INN010 02 - RDM Campus

losse verkoop € 6,95
zomer 2014
#02
Inspiratie uit innovatie
pagina 3
Voor
woord
fotograaf: Roy Borghouts
Foreword Inn010
I’m proud of Rotterdam and all of the innovative projects and
trajectories that take place in our global harbour. We’ve achieved
a lot in the last few years, as a port as well as an industry.
Maasvlakte 2, the expansion of the global harbour, literally and
figuratively gives us more space. Because of this expansion, the
activities of the port and handling of goods increasingly take
place out of view of the city. But the harbour and city need each
other. We need to ensure that neither loses sight of the other.
The rate of expansion must be maintained. Education plays a
leading role in this, and The Broekman Group is tackling this
challenge with dedication and conviction. A lot of young people are
Ik ben trots op Rotterdam en alle innovatieve projecten en trajecten die
plaatsvinden in onze wereldhaven. De laatste jaren hebben we als haven en
industriegebied veel stappen gezet. De Tweede Maasvlakte geeft ons als
wereldhaven letterlijk en figuurlijk meer ruimte. De havenactiviteiten en
overslag van goederen verplaatsen zich door schaalvergroting meer buiten
het zichtveld van de stad. We moeten er wel voor waken dat we elkaar niet
uit het oog verliezen. Haven en stad hebben elkaar nodig.
De expansie moeten we vasthouden. Educatie speelt daarin een toonaangevende
rol. Daarin participeert de Broekman Group met overgave en overtuiging.
Veel jongeren hebben onvoldoende weet van al het bijzondere werk dat in het
havengebied wordt geboden. Wij zijn een logistiek bedrijf dat wereldwijd
actief is. Alles wat vervoerd moet worden, krijgen wij via land en water op de
gewenste bestemming. Om veilig op de plaats van bestemming te komen, is
veel specialistische kennis en innovatie nodig.
unaware that the harbour area offers some extraordinary work
opportunities. We are a logistics company that operates worldwide;
we successfully deliver, via land and sea, anything and everything
that needs to be transported. A lot of specialized knowledge and
innovation is employed to get things safely to their destination.
Our logistics services are split into several divisions. The
automotive division is the logistic link where many cars from
overseas enter Europe. The shipping division acts as an agent in
The Netherlands and Belgium for a number of large companies.
Our logistics division is where all forms of transport (road, rail,
We hebben onze logistieke dienstverlening opgesplitst in verschillende divisies.
Automotive vormt de logistieke schakel waar veel auto’s van overzee Europa
binnenkomen. Shipping fungeert als agent in Nederland en België voor een
aantal grote rederijen. Logistics is de plek waar alle vormen van transport (weg,
spoor, water, lucht) samenkomen. Met betrekking tot de lading die in containers
zit, verzorgen wij de opslag in loodsen en maken de producten klantspecifiek
voor de Europese markt. Special Products vormt de logistieke draaischijf voor
de staalindustrie in Europa. Daarbinnen valt ook projectlading: het vervoer van
zware objecten zoals motoren of generatoren van 200 tot 600 ton.
water, air) come together. We also arrange for the storage of
container contents in warehouses and make customer-specific
products for the European market. Our special products division
is the logistical hub for the steel industry in Europe. This includes
cargo for large projects and the transport of heavy objects such
as motors or generators weighing 200 to 600 metric tons.
Due to its growth, the harbour needs employees in all areas, on
all levels, and we’re finding that educational and knowledge-based
Door de groei is de haven op alle functieniveaus op zoek naar personeel.
We zien dat onderwijs- en kennisinstellingen gelukkig weer aansluiten.
De STC-Group bijvoorbeeld heeft fors meer leerlingen aangetrokken.
Ook hogescholen en universiteiten investeren. Op het gebied van
logistiek, innovatie en duurzaamheid is Rotterdam op de goede weg. Niet
voor niets zijn we uitgeroepen tot een van de Smart Cities wereldwijd.
Daarvan getuigen de verhalen in dit tweede nummer van INN010.
institutions are happy to act as a link. For example, the STC-Group
has attracted significantly more students, and colleges and
universities are also investing. Rotterdam is on the right track in
the realm of logistics, innovation and sustainability. It’s not for
nothing that we were named one of the world’s Smart Cities.
Raymond Riemen
The stories in this second issue of INN010 bear witness to that.
CEO van de Broekman Group en Havenman van het jaar
pagina 4
pagina 5
#02 INHOUD
Het B2B-magazine INN010 geeft een podium aan innoverende bedrijven en kennisinstellingen in Rotterdam e.o.
Iedere uitgave is gekoppeld aan een netwerkbijeenkomst. Vaste partners zijn: Deloitte, RDM Campus,
Stadshavens Rotterdam, gemeente Rotterdam, Van Lanschot Bankiers en R. Smaal B.V.
In dit nummer speciale aandacht voor de maritieme en logistieke sector.
Namens Annet Spijkerman en Annemarie Teeken (uitgever A&A Business) en het redactieteam:
Yvette van Dael en Ellen Lengkeek.
