Lentesymfonie - Nederlands Philharmonisch Orkest

Reserveer nu uw volgende concert op www.orkest.nl
Programma
Carlo Rizzi dirigeert de Tweede van Rachmaninov
za 15, zo* 16 maart 2014, 20.15 | *14.15 uur
(einde concert ca. 22.15 | *16.15 uur)
Het Concertgebouw, Grote Zaal
za 17, ma 19, di 20 mei 2014, 20.15 u
Het Concertgebouw, Grote Zaal
Nederlands Philharmonisch Orkest
Carlo Rizzi dirigent
Dimitry Ivashchenko bas
Beethoven
Ouverture ‘Die Ruinen von Athen’
Moessorgski
Liederen en dansen van de dood arr. Sjostakovitsj
Rachmaninov
Marc Albrecht dirigent
Jean-Guihen Queyras cello
Robert Schumann (1810 -1856)
Ouverture, Scherzo en Finale in E op. 52
Robert Schumann (1810 -1856)
Celloconcert in a op. 129
Nicht zu schnell - Langsam - Sehr lebhaft
Pauze
Symfonie nr. 2
Bij ons orkest is Carlo Rizzi geliefd
vanwege zijn prestaties in de opera
en vanwege zijn spraakmakende
symfonische concerten. Ook nu
vinden orkest en dirigent elkaar in
een programma dat vele richtingen
kent. De opening is vrolijk met de
ouverture van de toneelmuziek bij
Die Ruinen von Athen. Na de pauze
Rachmaninov. Jarenlang was hij
depressief na het mislukken van
zijn Eerste symfonie. Maar met zijn
Tweede nam hij revanche, en hoe.
Een grandioos en monumentaal
werk dat nog steeds veel emoties
losmaakt bij de luisteraar.
Nederlands Philharmonisch Orkest
Zit u op de winnende stoel?
PROGRAMMATOELICHTING
Schumann
Symfonie1
‘Lente’
Robert Schumann (1810 -1856)
Symfonie nr. 1 in Bes ‘Lente’ op. 38
Andante un poco maestoso - allegro molto vivace
Larghetto
Scherzo
Allegro animato e grazioso
En ook:
Schumann
Celloconcert
Marc Albrecht, dirigent
Jean-Guihen Queyras,
cello
Carlo Rizzi
za 15, zo 16 maart
Het Concertgebouw
WWW.ORKEST.NL
Elke bezoeker van onze concerten kan zitten op de
winnende stoel. Met uw plaatsbewijs maakt u kans op
twee gratis concertkaarten. Kijk op de woensdag na
het concert op www.orkest.nl of uw stoel het winnende
nummer heeft.
Radio-opnamen Omroep Max
Het concert van 15 maart wordt 17 maart uitgezonden
in het Max Avondconcert op Radio 4. Kijk voor meer
informatie op www.maxavondconcert.nl.
Wij delen graag ons podium met u!
Het Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands
Kamerorkest beschikt over een prachtig gebouw: de
NedPhO-Koepel. Deze spectaculaire koepel kunt u voor
bijzondere gelegenheden huren. Het is een officiële
trouwlocatie en een sfeervolle ruimte voor recepties,
lezingen, diners en relatie-events. In de zomer kunt u
gebruik maken van de prachtige tuin en er zijn ook mogelijkheden
tot het inhuren van een muzikaal ensemble. Adres: Batjanstraat 3,
Amsterdam. Neem voor meer informatie over de mogelijkheden
contact op met Denise Harskamp: [email protected], 020 521 75 52
Gratis Koepelconcerten!
Het orkest speelt één woensdagmiddag en één zondagmiddag per maand leuke en verrassende concerten in
de prachtige NedPhO-Koepel. Woensdagen zijn speciaal
voor kinderen en hun (groot-) ouders, maar ook zondag
kunt u ontspannen genieten van klassieke (en andere)
muziek. Zie de concertagenda op www.orkest.nl voor
de programma’s en data. De toegang is gratis (maar een vrijwillige
bijdrage van harte welkom).
Verder in Schumann
Ieder seizoen een heel concert gewijd aan de muziek van
Robert Schumann. Dat was het voornemen van Marc Albrecht
toen hij chef-dirigent werd van het Nederland Philharmonisch
Orkest. In deze tweede aflevering gaat hij verder met twee
bekende stukken van de vroegromantische componist, en
één weinig uitgevoerde compositie.
