Iedereen Kapitein

Iedereen Kapitein
Kansen en risicomanagement
van veranderende arbeidsrelaties
De wereld van werk verandert niet alleen ingrijpend maar ook steeds sneller. Technologische
ontwikkelingen – denk maar aan mobiel internet of social media – en andere werkvormen, zoals
Het Nieuwe Werken, bieden enorme mogelijkheden. Vooral de netwerkgeneratie, geboren na 1985,
maakt er volop gebruik van. De veranderingen zijn niet te stoppen, maar ze zetten ook de traditionele
cultuur, structuur en hiërarchie van organisaties onder druk. Daardoor ontstaat in de arbeidsrelatie
steeds meer spanning tussen de dagelijkse praktijk en de juridische kaders. Hoe kunnen organisaties
dit niemandsland verkennen en tegelijk verantwoord omgaan met de risico’s die dit meebrengt?
HR Masterclass
De in dit artikel behandelde trends en vragen
stonden centraal op een HR-masterclass met als
titel ‘Iedereen kapitein?’ Ruim 70 HR-directeuren
gingen daar op uitnodiging van juridisch dienst­
verlener DAS in gesprek met hoogleraar Mathieu
Weggeman, technologisch innovatie-adviseur
Menno Lanting en een keur aan juridische
specialisten van DAS zelf.
Vroeger was misschien niet alles beter, maar
sommige dingen waren wel duidelijker. Dat gold
met name voor de hiërarchie in organisaties. Als baas
was je de kapitein van het schip en de medewerkers
voerden als een gehoorzame bemanning je bevelen
uit. Iedereen had zich aan dezelfde regels te houden.
Als werknemer wist je waar je aan toe was en als
je twijfelde, vroeg je de baas wat je moest doen.
Dat kon ook, want het leven ging nog niet zo snel.
Tegenwoordig leven we echter in een wereldwijd ver­
bonden, dynamische en transparante kennis­economie.
“De toename van de economische dynamiek en
transparantie is bovendien enorm gestimuleerd door
technologische ontwikkelingen als (mobiel) internet
en social media,” betoogt leiderschapsstrateeg
Menno Lanting. “Organisaties hebben daar ook baat
bij. Uit een onderzoek door McKinsey blijkt bijvoor­
beeld dat 60% van de Amerikaanse bedrijven nu al
voordelen ervaart bij het gebruik van social media.”
Niet te stoppen
Wie de kat eerst uit de boom wil kijken of het gebruik
van nieuwe technologieën wil indammen, loopt snel
achter de feiten aan. “Consumenten en dus ook
medewerkers lopen tegenwoordig voor op bedrijven,”
legt Lanting uit. “Ze beschikken niet alleen over
betere technologie, maar halen die ook steeds sneller
in huis. Het duurde 46 jaar voordat de helft van de
Amerikaanse huishoudens telefoon had. Met internet
was dat nog maar negen jaar. Social media bestaan
pas drie jaar en nu al heeft de helft een account aan­
gemaakt.”De auteur van bestsellers als ‘Connect’ en
‘Iedereen CEO’ wil er maar mee zeggen dat bedrijven
steeds minder tijd hebben om hun structuur en hun
business model aan nieuwe technologieën aan te
passen. “Daarbij kunnen ze enorm veel profijt hebben
van de ‘digital natives’, de jongeren van na 1990, die
letterlijk zijn opgegroeid met het internet. Maar dan
moeten ze er wel rekening mee houden dat die jon­
geren op een fundamenteel andere manier omgaan met
werken en leven. Ze hebben weinig op met hiërarchie en
willen niets liever dan zelf hun werk organiseren en hun
professionele ontwikkeling vormgeven.”
‘LOSSERE ARBEIDSRELATIES
VRAGEN OM FLEXIBILITEIT
EN MAATWERK’
Gapende generatiekloof
Dat komt goed uit, zou je denken. Organisaties
hebben toch behoefte aan steeds beter opgeleide
medewerkers die zelfstandig kunnen werken en uit
eigen verantwoordelijkheid handelen? “In de praktijk
hebben veel organisaties daar echter nogal moeite
mee,” stelt hoogleraar Organisatiekunde Mathieu
Weggeman. “Er gaapt een enorme kloof tussen de
zittende bestuurders en de jongeren van nu. De
top­posities worden meestal bezet door babyboomers,
geboren tussen 1945 en 1955. Deze protestgeneratie
heeft z’n zaakjes voor elkaar en maakt zich vooral druk
over de hypotheekrente-aftrek, privacyvraagstukken
en het pensioen. Kwesties die in de ogen van de
netwerkgeneratie, geboren na 1985, volstrekt irrelevant
zijn. Die screenagers maken deel uit van meerdere
netwerken, doen het liefst veel verschillende dingen
door elkaar heen en zijn daar ook goed in. Ze hebben
graag veel te kiezen. Geld is niet onbelangrijk, maar
dan vooral om er iets mee te doen. Status door een
mooie auto of een groot huis zegt ze niets. Autoriteit
spreekt niet vanzelf. Ze hebben een multi-identiteit
en zijn daardoor veel minder afhankelijk van die ene
werkgever of die ene bijzondere baan.”
