Stuurgroep Volwassenenonderwijs Prioriteitenlijst van te ontwikkelen opleidingsprofielen voor het schooljaar 2014-2015 Samenwerkingsverband van de vier pedagogische begeleidingsdiensten (vzw SNPB) en het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs (Vocvo) Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 1 van 11 Stuurgroep Volwassenenonderwijs Prioriteitenlijst van te ontwikkelen opleidingsprofielen voor het schooljaar 2014-2015 2014-11-21 Deel 1 van de prioriteitenlijst omvat voorstellen van nieuw te ontwikkelen opleidingsprofielen, uitbreidingsmodules en geletterdheidsmodules voor de Basiseducatie en het Secundair Volwassenenonderwijs. Deel 2 bevat bestaande opleidingsprofielen voor de Basiseducatie en het Secundair Volwassenenonderwijs die we wensen te herwerken/actualiseren. Deze voorstellen worden voor opportuniteitstoets voorgelegd aan de overheid. De lijst kwam tot stand op basis van de bevraging van alle consortia/centra. De opleidingsprofielen, uitbreidingsmodules en geletterdheidsmodules die nog in ontwikkeling zijn na een eerdere opportuniteitstoets werden in deze lijst niet meer opgenomen. De bestaande goedgekeurde opleidingsprofielen die de stuurgroep plant te herwerken naar aanleiding van erkende beroepskwalificaties en desgevallend signalen van de centra die wijzen op een dringende nood aan actualisering, werden niet opgenomen in de prioriteitenlijst, evenmin als mogelijke nieuwe opleidingsprofielen die beantwoorden aan beroepskwalificatienoden op niveau 2, 3 en/of 4 van de Vlaamse kwalificatiestructuur en waarvoor inmiddels erkende beroepskwalificaties door de Vlaamse regering zijn goedgekeurd of in goedkeuringsfase zitten . Hiervoor zal de werkgroep modularisering – waarin, naast de stuurgroep volwassenenonderwijs, ook AKOV, DBSO, VDAB en Syntra Vlaanderen zijn vertegenwoordigd - een aparte planning opmaken en desgevallend een macrodoelmatigheidstoets uitvoeren. Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 2 van 11 DEEL 1 NIEUW TE ONTWIKKELEN OPLEIDINGSPROFIELEN Secundair volwassenenonderwijs Studiegebied Bijzondere educatieve noden Te ontwikkelen OP Dove culturele ervaringsdeskundige (Deaf Role Model) Verantwoording Is het OP relevant omwille van maatschappelijke tendensen? De combinatie van recente (internationale en Vlaamse) wetenschappelijke bevindingen en onze huidige Vlaamse hulpverlenings- en onderwijssituatie maken deze (voor vlaanderen) nieuw te ontwikkelen opleiding zeer relevant. Onderzoek toont aan dat Vlaamse ouders van dove en slechthorende kinderen enerzijds te weinig en niet neutraal geïnformeerd worden over een bepaalde visie op doof-zijn (de cultureel-linguïstische visie) en er anderzijds ook veel te weinig mogelijkheden zijn om deze visie, indien men ervan kennis genomen heeft, te exploreren, laat staan toe te passen (Hardonk, 2011; Matthijs et al.; 2013; Matthijs et al., in voorbereiding). Nochtans wordt (inter)nationaal door heel wat onderzoekers erkend dat het toepassen van deze visie in de opvoeding en het onderwijs heel wat ontwikkelingsvoordelen kan bieden voor dove kinderen en hun families (o.a. Kushalnagar et al., 2010; McTurk, Ludwig & Meadow-Orlans; Loots, Devisé, & Jacquet, 2005 ...). Een sterk ontwikkelde bilinguaal-biculturele identiteit (Vlaamse Gebarentaal en Nederlands, Dovencultuur en horende cultuur), wordt ook in verband gebracht met een succesvollere schoolcarrière, betere sociale relaties, persoonlijke aanpassing en zich meer aanvaard voelen in het gezin (Spencer, Tomblin, & Gantz, 2012). Hierbij wordt opgemerkt dat de meest efficiënte manier om deze voordelen waar te maken, het werken met Dove rolmodellen is. Dove volwassenen beschikken over unieke eigenschappen en ervaringen die door een horende hulpverlener nooit op gelijkwaardige wijze kunnen worden doorgegeven aan dove en slechthorende kinderen en hun familie. Het bewust worden van deze eigenschappen, en het leren modelleren ervan, is echter een proces dat een specifieke opleiding vereist. In een aantal