DE KOETSIER POETST DE PLAAT

DE KOETSIER POETST DE PLAAT - JORIS DENOO
Rede ter gelegenheid van de laatste huifkartocht van Roger en Herna Denoo-Tanghe,
Kasteel Wijnendale Torhout, 2 juni 2014
Lang geleden, toen de dieren nog West-Vlaams spraken met een Torhoutse tongval, en
de everzwijnen nog geen zieke leverzwijnen waren, reed je eromheen: je liet Torhout
rechts liggen als je van het zuiden naar de kust trok. En bij de terugtocht liet je Torhout
links liggen. Althans: de grootste stukken ervan. Heden ten dage, nu de 21ste eeuw al
twee jaar haar plechtige communie heeft gedaan, moet je Torhout ‘aandoen’, wil je het
oude stadje en zijn natuur in het hart van het Houtland treffen. Sommige mensen spelen
en speelden daarin een hoofdrol. Ikzelf vond als brave belhamel van pakweg tafelhoogte
Torhout een geheimzinnig stadje: zijn groot kasteel op de buiten, waar ik dacht dat de
koning woonde, zijn ellenlange bozewolfachtige weg ernaartoe met reusachtige
kastanjebomen, zijn witte Tibetklooster in Groenhove, waar ik dacht dat de paus woonde,
zijn gegil van stoomfluiten van locomotieven die richting Noord- en Zuidpool reden, zijn
smalle straatjes, zijn spookhuizen, zijn hoedenwinkels die deukhoeden voor de maffia
leverden, zijn twee sinterklazen in mijn doodlopende straat, waarvan er ene naar
sigaretten zonder filter rook, en vooral zijn wind en regen uit de jaren 50-60. Ik had er
de Club van de Zwarte Hand met twee kornuiten. We begroeven onze statuten op een
snipper papier achter een reclamepaneel in de Maria van Bourgondiëlaan. Deze Maria had
iets met Wijnendale: ze overleed op 25-jarige leeftijd aan de gevolgen van een val van
haar paard in Sint-Pieters-op-den-Dijk, nabij Brugge; dit gebeurde op het einde van een
valkenjacht die startte in de bossen bij het kasteel van Wijnendale. Het spookachtige
pikante Torhout deed mijn verbeelding op hol slaan en leverde stof voor mijn
jongensboekenfantasie. Bovendien brengt de beste mosterd ter wereld mijn letteren
natuurlijk telkens weer scherp op smaak. Torhout: paarden, muziek, toneel, lopers,
markten, en de huifkar van Roger en Herna. Er bestaat een moeilijk uitspreekbaar
zinnetje met ‘poetst’ en ‘postkoets’ erin. De titel boven mijn korte gelegenheidstekst voor
Roger en Herna luidt: De koetsier poetst de plaat.
Roger en Herna hebben de laatste ronde afgelegd. Paard en huifkar worden na 36 jaar
gestald. De koetsier kan nu echt zijn postkoets poetsen. Hij poetst immers de plaat. Maar
dat is te oneerbiedig gezegd. Het edele dier is misschien moe en wil uitrusten in een
Torhoutse weide. De menner en de mensters – de artiest en de manager – weten
ondertussen waar Abraham de mosterd haalt: in Torhout. Zeer geregeld zat hij incognito
in hun huifkar, ter gelegenheid van huwelijken, toeristische trektochten, clubuitstapjes,
recepties, verjaardagsfeesten enz… Hij heeft nog Maria van Bourgondië gekend. De
Noormannen. De Romeinen. De Oostenrijkers. De Spanjaarden. De Fransen. De
Nederlanders. De Duitsers. De toeristen. Koest!, zegt de koetsier nu tegen zijn koets.
Hopelijk is het geen roest, het is geen poets, zegt de menster. Want zij is de manager. In
tijden waar toenemende mobiliteit vooral voor immobiliteit zorgt, brachten Roger en
Herna zovele kijklustigen langs Torhoutse beemden, landerijen, bossen en bosschages.
In de huifkar met vensters op de wereld. Die langzame openbare vervoering hielp
Torhout mee op de kaart zetten. Het paard hielp Torhout op de kaart. Zonder gps. Of
met, als gps staat voor geo-paarden-snelweg. De Sparrenstede is immers ook de
Paardenstede. Daarbij vermeden ze internationale drukke en overvolle slagaders als de
Oostendestraat, de ruggengraat van Torhout, en de Vredelaan, het grote darmkanaal aan
de periferie van Torhout, dat dagelijks vele vehikels dient te slikken, tot het soms een
stadsinfarct krijgt. 36 jaar openbare vervoering met vensters op de wijde wereld in het
hart van het Houtland is een staaltje van mobiliteit waarvoor we onze klak afdoen en
onze hoed afzetten. Herna, Roger: hier, in dit rustige Wijnendale, voor jullie, menner en
menster zo bekend, wensen we u behouden thuiskomst, van Rozeveld naar Korenbloem.