INDUSTRIËLE SYMBIOSE

INDUSTRIËLE SYMBIOSE
Moeilijker dan het lijkt?
Over pitfalls, problemen (en kansen?)
14 mei 2014
Industriële symbiose: wat bedoelen we
Je zit toevallig bij elkaar in de buurt: zijn er win – win’s?
 Productketens: partij 1 maakt chloor, waar vervolgens een ander iets
mee kan. De chloorketen in de Botlek. Niet echt toevallig: wel symbiose?
Partij 2 kan niet zonder 1; 1 zou wel een andere afnemer kunnen zoeken.
 Reststroom ketens:
partij 1 heeft iets over, voor hem geen echte
waarde, maar een ander kan er iets mee.
Twee reststroom cases in de Rotterdamse haven:
- De Stoompijp
- De warmte infrastructuur
De Stoompijp
 40 bar, 360 degC oververhit, 50 tph. High value
niet echt reststroom, maar leverancier kon nu niet alles gebruiken
 Common carrier: eerste opzet twee grote leveranciers, drie tot vier
afnemers
 2 km pijp: verbindt diverse lokaties, gaat ook over terrein van bedrijven
die niet meedoen (maar wel optie open houden voor later), recht van
overpad, bereikbaarheid, onderhoud, ruimtebeslag,
 aanleg: afnemer wil stoom, niet de last van hardware. Wie betaalt de
pijp? Onderhoud?
 exploitatie: afnemer wil geen exploitatie pijp, leverancier eigenlijk ook
niet (geen core business). Wie opereert/exploiteert?
SCOPE
5
De Stoompijp
Kansen. Waarom doe je het?
 Leeftijd eigen equipment: nieuwbouw of bestaand in stand
houden? Verouderd en dus minder efficient?
 Core business: als een ander het beter en goedkoper kan.
 Prijs: alles vergeleken hebbende……
 Emissie: ging hier ook over reductie totale CO2 emissie en emissie
handel
Pitfalls en problemen
 Techniek: risico onderling verbinden verschillende systemen
(passiveerhuidjes, ontgasser,…), garantie aanbod, garantie afname, wat als
een ander te veel trekt, continuïteit, back-up bij ongeplande stop, afname
bij niet synchrone geplande stop
 Business: ik wordt afhankelijk van een ander, wat indien een gebruiker
later afhaakt/failliet gaat, wat bij total collapse system.
 Prijs: hoe houd ik op termijn die prijs in de hand
 Contractvorming: eigenlijk ging het uiteindelijk daar om

Nu, na ca. 6 jaar, zijn er twee bedrijven op deze wijze verbonden met
elkaar. Uitzicht op uitbreiding. Hoe hou je de kikkers in de emmer?
Stellingen case 1
 Techniek/technologie is ondergeschikt
 Business case vanaf het begin duidelijk hebben.
What’s in it for me? Waar zit de win – win?
 Bij lange duur verbintenissen (dit gaat over meer
dan 10 jaar, afschrijven hardware) worden de
contracten wel erg belangrijk
 Keep it simple: het window in time gaat ook weer
dicht. Daar gaan je kikkers.
Warmte infrastructuur
 Alle productiebedrijven hebben restwarmte (warmte die
niet meer zinvol in het eigen bedrijf kan worden ingezet). Low value
 Het kost nu geld om het weg te koelen.
 Bij elkaar in de Rijnmond wel heel wat joules. Kan
een ander er wat mee?
 Dan moet iemand dus infra aanleggen (zelf doe je
dat niet uiteraard). Kost wel wat, en je transporteert
laagwaardige energie.
Waar loop je tegenaan?
 Geen core business, dus lage prioriteit
 Je moet het kwijt, maar eenmaal in die pijp is het
opeens product, dus nu wil je er geld voor vangen
 Geen core business, dus ook svp geen levergarantie
 Dit gaat niet vanzelf, dus externe initiator nodig
 Marktwerking: komt er na drie jaar opeens een beter
alternatief? Kan je er dan weer van af?
 Stenen in de grond: infra voor eeuwig, niet direct
een uitdaging voor verdere innovatie
 Geen prioriteit: het engineering department rekent
het kapot.
Waar liggen de kansen?
 (groepen van) afnemers die voor lange termijn willen
(en kunnen) tekenen
 Een overheid (gemeente, regio) die het belang van
warmtelevering ziet
 Hoewel niet per definitie duurzaam wel een goede
optie om gas in huishoudens te vervangen
 Als er al infra voor stadsverwarming aanwezig is
 In Rotterdam doet het Warmtebedrijf dit nu.
 Dank voor uw aandacht