‘Een periode in mijn leven is nu afgesloten. Vandaag begint een
nieuw leven. Een leven waarin de liefde vóór alles en vóór de eigen
persoon gaat.’ Dat noteerde de bijna 21-jarige Clara Wieck in haar
dagboek. Ze was op die mooie twaalfde septemberdag van 1840 getrouwd met Robert Schumann, 29 jaar, haar grote liefde. Dat gevoel
was wederzijds: niet voor niets had hij enige maanden eerder de
prachtige liederencyclus Frauenliebe und - leben gecomponeerd,
opgedragen aan Clara. Zijn huwelijk verschafte hem rust en geluk.
De innerlijke spanningen waar hij last van had, die later weer zouden
toenemen, waren weggeëbd. In hem broeiden andere dingen, namelijk de wens om symfonische muziek te componeren en in het voetspoor te treden van de door hem bewonderde Beethoven en Schubert.
‘Oh, dat ik zulke symfonieën zou kunnen maken’, verzuchtte Robert
toen hij in 1839 aanwezig was bij de eerste uitvoering van Schuberts
Grote symfonie in C. Ook leeftijdgenoot en vriend Mendelssohn was
voor hem een voorbeeld. Ze woonden vlak bij elkaar, in een nieuwe
buitenwijk van Leipzig, en waren beiden bezig met nieuwe dingen. In
huize Schumann voltrok zich nog iets nieuws: Clara’s zwangerschap
van het eerste kind (een meisje, Marie). En Robert had een hoofd vol
symfonische klanken. In februari 1841 speelde hij thuis op de piano,
voor Clara, zijn eerste symfonie. Hij noemde het Frühlingssinfonie.
Eind maart ging het werk in première in Leipzig, met zijn vriend
Mendelssohn als dirigent. Op deze creatieve uitbarsting volgden
onmiddellijk een tweede symfonie en de Ouverture, Scherzo en
Finale, het openingswerk van dit concertprogramma.
Voor Verhulst
Schumann componeerde de Ouverture, Scherzo en Finale in april
en mei van 1841, maar daarna verdween het stuk in de lade. In 1845
herzag hij verscheidene delen en droeg het voltooide werk op aan
de talentvolle Nederlander Johannes Verhulst. Verhulst studeerde
bij Mendelssohn, was daarna actief in het Leipziger muziekleven,
en was goed bevriend met de familie Schumann. Na terugkeer in
Nederland werd Verhulst een centrale figuur in het vaderlandse
muziekleven. In het begin van de ouverture wordt de aandacht
getrokken door een golvend thema, door de hobo gespeeld. Daaruit
ontwikkelt zich een vrolijk samenspel met als drijvende kracht een
regelmatig terugkerende, ritmische figuur in de baslijn. Het scherzo
getuigt met een stuiterende ritmiek eveneens van Schumanns creatieve uitbarsting in 1841. Twee stevige akkoorden, geaccentueerd
door de pauken, openen de finale waarin de diverse stemmen in het
orkest elkaar achtervolgen en nemen melodische fragmenten van
elkaar over tot in de triomfantelijke afsluiting. Een echt feestje voor
orkest en publiek.
Celloconcert
We maken een grote stap in de tijd, van het gelukkige jaar 1841
naar het roerige jaar 1850. ‘Ik heb de laatste tijd zoveel last van
mijn hoofd, dat ik niet alleen niet meer kan werken, maar zelfs
niet meer kan denken’. Aldus Robert eind 1849 in een brief. Hij was
gevraagd om in Düsseldorf de leiding op zich te nemen van het
symfonieorkest. De Schumanns wilden wel weg uit het door de
revolutie van 1848 onrustige koninkrijk Saksen. Düsseldorf aan de
Rijn ademde een heel andere, ongedwongen sfeer. De verhuizing
naar Düsseldorf in september 1850 zou hopelijk de zinnen verzetten. Dat bleek een illusie, want de zenuwinzinkingen keerden
steeds vaker terug. De Rijn die Schumann bezong in enkele liederen was ook de rivier waarin hij zich enkele jaren later wilde verdrinken. Desalniettemin schreef hij kort na elkaar een nieuwe symfonie, bijgenaamd de Rheinische en het Concert voor cello en orkest
in a. Doorgaans beginnen soloconcerten met een energiek allegro,
maar niet dit celloconcert. ‘Nicht zu schnell’ noteerde Schumann
als karakteraanduiding. Melancholie en drama spreken uit het
thema dat de cellosolist inzet. Na een wat sneller orkestraal tussenspel, waarin het tweede thema verwerkt is, zingt de cello zacht
deinend verder. Er klinkt onderhuidse dreiging in de lage melodische lijnen en in de driftige motieven die strijkers en blazers laten
horen. In dit concert blijkt Schumanns voorliefde om de delen van
een symfonie of soloconcert in elkaar te laten overlopen. Het vrij
korte tweede deel, dat uit het binnenste van zijn ziel afkomstig lijkt,
vloeit onmerkbaar als een droom uit het eerste deel voort en neemt
een aanloopje naar het als ‘sehr lebhaft’ (zeer levendig) omschreven
derde deel. Er spreekt lichtheid en opgewektheid uit, maar is dit
niet slechts de buitenkant?
