Integrale oplossing biedt duurzaamheid

N i e u w b o u w Va n T i l b u r g I n s t a l l a t i e t e c h n i e k
Integrale oplossing
biedt duurzaamheid
Normaal gesproken staat bij een projectbeschrijving in VTM
de vloer centraal. Deze keer niet. De reden hiervoor is dat de
Klimaatvloer van VBI bij de nieuwbouw van het pand van Van
Tilburg Installatietechniek in Horst onderdeel vormde van
een uitgekiende integrale oplossing. Een oplossing waarbij
gebouwsimulatie werd ingezet om het gebouw zo optimaal
mogelijk te laten presteren.
Tekst: Wilbert Leistra - Fo t o ’s : Wi l b e r t Le i s t r a / V B I
Het pand aan de Expeditiestraat in
Horst oogt modern en state-of-theart. Bij binnenkomst heerst een prettige, aangename temperatuur. Direct
naast de ingang komt een pijp uit de
grond. “Die is van de warmtekoudeopslag, een wezenlijk onderdeel van
de installatie die in dit pand is aangelegd.” Aan het woord is Maik van Tilburg, directeur van Van Tilburg Instal-
latietechniek. In het nieuwe pand van
zijn bedrijf heeft Van Tilburg zijn idee
van duurzaamheid toegepast. “In mijn
rol als opdrachtgever zat ik deze keer
vooraan in het bouwproces aan tafel,
een positie die ik als installatiebedrijf
ook graag wil bekleden. Bij dit project
waren duurzaamheid en total cost of
ownership de drijvende motivaties,
onderdelen waar een architect helaas
nog niet vanzelfsprekend van uit gaat.
Die denkt vaak nog te esthetisch. Wij
waren echter op zoek naar de best
presterende integrale oplossing.”
Gebouwsimulatie
Een belangrijk onderdeel van het project bestond uit de voorbereiding. In
die fase kon Van Tilburg zijn wensen
duidelijk maken. “Ik had globaal wel
in mijn hoofd wat ik wilde en wat het
maximaal mocht kosten. Hiermee is
een architect aan de slag gegaan.”
Het ontwerp van de architect is niet
direct uitgevoerd. Eerst is het namelijk
getest met behulp van een gebouwsimulatieprogramma. Theo Maessen
van Cythemadum Energiemanagement was verantwoordelijk voor
dit onderdeel. “Ik ben al jaren bezig
om voor huizen of gebouwen een zo
energie-efficiënt mogelijke oplossing
te bedenken. Hiervoor maak ik gebruik van een gebouwsimulatieprogramma. De visie van Van Tilburg heb
ik met het programma gemodelleerd
en geoptimaliseerd. Je kunt tijdens
‘Gebouwsimulatie is
een prima instrument
om een keuze te
kunnen maken’
het programmeren van het model variëren op de toepassing van materialen. Daaruit resulteren berekeningen
van varianten op basis van total cost
of ownership, gecombineerd met een
levenscyclusanalyse van materialen
en installaties, bijvoorbeeld voor een
periode van twintig jaar. Hierin zijn
24
N r 2/3
2014
de kosten opgenomen van de investering, het onderhoud, de schoonmaak
en uiteraard het energieverbruik. Varianten kunnen elkaar oorspronkelijk
niet veel ontlopen qua kosten en prestaties, maar na verloop van tijd blijken
ze ver uiteen te lopen. Het is dus zaak
een variant te kiezen die ook op de
lange termijn de beste integrale oplossing blijkt te zijn. Gebouwsimulatie is
een prima instrument om die keuze te
kunnen maken.”
Verrassende keuze
Een gebouw waar de opdrachtgever
directeur van een installatiebedrijf is,
zal wel tot de nok zijn volgestopt met
installaties. Niets blijkt minder waar,
want bij de keuze voor dit onderdeel
van het gebouw heeft Van Tilburg gekozen voor een zo bescheiden, maar
efficiënt mogelijke installatie. “Misschien een verrassende keuze voor
een installateur, maar bij mij staat
duurzaamheid en energie-efficiëntie
voorop. Daarom is in het ontwerp een
goed geïsoleerde schil opgenomen.
De isolatiewaarde van de wanden is
zelfs Rc=7,36.”
Deze schil zorgt voor een succesvolle toepassing van het principe van
betonkernactivering. Door de thermische werking van de wanden en
vloeren is erg weinig installatievermogen nodig. Voor de thermisch actieve vloeren die voor de afgifte van
warmte en koeling zorgen, is gekozen
voor de Klimaatvloer van VBI uit Huissen. “We wilden een hoge mate van
flexibiliteit hebben in het ontwerp. Bij
de materiaalkeuze in het gebouwsimulatieprogramma kwam de thermisch
actieve vloer als beste optie naar voren. Daarom hebben we Hugo Suppers
van VBI in een vroeg stadium bij het
1Bij de bouw van het nieuwbouwpand
van Van Tilburg Installatietechniek
stond een uitgekiende integrale
oplossing centraal.
2De ‘engineers’ van het pand:
Theo Maessen (links) en directeur Maik van Tilburg.
