Wilgenhutten April 2014 ONDERWERP criterium waarmee TÜV

Wilgenhutten
April 2014
ONDERWERP
SITUATIE
criterium waarmee TÜV Nederland wilgenhutten beoordeelt
Bij natuurlijk spelen komen we vaak wilgenhutten en -tunnels tegen, met
verschillende constructiewijzen. Om de beoordeling van dergelijke constructies
uniform te maken worden hierbij een aantal criteria weergegeven.
NORMARTIKEL(EN)
geen; referentiedocumenten zijn Factsheet Speelbossen en Speelnatuur En
Veiligheid.
OVERWEGINGEN
In Factsheet Speelbossen wordt 1x gesproken over wilgen (pg 5): Toestellen die
niet aangemerkt worden als speeltoestel onder het WAS zijn: (…)Constructies
zonder duidelijke speelwaarde en -risico’s (doolhoven of hutten van
wilgentakken, vogeluitkijkplaatsen, etc.); (…)
In Speelnatuur En Veiligheid staan 2 verwijzingen naar wilgen: 1x een letterlijke
verwijzing naar de bovenstaande tekst, en het volgende:
Speelnatuur (…) Onderdelen voor spel kunnen bijvoorbeeld bestaan uit (…)
natuurlijke afscheidingen (stenen, wilgen, hout), (…)
1) De referentiedocumenten spreken elkaar tegen; een wilgenhut zou een
constructie zonder speelwaarde zijn, terwijl een wilgenafscherming als onderdeel
voor spel gezien kan worden.
2) de reden om wilgenhutten buiten het WAS te houden is dat er geen
speelwaarde en –risico’s aan verbonden zijn. In de praktijk komen we risico’s
tegen (zoals uitstekende takken op ooghoogte), en is de speelwaarde
vergelijkbaar met een gelijkvloers (peuter)huisje. Op basis hiervan zouden
wilgenhutten moeten worden beschouwd als toestellen die vallen onder het
WAS.
CONCLUSIE
Omdat het deels levende constructies zijn en ze niet worden behandeld in NENEN1176:2008 volgen hier de te nemen maatregelen op basis van risicoinschattingen:
- kapstokken (uitstekende takresten) mogen niet voorkomen op ooghoogte. Tot
ooghoogte wordt gerekend: van knie tot kruin, bij een volwassene.
- Semi-vaste voetsteunen (zoals ingevlochten takken die eerst meegeven en dan
steun bieden) mogen alleen hoger dan 120 cm worden toegepast, zodat
beklimming wordt voorkomen.
- Indien vaste voetsteunen (zoals een houten frame) bij de wilgenhut aanwezig
zijn moet worden voldaan aan NEN-EN1176-1, o.a. m.b.t. beknellingen.
- Als er geen beklimmingmogelijkheden zijn hoeft niet te worden voldaan aan
NEN-EN1176 m.b.t. beknellingopeningen en variabele spleten.