Mobiliteitsmanagement is een vak

MOBILITEITSMANAGER VAN HET JAAR
Mobiliteitsmanagement
is een vak
Wat doet de Mobiliteitsmanager van het Jaar anders dan zijn
vakgenoten? En wat merken zijn forenzende collega’s daarvan?
Die vragen stelden we aan André de Boer, senior adviseur
Mobiliteit van Rijkswaterstaat. Eerder dit jaar nam hij tijdens het
Fleetmanagement Congres in Nieuwegein de titel over van Patrick
Langevoort, die de award in 2013 won als Mobiliteits­adviseur
van Alliander (nu Allego). Beide heren komen aan de spreektafel.
tekst Rob de Boer fotografie Maarten Corbijn
p04 - 95 najaar 2014
MOBILITEITSMANAGER VAN HET JAAR
95 najaar 2014 - p05
MOBILITEITSMANAGER VAN HET JAAR
Juryrapport over
André de Boer
‘André de Boer vervolgt de richting
die zijn voorganger heeft ingezet, om
tot bundeling te komen van een
belangrijk deel van het wagenpark van
de Rijksoverheid. Zijn visie, wil en
zijn enthousiasme moet de komende
jaren de benodigde cultuurverandering
ondersteunen. Hij bepaalt mede hoe
er in de toekomst met mobiliteit
binnen de overheid moet worden
omgegaan.’
Juryrapport over
Patrick Langevoort
"Patrick Langevoort volgt standvastig zijn
koers en zoekt naar alternatieven. Zo
kijkt hij bijvoorbeeld ook naar openbaar
vervoer, elektrische auto's en deelauto's.
Hij geeft de verschuiving van bezit naar
gebruik concreet vorm.
p06 - 95 najaar 2014
MOBILITEITSMANAGER VAN HET JAAR
an het eind van de jaren 80 raakte Nederland langzaam maar zeker in
de ban van de leaseauto. Voor veel werknemers werd ‘de auto van de
zaak’ sindsdien een vaste secundaire arbeidsvoorwaarde, terwijl werkgevers
de leaseauto inzetten in de zoektocht naar geschikt personeel op de
arbeidsmarkt. Anno 2014 rijden er op de Nederlandse wegen dan ook
ruim 700.000 leaseauto’s rond. En hoewel de grootste groei er inmiddels
uit is, neemt het aantal leaserijders nog altijd toe. Ondanks dalende autoverkopen groeide de Nederlandse leasevloot in 2013 met 0,6 procent*.
Daarbij zijn leaseauto’s met een totaal marktaandeel van circa 30 procent*
ook voor de Nederlandse auto-importeurs van groot belang.
Kentering
Mede als gevolg van het fiscale beleid van de Nederlandse overheid tekent
zich de laatste jaren een kentering af rond de leaseauto. Vanwege de lage
bijtellingspercentages kiezen steeds meer leaserijders voor een kleinere/
schonere auto uit het A- of B-segment. Daarmee worden de parkeerplaatsen van Nederlandse bedrijven in toenemende mate bevolkt door modellen als de Volkswagen Polo en de Toyota Prius. Ook de Peugeot 208 en
Audi A1 zijn populair onder leaserijders, een ontwikkeling die ten koste
gaat van traditionele leasetoppers als de Ford Mondeo, Renault Laguna en
Volkswagen Passat. Nog opvallender is het feit dat zowel werkgevers als
werknemers de leaseauto niet langer als vanzelfsprekend beschouwen.
Werkgevers maken steeds vaker gebruik van mobiliteitsbudgetten waarmee werknemers zelf kunnen invullen hoe ze van en naar het werk reizen.
Ook de opkomst van de elektrische fiets en het groeiende aantal mensen
dat één of meerdere dagen per week vanuit huis werkt, maakt dat werk­
nemers vaker kijken naar een alternatief voor de leaseauto. Kiest een medewerker wel voor een leaseauto, dan is dit steeds vaker een plug-in hybride
of zelfs een volledig elektrische auto. Al deze ontwikkelingen maken dat de
wagenparkbeheerder steeds vaker de rol vervult van mobiliteitsmanager,
die zijn collega’s adviseert en voor het hele bedrijf het beleid rond mobiliteit vormgeeft. Voor de organisatoren van het jaarlijkse Fleet Management
Congres was dat reden om de verkiezing voor Fleetmanager van het Jaar
om te dopen tot Mobiliteitsmanager van het Jaar.
