Herwaardering pensioen in eigen beheer Een Pensioen BV vormt een fiscale eenheid met de Werk BV. De vraag is of bij een ontvoeging van de fiscale eenheid sprake is van een noodzakelijke herwaardering van de pensioenverplichting. Over deze vraag oordeelde onlangs de Rechtbank Gelderland. Algemeen Als een Werk BV haar pensioenverplichting overdraagt aan een Pensioen BV spreken we van extern eigen beheer. In dat geval moeten partijen de pensioenverplichting overdragen tegen de waarde in het economische verkeer. De Werk BV kan voor zover de waarde in het economische verkeer hoger is dan de fiscale waarde een verlies nemen. Voor de waarde van de indexatie maakt de fiscale regelgeving hierop een uitzondering. Deze waarde mag de Werk BV niet aftrekken van de fiscale winst. De waarde van de indexatie moet de Werk BV activeren op de fiscale balans. Bij de Pensioen BV zien we het spiegelbeeld. De Pensioen BV moet de verplichting tegen de fiscale waarde op balans zetten. Daardoor behaalt zij meteen een fiscale winst. Maar hier geldt de uitzondering voor de indexatielast. Deze mag de Pensioen BV wel passiveren. Als de Pensioen BV samen met de Werk BV in een fiscale eenheid zit is er fiscaal gezien mogelijk geen sprake van extern eigen beheer, maar wel voor de loonbelasting. Immers voor de belastingheffing is de Pensioen BV opgegaan in de Werk BV, maar voor deciviel juridische toezegging is er wel sprake van extern eigen beheer. Een financieringsovereenkomst is op basis van (Hoge Raad) uitspraken uit het verleden noodzakelijk. Voor de heffing van de vennootschapsbelasting waardeert de fiscale eenheid het pensioen dus tegen de fiscale waarde. Maar wat gebeurt er nu als de fiscale eenheid wordt verbroken? Over deze vraag boog de rechtbank Gelderland zich. Procedure Een Werk BV deed in 1987 een pensioentoezegging aan haar DGA. De uitvoering van deze toezegging werd in 1993 overdragen aan Pensioen BV. Werk BV en Pensioen BV vormden een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. In 2010 werd de fiscale eenheid tussen Werk BV en Pensioen BV weer verbroken. Direct daarna werd de Werk BV aangemerkt als een VBI in het kader van de vennootschapsbelasting. Een VBI is een voor de vennootschapsbelasting vrijgestelde beleggingsinstelling. De Werk BV stelde dat bij de ontvoeging van de fiscale eenheid alsnog een herwaardering van de pensioenverplichting moest plaatsvinden. Dat zou betekenen dat de Werk BV op het moment van de ontvoeging de indexatie last zou moeten activeren. Omdat op datzelfde moment de Werk BV de status van VBI kreeg, zou de geactiveerde indexatielast ten laste van de fiscale winst kunnen worden gebracht. Uitspraak Volgens de Rechtbank moest de Pensioen BV na de verbreking van de fiscale eenheid doorgaan met de fiscale waardering. Slechts als binnen een periode van zes jaar vóór de ontvoeging de overdracht had plaatsgevonden zou een herwaardering moeten plaatsvinden. Omdat in deze procedure de overdracht meer dan zes jaar geleden heeft plaatsgevonden moet de Pensioen BV na de ontvoeging gewoon doorgaan met de fiscale waardering van het pensioen. Er is ten tijde van de ontvoeging geen fiscale winst of verlies in respectievelijk de Werk BV en de Pensioen BV. De Werk BV mag op het moment van de ontvoeging de indexatielast niet activeren. Ons commentaar Wij zien verschillende standpunten inzake extern eigen beheer. Het feit dat er sprake is van een fiscale eenheid, betekent naar onze mening niet dat op grond van intern eigen beheer de waardering kan plaatsvinden. Mede gezien het feit dat de overdracht van pensioenaanspraken tegen de waarde in het economisch verkeer moet plaatsvinden en de Werk BV de indexatielast niet ten laste van de fiscale winst mag brengen, dient een actiefpost op de fiscale balans opgenomen. Bij een overdracht binnen de fiscale eenheid is er géén sprake van intern eigen beheer en gelden de commerciële overdrachtsregels inclusief activering van de indexatielast achterwegen. Mede in het zicht van verbreking van de fiscale eenheid is deze jaarlijkse boekhouding met premie- en indexatienota’s van groot belang. Volgens de Rechtbank moet op basis van de wetgeving de ontvoegde dochter (Pensioen BV) doorgaan met de fiscale waardering die de fiscale eenheid hanteerde. Alleen als de overdracht binnen een periode van zes jaar voor de verbreking van de fiscale eenheid heeft plaatsgevonden volgt een herwaardering op basis van de waarde in het economische verkeer. Een bijzondere uitspraak waarbij de Rechtbank gedeeltelijk toegeeft aan herwaardering op basis van het economische verkeer.
© Copyright 2024 ExpyDoc