buitenlanden, zoals de Verenigde Staten en Engeland, bestaat een dergelijke opleiding reeds, in Vlaanderen nog niet. De domeinen Cultuur, Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse Overheid, worden zich ook meer bewust van de nood van Dove rolmodellen, wat zich weerspiegelt in de steun/subsidiëring van een aantal projecten of initiatieven hierrond. Deze opleiding sluit nauw aan bij de educatieve noden van een specifieke cursistengroep, met name dove (jong)volwassenen. Heel wat dove volwassenen die graag met kinderen (doof en horend) werken, ervaren momenteel regelmatig moeilijkheden bij het vinden van werk of zelfs het toegelaten worden tot opleidingen als kleuterjuf, kinderverzorgster en dergelijke meer. Deze opleiding zou ertoe leiden dat dove (jong)volwassenen zich kunnen profileren als een meerwaarde voor de ontwikkeling van kinderen. Want naast bovenvermelde ontwikkelingsvoordelen voor dove kinderen, zijn er ook reeds onderzoeken die ontwikkelingsvoordelen aan het licht brengen voor horende kinderen die worden opgevoed in de dichte nabijheid van dove kinderen en hun rolmodellen (zie referentielijst aan einde document). Het bestaan van deze opleiding met certificaat zou onderwijsinstellingen en werkgevers van deze meerwaarde kunnen overtuigen. Ook de sectoren binnen de huidige dienstverlening aan dove en slechthorende kinderen (thuisbegeleidingsdiensten, revalidatiecentra, gespecialiseerde kinderopvang, Gon-begeleiding ...) zijn vragende partij voor deze opleiding. Hetgeen hen momenteel vaak tegenhoudt om Dove rolmodellen aan te trekken is (naast hun grote afwezigheid) ook het feit dat niemand hiervoor opgeleid is, terwijl het soms om zeer delicate opdrachten gaat. Zij vinden het bijgevolg – en terecht – onverantwoord om dove personen die enkel geïnteresseerd zijn om rolmodel te zijn, zonder opleiding aan families toe te vertrouwen die net vernomen hebben dat hun kind doof is. Doof zijn is niet voldoende om een doof rolmodel te zijn, en daar biedt deze opleiding Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 3 van 11 Studiegebied Te ontwikkelen OP Verantwoording een antwoord voor. Door het certificaat krijgen deze diensten de garantie dat de Dove rolmodellen met certificaat een opleiding met specifieke aandacht hiervoor genoten. Bij de ontwikkeling van het curriculum zullen deze diensten trouwens betrokken worden, zodat hun bekommernissen in kaart worden gebracht en hier een passend antwoord op geboden kan worden in het curriculum en de uiteindelijke evaluatie van de studenten. Ook voor de dovengemeenschap zelf zou deze opleiding positieve gevolgen hebben. De steeds meer medicaliserende maatschappij vormt immers een bedreiging voor de overdracht van Dovencultuur en haar taal, de Vlaamse Gebarentaal (VGT). Deze opleiding zou enerzijds de meerwaarde van Dovencultuur en VGT voor de ontwikkeling van dove en zelfs horende kinderen in de verf zetten. Hierdoor wordt de hele dovengemeenschap gesterkt en gestimuleerd in hun fierheid op hun taal en cultuur, niet alleen intern, maar ook naar de buitenwereld (horende wereld) toe. Anderzijds zou de opleiding ook als effect hebben dat Dovencultuur en VGT ook effectief veel meer overgedragen wordt en dus levend blijft. Door deze opleiding binnen de structuur van het Vlaamse Volwassenonderwijs in te richten maken dove (jong)volwassenen kennis met deze onderwijsstructuur en een onderwijsinstelling. Hierdoor ervaren zij de mogelijkheden van permanent leren. Bestaat er een referentiekader/nieuw, recente wijzigingen? Het referentiekader van waaruit gewerkt zal worden is dat van ‘the Deaf role model’. Voornamelijk in de Verenigde Staten en Engeland werden projecten opgezet waarbij Dove rolmodellen in vroegbegeleiding, kinderopvang en onderwijs werden ingezet en waarbij wetenschappelijke opvolging de vele voordelen voor de kinderen en hun (in meer dan 90% van de gevallen horende) families en nabije omgeving aantoonde. In onderstaande artikels wordt hier dieper op ingegaan. Met prof. Alys Young, dra. Katherine