RIB Voortgang ontwikkeling duurzaam taxibeleid

A
gemeente Eindhoven
Raadsnummer
14R5748
Inboeknummer
14bst00323
Dossiernummer
14.07.303
11 februari 2014
Informatiebrief
Raads
Onderwerp: Voortgang ontwikkeling duurzaam taxibeleid.
Inleiding
In oktober 2011 is de nieuwe Taxiwet in werking getreden met als doel de kwaliteit van het
taxivervoer te verbeteren. Kern van de wet is dat gemeenten de bevoegdheid hebben
kwaliteitseisen aan het lokale straattaxivervoer te stellen in aanvulling op de landelijke
regels. Zeven grote gemeenten, waaronder Eindhoven, hebben de bevoegdheid om via
het model van groepsvorming de kwaliteit van het taxivervoer op de ‘opstapmarkt’
(standplaatsen en aanhouden op straat) te verbeteren. Dat houdt in dat taxichauffeurs
alleen klanten op de opstapmarkt mogen vervoeren als zij zijn aangesloten bij een groep
van chauffeurs met een vergunning van de gemeente, de zgn. Toegelaten Taxi
Organisaties, TTO’s.
De afgelopen periode heeft er overleg plaatsgevonden tussen de gemeente,
vertegenwoordigers van de taxibranche en overheidsinstanties. Medio januari 2014 is
geconcludeerd dat een keuze voor de vorming van TTO’s kan rekenen op draagvlak.
b
b
Motie/amendement/toezegging
Anders, namelijk de door het Rijk in de nieuwe Taxiwet exclusief geboden mogelijkheid
om te komen tot vormgeving nieuw taxibeleid met de vorming van TTO's.
Besluit van college van burgemeester en wethouders
1. Gebruik te maken van de door de wetgever geboden bevoegdheid om over te
gaan tot een systeem van groepsvorming met Toegelaten Taxi Organisaties
(TTO’s) en dit uit te werken in een door de gemeenteraad vast te stellen
taxiverordening en daarbij de navolgende uitgangspunten te hanteren:
a. Taken en bevoegdheden van een nog door de taxibranche op te richten
Eindhovense stichting die onder meer zorgt voor de uitgifte van een
Eindhovens taxikeurmerk per chauffeur en een meldpunt voor klachten;
b. Minimale vergunningeisen per TTO, bijv. aantallen chauffeurs en wagens;
c. Eisen ten aanzien van het Eindhovens taxikeurmerk voor chauffeurs, zoals
stads- en stratenkennis, kennis van de Nederlandse en Engelse taal en
gedragsregels;
d. Eenduidige herkenbaarheid van bij Eindhovense TTO’s aangesloten taxi’s;
e. Vergroten van de ambities ten aanzien van duurzaamheid;
A
2.
3.
Raadsnummer
14R5748
f. Effectief toezicht en effectieve handhaving.
Het nemen van maatregelen voor carnaval 2014;
De gemeenteraad met een raadsinformatiebrief te informeren.
Argumenten/kanttekeningen
1.1
Mogelijkheid en bevoegdheid voor gemeente Eindhoven: TTO’s
Het Rijk heeft Eindhoven de bevoegdheid gegeven om over te gaan tot een systeem van
groepsvorming, TTO’s. In de gesprekken met, zowel de taxibranche als de
overheidsorganisaties die (een deel van) de handhaving en het toezicht uitvoeren, is de
zorg gedeeld over de teruglopende kwaliteit van het straattaxivervoer in Eindhoven. Er is
eensgezindheid dat er een beleidsverandering dient te komen om de gewenste kwaliteit te
kunnen halen. De reiziger moet kunnen rekenen op een goede ‘opstapmarkt’ voor
taxivervoer zonder uitwassen en misstanden. Uit de gesprekken blijkt dat er draagvlak is
voor de uitwerking van dit model. De gemeente is verantwoordelijk voor het maken van
een taxiverordening, waarin uit wordt gegaan van verplichte groepsvorming (‘TTOstructuur’)voor het straattaxivervoer voor geheel Eindhoven (m.u.v. het terrein van
Eindhoven Airport waarvoor aparte afspraken zijn gemaakt). Door de branche zelf zal een
onafhankelijke stichting worden opgericht die onder meer zorgt voor de sturing op de
branche, toeziet op het functioneren van de Eindhovense TTO’s en de afgifte van een uniek
Eindhovens taxikeurmerk voor chauffeurs.