Invloed op beleid
Rijkswaterstaat en Alliander zijn voorbeelden van organisaties die de
afgelopen jaren een mobiliteitsmanager hebben aangesteld. Bij Rijkswaterstaat
is dat André de Boer, die 5 jaar geleden in dienst trad als Senior Adviseur
Mobiliteit. Patrick Langevoort was bij netwerkbedrijf Alliander tot vorig
jaar werkzaam als Adviseur Mobiliteit, tegenwoordig is hij Business Developer bij Allego. Allego realiseert en beheert laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Vanzelfsprekend hebben ze elk een geheel eigen visie op hun
vak, maar er is ook een belangrijke overeenkomst: beide heren werden verkozen tot Mobiliteitsmanager van Jaar. In 2013 zag Langevoort zijn harde
werken bekroond met deze vakprijs, waarna hij het stokje in mei van dit
jaar mocht overdragen aan André de Boer. Behalve voor hun visie en motivatie werden beide winnaars door de jury beoordeeld op de invloed die ze
hebben gehad op het mobiliteitsbeleid van hun werkgever. Gevraagd naar de
invloed die hij heeft op het mobiliteitsbeleid van zijn werkgever, antwoordt
André de Boer echter dat het moeilijk is om heel concreet resultaten te
meten: “Het is niet mijn taak om alle gebruikers persoonlijk te adviseren,
mijn rol ligt meer in het ondersteunen van het lijnmanagement. Zij gaan
de gesprekken met hun medewerkers aan. Wel ben ik zelf groot voorstander van het delen van een auto. Binnen Rijkswaterstaat hebben we er
bewust voor gekozen om het aantal persoonlijke leaseauto’s af te bouwen.
Niemand bij ons heeft recht op een leaseauto. Het is ook niet zo dat mensen
bij ons automatisch rechten kunnen ontlenen aan een leaseauto. Dat is
afhankelijk van het reisgedrag van de betreffende persoon, en dat monitoren we elk half jaar. Voor elke medewerker geldt dat we eerst kijken naar
de mogelijkheden die het OV biedt. De mobiliteitskaart van Mobility
Mixx is de basis voor ons mobiliteitsbeleid. Wie echt niet per bus of trein
kan reizen, mag eventueel gebruikmaken van een auto. Dat kan een poolauto of een tijdelijke auto zijn, een eigen leaseauto is de laatste optie. Daarbij kijken we altijd naar de auto met de laagste kilometerkostprijs. De
levering van auto’s is voor de overheid onderdeel van een aan­besteding. Per
kavel werken we met 4 tot 5 merken en modellen, onze leasemaatschappij
geeft ons vervolgens elke 2 maanden een overzicht van de daarbij behorende integrale kilometerkostprijzen. Daaruit kiezen we vervolgens de auto
met de laagste kilometerkostprijs, met als bijkomend voordeel dat die auto’s
bijna automatisch ook de laagste CO2-uitstoot hebben.”
Te vroeg
“Binnen Alliander wordt er zeer veel waarde gehecht aan het geven van
vertrouwen en eigen verantwoordelijkheid aan de medewerkers. In lijn met
deze waardes heb ik in mijn beginperiode bij Alliander een plan uitgewerkt
voor een integraal mobiliteitsbeleid dat voorzag in mobiliteitsbudgetten”,
vervolgt Patrick Langevoort. “Dat de implementatie van dit plan toen niet
en nu langzaam op gang komt, had en heeft weinig met de kwaliteit van de
inhoud te maken. Echter hebben wij de afgelopen jaren ervaren, dat veranderingen in mobiliteit veel vraagt van medewerkers en de veranderingen in
de bedrijfscultuur. Het is belangrijk om afwegingen te maken die recht
doen in alle facetten van het gebruik door de medewerker. Daarbij is de
keuze voor een bepaalde leaseauto meestal niet alleen maar gedreven door
zakelijk gebruik, maar telt de gezinssituatie en levensfase ook een grote rol.