Maritieme en logistieke innovaties
in groot Rotterdam
Rotterdam bouwt in en om de Stadshavens aan een sterke maritieme en logistieke sector.
Het hoofdthema van deze uitgave van INN010 is de innovatie in bovengenoemde sectoren.
Op een zonovergoten namiddag komt een aantal vertegenwoordigers van de maritieme sector ...
6
Ampelmann-systeem
offshore verovert
woeste wereldzeeën
Maritiem personeel ophalen en afzetten van
en op offshorefaciliteiten zoals boorplatforms
of windturbines is zowel een riskante als ...
30
47
20 Delta
Clean Tech
Hoe zou het zijn om te leven in een schone wereld? Een wereld waar energie schoon wordt opgewekt,
het water helder blijft, transport zonder vervuiling plaatsvindt en alle producten recyclebaar worden
geproduceerd? Zo’n wereld komt er. Met cleantech kunnen we de wereld gezonder, rijker, innovatiever, ...
97% van de testrijders komt
met een glimlach de auto uit
Experimenteren
in Aqua Dock
50
Is het einde van de
‘plastic soep’ in zicht?
Stel je eens voor: een dobberend bos,
een drijvend hotel, een drijvende weg …
In onze oceanen en zeeën drijft steeds
meer plastic afval. Het grootste ...
De aanblik van de enorme showroom met
blinkende BMW-modellen en een aparte ...
Geodis Logistics;
logistieke wereldspeler
De naderende Blue Spots zijn niet te missen tussen
de stellingen in de enorme opslagruimte van Geodis ...
14
Sociale innovatie
heeft meerwaarde
62
52
Rotterdam springplank
voor innovatie
Rotterdam zit in de lift. Met de
financiën op orde, verbeterde dienstverlening en betere economische ...
22
Samen kanker
kansloos maken
32
Het Erasmus MC is het grootste universitaire
medisch centrum van Nederland. In de nieuwbouw in Rotterdam Centrum wil het Erasmus ...
Elk jaar kunnen er leerlingen, soms met
een achterstandspositie, stage lopen bij
stukadoors- en spuitbedrijf R. Smaal B.V. ...
En meer
20 >>Cross-over
56
28>>Start-ups
42 >>010 in de versnelling
44 >>De FAV010 spots van...
60 >>Made INN010
65 >>INN010 ambassadeur
Maritiem & logistiek
pagina 6
pagina 7
Rotterdam bouwt in en om
de Stadshavens aan een sterke
maritieme en logistieke sector.
Het hoofdthema van deze uitgave
van INN010 is de innovatie in
bovengenoemde sectoren. Op
een zonovergoten namiddag komt
een aantal vertegenwoordigers
van de maritieme sector bijeen
in de Maastoren van Deloitte.
Intelligent software solutions bij
de bouw van een schip
Gasten aan de discussietafel
1
2
3
4
1) Arnout Damen
COO van Damen shipyards group
2) Kees Pieters
lector haveninformatie Hogeschool Rotterdam,
Kenniscentrum RDM
3) Bas Kuper
sales director van Siemens industry software
4) Felix Moonen
director Jules Dock, NL industry shipbuilding Rotterdam
Gespreksleiders
5
6
7
5) Cees Jorissen
international tax partner Deloitte en leader
manufacturing industries
6) Peter Sanders
Maritieme en
logistieke
innovaties
in groot
Rotterdam
Met een prachtig uitzicht over het Stadshavensgebied spreken
de gesprekspartners over de rol van intelligente software in
de scheepsbouw en logistiek en over andere innovaties die in
de maritieme sector gebruikt en ontwikkeld worden, zoals
bijvoorbeeld additive manufacturing, beheersing van big data,
en de invloed van 3-D design, 3-D printing en augmented reality.
Wat zijn de structurele trends binnen de maritieme sector,
waar staat de sector ten opzichte van de rest van
de wereld, waar gaat hij heen en wat betekent dit voor
de ontwikkelingen in en rond de Rotterdamse haven?
director strategy en operations marine sector bij Deloitte
tekst: Deloitte/redactie INN010 fotografie: Freek van Arkel
7) Joep Arends
director innovations bij Deloitte
Van scheepsbouwer naar product-lifecylemanager
Arnout Damen: ‘Wij maken niet alleen schepen voor de private
sector, maar ook voor overheidsinstanties. We zitten in de
jachtbouw, de offshore, havensleepdiensten, bergingswerk en
public transport. Daarnaast bouwen we voor binnenlandse en
buitenlandse marines, politie, kustbewaking, loodswezen en voor
havenbedrijven.
