PER MOTOR - Motor Trails

superlezer
In de REIZ&-Superlezer komt iemand aan het
woord die van reizen houdt, maar dat anders
doet dan de doorsnee-lezer. Deze keer is dat
Marco Brand (45) die Vorig jaar op een motor
solo van Georgië naar Nepal reed. ‘het geeft
je het aboslute gevoel van vrijheid.’
Interview: Nicolline van der Spek
per motor
Verwacht geen motorfreak à la
Parijs-Dakar. Verwacht ook geen
Route 66-romantiek. Voor Marco
Brand is de motor geen relikwie,
maar een vervoermiddel. De
mensen en het land zelf, die
maken de reis. Niet de motor,
ook al is het een klassieke
Royal Enfield. ‘Een motor is
gewoon het handigste vervoermiddel’, legt Marco uit.
‘Op een motor zie je veel
meer van een land dan
vanuit een bus of auto. Reizen op een motor geeft
je het absolute gevoel van vrijheid. Je kunt kleine
paadjes volgens en zo op plaatsen komen waar je
op een andere manier niet snel komt. Een fiets had
ook gekund, maar dan ben je zo lang onderweg.’
Lang onderweg is Marco Brand sowieso.
De georganiseerde groepsreis van vorig jaar – die
van Nepal naar Nederland – duurde maar liefst drie
maanden met in totaal 16.000 kilometer op de teller.
‘Tja, we moesten een stukje omrijden’, lacht Marco
onder zijn Rock-a-Billy kuif in zijn kantoortje in
Amsterdam Noord, waarvan de achterste wand van
plafond tot plint is behangen met foto’s: Marco op
de motor in Pakistan, Nepal, China, Mongolië,
Bolivia, Oeganda, enzovoort. ‘Weet je dat Japan ook
heel interessant is’, vertelt de geboren storyteller en
wijst naar de kaart. ‘Heel westers, zou je denken,
maar de cultuur is er zo totaal anders dan de onze.’
8.000 kilometer solo
Marco begon zijn carrière in de reiswereld als
backpacker. Vervolgens was hij acht jaar reisleider
bij Koning Aap. Hij kwam veel in Azië, werd
verliefd op Vietnam en leerde Vietnamees spreken.
Uit persoonlijke interesse besloot hij onderzoek te
doen naar stammen in de afgelegen berggebieden
van Vietnam. Op de motor. Om zijn enthousiasme
te kunnen delen, organiseerde hij in 2000 de
Noord-Vietnam Bergvolkeren Motorreis.
Marco: ‘Van de opbrengst van die reis heb ik toen
mijn motorrijbewijs gehaald. Eh... nee, dat had ik
nog niet. Ik was altijd op reis hè, nooit in Nederland
om rijlessen te nemen.’
Inmiddels lopen de zaken uitstekend. Zijn bedrijf
MotorTrails organiseert 30 motorreizen per jaar.
Congo is net terug, Laos nog onderweg. Marco
begeleidt zelf nog een aantal reizen per jaar, maar
liever reist hij solo. Zo bracht hij vorig jaar in zijn
eentje een Royal Enfield terug van Georgië naar
68 |
Nepal. Een reis van meer dan 8.000 kilometer
die onder andere door Turkmenistan voerde, op
Noord-Korea na het meest gesloten land ter wereld.
Honderd stempels
Vanuit Georgië reed Marco naar Azerbeidzjan, met
als decor de wit besneeuwde toppen van de hoge
Kaukasus. Achter die bergen liggen Tsjetsjenië en
Dagestan. Om half acht de volgende ochtend stond
hij aan de grens.
‘De Georgische grenswachter heeft al bijna een
stempel in mijn paspoort gezet als hij plotseling het
kenteken van de motor ziet’, vertelt Marco. ‘Wat
staat daar?’, vraagt hij, wijzend op het kenteken.
‘Geen idee,’ antwoord ik hoofdschuddend en ik
probeer net zo verbaasd te kijken als hij, maar moet
dan toch lachen. Ik leg uit dat de motor van Nepal
naar Nederland is gereden en nu op de weg terug
is. Hij tikt ‘Royal Enfield’ in de computer en laat me
dan doorrijden.’
In Baku aan de Kaspische Zee neemt Marco de boot
naar Turkmenistan, waar hem Kafkaëske taferelen
aan de grens wachten. ‘Al snel ben ik het spoor
volledig bijster. Ik heb al 26 papieren ingevuld en
ben 100 stempels verder als ik ook nog een lijstje
moet maken van alle goederen die ik het land
binnenbreng. Omdat ik een regel leeg heb gelaten,
tussen vier paar sokken en drie onderbroeken, moet
ik het hele formulier in tweevoud helemaal opnieuw
invullen. Lang verhaal kort: zeven uur later is alles
in orde. Ik voel me als een vrijgelaten gevangene
die zijn vrijheid tegemoet rijd als ik in het pikkedonker wegrijd. Ik zie niets van het land, maar ik
ben er, in Turkmenistan!’
Tussen Rwanda en Congo
Bepaald niet platgetreden: Turkmenistan. Hetzelfde
geldt voor Centraal Afrika. We schrijven 2013. In
Xxxxxxx
x
xxxxxx
Xx het regeringsleger tegen de rebellen.