Rogers en dr. Hilary Sutherland hebben we persoonlijk contact (na ontmoetingen tijdens inspirerende lezingen) en werd reeds een bezoekweek gepland in juli om volledig op de hoogte te zijn over hun Deaf Role Model project ter voorbereiding van de ontwikkeling van deze opleiding in Vlaanderen. Volgende bronnen beschrijven het Deaf Role Model concept meer diepgaand: Rogers, K. & Young, A. (2008). Independent Evaluation of the National Deaf Children’s Society’s Deaf Role Model Project, Final Report. National Deaf Children’s Society Rogers, K. & Young, A. (2011). Being a Deaf Role Model: Deaf people’s experiences of working with Families and Deaf young people. Deafness and education international, 13, 2-16 Sutherland, H., Griggs, M. & Young, A. (2003) Deaf Adults and Family Intervention Projects. In: C. Gallaway & A Young eds. Deafness and Education in the UK; Research Perspectives. London, England: Whurr Publishers; pp. 520 Bestaat er een draagvlak bij de centra? CVO VORMINGSLEERGANG VOOR SOCIAAL EN PEDAGOGISCH WERK GENT dient de aanvraag in maar het draagvlak kan nog verder verruimd worden na aftoetsing bij de centra die nu reeds de onderwijsbevoegdheid hebben voor de opleiding Vlaamse Gebarentaal en de HBO – opleiding Tolk voor Doven, optie Tolk Vlaamse Gebarentaal. Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 4 van 11 Studiegebied Te ontwikkelen OP Verantwoording Werd er rekening gehouden met bestaand modulair aanbod? Dit werd nagegaan, er is geen overlap met het bestaande aanbod. Andere aanbieders? Er bestaan geen gelijkaardige opleidingen in Vlaanderen. Wat is de relatie met andere opleidingsniveaus binnen onderwijs? Deze opleiding kan op zich staan, waardoor gecertificeerden bijvoorbeeld in aanmerking kunnen komen voor het inrichten van bestaande specifieke oudercursussen voor ouders van dove kinderen die meer willen leren over de meerwaarde die Vlaamse Gebarentaal en Dovencultuur kan bieden voor de ontwikkeling van hun kinderen. Daarnaast kan deze opleiding ook een specialisatie zijn voor dove (jong)volwassenen die in het bezit zijn van een diploma op niveau secundair of hoger onderwijs waarbij ze in de uitoefening van hun job als rolmodel fungeren voor kinderen, zoals bijvoorbeeld kleuterjuf/leerkracht, kinderverzorgster, pedagoog/psycholoog. Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 5 van 11 DEEL 2 TE HERWERWERKEN/ACTUALISEREN OPLEIDINGSPROFIELEN Secundair volwassenenonderwijs Studiegebied Algemene vorming Bijzondere educatieve noden Te herwerken OP Tweede graad ASO Wetenschappen Economie Humane Wetenschappen ASO2 Derde graad ASO Economie - Moderne Talen Economie - Wiskunde Humane Wetenschappen ASO3 Moderne Talen - Wetenschappen Moderne Talen – Wiskunde Wetenschappen - Wiskunde Opfris Derde Graad ASO Opfris Derde Graad TSO Opfris Tweede Graad ASO Opfris Tweede Graad TSO Ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 Verantwoording de de N.a.v. de geactualiseerde eindtermen Nederlands 2 en 3 graad ASO (BVR 16/10/2009), moderne vreemde de de de talen 2 en 3 graad ASO (13/02/2009), natuurwetenschappen 2 graad ASO (BVR 2/03/2012) en de natuurwetenschappen 3 graad ASO (in voege vanaf 1/9/2014) en n.a.v. de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen (die niet langer per graad zijn ingedeeld) (BVR 13/02/2009), dienen de OP’s ASO2 en ASO3 te worden aangepast (modules m.b.t. de basisvorming). De stuurgroep zal onderzoeken in welke mate ook de basiscompetenties van de opleidingen “opfris” tweede en derde graad ASO dienen te worden bijgestuurd n.a.v. de gewijzigde eindtermen (zie hierboven). Deze aanvraag werd reeds vorig jaar ingediend maar kreeg een negatief advies waarbij er verwezen werd naar de komende beroepskwalificatiestructuur. We zijn ondertussen een jaar verder en de centra dringen aan op een urgente evaluatie en herstructurering van deze opleidingsprofielen (zowel voortraject in BE als beroepsopleiding in het SVWO) om de duurzaamheid van deze opleiding in het landschap van het volwassenenonderwijs