6 krachtlijnen - WordPress.com

Draft project Kievitwijk 09.2011- DE PLOEG
Deze tekst van bewonersvereniging De Ploeg is een resultaat van een breed overleg met
buurtbewoners èn betrokken beleidsmakers. In de opmaak werkten mee: de B-architecten,
Districtvoorzitters, Schepen Lauwers en een 60-tal buurtbewoners die hier een studiedag aan
besteedden.
Het is bedoeld als aanzet voor een masterplan van de Kievitwijk en werd met deze bedoeling
bezorgd aan Schepen Lauwers en, midden 2013 aan Schepen Van de Velde.
1. Definitie wijk
-
Gebied tussen het station en de spoorwegberm (Westgrens), de Carnotstraat en de
Turnhoutse Baan (Noordgrens), de Kroonstraat (Oostgrens) en de Plantin en Moretuslei
(Zuidgrens).
-
Een gebied dat zich bevindt op de vroegere grens tussen Antwerpen en Borgerhout, het
gebied dat in de volksmond bekend staat als de ‘Vuilbeek’.
-
-
Gebied van talrijke stedenbouwkundige ontwikkelingen: het Mobiliteitsplan Borgerhout en het
Moorkensplein, de heraanleg van de Turnhoutsebaan, de Zoo, het Centraal Station en de
Kievitontwikkelingen (Kievit Fase I met Alcatel, Kievit Fase II nog in ontwikkeling).
of: een vergeten dichtbevolkte woonwijk met vele sociale en economische functies (diensten,
kantoren, winkels, recreatie, eerste gordel overgangszones, veiligheid,…).
2. Inzet
-
Concreet in dialoog treden met de stad met de volgende uitgangspunten: Hoe deze
(stations)wijk ontwikkelen als de A-locatie die hij is, en tegelijk hethart geven dat zij schijnt te
ontberen?
-
Aanzet tot een masterplan voor de wijk dat als richtsnoer moet dienen voor alle
overheidsbeslissingen over deze kwetsbare buurt. Een bijzondere mogelijkheid daarbij is een
geactiveerde verbinding tussen de Zoo en de zogenaamde tuinbouwbuurt, de vroegere
‘Groene Hoek’.
-
Een open oproep zou moeten leiden tot het aanstellen van een (internationaal) gerenommeerd
ontwerpbureau dat dit masterplan in detail uitwerkt op grond van een zeer concrete
projectdefinitie (met programma van eisen) in nauwe samenwerking met AG Stadsplanning.
Op dit moment vult dit o.i. een leemte in noodzakelijk om de stadsonwikkeling in deze wijk
kwaliteitsvol te laten zijn: in schaalgrootte gedetailleerder dan het GRUP, en globaler dan een
heraanleg van straten.
Hieronder een hele reeks aanzetten voor zo’n projectdefinitie op basis van breed overleg in de
buurt.
1
3. Kritische omschrijving van de wijk
-
Samen met de Zoo maakte deze wijk deel uit van de groene gordel rond de stadswallen, dit
was de ‘Groene Hoek’ waar men de paarden liet staan als men naar de stad ging. Er zijn tal
van herinneringen aan het groene verleden dat aansloot bij de Zoo, met straatnamen als Kets
(1e ? directeur van de Zoo), Dodoens (de plantkundige wiens ‘groot kruytboeck’ het eerste was
dat op wereldschaal verkocht werd), de tuinbouwstraat zelf, of Van Geert (stichter van het
arboretum van Kalmthout).
-
Het is een multiculturele wijk met veel vaste bewoners: Marokkanen, Joden, Vlamingen,
nieuwe Belgen, Polen, Oost-Europeanen, Afrikanen ….
-
Zij heeft een rijk negentiende-eeuws architecturaal erfgoed, met een aantal prachtige straten,
weliswaar voor een deel aangetast door de bombardementen van WOII.
-
De wijk is centraal gelegen, via de tram is ze met het stadscentrum verbonden, via de TGV
met Europa.
-
Er zijn vele jonge gezinnen in de wijk, maar er is weinig speelruimte.
-
Tot halfweg vorige eeuw waren de sociale en religieuze activiteiten van de Paters dominicanen
het enige wat er op sociaal gebied te vinden was. Vroeger noemde men dit ‘de
dominicanenbuurt. Op initiatief van wijkbewoners, en nauw verbonden met de dominicanen,
richtten wijkbewoners de buurtvereniging ‘Raad en daad’ op.