In de laatste jaren hebben wij een grote verschuiving
bewerkstelligd, van pure bouwer naar totaaloplosser. Wij zien
scheepsbouw als lifecycle solution. Dat ligt ook in de lijn van ons
aanbod: R&D, ontwerp, bouw, onderhoud en een breed pakket
gerelateerde diensten voor de eindgebruiker. Damen werkt hard
om op dit gebied de marktleider te worden; de innovator die de
weg wijst. Onze R&D-budgetten zijn daarom fors en structureel
gericht op het behalen van nieuwe eindresultaten. Daarin
betrekken we ook steeds vaker de klant van onze klant – wat
verwacht die eindklant in de toekomst van zijn leverancier en wat
moet Damen vervolgens doen om de leverancier van het juiste
schip te voorzien? We concentreren ons daarbij op vergroening
van schepen, hun CO2-footprint, op de veiligheid op en rond het
schip en op het recyclen van een schip aan het eind van zijn
leven. Onze mindset is veranderd van een meer aanbodgerichte
benadering naar het creëren van partnerships. Dat is een beetje
een modewoord, maar we zijn bij diverse klanten al betrokken bij
de gehele levenscyclus van hun schepen.’
Bas Kuper: ’Siemens heeft in de afgelopen jaren afscheid
genomen van zijn consumentenelektronica en heeft een radicale
verandering gemaakt naar het aanbieden van integrated business
solutions in verschillende onderdelen van de industrie, waaronder
ook de scheepvaart en de logistieke sector. Wij doen dit vanuit
onze IT-consultancyvaardigheden en houden de ontwikkelingen
in deze sector strak in de gaten. Wij voorzien een exponentiële
groei voor ons bedrijf door de opdrachten die we zullen verwerven
in Rotterdam. Hierbij zijn we steeds geïnteresseerd in het
ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsvormen die kunnen
bestaan uit partnerships met de klant, met zijn subcontractors >
Maritiem & logistiek
pagina 8
en de onze. Ook samenwerking met medetoeleveranciers is mogelijk. Zeker als we daardoor de
opdrachtgever een langer lopende relatie kunnen
bieden.’
Invloed uitoefenen door samenwerkingsverbanden
ICT-oplossingen in de scheepsbouw zijn groots.
Deze sector gaat zich nu heruitvinden door 3-D
ontwerpen en vooral ook door digitaal design.
Het is bijzonder om te zien hoe de hele tekening
en daarna ook het hele bouwproces te volgen
zijn in driedimensionale beelden. Die nieuwste
technieken brengen een nieuw businessmodel tot
leven. Zoals eerder al aangehaald door Damen,
verandert daarmee een scheepsbouwer-pur-sang
in totaaloplosser.
Bas Kuper: ‘Verschillende Rotterdamse maritieme iconen investeren op dit moment in hun
ICT-achterhuis om die totaaloplossingen aan te
bieden. Je wilt een lifecycleprogramma aan kunnen
bieden. Van aanbouw tot afbouw eigenlijk. Iedereen
die vooraan in de klas zit, die het voor elkaar krijgt
om de nieuwste technieken en inzichten aan te
wenden, is een gamechanger. Je probeert dit als
scheepsbouwer voor jezelf voor elkaar te krijgen,
maar ook voor de keten waarin je zit en waarvan
je je bedient. Als dat lukt, heb je ook effect op het
verdere ecosysteem. Als je leider kunt zijn in de
huidige innovaties, dan zal je in je industrie een
absolute winnaar zijn. Het mooie is dat dit dan
tegelijkertijd ook geldt voor de mondiaal
opererende klanten van zo’n scheepsbouwbedrijf,
degenen die het vaartuig hebben besteld en
ermee zullen werken. Als het schip eenmaal in de
vaart is, wordt het gevolgd door het ICT-systeem
van de bouwer, die dagelijks monitort wat de
toestand van het schip is. Met de nieuwste
systemen worden dus ook maintenance en repair
in de gaten gehouden en georganiseerd. Dat is
economisch zeer wetenswaardig voor de besteller
en gebruiker van het schip.’
Arnout Damen beaamt dit: ‘Dit zal voor
lifecycle-innovaties in de scheepvaart heel goed
werken en we zijn er al volop mee bezig. Als je
een schip bouwt, doe je dat met verschillende
onderaannemers. En die zitten over de hele
wereld. Simpele zaken als de omvang van de
gaten voor het doorvoeren van kabels moeten
bekend zijn. Dit soort informatie moet je met alle
partijen die meedoen kunnen delen. Vergist een
partner zich, dan is de schade vaak niet te overzien.
Het is daarom belangrijk dat je je subcontractors
goed kent. Je wilt weten met welke ICT ze gewend
zijn te werken en of zij kunnen aankoppelen bij wat
jij hebt. In onze wereld moet iedereen in het proces
geïntegreerd met ons kunnen werken, dus ook een
toeleverancier die in Zuidoost-Azië of China zit.
Bij het kopen van een schip gaat het om de totale
kosten van het operationeel hebben en houden
van je schip. En die zijn afhankelijk geworden van
andere factoren dan de bouwprijs alleen.’
Felix Moonen die veel aan open innovaties doet,
stelt: ‘De conventionele scheepvaartindustrie zal
waarschijnlijk toch de trekker zijn van de
innovaties in de sector. Zij zal aangeven waar
we naartoe groeien. Ik denk zelf dat het daarbij
verstandig is om contact te houden met die
kleinere innovatieve bedrijfjes die we in de
binnenstad aan het opzetten zijn. Zij zijn
uiteindelijk wel de grootste gamechangers in
dit verhaal. En we moeten ons realiseren dat
de technische innovatie vaak een logisch vervolg
is op de stappen die al zijn gezet. Bedenk daarbij
dat de sociale innovatie misschien nog wel
belangrijker is dan de technische. De sociale
gevolgen zijn groot. Denk eraan dat we schepen
volkomen zelfsturend kunnen maken. Wat heb
je dan nog aan een kapitein op de brug? De
regelgever moet dan de verplichting van een
kapitein en een loods wel af willen schaffen.’
