Interactief leidinggeven – denken in driehoeken Kemp van

Interactief leidinggeven – denken in driehoeken
Kemp van Ginkel, Kessels & Smit the learning company
Werken in driehoeken is sturen op relaties
Hoe ziet de benadering er concreet uit? In feite betekent werken in driehoeken:
▼
dat degene die iets wil (initator);
▼
een ander bereid vindt te werken aan wat hij belangrijk vindt (actor);
▼
en dat die persoon dat vervolgens weer met iemand anders samen oppakt
(ondersteuner).
De initiator (I) is degene die iets wil. Hij kent
de urgentie, de reden waarom iets belangrijk
Initiator
is. Hij denkt na over wat er moet gebeuren om
dat te realiseren. Hij stelt zichzelf de vraag:
met wie ga ik dit samen oppakken? Met wie ga
ik deze verantwoordelijkheid delen? Wanneer
hij iemand op het oog heeft als de potentiële
Actor
Ondersteuner
actor (A), maakt hij met die persoon contact.
Hij gaat een relatie aan met de actor, die hij
vraagt verantwoordelijkheid te nemen om het
initiatief te realiseren. De actor gaat dat pas doen, als hij datgene wat de initiator
wil, óók belangrijk vindt. Pas dan ontstaat een relatie waarin
verantwoordelijkheid gedeeld wordt. Het eerste gesprek gaat dus over: ‘Dit is wat
ik wil als initiator. Wat is daarin voor jou als actor belangrijk?’ In dat gesprek kan
het initiatief dus verschuiven of veranderen door de inbreng van de actor.
Echter, als het daarbij zou stoppen, zou de actor niet sterk genoeg staan: ook hij
staat er dan in feite alleen voor. De volgende vraag aan de actor is dus: ‘Wie kan
jou helpen om deze klus te klaren?’. De initiator stuurt er daarmee op dat de
actor op zijn beurt de verbinding aangaat met
I
een ondersteuner (O), om ervoor te zorgen
dat zij samen het gewenste resultaat gaan
realiseren. De samenwerkingsrelatie die de
Verantwoordelijke relatie
actor met de ondersteuner aangaat, vormt de
productieve relatie. Dat is immers de lijn
waarin een resultaat tot stand zal worden
A
gebracht.
O
Productieve relatie
Wat je als initiator dus feitelijk doet, is zorgen dat mensen samen
verantwoordelijkheid nemen: de actor en de ondersteuner gaan samen aan de
slag ten behoeve van de vraag van de initiator. Je gaat denken in driehoeken, en
dat betekent dat je deze drie rollen bewust inzet en creëert bij elke nieuw
initiatief. Twee voorbeelden van effectieve driehoeken:
Zorginstelling: Het regiomanagement (RM)
brengt focus aan door doelen te formuleren
rond de invoering van het
RM
ZorgZwaartePakket. De teammanagers (TM)
realiseren de resultaten op locatieniveau, elk
voor hun eigen locatie. Dit proces wordt
TM
Staf
ondersteund door beleidsmedewerkers en
P&O’ers, die met hun ondersteunende rol
voor de condities en randvoorwaarden
zorgen.
Studiedag: een professional (I) heeft het idee
dat binnen de beroepsvereniging meer kennis
gedeeld zou kunnen worden. Hij bespreekt dit
Professional
met een afstudeerder (A) die een goede kans
ziet om haar onderzoek te doen. Daartoe
maakt ze verbinding met een tweede
professional (O) die bekend staat om zijn
creatieve werkvormen voor kennisdeling.
Afstudeerder
Andere professional
Samen organiseren ze een succesvolle
studiedag.
De volgende drie vragen zijn cruciaal bij het maken van een effectieve driehoek:
Wie gaat sturen op wat er belangrijk en nodig is - wie voelt
verantwoordelijkheid en neemt initiatief?
Wie gaat de verantwoordelijkheid aan om de activiteit te ondernemen en
te realiseren - wie gaat er wat doen?
Wie gaat helpen het resultaat te realiseren - wie kan ondersteunen?
Bovenstaande is geschreven vanuit het perspectief van de initiator. Maar de
driehoek hoeft hier niet te starten. Vaak genoeg vormen we de driehoek vanuit
de rol van ondersteuner of actor. Dus je begint daar waar de driehoek zich
ontvouwt. Wil je een driehoek openen? Dan start je bij het vaststellen van je
eigen rol: ben je degene die iets doet, degene die eigenaar is van het initiatief of
degene die ondersteunt? Aan de hand van die positie kan de driehoek zich
vervolgens ontwikkelen. Ben jij de persoon die de handen uit de mouwen steekt
en zich verantwoordelijk voelt voor de uitvoering van het een of ander, dan start
de driehoek daar. De vraag is dan wie je nodig hebt om het resultaat te bereiken
(ondersteuner) én voor wie dit nu echt belangrijk is (initiator).
Verantwoordelijkheid delen in 2x2 vragen
Delen van verantwoordelijkheid vraagt in wezen om transparantie en
voortdurende dialoog over twee hoofdpunten:
a) Focus: zijn wij het eens over de uitkomst waar we naartoe werken en het
belang ervan?
b) Actie: met wie gaan we dit samen concreet vorm geven?
In de ‘2x2 vragen’ werken we die twee hoofdpunten uit in vier vragen die de
rollen aan elkaar stellen en samen beantwoorden.
FOCUS
1. Belang: Wat is er nu voor jou belangrijk en waarom?
2. Resultaat: Wanneer ben jij tevreden over het resultaat?
ACTIE
3. Ondersteuning en kwaliteiten: Wie heb jij nodig om het samen mee te doen? En
wat moet jij kúnnen om te slagen in wat je wilt?
4. Actie: wat ga jij als eerste doen?
1. Wat is er nu voor jou belangrijk en waarom?
Deze vraag focust op de persoonlijke noodzaak, het belang, de motivatie
om aan het initiatief te beginnen of er mee bezig te blijven. Als deze vraag
niet beantwoord kan worden ... niet aan beginnen!
2. Wanneer ben je tevreden over het resultaat?
Het beeld van het resultaat zo concreet mogelijk voor ogen hebben is
nodig om scherp te stellen op war het werkelijk op aan komt. En om
achteraf zeker te weten dat je het behaald hebt.
3. Wie heb je nodig om het samen mee te doen? En wat moet je kúnnen om
te slagen in wat je wilt?
Ergens alleen aan werken is potentieel verlies van talent. Samen ergens
mee bezig gaan bundelt denkkracht, netwerken, creativiteit en vermogen.
Wie heeft de specifieke kwaliteiten die in dit initiatief het verschil gaan
maken?
4. Wat is je eerste stap?
Zonder actie geen resultaat, het denken wordt alleen maar merkbaar in de
handeling. Ook grote bewegingen beginnen met een haalbare eerste stap,
die makkelijk te zetten is.
Meer info: www.kessels-smit.com / Bibliotheek, zoek met ‘driehoeken’
Kemp van Ginkel - [email protected] - 06 4185 6989