tvw index techn kl filo

DE TECHNIEKEN VAN DE KLASSIEKE
FILOLOGIE
I.
Tekstkritiek
1. Inleiding
 Definitie
 Noodzaak
a. (bijna) geen autografen
b. (bijna) geen directe apografen
c. Tussenstadia
d. Constitutio textus




Heuristiek
Recensio
Examinatio
Emendatio
Divinatio
corruptela
Variae lectiones
2. Heuristiek
a. Soorten getuigenissen
Emma Vanden Berghe (2013-2014)
 Directe overlevering


Middeleeuwse handschriften
Antieke papyri
 Indirecte overlevering


Uittreksels (excerpta)
Citaten
Belang van commentaren en scholia:
- lemmata = echte citaten
- wijzen op varianten
- geboden interpretatie
- zelf ook wijzigingen



Parafrasen
Vertalingen
Navolgingen of parodieën
b. Het verzamelen van álle gegevens
c. Opsporen van de volledige tekstoverlevering
 Het werk van anderen


Bibliografieën
Praefationes
 Beschikbare bronnen






Bibliotheken/musea
Kloosters
Privé-bezit
Catalogi
Volledige catalogus = utopie
Inventarissen van catalogi
Grieks
Latijn
Papyri
Vroege gedrukte uitgaven
 Manuscripten bekomen (foto’s, microfilms, cd-rom, scan)
Emma Vanden Berghe (2013-2014)
3. Recensio
a. Collatie
 Gedrukte uitgave + aantal handschriften
beperkt
 Geen gedrukte uitgave
 Overschrijven
 Voorbeelden van collatiemethoden
b. Één/meerdere handschriften
 Codex unicus
 Meerdere getuigen
c. Soorten fouten
 Fonetische verwarringen


Grieks
Itacisme
αι
onderscheid lange en korte vocalen
Latijn
u: spirantische uitspraak
ae
 Verwarring van op elkaar gelijkende
lettervormen


Emma Vanden Berghe (2013-2014)
Grieks
Oudere vormen van boekenschrift &
unciaalschrift
Minuskelschrift
Latijn
Capitalis quadrata & capitalis rustica
Unciaal
Minuskel
 Verwarring van op elkaar gelijkende woorden
 Fouten onder invloed van de context
 Verkeerde scheiding van woorden
 Lipografie


Homoioteleuton/haplografie
Onoplettendheid
 Dittografie
 Verkeerde interpretatie van een afkorting
 Transpositie van letters, lettergrepen,
woorden, zinsdelen, zinnen
 Interpolaties




Beoordeling door een lezer
Marge of interlineair
…
Banalisatie (lectio difficilior => lectio facilior)
d. Correcties en contaminatie
 Corrigeren
 Varianten noteren
 Kopiëren van een reeds van varianten
voorzien handschrift
Emma Vanden Berghe (2013-2014)
Niet erg
Contaminatie




Helemaal kopiëren
Variant onvermeld laten
Van plaats verwisselen
Oorspronkelijke lezing onvermeld laten
(variant wel)
e. Het onderzoek naar de verwantschapsverhoudingen
tussen de manuscripten
 Enkel betekenisvolle fouten
 Eliminatio codicum descriptorum
 Errores coniunctivi & errores separativi


Onafhankelijkheid
Samenhorigheid
 Hypothetisch voorbeeld
 Terminologie
 Nut van een stemma
 Beperktheid van de stemmatische methode



Verticale overlevering
Open overlevering
Antiek auteur: zelf min of meer gewijzigde
versie
4. Examinatio & emendatio
a. Recensio => 3 mogelijke resultaten
 Codex unicus
 Volledig reconstrueerbare archetypus
Emma Vanden Berghe (2013-2014)
 Twee of meer variantendragers
b. Lezing: 2 voorwaarden
 Betekenis
 Taal & stijl & technische details
c. Houding van de uitgevers bij verdachte lezingen
 Hyperkritische houding
 Conservatieve houding
d. Onmiskenbaar corrupte overlevering
e. Gelijkwaardige varianten
 Één variant: fout ontstaan uit een lezing die
met de andere variant overeenstemt
 Beide verklaarbaar uit één zelfde
reconstrueerbare basislezing
 Onmogelijk een basislezing te reconstrueren
 Beide varianten lijken aanvaardbaar
5. De kritische uitgave
a. De praefatio (critica)
b. Bij de eigenlijke praefatio kunnen aansluiten:
 Grammaticale & orthografische kenmerken
Emma Vanden Berghe (2013-2014)
 Vroeger uitgaven
 Bibliografie van studies
c. Een lijst van gebruikte sigla
d. Tekst
e. Kritisch apparaat (apparatus criticus)
 Lezingen van apografen (als: onleesbaar, lacune,
conjectuur)
 Orthografische varianten (als: betekenisverschil)
 Bestaande conjecturen (als: waardevol)
 Verklaring kritische tekens, persoonlijke
keuze, bijdragen
 Positief kritisch apparaat
 Negatief kritisch apparaat
f. Andere apparaten (fontes, imitationes, testes, loci similes,
apparatus biblicus)
g. Nut van de tekstkritiek en van een degelijke kritische
uitgave
 Taal en stijl
 Inhoudelijk
Emma Vanden Berghe (2013-2014)
II.
Tekstkritiek
1. Inleiding
a. Definitie
b. 2 redenen voor toelichting
 Taal (dode taal & niet steeds in dezelfde vorm)



Historische evolutie
Dialectische verschillen
Verschillende sociale klassen
 Inhoud (cultuur ver van ons)
2. De filologisch-historische methode
a. Methode bij exegese toegepast
b. Twee basisregels
 Geheel & delen (anders contradicties)
 Historisch kader (anders anachronisme)
3. Bijzonderheden in verband met de formele verklaring
a. Woordenschat
 Betekenis van een woord kan verschillen




Emma Vanden Berghe (2013-2014)
Periode
Dialect
Genre
Auteur
 Woordenboeken



Niet alle woorden/betekenissen
Fouten en lacunes
Homoniemen
b. Grammatica
c. Metriek
d. Stijl
 Taaleigen
 Stijl van de auteur of het kunstwerk
4. Bijzonderheden in verband met de inhoudelijke
verklaring
a. Historische of zakelijke verklaring
 Uitvoerige commentaren
 Beknopte commentaren
b. Literaire interpretatie
c. Individuele interpretatie
Emma Vanden Berghe (2013-2014)