Cees Jorissen: ‘Niet alleen toeleveranciers maar
werkelijk alle leden van de supply chain moeten
volledig op elkaar zijn ingespeeld. Wij zien nog
vaak grote muren tussen wat werkelijkheid is en
wat je zou willen bereiken. Het blijft gek dat je in
deze wereld met elkaar communiceert over een
belangrijke fase in de bouw van een schip via
e-mail. Je kunt niet naar een totaaloplossing
>> We doen het goed, maar kunnen
niet achterover leunen <<
pagina 9
toewerken als je nieuwe partners uit China of
Vietnam niet dezelfde ‘maatvoering’ hebben.
En een gelijke maatvoering bij diegenen die de
industrie reguleren is dan natuurlijk ook handig.
Gelukkig doen de gemeente Rotterdam en het
Havenbedrijf Rotterdam vol mee aan de
innovatiedrift, dus als we die op tijd inseinen
komen we een heel eind.’
Big data van een schip
Van ICT-oplossingen komen we op het onderwerp
van big data die in en rond het schip aanwezig zijn.
Kees Pieters die op dit onderwerp zijn studenten
op de Hogeschool Rotterdam bijpraat, heeft een
heldere blik op de big data in het maritieme
terrein: ‘De studenten van onze hogeschool
hebben de haven als speerpunt in de ontwikkeling
van hun vaardigheden. Ikzelf ben aangetrokken als
een van de lectoren in het kenniscentrum Mainport
Innovations. Wij proberen van alles in de maritieme
sector. Ik heb een ICT-achtergrond en begrijp
dus heel goed wat de volgende stappen in de
onderhavige sector moeten zijn. Wij hebben
vanuit de samenwerking met RDM Campus ook
al projecten met het Havenbedrijf Rotterdam
opgezet. We hebben daarbij met studenten
die niets met de sector te maken hebben (qua
opleiding) goede ideeën, waarvan de gevestigde
orde zegt dat die gamechangers kunnen zijn.
En zo willen wij ons vanuit dit kennisinstituut ook
opstellen. Wij vinden conventionele houdingen
en verhoudingen in de grote industriële bedrijven
soms hinderlijk voor verdere en noodzakelijke
ontwikkelingen.
De R&D-afdelingen van een grote industriële
onderneming zijn vaak zo dichtgetimmerd dat je
daar echt eens de bezem doorheen zou willen
halen. Wij proberen bij onze jonge innovators
zoveel mogelijk de opensource-innovatie te
promoten en daarbij zetten wij inderdaad de
klassieke verdienmodellen op hun kop. Dus ook
aan de kennisinstituten in Rotterdam zal het niet
liggen. Wij willen vooruit met dit onderwerp.’
Intelligent software solutions bij
gebruik van een schip
Digitalisering van de branche
Volgens de meesten is de auto van de toekomst
een computer op wielen. Denk aan de Tesla en
>> De conventionele scheepvaartindustrie
zal waarschijnlijk toch de trekker zijn van
de innovaties in de sector <<
hoe verstorend de introductie daarvan was voor de automotive
industrie. Ondanks alles (lobby’s en regels die tegen de
ontwikkeling indruisen) gaat deze computer op wieltjes een
grote invloed hebben op die industrie. Denk dan vervolgens
aan Google in de scheepvaart.
Cees Jorissen: ‘Een schip dat zelf kan varen, inparkeren. Zo’n
schip heeft geen kapitein of loods nodig en kan alle gevaren
die op het schip afkomen zelfstandig verwerken. Op dit
moment is de digitalisering uit de automotive industrie aan
het overwaaien naar de scheepvaart en de logistieke sector.’
Arnout Damen: ‘Die ontwikkeling zien we inderdaad
aankomen. Vooral in de pleziervaart kunnen schepen eigenlijk
al heel lang vrij zelfstandig varen – maar dat is toch iets
anders dan autonoom varen. Ik geloof dat het in de
beroepsvaart technisch mogelijk wordt om een schip van
A naar B te laten varen. Veel systemen aan boord zijn nu al
onbemand, maar manoeuvreren in een drukke haven lijkt mij
nog ver weg.’ Een paar ontwikkelingen zijn hierop van invloed.
Er zijn nu al onbemande vaartuigen voor ‘dull, dirty en
dangerous’ werk, maar voor veel andere doeleinden nog niet.
Tegelijkertijd worden systemen complexer, niet in het minst door
regelgeving op het gebied van duurzaamheid. Verder worden
wereldwijd breedbandverbindingen steeds beter beschikbaar,
waardoor deskundigheid van mensen op de wal makkelijker op
een schip kan worden ingezet, denk aan de reeds bestaande
‘shore-support’ initiatieven.