Cultuur aanpassen
Een culturele kloof dus, waarbij de zittende
bestuurders uiteraard in de positie zijn om hun
eigen waarden af te dwingen, al was het maar
doordat ze jongeren ermee wegjagen. Weggeman,
die zich bezighoudt met onderzoek naar innovatie­
processen in kennis- en technologie-intensieve
organisaties, vindt die kloof zorgelijk. “Was er
maar een generatieconflict,” verzucht hij. “Die
werelden liggen zo ver uit elkaar dat er eerder
sprake is van een oorverdovende stilte.
Organisaties die daar niets aan doen, missen
straks de boot. De ‘werknemer 2.0’ houdt er hele
goede waarden op na: ze willen kansen krijgen,
ze zijn behulpzaam, ze willen zich gewaardeerd
zien en begrepen worden. Jawel, werk en privé
lopen door elkaar. Maar ze zijn ook op zoek naar
flow, enthousiast over outputsturing, productief
en zeer resultaatgericht. De kernvraag is of de
protestgeneratie bereid is respect op te brengen
voor die waarden en vaardigheden. Wie in de
praktijk laat zien dat hij hun attitude begrijpt en
ze de ruimte geeft, loopt straks voorop.”
Lossere arbeidsrelaties
De door Lanting en Weggeman geschetste trends
versterken een al langer bestaande ontwikkeling
waarin arbeidsrelaties losser van karakter worden.
Banen zijn niet meer voor het leven, gekwalifi­
ceerde medewerkers stappen steeds makkelijker
over naar andere werkgevers of beginnen voor
zichzelf, werknemers zijn zelf­standiger maar daar­
door ook minder geneigd zich veel van bestaande
hiërarchieën aan te trekken. Al deze trends vragen
van organisaties een toe­nemende flexibiliteit
en steeds meer aandacht voor individuen en
generatieverschillen. De juridische structuren
dateren echter nog van gisteren. Hoe ga je er mee
om? Vrijheid-blijheid dan maar? Past dat niet prima
bij de ‘werknemer 2.0’ die weinig opheeft met
formaliteiten en gezagsstructuren, die wil werken
waar en wanneer dat uitkomt en die graag direct
en vrijelijk in zijn eigen netwerken communiceert,
buiten allerlei ‘officiële’ kanalen om? Zolang alles
goed gaat, is er niets aan de hand. Maar hoe zorg
je dat het goed gaat en wat doe je als er onver­
hoopt toch iets fout loopt? Denk aan thuiswerken
en de verplichting tot goed werkgeverschap
(arboregels!) of aan het deelnemen in netwerken
via onder andere social media, met een openheid
die haaks kan staan op het beschermen van
bedrijfsgeheimen of op imagobewaking, etcetera.
Je hoeft geen gesettelde protest­generatie­
dinosaurus te zijn om je daar zorgen over te
maken.
‘Denk na’
“Openheid moet grenzen kennen,” vindt Frank
Schoof, “zodra het raakt aan je verdienmodel.”
Schoof is HR-directeur bij Croon Elektrotechniek,
een zelfstandig onderdeel van TBI Techniek met
circa 2.000 medewerkers.“Er moet sprake zijn van
wederkerigheid in de arbeidsrelatie. We werken
samen in één bedrijf om een product te leveren
en daarmee geld te verdienen. Een software­bedrijf
dat zijn medewerkers volledige vrijheid zegt te
geven op Twitter en FaceBook gaat ook wel
anders piepen als een werknemer per ongeluk
de broncode of details van een productlancering
weggeeft. Werknemers moeten hun eigen verant­
woordelijkheid leren nemen. Onze gedragscode
zou je daarom kunnen samenvatten als: denk na.”
“Bij Google noemen ze dat: ‘don’t be stupid’,”
beaamt Menno Lanting. “Het gaat erom dat je
beseft dat transparantie niet meer tegen te houden
is. Of je dat nu leuk vindt of niet: alle vormen van
communicatie, ook interne, kunnen binnen enkele
minuten op internet staan. Social media zijn niet
meer weg te denken. De vraag is dus niet: hoe
houden we dat tegen, maar: hoe krijgen we onze
mensen zo ver dat ze daar verantwoordelijk mee
omgaan? Dat bereik je niet met contracten of
gedragscodes van 80 pagina’s. Leg liever heldere
spelregels vast, die op een half A4-tje passen, en
leef die vervolgens ook van boven naar beneden
vóór.”
‘STUUR PREVENTIEF OP
WAARDEN EN STIMULEER
MEDEWERKERS TOT
VERANTWOORDELIJK
GEDRAG’
Sturen op waarden
Bij DAS, dat ongeveer 600 juristen in dienst heeft,
herkent men zich in deze aanpak. De juridisch
dienstverlener neemt jaarlijks 50 nieuwe juristen aan
en constateert een groeiende vraag naar flexibele
werkvormen. “Daar komen we dan ook aan tegemoet,
uiteraard voor zover het werk het toelaat,” vertelt
HR-directeur Guy van Doremalen. “Medewerkers
kunnen als ze dat willen bijvoorbeeld twee dagen per
week thuiswerken.” Van Doremalen is voorstander
van een actieve aanpak. “Om te beginnen is het van
belang dat je als werkgever preventief optreedt.