Trompetten
Het derde programmaonderdeel voert ons weer terug naar het jaar
1841. ‘Laat de eerste oproep van de trompetten klinken als een
oproep tot ontwaken. Er moet uit het orkest een lentegevoel opstijgen’. Dat advies gaf Robert aan een dirigent die zijn Eerste symfonie
wilde uitvoeren. Het openingsthema verwijst naar de liedtekst
‘Im Tale blüht der Früling auf’ (In het dal bloeit de lente op) van
Adolf Böttger, maar er liggen ook andere liedteksten aan ten
grondslag, zoals die uit Schumann’s eigen liederencyclus Dichterliebe. In deze symfonie, die Schumann in slechts vier dagen tijd
schetste, klinkt een groot geluk door. Het is een liefdesode aan
Clara en Robert wilde aanvankelijk de symfonie naar haar vernoemen. Na het krachtige eerste deel volgt het tweede deel, larghetto,
vol met zangerige melodieën, alsof zich een bloemen­tapijt ontrolt.
Het scherzo (derde deel) voltrekt zich in de sfeer van een wals.
Tweemaal wordt die onderbroken door een trio in tweekwartsmaat.
‘Allegro animato’ en ook ‘grazioso’ zijn de aanduidingen voor het
vierde deel. Snelle capriolen van de strijkers en lieflijke, romantische
figuren van de blazers, getuigen van de lentekriebels en groeihormonen die er in 1841 heersten in Schumanns hoofd.
Tekst: Heinz Köhnen
Biografieën
Marc Albrecht dirigent
Sinds 2011 is Marc Albrecht chef-dirigent van het
Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands
Kamerorkest en De Nationale Opera. Hij geldt
internationaal als een van de meest spraakmakende
dirigenten van dit moment. Zijn vader, de dirigent
Georg Alexander Albrecht, bracht hem de eerste
liefde voor het directievak bij en begeleidde hem een aantal jaren.
Vervolgens was hij repetitor bij de Hamburgse opera en assistent van
Claudio Abbado bij het Gustav Mahler Jugendorchester. Vanaf 1995
was hij zes jaar lang General Musikdirektor aan het Staats­theater
Darmstadt. Daarna begonnen gouden jaren met gastdirecties bij
onder meer de Berliner Philharmoniker, het City of Birmingham
Symphony Orchestra en het Koninklijk Concertgebouworkest. Opera
is voor Marc Albrecht een essentieel onderdeel van zijn muzikale
carrière getuige engagementen bij de Bayreuther Festspiele, de
Dresdner Semperoper, de Bayerische Staatsoper en het Teatro alla
Scala in Milaan. Van 2006 tot 2011 was Marc Albrecht chef-dirigent bij
het orkest van Straatsburg. Marc Albrecht woont in Amsterdam en
dirigeert de komende jaren vooral het Nederlands Philharmonisch
Orkest waar hij zijn beide liefdes, opera en concert, kan combineren.
Jean-Guihen Queyras cello
Jean-Guihen Queyras is een groot musicus, over wie
de pers schreef: ‘Zijn fabuleuze techniek geeft hem
de mogelijkheid te spelen met de muziek, en elk stuk
zijn eigen karakter te geven.’ Geboren in Canada,
opgegroeid in Algerije, opgeleid in Frankrijk en tegenwoordig actief in Duitsland is deze kosmopolitische
cellist ook muzikaal breed georiënteerd. Naar eigen zeggen ligt zijn
hart bij de romantiek, maar ook voor de barok en moderne muziek
heeft hij grote belangstelling. Bijzonder is de bekroonde opname
van Bachs cellosuites, waarin hij zes componisten vroeg om, met
Bach als inspiratie, nieuwe stukken voor cellosolo te schrijven,
getiteld: Six Suites, Six Echos. Naast zijn overvolle agenda als solist
is Jean-Guihen Queyras lid van het befaamde Arcanto Quartet, leidt
hij regelmatig het Resonanz Ensemble uit Hamburg, en is hij docent
aan de Musikhochschule van Freiburg.