3Bij het maken van het ontwerp is
gebruik gemaakt van een
gebouwsimulatieprogramma.
project betrokken. Samen hebben we
veel geëngineerd aan het ontwerp. Gebouwsimulatie wees uit dat 10 m de
ideale overspanning voor de vloerdelen was”, legt Maessen uit. Van Tilburg
vult aan: “Ik wilde de materialen in het
zicht hebben. Zo lopen de leidingen
zichtbaar door het gebouw, maar zijn
ook de vloerdelen zichtbaar. Ik ben
daarom erg blij met de levering van
puntgave platen.”
Oostenrijks systeem
Een belangrijk onderdeel van de schil
wordt gevormd door de thermisch actieve wanden. Bij de materiaalkeuze is
Suppers volgens Van Tilburg ook betrokken geweest. “De draagmuren en
de ombouw zijn van een Oostenrijks
systeem: houtvezel mantelblokken met
isolatie erin. Op de bouw zijn de 38
cm dikke wanden afgestort met beton,
N r 2/3
2014
25
waardoor ze ook als zelfdragende en
brandwerende constructie dienen. In
Nederland zijn deze wanden niet echt
bekend, maar in combinatie met de
Klimaatvloer zorgen ze ervoor dat er
erg weinig installatievermogen nodig
is. Het op te wekken installatievermogen is circa 30 kW. Ter vergelijking: dit
vermogen is nagenoeg gelijk aan dat
wat nodig is voor een vrijstaande woning. Wij gebruiken het voor 1.600 m2
kantoor en 800 m2 hal.”
Het Oostenrijkse systeem zorgt ervoor
dat de constructie luchtdicht is, maar
niet dampdicht. Hierdoor is een minimaal mechanisch ventilatiesysteem
nodig. “We hebben door deze constructie kunnen kiezen voor een beperkt, CO2-gestuurd ventilatiesysteem.
De kantine bijvoorbeeld is niet altijd
bezet. Er wordt ’s ochtends een bakkie
gedaan en ’s middags geluncht. Dan
hoeft er dus niet de hele dag door een
gigantische MV-installatie te draaien.
Ons systeem gaat in de basis uit van
hygiënische en CO2-gestuurde ventilatie die naar behoefte kan worden aangepast. En als er een keer een feestje
wordt gehouden, dan kunnen de ramen worden opengezet voor frisse
lucht. Daar is ook niets mis mee.”
een voorspelling van de te verwachte
prestaties, maar beide mannen zijn
ook erg geïnteresseerd in de werkelijke prestaties. “Daarom monitoren
we het gebouw. De resultaten sinds de
ingebruikname van het gebouw vorig jaar zomer laten zien dat de voorspellingen kloppen. Sterker nog, de
resultaten zijn nog beter. We zijn ook
continu bezig om het systeem te optimaliseren, te fine tunen. We willen nog
beter”, legt Maessen uit.
‘Wij willen maximaal
€ 3500 per jaar aan
energie betalen’
Ondanks dat de installatie erg bescheiden is voor een gebouw van een
dergelijke omvang als het pand aan de
Expeditiestraat, vindt Van Tilburg dat
het nog kleiner had gekund. “Voor de
zekerheid heb ik het ruimer ingeschat
dan noodzakelijk. Maar dan nog, als je
ziet dat we zo’n € 500 per maand aan
energiekosten kwijt zijn, dan is dat erg
netjes. Ik ken woonhuizen die meer
verbruiken. Maar we zijn er nog niet.
Ons streven is om maximaal € 3500
per jaar aan energiekosten te betalen.”
Monitoren
Duurzaam is duur
Van Tilburg en Maessen denken het
meest efficiënte systeem voor het
nieuwbouwpand te hebben gekozen.
Het gebouwsimulatieprogramma geeft
De algemene opvatting luidt dat duurzaam bouwen duur is. Van Tilburg en
Maessen spreken dat met klem tegen.
“De kosten zijn vrijwel gelijk aan die
4Voor een eigenaar van een installatiebedrijf is het verrassend om een
gebouw te laten bouwen met een
minimum aan installaties.
5Van Tilburg: “Ik wilde de materialen in
het zicht hebben. Zo lopen de leidingen zichtbaar door het gebouw.”
van een traditioneel bouwproces. Het
grote verschil is dat de voorbereidingstijd langer is. Het is een kwestie van goed alle alternatieven tegen
elkaar af wegen en mogelijke problemen al in de voorbereiding te tackelen.
Hiervoor is het gebouwsimulatieprogramma een uitermate geschikt instrument gebleken”, aldus Van Tilburg.
Hij benadrukt dat de lange voorbereidingstijd niet per definitie betekent
dat er veel moet worden vergaderd
met alle partijen. “Iedere partij is in
feite verantwoordelijk voor het eigen
deel van het proces. Pas als dat helder
is, wordt alles op elkaar afgestemd. We
hebben volgens mij maar twee echte
bouwvergaderingen gehad. Kom daar
maar eens mee in een traditioneel proces.” Maessen noemt nog een voorwaarde voor het goed slagen van de
gekozen aanpak: “De opdrachtgever is
in feite de dirigent van het hele proces.
Dit vereist wel een bepaalde mate van
professioneel
opdrachtgeverschap,
anders is het gedoemd te mislukken.
Gelukkig zat dat met Van Tilburg wel
goed.”
N r 2/3
2014
27