te garanderen. Voor de HBO–opleidingen kunnen er (in afwachting van omvorming) ook aanpassingen/wijzigingen, los van de beroepskwalificatiestructuur, worden aangevraagd. Dit zou ook mogelijk moeten zijn voor opleidingen van het SVWO. Deze aanvraag tot evaluatie en herstructurering werd besproken met alle betrokken partners binnen de stuurgroep van deze opleiding. De noodzaak van een dringende herwerking blijkt uit volgende elementen. De volledige opleiding tot ervaringsdeskundige is momenteel opgesplitst in een voortraject binnen basiseducatie en de beroepsopleiding binnen het secundair volwassenenonderwijs. We beschouwen enkele elementen van deze samenwerkingsstructuur als inefficiënt. Zeker het gebrek aan continuïteit van procesbegeleiding tussen het voortraject en de huidige beroepsopleiding is een minpunt, zowel voor de cursisten als voor het personeel. Dit model belet ook een voldoende stabiele teamwerking. Wij ervaren wel een duidelijke meerwaarde van de samenwerking tussen CBE en CVO maar zouden willen pleiten voor een andere samenwerkingsvorm, verticaler en beter geïntegreerd, waarbij iedereens competenties beter tot hun recht komen. Concreet zouden we de huidige module “Onderzoek naar kansarmoede- 6 van 11 Studiegebied Te herwerken OP Verantwoording - - - Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 ervaringen” in het voortraject willen integreren in de beroepsopleiding, en ondersteunende modules ivm. taal, leren leren en ICT verder laten inrichten door basiseducatie. Enkele aspecten van de opleiding zijn onvoldoende te vatten in het aantal uren per module in het huidige opleidingsprofiel. Vooral in een aantal modules Methodische Training en Beroepspraktijk is onvoldoende rekening gehouden met de intensieve persoonlijke begeleiding. Een uitbreiding van het aantal uren begeleiding die kan aangewend worden voor deze modules is o.i. noodzakelijk. Een aantal modules evolueerde doorheen de eerste uitvoering van het huidige opleidingsprofiel in de voorbije vier schooljaren qua prioriteiten in inhoud en doelstellingen. We zouden van de gewenste herziening willen gebruik maken om correcties aan te brengen op de basiscompetenties, leerdoelen en methodische wenken in enkele modules. Tenslotte zouden we van een herziening willen gebruik maken om sommige basiscompetenties helderder en eenvoudiger te formuleren conform de aanbevelingen in de doorlichtingsrapporten van de inspectie. We willen een helder schema maken waarin de groei naar de vereiste competenties doorheen de verschillende modules verduidelijkt wordt als houvast voor cursisten, lesgevers en stagementoren. 7 van 11 Basiseducatie Leergebied Te herwerken OP Verantwoording Maatschappijoriëntatie Voortraject beroepsopleiding Ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting Deze aanvraag werd reeds vorig jaar ingediend maar kreeg een negatief advies waarbij er verwezen werd naar de komende beroepskwalificatiestructuur. We zijn ondertussen een jaar verder en de centra dringen aan op een urgente evaluatie en herstructurering van deze opleidingsprofielen (zowel voortraject in BE als beroepsopleiding in het SVWO) om de duurzaamheid van deze opleiding in het landschap van het volwassenenonderwijs te garanderen. Voor de HBO–opleidingen kunnen er (in afwachting van omvorming) ook aanpassingen/wijzigingen, los van de beroepskwalificatiestructuur, worden aangevraagd. Dit zou ook mogelijk moeten zijn voor opleidingen van het SVWO. Deze aanvraag tot evaluatie en herstructurering werd besproken met alle betrokken partners binnen de stuurgroep van deze opleiding. De noodzaak van een dringende herwerking blijkt uit volgende elementen. De volledige opleiding tot ervaringsdeskundige is momenteel opgesplitst in een voortraject binnen basiseducatie en de beroepsopleiding binnen het secundair volwassenenonderwijs. We beschouwen enkele elementen van deze samenwerkingsstructuur als inefficiënt. Zeker het gebrek aan continuïteit van procesbegeleiding tussen het voortraject en de huidige