Toch heb je nog lange tijd handen én hersens nodig aan boord,
denk ik. Je hebt in veel gevallen een robuust en zelfvoorzienend
systeem nodig en daar spelen juist mensen een belangrijke rol
in. Het is dus denkbaar dat een schip in de toekomst op zijn
eigen systemen de wereld overvaart. Dat kan alleen als al die
systemen altijd perfect werken, als alle relevante gegevens >
Maritiem & logistiek
pagina 10
op elk moment beschikbaar zijn en als de
systemen op elke onverwachte situatie adequaat
kunnen reageren. Dat zie ik op korte termijn nog
niet gebeuren. Wel de experimenten, niet de
dagelijkse, wereldwijde praktijk. In die praktijk is
er altijd wat te doen aan boord, denk aan een
onverwachte reparatie in de machinekamer. Veel
structureel onderhoud gebeurt tijdens langere
zeereizen, zodat het geen tijd kost wanneer het
schip in de haven ligt. Een bemanning is ook
nodig om in te kunnen grijpen wanneer de
techniek het laat afweten en om specialistisch
werk te verrichten. Een voorbeeld is ‘even’ een
26-meter lang schip veilig tegen een windturbine
aanzetten in golven van 2.5 meter hoogte,
zodat monteurs of inspecteurs rustig kunnen
overstappen. Of denk eens aan het extra stevig
aan het dek vastsjorren van stukken zware lading
van elk 500-600 ton ter voorbereiding op een
storm…’
>> Ik heb de ambitie om
in Rotterdam het groenste schip
van de wereld te bouwen <<
van het schip aan het eind van het operationele gebruik al in
gedachten. En dat is ook wat zij de markt vertellen, waardoor
zij steeds aantrekkelijker worden als transporteur voor grote
consumerbusinesspartijen. Zij hebben een heldere kijk op het
lifecyclemanagement van hun vloot. Het is vanwege dit soort
afnemers dat wij ons in Nederland richten op de cradle-to-cradlegedachte. Men wil volledig groen van begin tot eind.’
Toepassing van innovaties als additive
manufacturing en 3-D printing
Hoe zullen de nieuwste productieprocessen eruit
zien? Met name 3-D printing kan productieprocessen
verstoren. Zonder twijfel zal 3-D printing ook in de
scheepvaart worden toegepast. Deze innovatie
gaat hand in hand met de ontwikkeling van nieuwe
materialen. Er kunnen nu al materialen worden
geprint die veel sterker zijn dan het sterkste staal.
Een schip printen gaat in de eerste 20 jaar
waarschijnlijk nog niet plaatsvinden. Daar
wordt wel naar toegewerkt. Men werkt op allerlei
terreinen samen en gaat eerst in de productie
van de spareparts verder. Het is namelijk heel
aantrekkelijk om onderdelen van motoren en
andere bewegende apparaten erg arbeidsintensief
zijn om te repareren, in een 3-D print te gaan
maken/ontvangen. Dit gaat voor een aantal
makers die verder in de klassieke keten staan
zeer verstorend werken.
Sensoren
Kees Pieters: ‘Nog radicaler wordt het als je nadenkt
over schepen met flexibele en communicerende
rompen. Nee echt, alle nieuwe ontwikkelingen
komen in de scheepvaart samen. En de Rotterdamse
regio is daarin World Class! We richten ons vanaf
de ontwerpfase op het totale leven van het schip.
Praat je over CO2-footprints in transport en logistiek dan kom
je ook bij Maersk uit. Zij verstouwen miljarden containers over
deze wereld en willen naast een duurzame productiewijze ook
nog een zo groen mogelijk vervoer. Dan komt ook de keuze
voor de motoraandrijving aan de orde.
Dus kijken we ook naar het onderhoud. Een romp
voorzien van een verflaag die zelf aangeeft
wanneer het tijd wordt voor vervanging is er al.
En gewoon van Akzo!’
Intelligent software solutions bij
de vergroening van de sector
het gaat erom een optimaal productieproces in
te richten. Alleen dan krijg je het perfecte
eindproduct en kun je je klant optimaal van
dienst zijn. Het is steeds meer de vraag wat een
eindproduct eigenlijk is. Tegenwoordig gaat het
erom dat een groot schip niet alleen netjes wordt
gebouwd en gevolgd, maar ook op een goede
manier weer wordt afgebroken en gerecycled.
Cradle-to-cradle en de CO2 footprint
Welke technieken we ook gebruiken, additieve
manufacturing, 3-D printing, digital designs,
Arnout Damen: ‘Maersk is een grote voorloper
in deze cradle-to-cradle-gedachte in de scheepsbouw. Bij de bestelling hebben zij de terugname
Arnout Damen: ‘Als Maersk duurder is met zijn prijs per mijl,
maar wel groener en daarmee gewilder, dan zal de markt
misschien toch die kant op willen. Dus moeten die schepen groen
gebouwd worden, groen varen en groen afgebouwd worden.