Je moet je medewerkers informeren, met ze over
het beleid en de waarden communiceren, ze opleiden
en ze stimuleren tot verantwoordelijk gedrag. Veel
jongeren realiseren zich bijvoorbeeld niet welke impact
informatie in hun profielen op FaceBook of Hyves kan
hebben. Wij wijzen iedereen duidelijk en periodiek
op de mogelijke gevolgen van uitingen op social
media. Dat is een voorbeeld van preventief sturen op
waarden. Vervolgens ga je niet stilzitten tot het een
keer misgaat: je moet actief signalen oppikken en
daarover waar nodig met je medewerker in gesprek
gaan. Die gesprekken en eventuele afspraken moet
je ook documenteren. Daarmee voorkom je veel
problemen. Mocht dan puntje bij paaltje komen: stel er
ontstaat toch schade of een conflict en de zaak heeft
juridische gevolgen, dan zijn dat ook de zaken waar
een rechter – mocht het zover komen – op zal letten.”
Rechter 1.0
Creatieve oplossingen op onbekend terrein kunnen
uiteindelijk getoetst worden aan de juridische
werkelijkheid. Dat dwingt tot zorgvuldigheid en
voorzichtigheid. “De werknemer mag dan 2.0 zijn,
de rechter is noodgedwongen 1.0.” Heiko van Es is
senior bedrijfsjurist arbeidsrecht bij DAS. Hij wijst
organisaties erop dat ze om te beginnen hun eigen
keuzes moeten maken. “De netwerkgeneratie wil
zoveel mogelijk kennis delen. Vraag uzelf af óf en
in hoeverre u daarin meegaat, rekening houdend
met – bijvoorbeeld – de concurrentie, voordat u
wijzigingen doorvoert. Laat dan uw voorgestelde
wijzigingen door een praktijkjurist op risico’s
checken. Hetzelfde geldt voor thuiswerken:
past het bij uw organisatie, bij de functie en bij de
medewerker? Wat zijn de gevolgen? Hoe staat het
met uw verantwoordelijkheid als werkgever?”
Verschil maken in arbeidsvoorwaarden of aanpassen
van de rechten van een werknemer mag nooit
zomaar gebeuren, legt Van Es uit. “Zijn de nieuwe
arbeidsvoorwaarden aanvullend en gaat u dan
met meerdere systemen werken? Of wilt u er
de norm van maken? Hoe staat het met een
eventuele CAO? Verwacht u weerstanden en
hoe wilt u daarmee omgaan?”
Risico’s in kaart op bedrijfsniveau
“Het ontbreekt ons nog te vaak aan inzicht in de
risico’s die ons in staat stellen om als bedrijf zélf
een verantwoorde zakelijke afweging te maken,”
vindt ook Anke Caspers, HR-manager bij de
Wim Bosman Groep. Deze logistiek dienstverlener
heeft in Nederland rond de 1.000 werknemers.
“Of het nu gaat om thuiswerken, social media
of andere contractvormen. Het zou goed zijn
om een risicoscan te maken: wat zijn mogelijke
bedreigingen, wat zijn de risico’s en wat gebeurt
er als we de zaak op z’n beloop laten. Pas daarna
kun je besluiten of je de zaak wilt dichttimmeren,
of je verzekeringen wilt afsluiten, et cetera. Je
maakt dan de keuzes die passen bij jouw bedrijf.”
‘RISICO’S SCANNEN EN OPLOSSINGEN ONTWIKKELEN
IS MAATWERK – MET CO-CREATIE BORG JE KENNIS EN
ERVARING IN JE ORGANISATIE’
Maatwerk in co-creatie
De toenemende verschillen tussen individuen en
generaties, maar ook tussen organisaties, lijken dus
steeds vaker om maatwerk te vragen. Oplossingen
moeten passen bij de bedrijfscultuur, de relevante
wet- en regelgeving, cao’s en dergelijke. Carolien
Lasonder heeft als interim jurist arbeidsrecht bij
DAS al vaker met dat bijltje gehakt. “Het vereiste
maatwerk laat zich vaak het beste vormgeven
door een combinatie van externe gespecialiseerde
juristen, die op interimbasis samenwerken met
de eigen HR-afdeling. Dan kun je analyseren wat
er nodig is, een plan van aanpak opstellen en de
bijbehorende nieuwe structuren, regels en
contracten vormgeven. Dit proces van co-creatie
garandeert niet alleen maatwerk, maar zorgt er
ook voor dat kennis en ervaring binnen de eigen
organisatie geborgd worden.”
DAS
Postbus 23000
1100 DM Amsterdam
www.das.nl