Download File - Cursus Nederlands 6

Het
Postmodernisme
“W hen n othing is certain, everything is possible”
1. Postmodernisme in het algemeen
1. Ontstaansgeschiedenis
Welke van de volgende gebouwen behoren er tot een modernistische strekking en welke
tot een postmoderne strekking? Over welke gebouwen gaat het hier?
1.
3.
6.
2.
4.
5.
7.
Wat is er kenmerkend voor de modernistische stijl?
Wat is er kenmerkend voor de postmodernistische stijl?
1
Het Project “Brasilia”. Dit werd de nieuwe hoofdstad van Brazilië. De stad werd volgens
een futuristisch principe gebouwd en moest de ideale stad worden. Deze stad werd
gebouwd tussen 1956 en 1960 en is een vroeg voorbeeld van postmoderne architectuur.
Vergelijk de gebouwen van Brasilia met de architectuur van de voorgaande periode. Wat
valt er je op?
1. Brasilia, brug
2. Brasilia, congres
3. Brasila, kathedraal
4. Brasilia, monument
__________________________________________________________________
2. Tijdperk en definitie in filosofische zin
A. Tijdperk.
B. Hoofdidee.
a) Jean-François Lyotard
b) Métaréçits
c) Versplintering
Velen wensen niet langer te geloven in dit verlichtingsverhaal. Volgens hen dient het
alleen maar om (menings)verschillen en instabiliteiten die in elke samenleving
voorkomen te verbergen of als niet passend in het optimistische en geruststellende
verhaal van de wereld en haar successen te elimineren.
Je hoeft geen socioloog te zijn om te constateren dat er in onze samenleving inderdaad
steeds minder plaats is voor grote verhalen.
Onze maatschappij is een versplinterde maatschappij. Aan welke zaken kun je dit zien?
Hoe zie je dat bijvoorbeeld in muziek, kledij, kunst, ruimtelijke ordening, werk, TV,
internet, videogames?
2
Interpreteer deze beelden in termen van een versplinterd wereldbeeld.
de metroseksueel:
Anders Behring Breivik
Kunst & visies op de werkelijkheid
1. Schets RY4: Raoul De Keyser
2. Shark (Damien Hirst)The Physical Impossibility Of Death In The Mind Of Someone Living
3. Rabbit: Luc Tuymans
3
Echtscheidingscijfers Nederland 2012
Ruimtelijke ordening Brugge
Het 19e eeuwse verhaal van Alice in Wonderland uit 1885 van Lewis Caroll wordt
gerecycleerd als symbolisch voor het postmodernisme. Hoe gaat dit verhaal? Waarom is
de wereld van Alice versplinterd? Verschillende peronages zoals Humpty Dumpty worden
vaak intertekstueel wordt aangehaald als metafoor voor de postmoderne wereld. Wat
zegt dit verhaal over ons wereldbeeld?
4
Het hele verhaal van Lewis Carroll over Alice in Wonderland wordt, hoewel het werd
geschreven eind 19e eeuw, gezien als kenmerkend voor de postmoderne wereld, die net
als Wonderland, een wereld op z’n kop is, waarin een rationeel denkend mens verloren
loopt. Het hele verhaal van Alice in Wonderland drukt ook voor het eerst twijfel uit of taal
de realiteit wel kan vatten en hoe taal en denken samen gaan.
d) identiteit
Madonna met Britney shirt
Ook wat betreft identiteit hebben wij een eclectische visie. Identiteit is een samenraapsel
van stijlen, ons al dan niet door het modebeeld opgedrongen.
5
C. Postmodern denken.
a) Een
•
b) Een
•
gevoel van ontheemdheid..
Alle orde is schijn, elk systeem een waan.(De laatste lach, Brakman)
gevoel van vrijheid.
We gebruiken altijd strategieën die gebaseerd zijn op waarschijnlijkheden, met
andere woorden op wat mogelijk kan gebeuren. Zo behoud je je vrijheid omdat je
onvoorspelbaar bent. (Het Spierenalfabet, Peter Verhelst)
Boven en Onder (Escher)
Escher
D. De visie op kunst.
Piazza D’Italia (New Orleans)
Betty (Gerhzrd Richter)
Bruce Naumann
Michael Jackson (Jeff Koons)
Sol Lewitt
6
Coyote: Joseph Beuys
Roy Liechtenstein
Pavel Pepperstein
Vaak worden er ook parodieën gemaakt op bestaande werken.