En moeten de sleepboten en de vrachtauto’s die de containers
wegbrengen uiteindelijk ook groen zijn. Dan heb je het weer over
een compleet serviceconcept. Van bouw tot transport tot afvoer.
Bij onze cliënten in de binnenvaart zien we gelukkig nu ook
partijen die het aantrekkelijk vinden om een groen schip te
hebben. Als deze sector groen omarmt, kan die het nieuwe
businessmodel mee pakken. Banken gaan daar vooralsnog nog
niet genoeg in mee. En dat zijn wel belangrijke spelers in het
ecosysteem. Dus moet je de terugverdientijd op zo’n schip
korter maken. Daarin hebben de binnenvaartschippers zelf een
grote rol - zij zullen een ander businessmodel gaan omarmen,
vermoed ik, om op die manier weer financiers aan te trekken.
Enkele grote logistieke ondernemingen geven daarbij al het
juiste voorbeeld.’
Bas Kuper: ‘Open innovatie is heel erg belangrijk op dit terrein,
je moet zorgen voor een zo kort mogelijke infrastructuur bij
de ontwikkeling van een schip en je wilt de nieuwste
navigatieapparatuur. Daarbij wil je als afnemer dat je bouwer
en toeleverancier geïntegreerd werken op een toegankelijk
ICT-platform.’
Arnout Damen: ‘Inderdaad, intelligente software moet op alle
fronten oplossingen bieden voor een winstgevende ontwikkeling
van de logistieke sector. We gaan onze schepen volgen in alles
wat ze doen. En dan zitten we in Rotterdam goed hoor. We
hebben de juiste infrastructuur en ook het juiste ecosysteem.’
Scheepsbouwer Damen neemt zelf de leiding in deze ontwikkelingen om zodoende de rol als leider in de wereld vast te houden
en uit te vinden wat de next steps zijn in de markt. Daarbij is het
ook zaak om de juiste talenten aan te kunnen trekken. En er zijn
samenwerkingsmogelijkheden met TU Delft maar ook met de
gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam, met Siemens en
Deloitte. ‘Ik heb de ambitie om ooit, hier in Rotterdam, het
groenste schip van de wereld te bouwen! Dat moeten we doen
met de juiste partijen, ook om zo de hele sector weer op de
kaart te zetten. Een innovatie kost enorm veel tijd en geld
en precies daarom moet je het doen. Ik noem dit het
Kapstokproject, waarin veel partijen, ook concurrenten,
zouden moeten aanhaken en samenwerken - de Hogeschool
Rotterdam, Janzen, ICON centre, IHC, Damen, Boskalis,
Huisman, noem maar op. Dat zou nog eens mooi zijn.’
Cees Jorissen: ‘En als je dit doet als partners in een partnership
kom je voor je open innovatie in aanraking met subsidies uit de
Europese Unie. Daar zijn grote fondsen opgericht met een
meerwaarde voor de sector. Er is in totaal 500 miljard om de
open innovaties te ondersteunen. Laten we daar met de sector
in Rotterdam eens lekker doorheen varen.’ >
pagina 11
pagina 12
pagina 13
Veel ondernemers staan nog altijd
onvoldoende stil bij de beveiliging van hun
bedrijfsinformatie. De voordeur van het
bedrijfspand wordt steevast afgeschermd,
maar intussen zijn de computers binnen
de onderneming één grote openstaande
deur tot belangrijke info en noviteiten.
‘Letterlijk iedereen kan meekijken als IT
>> Alle nieuwe
ontwikkelingen komen in
de scheepvaart samen <<
Rotterdam rules the waves
data to be able to provide life cycle solutions to the owner and end user of a vessel’.
In and around the Stadshavens, Rotterdam is building a strong maritime and logistic
industry. On a sunny afternoon at Deloitte’s Maastoren, with the Stadshaven as back-
Felix Moonen, Jules Dock.NL points out that huge developments in the way
ground, representatives of the industry, together with a lector of the Hogeschool
shipbuilders see their products have equally huge social consequences. “For instance,
Rotterdam and three Deloitte specialists discuss how intelligent software solutions
the ship will need less personnel, the regulator has to be informed so he can facilitate
can help the industry to grow.
and help the industry by adapting the rules, the banks will have to adapt the way they
The participants all agree that ICT solutions have become increasingly important in
finance big shipbuilding projects’.
the maritime industry. Innovations such as additive manufacturing, 3-D designing and
Various Rotterdam based ship building icons invest in their ICT environment at
printing, control over big data and augmented reality are influencing the sector, the
this moment in time, just to be able to provide the total solution that the end user
ecosystems around the sector and the regulators. In and around the vessels that are
is requesting for. They do want to be able to provide a life cycle program from the
being built today big data rule. They nowadays even indicate when a ship needs to be
design and building of the ship all the way up to its desintanglement.
repainted, when it needs to come on shore. This and the augmented reality designing
lead to the conclusion that strategic alliances need to be formed. Of course these
Kuper: ‘Everybody in the front row who is able to integrate the newest techniques,
alliances have to be closely monitored and have to collaborate on ICT developments.
insights and business models is a game changer. You try to arrange this for yourself as
There is no reason to question the worldwide leadership of the Rotterdam maritime
shipbuilder but also for the eco-chain in which you operate and from which you use the
sector in this respect, which does not mean the sector can be in a relax mode, on the
subcontactors. If you succeed in that you will also be an influencer in the subsequent eco
contrary, the sector needs to be ultra-alert !
systems in the industry and this will make you the absolute winner and leader’.