Het is de kunst om mensen daar anders naar te laten kijken, en te zelfstandig te laten kiezen voor een oplossing die zowel voor het bedrijf als voor de
medewerker zelf het beste is. We beginnen nu langzaam te merken dat
medewerkers er ook de voordelen van in zien. Met name nieuwe medewerkers hebben meer de neiging om te kijken naar alternatieven voor de leaseauto. Er ligt een rol voor de werkgever om daar zoveel mogelijk inzicht in
te verschaffen. Bij ons gaat het er vooral om dat we zo efficiënt mogelijk
reizen. Die efficiency meten we op basis van tijd, geld en duurzaamheid,
waarbij we die laatste component bewust hebben gekoppeld aan CO2.”
Werken aan huisvesting
Binnen Alliander wordt veel moeite gedaan om het werken aantrekkelijker
en flexibeler te maken, passend bij de werkzaamheden van de specifieke
medewerkers. Dat betekent onder meer dat medewerkers van Alliander op
verschillende locaties kunnen werken, met een wisselende bereikbaarheid
per openbaar vervoer. Dat vraagt om flexibeler mobiliteitsoplossingen die
aansluiten bij de werkomstandigheden zoals die zich in de praktijk voordoen. Bij Rijkswaterstaat is een vergelijkbare operatie aan de gang. Net als
de Nederlandse overheid ontkomt ook Rijkswaterstaat niet aan een
omvangrijke bezuiniging, waarvoor kritisch wordt gekeken naar locaties
en mensen. Voor de vestiging Westraven in Utrecht betekent dat bijvoorbeeld een forse toename van het aantal personen per werkplek. “Mede
daarom hebben we ervoor gezorgd dat Westraven goed bereikbaar is met
het openbaar vervoer. Er komen meerdere buslijnen voorbij, en voor de
deur stopt elke 10 minuten een tram. Op die manier hebben we het omgedraaid”, vertelt André de Boer. “Onderdeel van ons beleid is ook dat mensen meer gaan flexwerken en vanuit huis gaan werken. Mensen moeten
zelf gaan nadenken over de vraag waarom ze naar kantoor komen. Natuurlijk is en blijft gezamenlijk overleg af en toe nodig, maar het meeste werk
kan vanuit huis worden gedaan. De beste reis is nog altijd geen reis, maar
dat moet je als werkgever wel faciliteren. u
95 najaar 2014 - p07
*Bron: Vereniging Nederlandse Autoleasebedrijven (VNA)
A
MOBILITEITSMANAGER VAN HET JAAR
Daar hoort bijvoorbeeld ook bij dat we kritisch kijken naar de
verdeling van onze 600 poolauto’s. De helft daarvan is vrij
beschikbaar om te reserveren, de andere zijn nu nog toegewezen aan afdelingen. Het aantal afdelingsgebonden auto’s gaan
we echter terugbrengen, zodat iedereen ze vrij kan reserveren.
Daarvoor hebben we een goed boekingssysteem, waarin precies
te zien is welke auto’s er beschikbaar zijn, en waar deze staan.”
Grootste winst
Als mobiliteitsmanager maakte Patrick Langevoort zich al in
een vroeg stadium sterk voor de elektrische auto. De ervaring
die hij in zijn functie opdeed rond elektrische mobiliteit,
maakte dat zijn werkgever hem onlangs vroeg voor een nieuw
bedrijfsonderdeel om de ontwikkeling van elektrisch vervoer in
Nederland te versnellen. “Maar dat betekent niet dat we voor
onze mobiliteit alleen kijken naar de elektrische auto. We bekijken eerst alle alternatieven, van lopen tot de fiets en het openbaar vervoer. Pas daarna volgen zaken als een poolauto,
teamauto of een persoonlijke leaseauto. In het verleden zorgden
sommige regelingen ervoor dat mensen zoveel mogelijk kilometers gingen maken. En meedoen aan een fietsplan leek
onmogelijk als je al een leaseauto had. Voor mij zou het ideaal
zijn om alle regelingen en faciliteiten zoveel mogelijk te inte­
greren en de verantwoordelijkheid bij de medewerker neer te
leggen. Dan kun je mensen bijvoorbeeld ook aanspreken op
hun brandstofverbruik, zodat ze rechtstreeks verantwoordelijk
zijn voor de gemaakte kosten. Ook kun je ervoor kiezen om
mensen te belonen voor zuinig rijgedrag. Op die manier kun je
als organisatie tot wel 30 procent besparen op mobiliteit. Alleen
moet je dat op basis van feiten inzichtelijk maken, en het vervolgens op individueel niveau regelen. Dat is het grootste struikelblok om mobiliteitsbudgetten in te voeren, want het is
nauwelijks te doen om iedereen persoonlijk advies te geven. Daar
is technologie voor nodig, en een duidelijke systematiek. Toch
is de grootste winst van de afgelopen jaren dat mobiliteit echt
op de agenda is gezet. Toen ik in dienst kwam hadden we naast
een wagenpark een contract met de NS en Connexxion, maar
daar zat geen beleid of visie achter. Sindsdien is de organisatie
erg in beweging gekomen. We merken dat er binnen het bedrijf
anders naar de materie wordt gekeken en die verandering in
perceptie is een prestatie op zich.”