Piet Mondriaan = De Stijl = Bauhaus-kunst
Rob Scholte
Wat wou met deze parodie duidelijk maken over het postmodernisme?
7
2. Postmoderne Literatuur
A. Algemene kenmerken van het postmodernisme in de literatuur
Evenals in de beeldende kunsten kent het postmodernisme in de literatuur geen kant-enklare formule of handleiding. Het is eerder een houding tegenover de traditie waarbij een
auteur zich probeert los te maken uit het keurslijf van oudere opvattingen. Over de
definiëring van “postmodernisme” wordt nog voortdurend gedebatteerd. Toch zijn er in
de literatuur een aantal kenmerken te noemen dat een auteur als postmodernistisch
identificeert.
a) Eclectische literatuur
•
•
Voor iemand die van de klassieken geleerd heeft dat verhalen een begin en een eind
moeten hebben, begon het er somber uit te zien.(Cees Nooteboom)
Soms wordt men al lang voor het eigen bestaan geïmiteerd. (Een voortreffelijke
ridder, Willem Brakman)
b) Het begrip “realiteit” is problematisch geworden.
•
•
•
•
“All presents are imaginary.” (John Fowles)
“There is no real world.” (Jean Baudrillard)
“Truth is subjective.” (Jean-Paul Sartre)
"There are no hard distinctions between what is real and unreal, nor between what is
true and what is false. A thing is not necessarily true or false; it can be both true or
false." (Harold Pinter)
In zijn roman “The New York Trilogy” neemt het verhaal van de toren van Babel een
plaats in binnen het verhaal. Hoe zou je dit verhaal kunnen koppelen aan postmoderne
literatuur?
Citaten uit romans:
•
•
•
•
•
Er was geen verschil tussen hemel en papier, tussen staren en lezen. Het wit van het
papier werd het wit van de zon. (Letter en geest, Frans Kellendonk)
Zijn verhaal was natuurlijk al een paar honderd keer geschreven, maar dan door het
leven zelf. (Een lied van schijn en wezen, Cees Nooteboom)
Naarmate de reis vorderde leek alles wat ik ooit als verdichtsel voor de klas had
voorgedragen steeds werkelijker te worden. (Het volgende verhaal, Cees Nooteboom)
Het was een heldere witte nacht. Ze had het gevoel in een kerstkaart te lopen.
(Omhelzingen, Pol Hoste)
Alles kon, maar zekerheid was er niet. (De neus van Pinokkio, Maarten ’t Hart)
c) Het zoeken naar de oorsprong
•
•
Les vrais paradis sont les paradis qu’on a perdus. (Marcel Proust)
Paradise is just paradise. Mournful, monotonous and superficial though it may be,
there is no other. (Jean Baudrillard)
Hierin past ook de theorie van de fantasmagorie.
Belangrijk als topos in postmoderne literatuur is ook het verhaal van Kaspar Hauser
waarnaar in verscheidene romans verwezen wordt. Ook in een passage uit “The New
York Trilogy”, deel 1: “City of Glass”:
Even better known than Victor was Kaspar Hauser, who appeared one afternoon in
Nuremberg in 1828, dressed in an outlandish costume, and barely able to utter an
intelligible sound. He was able to write his name, but in all other respects he behaved
like an infant. Adopted by the town and entrusted to the care of a local teacher, he spent
8
his days sitting on the floor playing with toy horses, eating only bread and water. Kaspar
nevertheless developed. He became an excellent horseman, became obsessively neat,
had a passion for the colors red and white, and by all accounts displayed an
extraordinary memory, especially for names and faces. Still, he preferred to remain
indoors, shunned bright light, and never showed any interest in sex or money. As the
memory of his past gradually came back to him, he was able to recall how he had spent
many years on the floor of a darkened room, fed by a man who never spoke to him or let
himself be seen. Not long after these disclosures, Kaspar was murdered by an unknown
man with a dagger in a public park.
Dit is een waar gebeurd verhaal dat tot de verbeelding spreekt. Waarom zou iemand dit
soort experiment hebben willen uitvoeren?
