Cadeaus in context

19
Recensie klassieker
het Tijdschrift voor de Politie – jg.72/nr.8/10
Cadeaus
in context
Arie de Ruyter
Lector Politieleiderschap,
Politieacademie
Op deze plek vindt u regelmatig een recensie van een klassieke boektitel
door een lector van de Politieacademie. De inhoud heeft bijzondere
waarde voor het vakgebied van de recensent of heeft deze geïnspireerd
in zijn of haar werk. Dit keer: Essai sur le don (1923), Marcel Mauss.
M
ensen geven geschenken aan elkaar. Dat is van
alle tijden en alle plaatsen, alhoewel functie en
duiding verschillen. Deze verschillen kunnen
onze kijk op de werkelijkheid verdiepen, maar
ook tot spanning en onbegrip leiden. Zo is de dominante
visie in de Nederlandse samenleving dat het uitwisselen
van geschenken tot het privé domein van verwanten en
vrienden behoort. We vinden het ongepast in het zakelijk
verkeer. Daar kan het geven van cadeaus als omkoping worden gezien. Wij hebben dit dan ook sterk aan regels gebonden. Een dergelijk onderscheid tussen private en publieke
sfeer bestaat echter in veel niet-westerse samenlevingen en
culturen niet. Daar is niet het contract maar het geschenk
het economisch en sociaal bindmiddel bij uitstek. Veel
migranten uit niet-westerse gebieden begrijpen dan ook
niet goed dat het geven van een cadeau(tje) bij een sollicitatiegesprek of het geven van een baan aan een (naaste) verwant als ongeoorloofde omkoping of corruptie wordt gedefinieerd. Ook voor de politie, die meer en meer wordt
geconfronteerd met personen uit andere culturen, is het
goed zich te realiseren dat zij het aangaan van sociale relaties vanuit een ander perspectief benaderen en ervaren.
Voor een beter begrip van de betekenis van het geschenk is
het boek ‘Essai sur le don’ van de Franse socioloog Marcel
Mauss een ‘must’. Dit boek, gepubliceerd in 1923, is nog
steeds een bron van inspiratie voor velen. Mauss beargumenteert dat geschenkenruil de basis vormt van de sociale
orde. In zekere zin verandert het geschenk partijen in
partners. Geschenken en relaties zijn dus onverbrekelijk
met elkaar verbonden. Het onderling geven vervult vele
symbolische functies. Hierbij drukken geschenken ook
allerlei gevoelens uit: van liefde, aanhankelijkheid, dankbaarheid en vriendschap, maar ook van wraak en onderdanigheid. De essentie van het geven wordt weerspiegeld in
drie soorten verplichtingen: men moet in bepaalde situaties
geven, de andere partij moet ontvangen en is verplicht terug
te geven. Zich onttrekken aan deze verplichtingen betekent
zoveel als een oorlogsverklaring jegens de gemeenschap
waarvan men deel uitmaakt. Alhoewel deze vorm van
uitwisseling niet bepaald wordt door onpersoonlijke puur
zakelijke overwegingen, maar door het beginsel van wederkerigheid of reciprociteit, is er altijd wel een element van
eigenbelang aanwezig. Volgens Mauss liggen bewuste of
onbewuste verwachtingen iets terug te krijgen ten grondslag
aan elk geschenk. Wel is het zo dat een geschenk als het
ware zijn eigen beloning in zich draagt vanwege het ‘do ut
des’ principe: er komt ooit wat terug. Elk samenlevingsverband of proces kan volgens Mauss worden geanalyseerd als
een complexe vervlechting op vele niveaus van uitwisselingsactiviteiten. Deze uitwisseling smeedt of bestendigt
banden tussen verwanten,buren, dorpsgenoten, collega’s,
vreemden, zakenpartners, staatshoofden, maar ook tussen
mensen en geesten, voorouders enzovoorts. Als zodanig
heeft het geschenk het karakter van een totaal sociaal feit
(‘une prestation totale’), waarin persoonlijke, sociale,
juridische, economische en religieuze verplichtingen
onlosmakelijk met elkaar vervlochten zijn. De sociale orde
is met andere woorden ook en wellicht vooral een morele
orde. In het slothoofdstuk wijst Mauss er op dat deze morele
orde onder druk staat in de moderne kapitalistische samenleving. Hierin is het geschenk als structurerend principe
vervangen door het contract waardoor de individualistische
en utilitaristische homo economicus alle ruimte krijgt zijn
persoonlijke belangen na te jagen, een ontwikkeling die
Mauss overigens (hij was niet alleen socioloog, maar ook
overtuigd socialist) sterk betreurde.
Mauss laat ons zien dat verschillen verzoend en gecoördineerd kunnen worden door geschenkenruil. Geschenken
kunnen met instandhouding van verschil - tenslotte de
basisconditie van samenleven - leiden tot partnerschap
waarbij verschillen in visies, belangen en praktijken zo op
elkaar worden betrokken dat ze duurzaam en stabiel blijven, mits er - paradoxaal - continu een zekere mate van
disbalans is. Wanneer de wederzijdse geschenkboekhouding in perfect evenwicht is, dan zijn er geen sociale verplichtingen meer. Er moet dus onderbetaling of overbetaling zijn. Alhoewel Mauss de nadruk legt op het positieve,
verbindende en verzoenende van geschenkenruil is hij niet
blind voor het gegeven dat geschenken ook als wapen
gebruikt worden: via geschenken kan men de ander vernederen en men kan via geschenken macht en status verwerven. Onderbelicht bij Mauss blijft wel het hanteren van
geschenk als list (denk aan het paard van Troje) of als
wraakneming voor aangedaan onrecht.
«
P.S. Voor diegenen die meer over geschenkenruil willen
lezen, raad ik aan: Aafke Komter (redactie): Het geschenk.
Over de verschillende betekenissen van geven. (Amsterdam: Amsterdam University Press, 1997; ISBN: 90 5356
199 4).
Reageren? Mail [email protected].