vastgestelde zorg- en
ondersteuningstaken.
-
Hij terughoudend is in het aangaan van privécontacten met cliënten buiten het werk om en
van deze contacten melding maakt bij zijn leidinggevende.
-
Hij geen (im)materiële vergoeding/beloning van de cliënt aanvaardt of zelf geeft die niet in
verhouding staat tot de professionele relatie.

De medewerker is zich bewust van de machtsongelijkheid tussen hem en de cliënt.

De medewerker hanteert bij troosten, belonen, knuffelen en dergelijke professionele grenzen en
houdt rekening met leeftijd, niveau, sekse, de specifieke situatie, persoonsgebonden factoren en
algemeen geldende maatschappelijke waarden en normen.

Alle seksuele contacten tussen medewerkers en cliënten zijn ontoelaatbaar.

Dit geldt zowel voor strafbare handelingen als voor niet strafbare handelingen.

Seksueel contact in een hulpverleningssituatie wordt aangemerkt als een ernstige beroepsfout:
-
De medewerker mag nooit ingaan op seksuele toenaderingspogingen door cliënten.
-
De medewerker mag nooit seksuele toenadering zoeken tot cliënten. Dit omvat onder meer
het verbod de cliënt op zodanige manier aan te raken dat deze aanraking naar redelijke
verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden. Dit is doorgaans het geval
bij het doelbewust aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
-
Aanraking van dergelijke lichaamsdelen is alleen geoorloofd in het kader van erkende
zorgprocedures, die als zodanig zijn benoemd en goedgekeurd en schriftelijk zijn vastgelegd
in behandelplannen en na expliciete toestemming van de cliënt, dan wel diens
vertegenwoordiger.
-
Het verlenen van daadwerkelijke seksuele hulp-/dienstverlening (zoals hulp bij zelfbevrediging
of het bevredigen van cliënten) is nooit toegestaan.
-
De medewerker zal wanneer er een erotisch / seksueel geladen sfeer ontstaat, of zou kunnen
ontstaan, tussen hem en de cliënt, de desbetreffende taak afbreken en de situatie
bespreekbaar maken met de leidinggevende of vertrouwenspersoon.

De medewerker heeft de plicht de cliënt te beschermen tegen vormen van ongelijkwaardige
behandeling en (seksueel) machtsmisbruik.

De medewerker belooft geen zaken geheim te houden wanneer het gaat om feiten die een
ernstige bedreiging vormen voor iemands welzijn.

Iedere medewerker is verplicht een (vermoeden van) overtreding van de omgangsregels en
gedragscode te melden bij de daarvoor aangewezen personen (vertrouwenspersoon / meldteam/
leidinggevende). In die gevallen waarin de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
15
toelaatbaarheid van bepaalde gedragingen bij zichzelf of anderen, dient de medewerker hierover
de vertrouwenspersoon en/of leidinggevende te raadplegen.

Medewerkers die zelf ongewenst gedrag ervaren, kunnen zich voor melding, opvang, begeleiding
en eventuele bemiddeling laten bijstaan door de vertrouwenspersoon.

Iedere medewerker is op de hoogte van deze gedragscode en van het beleid omtrent seksueel
misbruik. Overtreding van de gedragscode kan leiden tot disciplinaire maatregelen (waaronder
ontslag) en/of het inschakelen van politie en justitie, waarna strafrechtelijke vervolging kan
plaatshebben.
Datum
Naam bestuurder
Naam Medewerker
Handtekening
Handtekening
Personeelsbeleid rond de preventie en aanpak van seksueel misbruik
Marijke Lammers voor VOBC 24 april 2014
16