Het verhaal moet Bijbels geïnterpreteerd worden en kan gekoppeld worden aan het
verhaal van de toren van Babel en de zondeval. Kun je het verband vinden?
d) Het verdwijnen van de auctoriale verteller
Een klein voorbeeldje uit “Wide Sargasso Sea” over hoe er in personages soms
tegenstrijdige waarheden bestaan:
She was undecided about certain facts- any fact. When I asked her if the snakes we
sometimes saw were poisonous, she said, “Not those.” The fer de lance of course, but
there are none here,” and added,” but how can they be sure? Do you think they know?”
Then,” Our snakes are not poisonous, of course not.”
Een voorbeeld van twee passages uit “Groente” van Atte Jongstra waaruit blijkt dat de
verteller onbetrouwbaar is:
Als men lang genoeg over hetzelfde doorpraat, begint er iets van kennis te dagen, een
vaag besef dat men weet waarover er gesproken wordt.
Als men lang genoeg spreekt, vervaagt alle begrip, en vervalt de strikte scheiding tussen
delen en tegendelen,…
e) Intertekstualiteit
•
•
•
•
Everything has already happened. Nothing new can occur.(Jean Baudrillard)
Conclusie: alles is een citaat.
De meeste woorden zijn al eerder gebruikt. Zij er woorden die nog nooit door iemand
zijn gebruikt? (Gerrit Krol)
Woorden zijn als hoeren, iedereen heeft er al eens op gezeten. (Navel, Olyslaegers)
Alles staat in encyclopedieën (High Key, Pol Hoste)
Jan Fabre (baden met balpen geschilderd)
•
Andy Warhol
Hoe kan een beschreven blad opnieuw maagdelijk wit worden? (Het spierenalfabet,
Peter Verhelst)
9
•
•
•
•
Geen herhaling is dezelfde.[…* Niets is hetzelfde zeg ik maar. Misshien lijkt het ene
op het andere maar het is nooit hetzelfde.(Het Jakobson-complex, Van Beekum)
Alles komt terug, maar anders.(Bezoek onze kelders, Koen Peeters)
De hel is de herhaling (Het Spierenalfabet, Peter Verhelst)
I have become tape. (Navel, Olyslaegers)
f) Het vertellen en de chronologie in postmoderne romans:
Vb. De slag werd met een overwinning voor de Vlamingen beklonken.
Vb. Het gevecht werd beslecht in het voordeel van de Vlamingen.
Vb. De verdachte was van Aziatische afkomst en droeg een zwarte bril.
Vb. De verdachte was een Japanner met een bril met zwarte montuur.
B. Belangrijke beeldspraak
Postmoderne literatuur heeft oog voor het aberrante.
1. Het doolhof
2. Sporen
• Alles wat hij doet is een rollenspel, een stuk waarin iedereen, de acteurs het
eerst, het spoor bijster raakt. (Het Huis M. , Atte Jongstra)
3. Gebroken, verbrokkelde, gescheurde dingen
4. Lichamelijke gebreken
• Meestal is een onaf werk interessanter dan het afgewerkte schilderij[…] Zoals
een lichaam interessanter is met een litteken dan volmaakt. (Vloeibaar
Harnas)
• Zelden had ik een stel mensen gezien waaraan zoveel ontbrak, af en toe
verdwenen hele knieën. (Het volgende verhaal, Cees Nooteboom)
5. Identiteitswisselingen
• morgen ben ik weer een heel andere persoon. Ik heb geen eigenschappen.
(Maurits en de feiten, Gerrit Krol)
• ze was een wandelende metafoor voor iedereen. (Navel, Olyslaegers)
• iedereen kan iedereen zijn voor een ander. Wie die ander is, is contingent.
Ook die kan iedereen zijn als ze wil. (Van Brederode)
6. Maskers
7. Wandelen/flaneren
8. Opsommingen/lijstjes
9. Verdwijnen:
• Het verdwijnen als gunst, gezang van verwijdering in het eerdere landschap.
(Zelfportret van een ander, Herman Mussert)
• Maar geluk wist ons uit: wij verliezen onze identiteit.en daarmee onze
woorden. (De Laatste Lach)
• Hoe makkelijk, dacht hij, zou hij nu kunnen verdwijnen […] ontdaan van het
woord dat hij moest zijn, zijn verste bestemming zo oneindig dichtbij tussen
de altijd zwijgende vissen, verlost van zijn naam.(Zelfportret van een ander,
Herman Mussert)
10