Congo vecht
Nog in Rwanda, vlakbij de grens met Congo, valt
zijn motor stil. Benzine op.
Marco: ‘Op een heuvel. Ik draai om en laat me de
berg afrollen totdat ik bij een paar huizen kom en
naar mijn tank wijs: ‘Essence?’ Ik word naar een
winkeltje een stukje verderop gewezen, gelukkig
nog altijd bergafwaarts. Naast de shampoo staan
drie kleine flessen benzine. Met drie liter ben ik
gered. Rwanda is een klein land en over de goede
wegen ben ik na een paar uur al in het noorden.
Ik besluit een kijkje te nemen bij de grens met
Congo. In korte tijd zie ik witte VN-vliegtuigen
en een paar naamloze donkergroene transportvliegtuigen afdalen naar de luchthaven van Goma.
Vlak voor de grens is een groot VN-vluchtelingenkamp, waar ik direct word omringd door tientallen,
misschien wel honderd kinderen. Een official van
de VN verzoekt me vriendelijk het kamp te verlaten. Ik bezit geen autorisatie om dit kamp binnen
Foto’s linkerpagina:
> Marco in Turkmenistan.
> ‘Naast twee charmante
inwoonsters van Mary, in
Turkmenistan.’
> ‘Dit is de boot van
Baku, in Azerbeidjzan
naar Turkmenistan.’
Foto’s deze pagina:
> ‘In Oezbekistan: op
het Registan-plein in
Samarkand.’
> ‘Bij de grens tussen
Rwanda en Congo. Deze
foto hoefde ik dus niet
te verwijderen.’
> ‘Spoorzoeken op de
kleine paadjes in Burundi.’
| 69
superlezer
Foto’s deze pagina:
> ‘Op een besneeuwde
hoogvlakte in Kirgizië.’
> ‘Met vrouw en kinderen
in de zijspan, op weg in
Rajastan, India.’
Mee op reis? MotorTrails
organiseert 30 reizen per
jaar, Met gids & motor.
www.motortrails.nl
70 |
te gaan en moet vertrekken. Bij de grens is het
rommelig maar rustig. Omdat ik foto’s maak van
de borden word ik aangesproken door een douaneman. Een paar foto’s moet ik verwijderen. Ik vraag
hem of ik zonder visum Congo binnen kan komen.
‘Moeilijk’, zegt hij, ‘maar soms lukt het’. In het
douanehok zit een dikke beambte op een krukje,
omringd door drie dikke vrouwen – het zal een
goede baan zijn – die in mijn paspoort tevergeefs
naar een visum zoekt. ‘Hoe wil je binnenkomen
zonder visum?’, vraagt hij in het Engels. ‘Dat wilde
ik net aan jou vragen’, zeg ik lachend. Hij vraagt
waarom ik Congo binnen wil. Ik zeg dat ik een
vriend in Goma wil bezoeken, nu ik toch in de buurt
ben, en ik vraag of het mogelijk is om voor één
keertje zonder visum binnen te komen. De beambte
is resoluut. Ik ben niet welkom, moet rechtsomkeer
maken. Terwijl VN-vliegtuigen blijven overvliegen
klop ik met hangende pootjes weer aan bij de
Rwandese douane die de exit-stempel annuleert.
Op hetzelfde moment barst een onweersbui los en
trekt een regengordijn zich over de grensplaats.
Mensen rennen naar schuilplaatsen, binnen enkele
minuten vormen zich waterstromen over de weg.
Ik trek mijn Aldi-regenpak aan, start te motor en
spetter terug Rwanda in.’
Europa? Nog niet...
Marco heeft twee kleine kinderen en een vrouw.
Vandaar mijn vraag: ‘Gewoon een stukkie door
Frankrijk of Italië, is dat wat?’ Hij kijkt me vragend
aan. Hij is niet van de geasfalteerde haarspeldbochten in de Alpen of Dolomieten. Hij is van het
avontuur. En dat avontuur vind je – zijn inziens – in
landen waar het broeit. De landen van de honderd
stempels en 26 papieren. Lastige landen met altijd
wel hele vriendelijke mensen. ‘Ik was vorig week in
Schotland. Mooi, maar er gebeurt niets. Niemand
kijkt op. Ben ik in Burundi of Noord-Vietnam, dan
kijkt iedereen op als ze een lange blanke man zien
aan komen rijden op een oude Enfield... Dus om
op je vraag terug te komen: Europa, nog maar niet.
Misschien als ik ouder ben. Nu gaan we gewoon
nog lekker met de kinderen naar China of India.
Kids in de zijspan. Vorig jaar hebben we met het
hele gezin door Rajastan gereisd. Met de zijspan,
dwars door de Thar-woestijn. ‘En’, vroeg de juf na
afloop van de vakantie, ‘wie heeft er iets bijzonders
meegemaakt?’ Steekt mijn zoontje zijn vinger op.
‘Ik heb in India op een kameel gezeten’, zei ‘ie.
Verder zei hij helemaal niets over die drie weken
in de zijspan van een Enfield. Niet bijzonder
genoeg, denk ik.’ (Weer die pretogen) •