Les 9. Water-weet-je

Les 9. Water-weet-je
Werkvorm(en)
Plaats in project
Tijd
Quiz
Na het bezoek aan de Watervlo, als
afronding van de lessencyclus
Totaal:
75 minuten
Oriëntatie:
10 minuten
Kern:
60 minuten
Evaluatie:
10 minuten
Doel
Bij “Water-weet-je” gaan de leerlingen de geleerde feitjes over water reproduceren.
Daarnaast leren ze de feitjes over te brengen en leren ze een quiz te maken te en
organiseren.
Inleiding
Dit lesblad is bedoeld als verwerking van de opgedane kennis rondom het bezoek aan het
schip en de verschillende behandelde lesbladen. Ook geeft het de leerlingen de kans om
zich verder te verdiepen in het zoeken naar kennis over datgene wat ze het interessantst
vinden aan water.
Voorbereiding
Zorg dat er al wat informatie beschikbaar is in de klas. Dit kunnen boeken zijn, maar
bijvoorbeeld ook internet.
Benodigdheden
Boeken, folders of internetadressen met informatie over water
Computers
Telefoon en telefoonboek
Oriëntatie
Eggbird Eend vertelt:
“Hee gekke gasten, ik deed laatst mee met een hele vette quiz, en omdat ik best wel slim
ben ging dat helemaal niet mis. Vraag me naar water, en ik weet wat je bedoeld, open
mijn snater en je wordt met kennis overspoeld. Jullie hebben vast een heleboel geleerd en
zijn wellicht door een bezoek van Neptunus nog vereerd. Maar wat doe je met die kennis
van de Watervlo? Waarom geven we elkaar geen vette quiz kado? In twee teams
verzinnen we vragen, maar niet van die onmogelijke, we gaan elkaar niet plagen. Vraag
later ook je vader of je oma of je broer, wedden dat je slimmer bent, echt wel en ook vet
stoer.”
Vragen die u naar aanleiding van het verhaal kunt stellen:
Wat voor soorten quizzen ken je (Lingo, vragen met meerkeuze antwoorden,
prijsvragen, bordspelen, kruiswoordpuzzels, dingen uitbeelden, of nog andere)?
Welke vind je het leukst? Waarom?
Hoe zien die eruit? Wat heb je daarvoor nodig?
Wat voor soort vragen kan je stellen in een quiz (open, gesloten, goed/fout, multiple
choice)
Kern
De leerlingen kunnen zelf op zoek gaan naar vragen en antwoorden. Informatiebronnen
zijn bijvoorbeeld boeken en internet. Er zijn verschillende organisaties die informatie
hebben over water. Denk hierbij aan het waterschap, drinkwaterbedrijf en IVN. Het is
uitdrukkelijk de bedoeling dat de leerlingen zelf op onderzoek uitgaan. U kunt hen
natuurlijk wel tips geven.
De leerlingen gaan zelfstandig of in tweetallen aan de slag met het ontwerpen van hun
eigen soort quiz en het zoeken naar extra vragen en antwoorden. Dit kan niet alleen op
internet of in de bibliotheek, maar ze kunnen ook met vragen bellen naar het lokale
drinkwaterleidingbedrijf of waterschap om antwoorden te vinden.
Probeer het competitieve element te stimuleren, dan vinden de leerlingen het extra leuk!
Misschien heeft u mooie prijzen voor ze die ze kunnen winnen of kunnen ze zelf prijzen
maken?
De uitvoering van de quiz kan op verschillende manieren. In tweetallen of klassikaal, maar
ook bijvoorbeeld tijdens de weeksluiting van school. Bijvoorbeeld met een spelprogramma
(“Meesters en Juffen Getoetst!” Welke meester of juf van school weet het meest over
water?).
Evaluatie
Hoe vonden de leerlingen het om een quiz te maken. Waar hebben ze informatie
gevonden? Vonden ze het lastig om informatie te vinden? Hebben ze mensen gebeld?
Vonden ze dat moeilijk? Hoe reageerden de mensen die ze aan de telefoon kregen? Wat
vonden ze het leukst om te doen?
Bespreek ook de hele waterlessen serie na. Weten de leerlingen nu meer over water? Wat
hebben ze bij geleerd? Wat vonden ze het leukste om te leren?