Tips voor een brandveilig verblijf

Tips
voor een
brandveilig verblijf
Ga je deze zomer op weekend of op kamp met je vereniging? Gezellig barbecueën, liedjes zingen
rond het kampvuur, kamperen,...
Dat is allemaal heel gezellig maar het is belangrijk dat je je van de gevaren bewust bent en dat je
weet hoe te reageren als het fout zou lopen.
Belangrijke en handige tips ......................................................................................................................2
Wat moet je doen bij een brand? ............................................................................................................2
Veiligheidstips voor de barbecue .............................................................................................................3
Veilig kamperen met flessengas ...............................................................................................................4
Richtlijnen bij een kampvuur....................................................................................................................5
1
Belangrijke en handige tips
• Ken je het juiste adres?
TIP: Als je op weekend of op kamp bent met je vereniging is
het handig om het juiste adres op een klein briefje te printen
en te lamineren. Op de achterkant print je belangrijke
noodnummers.
Alle begeleiders kunnen het briefje in hun broekzak steken en
zo altijd bij de hand hebben als een noodnummer moet
gebeld worden.
- 112: ambulance en brandweer
- 101: politie
- Nummer van de hoofdverantwoordelijke
• Nooduitgangen en evacuatie
TIP: Leid alle aanwezigen in het begin van het verblijf rond zodat ze de nooduitgangen en de
verzamelplaats leren kennen. Dat kan ook in spelvorm!
Wat moet je doen bij een brand?
1. Bel het noodnummer 112.
Vermeld nauwkeurig:
- Wie er telefoneert
- Wat er is gebeurd (ontploffing, brand, overstroming, …)
- Waar het is gebeurd (straat, nummer, postcode, gemeente, waar is de ingang, …)
2. In afwachting dat de brandweer ter plaatse komt:
-
Ontruim de lokalen en alarmeer alle aanwezigen
Sluit bij brand de deuren en ramen van de kamer(s) waar de brand is ontstaan
Sluit de gastoevoer af bij gasreuk en open de ramen van de ruimte waar het gaslek is ontstaan
3. In geval van slachtoffers moet je een hulpdienst niet afwachten.
-
Het slachtoffer neerleggen en desnoods over de grond doen rollen. Brandende kledij doven
met een deken of jas.
Brandwonden onmiddellijk afkoelen met VEEL water. Geen geneesmiddelen gebruiken.
Het slachtoffer niet uitkleden en niet laten drinken.
Bij bewusteloosheid nagaan of het slachtoffer nog ademt en de hartslag nog voelbaar is.
Indien niet, verstrek je onmiddellijk dringende hulpverlening: luchtwegen vrij maken, mond
op mond beademen en hartmassage toedienen.
2
Veiligheidstips voor de barbecue
Voorbereiding
• Plaats de barbecue op een goede, stevige en vlakke ondergrond.
• Zet de barbecue ver genoeg van een tent af. Let op fladderende flappen van de tent.
• Zet de barbecue niet naast houten hekjes, overhangende bomen en klimplanten.
• Barbecue niet onder een afdak.
• Hou rekening met de windrichting.
Tijdens het barbecueën
• Laat kinderen niet in de buurt van de barbecue spelen.
• Draag geen licht ontbrandbare kleding (vb. nylon, zwempak, zwembroek) of ontbloot bovenlijf.
• Verplaats nooit een brandende barbecue.
• Houd blusmateriaal bij de hand.
Na het barbecueën
• Verplaats nooit een nog warme barbecue.
• Houtskool blijft urenlang nagloeien. Zorg ervoor dat alles goed dooft.
• Draai de gaskraan dicht en zet de warmtestand uit.
Als het fout gaat
• Kleding die in brand staat, doven met water of afdekken met andere kleding.
• Brandwonden koelen, minimaal 10 minuten met lauw stromend water.
3
Veilig kamperen met flessengas
Koken op vakantie? Dat gaat gemakkelijk op een kooktoestel met flessengas. Lees in ieder geval de
gebruiksaanwijzing op uw gasflessen en –apparatuur goed door. Komt u er niet uit? Schakel dan een
vakman in. Ga niet experimenteren!
Doen
• Bewaar gasflessen op een koele, goed geventileerde plaats.
• Gasflessen moeten altijd rechtop staan. Bij gebruik en bij vervoer.
• Zorg dat gasflessen niet kunnen omvallen.
• Verwissel gasflessen altijd buiten een tent.
• Laat het vullen van gasflessen over aan erkende vulstations.
• Gebruik altijd een drukregelaar tussen de gasfles en het apparaat.
• Gebruik alleen goedgekeurde hogedrukslangen van maximaal 1m.
• Open en sluit fleskranen altijd met de hand. Gebruik nooit gereedschap.
• Sluit de gaskraan als u het toestel niet gebruikt.
Niet doen
• Zet het gastoestel bij gebruik in een tent niet te dicht bij de tentdoek.
• Kom nooit met een vlam of brandende sigaret bij de gasfles in de buurt.
Als het fout gaat
• Bij een gasbrand die u met poeder blust, kunt u pas blussen wanneer u zeker bent dat de afsluiter
kan dichtgedraaid worden. Kunt u de afsluiter niet vinden of is die moeilijk te benaderen, blus dan
de omgeving af en laat het gas branden en wacht op de brandweer.
Wanneer een gasvlam eenmaal gedoofd is en de afsluiter open blijft, dan stroomt het gas weg en
kan het weer worden ontstoken door hete delen. Het gevaar van explosie is dan zeer groot!
• Gebruik het juiste toestel (ABC-poeder).
• Blus altijd met de wind in de rug.
4
Richtlijnen bij een kampvuur
Aandachtspunten
• Let bij het aanleggen van een kampvuur op de materialen die worden verbrand! Verbrand enkel
droog, onbewerkt hout en geen afval.
• Sprokkel enkel hout waar het mag.
• Heb je toelating van de kampbaas en de brandweer om een kampvuur te houden?
• Ligt de vuurplaats voldoende ver (100m) van een bos en huizen?
• Graaf een greppel of leg droge stenen rond de vuurplaats en zorg voor enkele emmers water of
zand in de nabijheid. Zeker bij droog weer zijn die maatregelen een basisvoorwaarde.
• Gebruik nooit stenen uit het water of leistenen om je vuur af te bakenen. Het vocht in die stenen
kan bij verhitting sneller uitzetten dan de steen zelf en de steen doen springen.
• Ontsteek geen vuur wanneer er een krachtige wind waait of wanneer er onweer dreigt of woedt.
• Laat een brandend vuur nooit onbewaakt achter.
• Verwittig zo snel mogelijk de hulpdiensten als je je vuur niet meer onder controle hebt.
5