Beste ouders/verzorgers, Het thema van de komende periode is: ‘zomer’. Natuurlijk worden er in deze tijd van het jaar veel activiteiten buiten gedaan! Te denken valt aan: bellen blazen, stoep krijten, een gymactiviteit buiten op het plein, een ‘strand maken’ in de zandbak. Er worden knutselwerkjes gemaakt over het strand, buiten spelen en over vakantie. Ook worden er boeken voorgelezen over het thema en liedjes gezongen. Woorden die we vaak gebruiken zijn: de vakantie, de zon, buiten spelen, de zandbak, scheppen, graven, glijden, insmeren, de zee, het strand, warm, Opzegversje: Zonnetje, zonnetje Aan de lucht Wat heb je warme stralen Ik kom, ik kom bij jou Een heel mooi kleurtje halen Bruine wangen, Rode neus Met hier en daar een sproetje En wordt het soms te warm voor mij Dan draag ik wel een hoedje Ouderbrief Thema 11: Zomer Leuke activiteiten voor thuis! Jij bent aan de beurt! Woorden leren tijdens het buiten spelen! In allerlei situaties in ons dagelijks leven hebben we te maken met ‘beurten’. We wachten in de winkel op onze beurt, met een spelletje doen ben je ‘aan de beurt’, maar ook tijdens het praten heb je een beurt. Als jij praat, praat ik niet. Als jij klaar bent met praten, ben ik aan de beurt om iets te zeggen. Voor peuters is het nog erg moeilijk om op hun beurt te wachten. Ze willen graag direct iets doen of zeggen. Dit is heel normaal en hoort ook bij hun ontwikkeling. Toch is deze fase al erg belangrijk voor het oefenen met beurten. Belangrijk is om de beurten kort te houden, een peuter kan nog niet lang wachten! In de zomer wordt er veel buiten gespeeld en misschien gaat u naar het strand of naar een andere zwemgelegenheid. Ook dit zijn goede momenten om met uw kind te praten. Bijvoorbeeld: • U gaat een tas inpakken met spulletjes die mee moeten naar het strand. Uw kind kan hierbij goed helpen en leert er zo weer nieuwe woorden bij. Laat uw kind iets opzoeken, zoals: “Kun jij je schep gaan pakken? Kijk ik doe ook de zonnebrandcrème in de tas. Jij mag je pet in de tas doen?” • Op het strand is veel te doen. Scheppen, schelpen zoeken, ijsje eten, in de golven spelen/springen. Ook hierbij is het belangrijk om steeds te praten over wat uw kind doet. Bijvoorbeeld: “Kijk, een hele hoge golf, daar komt ie…….Ja, we gaan springen, heel hoog! Warm hè, zullen we een ijsje gaan eten? Ik heb er een met een stokje…en jij? Koud is het ijs hè? Mijn ijsje is wit, welke kleur heb jij?” • Ook tijdens het fietsen kunt u praten over wat uw kind ziet. “Wat gaan we hard hè. Kijk, een eend in het water, ik zie er wel drie. O, nu moeten we stoppen, er komt een auto aan. Ja nu kunnen we oversteken”. Oefensituaties met beurten zijn bijvoorbeeld: • om de beurt schommelen • op je beurt wachten voor een ijsje • om de beurt van de glijbaan • een zandkasteel bouwen en om de beurt scheppen • om de beurt een puzzelstukje in de puzzel leggen • ook tijdens het praten kan uw kind al leren om even op z’n beurt te wachten. Als u aan het praten bent en uw kind vraagt ook aandacht, laat dan even merken dat u hem heeft gehoord. Dit kan bijvoorbeeld door te zeggen: “Even wachten, jij mag zo”. Maak uw zin af van het gesprek en richt uw aandacht op uw kind. Beloon hem door te zeggen: “Goed zo, je hebt even gewacht, nu mag jij vertellen”. Boekentips Kaatje in de zomer Bobbi op vakantie Dikkie Dik naar het strand Liesbet Slegers Ingeborg Bijlsma Jet Boeke
© Copyright 2024 ExpyDoc