Preek 19 januari

Thema: Lechajim! Op het leven!
Johannes 2:1-11
Gemeente van Jezus Christus, geliefde mensen
Lechajim, op het leven! Dat eerste teken van Jezus, het heeft wel wat van
kukies lapis, spekkoek. Zoveel laagjes als er in zitten. Maar al die laagjes
hebben te maken met het leven, het goede, sprankelende leven. Op het leven!
Lechajim! En het leven begint natuurlijk met de moeder. De moeder van Jezus
was daar. Ja, het evangelie van Johannes begint een hoofdstuk eerder met de
Vader. Daar wordt hoog ingezet aan het begin: In den beginne was het Woord,
en het Woord is vlees geworden, en we hebben zijn heerlijkheid gezien, de
heerlijkheid van de eniggeboren Zoon van de Vader. Die hoge toon. En nu
toont de eniggeboren zoon van de Vader zijn heerlijkheid in het eerste grote
teken. En dat teken is heel down to earth, met beide voeten op de grond, als
zoon van zijn moeder. We zien ook iets heel gewoons gebeuren. Het lijkt toch
eigenlijk op een gewoon losmakingsproces: een zoon die zich losmaakt van
z’n moeder. Zoals zoveel zonen en dochters meemaken als ze volwassen
worden en hun eigen weg gaan. En soms klinken er dan nog wel wat hardere
woorden dan Jezus nu zegt: vrouw, wat heb ik met jou te maken? Met andere
woorden: Ik moet mijn eigen weg gaan.
Maria zei: Ze hebben geen wijn. Het lijkt een mededeling, maar het is een
vraag. Doet me wat denken aan mijn moeder, daar kwam ik laatst en ze zei:
het licht in de kamer is stuk. Ja, een mededeling, maar ik weet wel hoe klaat
het is en wat ze dan eigenlijk bedoeld: Kun jij even een nieuw lampje halen en
het oude vervangen en zorgen dat het licht het weer doet? Ja, die moeders
van ons. Jezus had ook zo’n moeder. Ze zegt: Ze hebben geen wijn. En Jezus
weet wel wat ze van Hem verwacht. En Hij zegt: wacht even, ik moet miin
eigen weg, op mijn eigen tijd gaan. De ure is nog niet gekomen.
En Maria, zoals moeders heel goed kunnen, trekt zich daar niets van aan. Ze
gaat rustig door alsof hij niets gezegd heeft. Ze zegt tegen de dienaren: Wat
Hij jullie ook vraagt, doe dat. Ze kent haar zoon. Dat is al opvallend, maar wat
Jezus doet is dan nog opvallender. Namelijk dat Hij doet wat ze hem gevraagd
heeft. Kijk, als wij ons losmaken van onze ouders, dan gaat dat vaak gepaard
met opstandigheid. Ik doe wat ik wil, ik doe juist niet wat mijn ouders wilen.
Jezus doet het anders. Hij is gehoorzaam aan zijn hemelse Vader én
gehoorzaam aan zijn aardse moeder. Trouw aan de hemel én trouw aan de
aarde. Hij negeert zijn moeder niet, maar gehoorzaamt haar. En weer een
laagje dieper gaat het dan over onze God die niet ver weg blijft in het
verhevene, maar zijn heerlijkheid, zijn glorie is dat Hij met ons is. Hij is met
ons ook in de mislukkingen van het leven: Ze hebben geen wijn. Dat is onze
situatie. Alles is mooi en dan plotseling gaat het mis. De wijn is op. De wijn van
het vertrouwen. De wijn van het mooie, onbezorgde leven. De wijn van de
hoop, de wijn van de vreugde, de toekomst. Dat zijn momenten die we
allemaal tegenkomen vroeger of later: de-wijn-is-op momenten. En juist daar
werkt God, in het verborgene, ons ten goede. Ja, het is verborgene, alleen de
dienaren weten het, alleen Maria, alleen de leerlingen. Het is opvallend hoe
onopvallend Jezus te werk gaat. En de ceremoniemeester wist niet waar het
vandaan kwam en de rest van de gasten ook niet. Als ik Jezus was had ik het
anders gedaan. Ik zou het even goed in de schijnwerpers gezet hebben.
Tromgeroffel: Zie, wat hier geschiedt! Water en nu is het…. Wijn! En terwijl u
deze heerlijke wijn geniet wil ik u iets vertellen over de nieuwe religieuze
beweging die ik hiermee begin. Als u belangstelling hebt, kunt u zich opgeven
bij mijn leerlingen of op www.debestewijn.com. En de eerste 50 mensen die
zich aanmelden krijgen een kruikje wijn gratis mee. Niets van dit alles. We
horen alleen in een bijzin: en toen de ceremonie-meester proefde van het
water dat wijn was geworden…
Zo is het in ons leven. God werkt in het verborgene,en pas achteraf zeg je:
Oh ja, het water is wijn geworden, en ergens daar heeft God gewerkt in mijn
leven en ik wist het niet en toch was Hij er.
En die zes stenen watervaten, ach lieve mensen, dat zijn wij, als we een laagje
dieper gaan. Wij aardewerk, geschapen op de 6e dag. Paulus noemt ons ook
ergens aarden vaten: wij hebben de schat van het geloof in aarden vaten. Laat
je leven gevuld zijn met verlangen en hoop en tranen en pijn en dankbaarheid
en vragen. Laat dat levenswater stromen. En doe, zoals Maria vraagt, doe wat
Hij je zegt, dan zul je merken dat het water van je leven verandert in wijn. Dat
het gewone leven iets sprankelends krijgt.
Jezus’ eerste teken is dat Hij ervoor zorgt dat het feest door gaat. Dat het niet
blijft steken in het tekort. En dan zien we in dat gewone vrolijke huwelijksfeest iets van Gods glorie. En dan zien wij in ons gewone leven iets van Gods
glorie. En dan zien we dat alles anders is. De wereld denkt dat de beste wijn
het eerst komt. Eerst is het leven mooi en leuk en dan wordt het minder en
minder en dan ga je dood. Christus zegt: het is precies andersom, de beste
wijn komt het laatst. Dat is zo in je leven, dat is ook zo als je zult sterven. De
beste wijn komt het laatst, de grootste vreugde komt nog. Het echte leven,
het sprankelende leven dat komt als je luistert naar de stem van Christus. Als
je met een open hart brood en wijn ontvangt, zijn liefde en genade in jou.
Lechajim! Op het leven! In Christus’ naam, amen