-
Dit is een wijk van passage. Alles is op passanten gericht, het is een wijk waar mensen niet
naartoe komen maar waar ze voortdurend in beweging zijn. Er is geen gezelligheid in de wijk,
geen plaatsen om rustig te zitten en bij elkaar te zijn.
-
De Zoo is een enorme potentiële troef maar ook een gevaar, omdat die geen sociale
verantwoordelijkheid neemt als wijkbewoner.
-
Het station Antwerpen Centraal is een belangrijke aanwezigheid. Het stationsmanagement zou
ook een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van de buurt, onder andere omdat ze de ingang
Kievitplein levendiger zou kunnen maken.
2
4. Pijnpunten
-
Deze buurt dreigt een ‘left over’ te worden tussen andere grote projecten. Het gaat hier
onder andere om het Mobiliteitsplan Borgerhout en het Moorkensplein, de heraanleg van de
Turnhoutsebaan, het Masterplan van de Zoo, het Centraal Station, de opwaardering van het
De Coninckplein, de Kievitontwikkelingen (Kievit Fase I en II) en de verkeerscirculatie van het
district Antwerpen.
Die projecten zijn in gang gezet en hebben een grote impact op de wijk, zonder het effect op
de wijk als geheel in ogenschouw te nemen.
-
Deze wijk lijdt in het bijzonder onder het feit dat hij zich bevindt op de vroegere grens tussen
Antwerpen en Borgerhout, het gebied van de kronkelende grens tussen A en B, tussen de stad
Antwerpen en het ‘dorp’ Borgerhout. Zoals vaak met dergelijke grensgebieden was en is dit
een ongeregelde zone met veel potentieel. Planologisch is het een beetje een niemandsland.
Een dergelijk grensgebied heeft altijd een dynamiek maar dreigt ook een dumpzone te worden.
-
De stedelijke administratie onderneemt weinig actie in de buurt. Daardoor krijgen bewoners de
indruk dat de wijk als een achterkant, een stortzone wordt gezien. De wijk is stedelijk
onvoldoende georganiseerd en lijdend voorwerp van bricolage. Het is veelzeggend dat de
buurcoördinator vroeger in de Van Immerseelstraat, midden in de wijk, kantoor hield maar
recentelijk naar het De Coninckplein verhuisde: de herwaardering van de buurt wordt zo
ondergeschikt gemaakt aan deze van het De Coninckplein.
-
Er is weinig groen en veel lawaai van het verkeer. Een recente VITOstudie (Vlaams Instituut
Technisch Onderzoek) wees uit dat de luchtkwaliteit de ‘street canyon’ van de Carnotstraat de
slechtste is van Antwerpen. De indicaties bij het Ecohuis (overigens al een beter, opener deel)
zijn misleidend. We beschikken over gegevens waaruit blijkt dat de luchtkwaliteit tussen
Turnhoutsebaan, Plantin en Moretuslei en Ring de laagste is van heel België.
-
Verder is het een gebied dat erg dicht bevolkt is, sterk versteend is en tot de wijken behoort
met de minste openbare ruimte.
-
De doorgaande straten zijn overbelast. Dat geldt met name voor de Provinciestraat en de
Ommeganckstraat. Er zijn te veel functies voor deze smalle straten en dat leidt tot
conflictsituaties tussen automobilisten, fietsers, voetgangers en trams. Een herinrichting is
noodzakelijk.
-
Huisjesmelkers zorgen ervoor dat er een bevolkingsgroep is met hoge transitie en lage
sociale integratie.
3
5. Voorstellen
Hoe kan deze wijk geprofileerd en kwalitatief ontwikkeld worden (= verhogen van eigen identiteit)?
1) Internationale wijk
Het is een wijk met vele nationaliteiten die multicultureel, of beter nog: internationaal genoemd kan
worden. Hoe kunnen die nationaliteiten zichtbaar gemaakt en dus gepromoot worden?
! Door ze de internationale wijk te noemen.
! Door internationale vlaggen over de hele Provinciestraat te hangen (op masten die vast
gefixeerd worden aan de gevels?).
! Door jaarlijks op dezelfde plaats een internationaal feest te organiseren.
! Door een wekelijkse internationale markt.
! Aan elk huis een kleine raametalage: met foto en korte geschiedenis bewoners
2) Meer straatleven
De sociale samenhang moeten we stimuleren door de mogelijkheid van straatleven.