Arnout Damen, COO Damen Shipyards Group, states that his company has made a
Cees Jorissen, Deloitte Industry Leader: ‘Not only the first tier subcontractors but really all
big shift in the last couple of years: ‘We have changed from a pure ship builder to a total
subsequent members of the supply chain must be able to collaborate with each other. You
solutions provider. We look at ship building as a total life cycle solution. You can read
can still see huge walls between what is at place right now and what needs to be reached
that in the way we conduct our business: we are in R&D, in design, in construction and
over time. It still is odd that subcontractors in the chain, helping to build a vessel,
maintenance and a broad range of services related to a ships’ life cycle’.
communicate about crucial phases through e-mail! You can never reach an integrated
solution in case if your new partner in China or Vietnam does not have the same
Bas Kuper, Sales Director Siemens Industry Software, states that his company
level of maturity or connectedness. The same goes for those whose task it is to regulate
foresees that 3-D designing will play a leading role in shipbuilding. ‘Not only in digital
the industry. In that latter area we are blessed with authorities such as the Rotterdam
design we are making big shifts. Intelligent software solutions in maintenance and repair
Municipality or the Rotterdam Port Authority. They are completely involved in our
are of major economic importance as well. It is all about the ownership of the big
innovations and steer and guide wherever they can’.
niet goed is afgeschermd,’ benadrukt
Henk van der Heijden.
Silican Wadi Israël steunt nieuwe noviteit Rotterdam
TecHarbor: een brug naar
veilige IT binnen Europa
tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar
Met Hans Wetsteijn en Jürgen Schulze heeft Van der Heijden het
bedrijf TecHarbor opgericht. Het heeft kantoren in Rotterdam en
München. Ze zijn alle drie ervaringsdeskundig en brengen
veelbelovende en bewezen technologie op de Europese markt.
Van der Heijden was voorheen verantwoordelijk voor de securitystrategie van CA Technologies in EMEA. Daarvoor leidde hij de
Europese activiteiten van het Israëlische beveiligingsbedrijf
Comsec en de wereldwijde securitydivisie van EDS. Schulze
komt eveneens van de securityafdeling van CA Technologies en
werkte daarvoor bij TechData, Symantec en Mindjet. Wetsteijn is
de oprichter en managing director van hostingbedrijf BlueDome
en maakte deel uit van de board van EuroNet Internet/France
Telecom.
Het wereldwijd toonaangevende Silican Wadi in Israël, waar zich
een hoge concentratie bevindt van hightechbedrijven vergelijkbaar
met Sillicon Valley in Californie, innoveert mee met TecHarbor.
De focus van het bedrijf ligt op Risk Management, Identity Access
Management (IAM), Compliancy en Data Protection. Deze kennis
brengt TecHarbor naar bedrijven en organisaties in Europa.
Van der Heijden: ‘Zie ons als een haven op IT-gebied waar
innovatieve software-oplossingen binnenkomen. TecHarbor als
gateway naar beschermde informatietechnologie. We bieden
geavanceerde security software-oplossingen die zijn opgewassen
tegen de hedendaagse digitale risico’s en uitdagingen. We stellen
mensen in staat informatietechnologie te gebruiken om hun werk
beter te doen, terwijl de risico’s voor het bedrijf en de medewerkers worden beperkt. Daarnaast zorgen we ervoor dat een
organisatie complete controle houdt over gevoelige bestanden,
zelfs als die bestanden buiten de organisatie worden gebruikt.’
De belangstelling voor TecHarbor is groot. Zowel internationale
als Nederlandse bedrijven doen al zaken met het bedrijf. <
Kanaalweg 25-37 - 2903 LR Capelle aan den IJssel / t: +31 (0) 10 82 00 852 / www.techarbor.com
pagina 14
pagina 15
De inzet van het Blue Spot System is tekenend voor de
bedrijfsziel van deze wereldspeler op logistiek gebied. Geodis
Logistics opereert niet alleen met volledig respect voor het
milieu met de geldende wetten als basis, maar staat ook borg
voor sociale duurzaamheid.
‘Nieuwe distributiepatronen vanuit hubs met 3-D printers’
Geodis Logistics; logistieke wereldspeler
De naderende Blue Spots zijn niet te missen tussen de stellingen in de
enorme opslagruimte van Geodis Logistics in Pernis. Als een geoliede
machine rijden heftrucks door de gangen en kondigen hun aankomst aan
door middel van een blauw licht op de vloer. Wel zo veilig. En dat is
wat Geodis Logistics heel bewust voorstaat in al zijn opslagruimten
(drie miljoen vierkante meter) verdeeld over 170 locaties in Europa.