1.2
Minimale vergunningvereisten
In het nieuwe model geeft de gemeente per TTO een vergunning af en niet meer per
chauffeur. De voorwaarden, zoals het minimum aantal chauffeurs en voertuigen per TTO,
worden in overleg met de branche verder uitgewerkt. TTO’s zijn zelf verantwoordelijk voor
het gedrag van hun chauffeurs en de staat van hun wagenpark. Omdat uitgegaan wordt
van het principe ‘high trust, high penalty’ treedt de gemeente op tegen een TTO die niet
conform de in de verordening af te spreken kwaliteitseisen handelt. Voor iedere bij een
TTO aangesloten chauffeur worden eisen gesteld ten aanzien van o.m. gedrag, stads- en
stratenkennis van de regio-Eindhoven, het machtig zijn van Nederlands en Engels. De
taxibranche heeft zelf reeds aangegeven hiertoe voldoende mogelijkheden te zien.
1.3
Herkenbaarheid
Een cruciaal element voor de verhoging van de kwaliteit en de versterking van het toezicht
is de herkenbaarheid van de onder de vlag van een Eindhovense TTO rijdende taxi’s. Met
de taxibranche is afgesproken dat er op korte termijn door de branche en gemeente met
designers wordt gesproken over een herkenbaar daklicht. Dit daklicht moet een
Eindhovens karakter hebben en unieke kenmerken om de herkenbaarheid en veiligheid
van het Eindhovense taxivervoer te vergroten.
1.4
Duurzaamheid
Op dit moment biedt de markt wel elektrische auto’s, maar de keuze is beperkt. Ook
bemoeilijkt het fiscale regime de aanschaf van elektrische auto’s voor het taxivervoer. Met
2
A
Raadsnummer
14R5748
de branche wordt de komende jaren vormgegeven aan de ambities om de duurzaamheid
van het taxivervoer te vergroten. Daarin past taxivervoer met elektrische auto’s.
1.5
Toezicht en handhaving
Met het nieuwe model verandert de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de overheid en
de taxibranche. Door toepassing van het principe van ‘high trust, high penalty’ ligt een
grotere verantwoordelijkheid voor toezicht en handhaving bij de TTO’s en de
onafhankelijke stichting. De gezamenlijke overheidsinstanties - Belastingdienst, Inspectie
voor de Leefomgeving en Transport, Rijksdienst voor het Wegverkeer, Politie en gemeente
– zorgen voor de nodige ondersteuning voor de TTO-structuur door op te kunnen treden
tegen niet-TTO-chauffeurs die de regels overtreden. Het aanpakken van wangedrag en
kwaliteit start vooral bij de TTO-partijen zelf. In de overgangsfase naar de TTO-structuur zal
de inzet van de verschillende overheidsinstanties nog aanzienlijk zijn. Met deze aanpak
wordt voorkomen dat niet-gekwalificeerde chauffeurs op standplaatsen komen, worden
standplaatsen beter en wordt een impuls gegeven aan de kwaliteit en het imago van de
Eindhovense taxibranche. Om te komen tot effectief toezicht zijn van de verschillende
partijen forse inspanningen nodig. De inzet en samenwerking wordt nu uitgewerkt.
2.1 Maatregelen carnaval
Tijdens carnaval is er ieder jaar een forse druk op de Eindhovense taximarkt, doordat taxi’s
uit geheel Nederland naar Eindhoven komen. Om misstanden en chaotische taferelen te
voorkomen, worden maatregelen getroffen om te zorgen voor goed toezicht op de
standplaatsen rond het station en het uitgaansgebied. Samen met de branche worden
afspraken gemaakt wie wat doet in navolging van de goed werkende afspraken in 2013.
Deze afspraken worden op dit moment verder uitgewerkt.
Kosten en dekking
Voor de dekking van de kosten voor het nieuwe taxibeleid en de opstartkosten voor het
nieuwe model wordt bij de Kadernota 2015 een voorstel gedaan. Het gaat hierbij om
kosten om de onafhankelijke stichting op te richten en dit ook op de juiste manier statutair
vast te leggen. Daarnaast moeten er investeringen worden gedaan voor de
herkenbaarheid van de bij Eindhovense TTO’s aangesloten taxi’s. De gemeente zal een stap
moeten zetten in deze incidentele kosten. Voor de structurele kosten is de taxibranche zelf
verantwoordelijk. De benodigde capaciteit van Stadstoezicht voor de uitvoering van de
tijdelijke maatregelen met carnaval is beschikbaar binnen het vastgestelde toezicht- en
handhavingsprogramma.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
secretaris
3