! Er is nood aan (groene) plaatsen die een eigenheid of een gezelligheid hebben, waar
mensen een tijdje kunnen vertoeven (zoals de Dageraadplaats of trappen van het
Museum voor Schone Kunsten).
! Cafés en horeca, Hoeken met terrasjes, de Parijse minipleintjes, een kaart- en
schaakpavilloen, …
! Wekelijkse markt (site Kievit II, sociale controle, aantrekking nieuw publiek, gezicht wijk)
Meer evenementen, bv. bij de Baobab-bomen
! Het promoten en zichtbaar maken van de vele kunstateliers in de wijk (Extracity, St
Lucas, Tuymans, …), ook vroeger waren er al veel ateliers in de buurt.
! Opvolging Kievit fase II, levendige plinten met horeca en kleinhandel, veel potentie door
het autoluwe karakter, o.a. door de lange tunnel naar de parking onder Kievitplein en
door het systeem van eenrichtingsstraten.
! Een horeca-functie in te richten in het oud tankstation Giraffenplein (AG Vespa)
3) Contactplaatsen
De sociale samenhang stimuleren door cultuuroverschrijdende contactplaatsen.
Het is een multiculturele wijk met relatief weinig contact tussen de verschillende culturen.
! Kinderen kunnen hier een bindende factor zijn. Daarvoor kleinere en grotere
speelruimtes voorzien zoals op het Giraffenplein, of op de stenen vlakte aan de Pain
Quotidien, of in de tuin van het klooster.
! Ook volkstuintjes zouden een ontmoetingsplek kunnen zijn. (Aan de spoorwegberm?)
! Een soort van ontmoetingsplein zou ook kunnen worden gevormd door een markt.
4
4) De Zoo verbinden met de wijk
Historisch gezien maakte deze wijk deel uit van een groene long en ze kan samen met de Zoo
opnieuw een groene wijk worden.
Nu is het nog een van de meest versteende wijken van de stad, er is geen publiek groen; men
moet naar Park Noord, het stadspark of het Krugerplein gaan. De zoo kan verbonden worden met
de wijk door
! het groen uit de Zoo op gecontroleerde manier te laten binnendringen in de stad (hangen klimplanten),
! de muren gedeeltelijk opengooien om zo haar interne rijkdom aan te prijzen. Deze
praktijk, die de Zoo op dit moment heeft uitgebouwd in de vorm van ‘Schaufenster’
wordt in andere Europese steden zoals Amsterdam en Berlijn met succes toegepast
! de gevels van de Ommeganckstraat en Ploegstraat radicaal te vergroenen.
! de Tuinbouwstraat te accentueren als visuele verbinding tussen de Zoo en de
achterliggende straten.
! de Zoo bewust te maken van haar stedelijke taak/potentieel, bijvoorbeeld:
o door te diversifiëren van Planckendael met meer aandacht voor kleinere
diersoorten in sociale verbanden.
o met bijvoorbeeld stedelijke bijen, een educatiecentrum omtrent voeding in de
stad, een kinderboerderij ...)
! Het aspect stadstuin van de Zoo en haar de museale functies meer te beklemtonen
! Een tweede ingang voor Zoo aan het Giraffenplein (abonnees en groepen). Zo heeft de
Zoo net als het station een tweede visitekaartje, en heeft de buurt er een levendige plek
bij. Bovendien wordt de verbinding tussen deze weinig doorwaadbare wijk en de stad
voor voetgangers hierdoor enorm vergroot.
! Inventarisering en behoud van bomen
5) De wijk verder/opnieuw vergroenen
De wijk is een van de meeste versteende gebieden van de stad. Daar moet dringend verandering
in komen, en daar kan de wijk zeker voor gemobiliseerd worden. Dit zou kunnen via een specifieke
en projectmatige inzet, misschien zelfs in samenwerking met de Zoo, met het oog op de
herontwikkeling van de wijk tot een duurzaam ecosysteem, een soort van ecologisch proefgebied
voor de rest van de stad (met als motto: lukt het hier, dan lukt het overal).
B.v.:
! moestuinen en volkstuinen aanleggen.
! promotie maken voor de subsidiëring van groendaken (om water te bufferen).
! meer groen naar de straat, b.v. tegeltuintjes over hele lengte, of bamboestroken.
! ontpitting van binnengebieden.
! binnengebied Bleekhof-/Bloem-/Borgerhoutsestraat (BleBloBo)
! binnengebied Provincie-/Ommeganck-/Carnotstraat (ProOmCa)
! Het openleggen van de ‘Vuilbeek’ (of ‘Potvliet’) in binnengebied BleBloBo met de aanleg van
groen.