Reisgedrag inzichtelijk maken
Ook Rijkswaterstaat heeft elektrische mobiliteit prominent
op de agenda staan. Na al vroegtijdig een praktijkproef
Elektrisch Rijden te hebben gedaan, start binnenkort een
nieuw project met waterstofauto’s. “We zien inderdaad graag
dat mensen zoveel mogelijk elektrisch gaan rijden”, beaamt
André. “Alleen hebben mensen die er niet privé mee rijden, er
te weinig voordeel van. Dan levert het alleen maar ongemak op.
Wij geven ook extra aandacht aan het brandstofverbruik van
mensen die een plug-in hybride rijden. Om daarmee in de
buurt te komen van het normverbruik, zul je je rijgedrag moeten
aanpassen en maximaal moeten opladen. We brengen via de
tankpasleveranciers dus ook in kaart hoe er wordt getankt met
alle plug-in hybrides die eind vorig jaar nog snel op naam zijn
gezet. Zo’n auto moet je als werkgever ook niet zonder verdere
randvoorwaarden ter beschikking stellen aan iemand die jaarlijks 50.000 kilometer of meer rijdt. Daar zijn andere, waarschijnlijk geschiktere auto’s voor. Afgezien daarvan vind ik het
mooi om te zien dat we met zijn allen 10 procent minder zijn
gaan rijden sinds we via track & trace dienstritten registreren.
Dat is niet bedoeld als controlemiddel, maar om het reisgedrag
van onze mensen inzichtelijk te maken. Dat moet ook, aangezien we werken met gemeenschapsgeld. In dat kader is ook
besloten om voor dienstreizen per trein voortaan te kiezen voor
de 2e klas, in plaats van de 1e klas. Een kleine aanpassing, maar
toch een mooi resultaat. Ik kan niet met volledige zekerheid
zeggen of ons mobiliteitsbeleid direct heeft bijgedragen aan een
grote besparing in geld of CO2. Daar hebben ook veranderingen binnen de organisatie en fiscale aanpassingen mee te
maken. Wel zie ik een toename van het aantal poolauto’s en
van het aantal kilometers dat onze medewerkers afleggen per
openbaar vervoer. Ook ik zou graag de mogelijkheden van
een mobiliteitsbudget per medewerker voor het Rijk verder
onderzoeken, maar de praktijk is dat we te maken hebben met
randvoorwaarden binnen het rijksbrede vervoerbeleid. Het is
aan ons om daar op een goede manier invulling aan te geven.
Daarvoor proberen we uit alle bestaande regelingen het beste
te halen en met elkaar te combineren.” t
LPG 2,3%
Aandeel registraties hybride en elektrische auto's in %
12%
11%
10%
9%
8%
7%
6%
5%
4%
3%
2%
1%
600
Hybride 1,6%
Diesel 16,9%
500
aardgas/
elektrisch/
biobrandstof/
0,1%
400
300
200
100
2008
2009
Personenautoregistraties (x 1.000)
p08 - 95 najaar 2014
2010
2011
% registraties hybride personenauto’s
2012
2013
% registraties elektrische personenauto’s
Benzine 79%
personenautopark
naar brandstof
in %
Bron: RDC|CBMI, RAI Vereniging
Bron: Mobiliteit in Cijfers Auto's 2014/2015, jaarlijkse publicatie van BOVAG en RAI Vereniging
MOBILITEITSMANAGER VAN HET JAAR
95 najaar 2014 - p09