beroepsopleiding is een minpunt, zowel voor de cursisten als voor het personeel. Dit model belet ook een voldoende stabiele teamwerking. Wij ervaren wel een duidelijke meerwaarde van de samenwerking tussen CBE en CVO maar zouden willen pleiten voor een andere samenwerkingsvorm, verticaler en beter geïntegreerd, waarbij iedereens competenties beter tot hun recht komen. Concreet zouden we de huidige module “Onderzoek naar kansarmoede-ervaringen” in het voortraject willen integreren in de beroepsopleiding, en ondersteunende modules i.v.m. taal, leren leren en ICT verder laten inrichten door basiseducatie. Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 8 van 11 Maatschappijoriëntatie - - MO Communicatie MO Samen leven MO Levenslang en levensbreed leren MO Werk Opmerking vooraf Het betreft hier geen aanpassing van deze opleidingen in de strikte zin van het woord. De opleidingen zijn immers pas recent geïmplementeerd. Wel gaat het om het toevoegen van de ontbrekende eindtermen uit de Matrix MO die bij de actualisering van de opleidingsprofielen MO niet meegenomen werden. Vermits de ontbrekende eindtermen in een aparte module zullen verkaveld worden is de impact op de andere modules van de opleidingen verwaarloosbaar. Duiding bij het voorstel tot aanpassing Aanleiding Mensen in armoede en mensen die het slachtoffer zijn van allerlei vormen van sociale uitsluiting hebben ambities. Zij willen erbij horen, een plaats hebben in de samenleving, ze willen zich ontplooien, het zelf beter hebben en een betere toekomst voor hun kinderen realiseren. Maar de maatschappelijke kloven op eigen kracht overbruggen is zeer moeilijk omdat armoede en sociale uitsluiting hardnekkige, structurele problemen zijn. Wie geboren wordt in een arm gezin, of wie al vanaf jonge leeftijd geconfronteerd wordt met sociale uitsluiting, riskeert generatie-arm te worden. Door allerlei uitsluitingsmechanismen dreigen ook groepen niet-generatie-armen in deze vicieuze cirkels te belanden: zieken, allochtonen, mensen die het slachtoffer zijn van de economische recessie, jongeren uit ontwrichte gezinnen,… Om op een goede manier aan armoedebestrijding te doen is het noodzakelijk dat de samenleving de structurele elementen in armoede, die de basis vormen van armoede, aanpakt. Dit is onontbeerlijk om de armoedecirkel te doorbreken. De grote kloof tussen mensen die leven in armoede enerzijds en de maatschappij en zijn vertegenwoordigers anderzijds heeft zware gevolgen voor mensen. Mensen in armoede blijven in hun contacten met maatschappelijke vertegenwoordigers onbegrepen. Zij kunnen niet voldoen aan de gestelde verwachtingen omdat ze niet aangesproken worden op hun krachten en omdat ze bepaalde vaardigheden en kennis missen. Daardoor krijgen mensen in armoede niet de kansen die ze verdienen, ze krijgen niet de kans hun basisrechten uit te oefenen en doen ze geen beroep op maatschappelijke dienstverlening. Dit noemen we ‘de missing link’. Mensen in armoede en sociale uitsluiting zijn zich zelf vaak weinig bewust van deze ‘missing link Doelstellingen Door inzicht te verwerven in kansarmoede, de ‘missing link’ en verwachtingen van de samenleving t.a.v. kansarmen kunnen mensen in armoede en sociale uitsluiting zowel eigen ervaringen als die van anderen beter begrijpen. Zo kunnen ze zelf sterker worden. In een module basiseducatie waarin de focus ligt op herkennen, onderzoeken van oorzaken en gevolgen van armoede en sociale uitsluiting leren cursisten hun ervaring omzetten in een kracht. Dat komt henzelf ten goede, hun partner en hun kinderen, hun omgeving en de samenleving; ook al ervaren mensen in armoede dat stappen vooruit zetten in het leven bijzonder moeilijk is en dat een tegenslag op het ene levensdomein effecten heeft op andere terreinen. Door een module Armoede en sociale uitsluiting als keuzemodule toe te voegen aan vier opleidingen basiseducatie in het leergebied MO willen de centra voor basiseducatie kunnen inzetten op het inzicht verwerven in armoede en sociale uitsluiting. Dit is dus allerminst een soort praatgroep of zelfhulpgroep. Deze module komt tegemoet aan een maatschappelijke opleidingsvraag. Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 9 van 11 Referentiekader Bij de actualisering van de eindtermen maatschappijoriëntatie in het voorjaar 2010 werden ook eindtermen geformuleerd in verband met armoede en sociale uitsluiting. Deze eindtermen moesten ook dienen voor de – nog te evalueren – opleiding voortraject EDAS. De nieuwe matrix MO, het referentiekader voor het leergebied maatschappijoriëntatie basiseducatie, dekt voor 100% het geheel van de “oude” MO-doelen. Eindtermen 38 tot en met 45 werden echter nog niet verkaveld omdat het voortraject EDAS actualiseren toen nog niet aan de orde was. Draagvlak Het tot nog toe ontbreken van de bovenstaande doelstellingen in de geactualiseerde opleidingenstructuur van het leergebied MO wordt als een gebrek ervaren in de sector basiseducatie Concreet voorstel tot aanpassing De bedoeling is om de acht ontbrekende eindtermen (eindtermen 38 tot en met 45) uit de Matrix MO samen te voegen tot 1 keuzemodule ‘Armoede en sociale uitsluiting’. Deze keuzemodule kan toegevoegd worden aan vier opleidingen maatschappijoriëntatie in de basiseducatie: COMMUNICATIE, SAMEN LEVEN, LEVENSLANG EN LEVENSBREED LEREN en WERK. In de opleiding COMMUNICATIE betekent deze module een meerwaarde omdat mensen in armoede en sociale uitsluiting vaak onbegrepen blijven. Zij kunnen inzicht verwerven in hoe ervaringen met armoede en sociale uitsluiting communicatiepatronen kunnen beïnvloeden en leren zien hoe communicatieproblemen kunnen ontstaan. Deze cursisten kunnen alvast van hun kant beter leren communiceren en hun boodschap duidelijk overbrengen. De module wordt daarnaast als keuzemodule toegevoegd aan de drie opleidingen maatschappijoriëntatie die opgebouwd zijn vanuit de drie perspectieven: LEVENSLANG EN LEVENSBREED LEREN (educatief perspectief), SAMEN LEVEN (maatschappelijk perspectief) en WERK (professioneel perspectief). In het realiseren van hun ambities, in elk van de drie perspectieven, ervaren mensen in armoede en sociale uitsluiting drempels. In deze opleidingen is deze keuzemodule dan ook een toegevoegde waarde. Het meer inzicht verwerven in de eigen ervaringen maakt het mogelijk om die ervaringen als kracht te gaan inzetten en zo drempels te overwinnen en stappen vooruit te zetten in het leven. Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 10 van 11 Relatie met het voortraject ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting en gevolgen voor andere opleidingen of opleidingsniveaus In deze keuzemodule, die 60 lestijden zou omvatten, willen de centra voor basiseducatie het thema armoede en sociale uitsluiting op die manier en in die mate behandelen zodat cursisten nadien verder aan de slag kunnen met hun ervaringen. Het spreekt voor zich dat er niet zo diep ingegaan wordt op ervaringen met armoede en sociale uitsluiting in vergelijking met het voortraject ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting. Er wordt ook minder tijd voor uitgetrokken omdat een andere finaliteit beoogd wordt. De keuzemodule in deze opleidingen beperkt tot het inzetten van (enkele) eigen ervaringen om zelf stappen vooruit te zetten. Dit staat in feite los van het voortraject of de beroepsopleiding ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting in die zin dat het zeker geen alternatief is en een enigszins een andere doelgroep beoogt: deze cursisten hebben niet per se de ambitie om ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting te worden. Er zijn strikt genomen geen gevolgen voor andere opleidingen of opleidingsniveaus. Wel hopen we via dit specifiek aanbod meer mensen in armoede te bereiken en hen positieve leerervaringen te laten opdoen en hen handvatten tot leren aan te reiken. Op die manier hopen we dat zij doorstromen naar andere opleidingen of opleidingsniveaus. Prioriteitenlijst te ontwikkelen opleidingsprofielen in 2014-2015 11 van 11
© Copyright 2024 ExpyDoc