! het belasten van het verharden van oppervlak (zoals in veel Noord-Duitse steden) of het
instellen van een opbreeksubsidie om groen te voorzien op de plaats van de tegels.
! het stimuleren van ranken (zoals bijvoorbeeld gebeurt in Odessa), het mogelijk maken van
mini-overkappingen, pergola-effecten die tevens fijn stof verminderen.
! een doorgedreven vraag naar optimalisering en maximalisering van de bomen; welke type
bomen, meer bomen zonder dat dit parkeerplaatsen kost, cfr. het plan van de burgemeester
van Chicago ‘een miljoen bomen voor chicago’.
! specifieke acties voor dieren, zwaluwnestkasten voor gierzwaluwen, het hermaken van
pigonniers, met duivenhoeders.
! aandacht voor de exoten in de wijk (bv. spinnen), tegenover stedelijke dieren in de Zoo,
konijntjes, hamsters, cavia’s …
! Aanplanten van meer groen op het Kievitplein en de omringende stenen vlakte, te beginnen
met de blauwe regen in de baobab, die zoals gepland het hele kunstwerk zou moeten
overgroeien.
5
6) Aanpakken verkeersinfarct
Het hart van deze wijk heet de Provinciestraat, maar het is vooralsnog een lelijk hart, met ernstig
hartfalen, dat dringend medische zorg nodig heeft. Dat komt mede door de verkeersproblematiek.
Deze straat moet op dat vlak zeer dringend heropgewaardeerd worden. Een verkeersluwere,
veiligere Provinciestraat kan een boost geven aan kwalitatieve handels- en horecazaken, met
wortels in verschillende culturen, zodat de Provinciestraat een druk bezochte en aangename
‘Internationale straat’ wordt. Deze zaken zouden zich kunnen focussen om de unieke combinatie
van interculturaliteit en terroir.
a) De Provinciestraat kan een levendige centrumstraat worden door:
! er een eenrichtingsstraat van te maken (met Sergeyselsstraat eenrichtingsstraat in andere
richting)
! een radicale herwaardering van de straat
! zone 30 in te voeren en deze af te dwingen door de architectuur van de straat (drempels,
paaltjes, bloembakken, ...); zie het recente onderzoek van VAB ivm zone 30-straten.
! de tram tussen de haltes op één spoor te laten rijdenzodat er brede fietspaden kunnen worden
aangelegd
b) Omliggende straten moeten voor plaatselijk verkeer worden ingericht (bannen sluikverkeer)
! het uitkragen van hoeken en de aanplanting van bomen en struiken, door korte zebrapaden
! verkeersdrempels om de 100 m én plateaus op kruispunten
! in straten met parkeren aan één kant, alternerend parkeren (links, rechts) om de 100 m (zie
Van der Keilen- en Huybrechtstraat)
! op parkeerstroken om de 100 m aanplanting boom en struiken
c) Het probleem van de Ommeganckstraat moet samen met de Provinciestraat dringend worden
opgelost. Nu zijn er te veel verkeersfuncties in een te smalle straat, die ook nog eens functioneert
als belangrijke doorsteek voor de zachte weggebruiker richting centrum. De Ommeganckstraat kan
veiliger worden door b.v.
! het wegprofiel versmallen, om de (te hoge) snelheid van het autoverkeer in te dijken. Meer
ruimte te creëren voor fietsers en voetgangers
! een ander straatprofiel uit te werken waarbij de tram in beide richtingen grotendeels over één
spoor rijdt (zoals bv. in de Gentse Veldstraat)
! de straat doodlopend te maken ter hoogte van het Giraffenplein met behulp van een
horizontale slagboom en/of een knip waarbij de Provinciestraat zonder tram, nog wel
toegankelijk is: op die manier is ze wel nog voor de auto toegankelijk vanuit de Carnotstraat,
maar enkel voor plaatselijk verkeer (o.a. de ABVV)
7. Allerlei
-
Een plan van aanpak opstellen voor de verwaarloosde stukken, nog te ontwikkelen stukken
grond, achter de rooilijn, met concrete mogelijkheden binnen een masterplan.
-
Eventueel het betaald parkeren uit te breiden tot later op de avond. De stationsbuurt trekt ook
veel mensen van buiten de stad, die hier parkeren om daarna de stad in te trekken
(Elisabethzaal, op restaurant).
6