‘Onze klanten staan even centraal als onze werknemers,
aandeelhouders en de maatschappij. We werken volgens de
STS-methodiek (Stakeholders Total Satisfaction: volledige
tevredenheid voor alle belanghebbers) en hanteren zeven Gouden
Regels om hen tevreden te stellen. Het uitdragen, toepassen en
meten van hoe we scoren op elk van deze regels helpt ons
hiermee,’ legt Evert van Bree, manager bij Geodis Logistics ter
plekke uit. Geodis Logistics helpt klanten succesvol te zijn
door hun logistieke processen te optimaliseren en ze een hoge
kwaliteit van dienstverlening te bieden. ‘We streven een langetermijnontwikkeling na en we willen graag een groeipartner voor
onze klanten zijn. Toewijding, innovatie, vertrouwen, solidariteit
en passie zijn de waarden die we met alle medewerkers binnen
Geodis Logistics delen. Zo stimuleren we de doorstroming en
ontwikkeling van onze medewerkers en veiligheid in onze
warehouses vinden we heel belangrijk.’ Om die reden heeft
Geodis Logistics gekozen voor de inzet van het Blue Spot System
op de werkvloer. Een gepatenteerd visueel waarschuwingssignaal
ontwikkeld door Motrac Linde Material Handling. Het bestaat uit
twee energie efficiënte, zeer heldere en duurzame ledlampen
die aan de daklijst van de beschermkooi zijn gemonteerd. ‘Het
visuele waarschuwingssignaal is ontwikkeld om ongelukken met
heftrucks en voetgangers in magazijnen of productieruimtes te
voorkomen. Het leverde het bedrijf een nominatie op voor de
landelijke Gezondheidsaward. Bijkomend voordeel is dat de Blue
Spot geruisloos is. Heftruckchauffeurs schakelen akoestische
waarschuwingssignalen vaak uit, omdat de schrille tonen ervan
als zeer storend worden ervaren. Hierdoor komt de veiligheid in
het geding. Met BlueSpot is dit verleden tijd. ’
Laagste uitstoot
Geodis Logistics streeft duurzaamheid na in verschillende
vormen. Bij de realisatie van de nieuwe opslagloods aan de
Seatlleweg is rekening gehouden met een flinke reductie van
het energieverbruik door goede isolatie en door de deuren zo
te positioneren dat de wind er geen vrij spel op heeft. Ook is
overgestapt op ledverlichting in alle kantoorruimten en delen
van het magazijn. De reikwijdte van Geodis Logistics is enorm.
Vandaag de dag beschikt Geodis Logistics alleen al in de
Benelux over 6400 klanten, 1000 medewerkers en 285.000 m2
opslagruimte, verspreid over dertien locaties in onder meer
Rotterdam, Amsterdam, Venlo, Venray, Enschede, Antwerpen,
Almere en Zaventem. Het bedrijf heeft wereldwijd een grondige
kennis van de hightech, retail, FMCG, healthcare en chemische
sector. Speciaal voor deze sectoren ontwikkelt Geodis Logistics
>> De supply chain zal in
de toekomst korter worden <<
innovatieve oplossingen. In Nederland (zes vestigingen) zijn
alle activiteiten gecertificeerd overeenkomstig ISO 9001, ISO
14001 en OHSAS 18001. Van Bree: ‘Voor Geodis Logistics is
vooral de vertaling van wet- en regelgeving naar de dagelijkse
praktijk essentieel. Hiervoor is een specifieke checklist
opgesteld. Iedere vestiging kan zo periodiek op praktische
wijze beoordelen of zij de voor haar geldende wet- en
regelgeving naleeft. Uiteraard is het systeem zodanig opgezet
dat deze beoordeling aantoonbaar wordt uitgevoerd.’
Aansluitend op het rondetafelgesprek bij Deloitte volgt
vanzelfsprekend ook Geodis Logistics de laatste noviteiten
binnen de logistieke keten op de voet. Door de introductie
van nanotechnologie, robotisering en 3-D printing zullen
handelsstromen veranderen in de toekomst, zo voorspellen
economen. Evert van Bree: ‘Ik kan mij voorstellen dat er in
de toekomst bepaalde schakels binnen de logistieke keten
zullen vervallen en voorraadvorming meer wordt voorkomen.
De schakels worden directer. Het opkomende 3-D printing
zal voor specifieke doeleinden leiden tot een kortere supplychain. Grondstoffen moeten uiteraard nog wel worden
geleverd. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat voor productie van
reserve onderdelen er 3-D printers op centrale hubs worden
ingezet van waaruit nieuwe distributiepatronen zouden
kunnen ontstaan. Heel snel zie ik dat overigens nog niet
gebeuren. Wij zijn hier voorlopig niet weg.’ <
Geodis Logistic Logistics; logistics world player
The approaching Blue Spots LED visual warning on the fork-lift trucks cannot be missed between the racks
in the enormous warehouse of Geodis Logistic in Rotterdam. They are used to prevent accidents with
fork-lift trucks and pedestrians. This sense of safety is what Geodis Logistic stands for in all its warehouses across 170 locations around Europe. “Our clients, but also our employees and stakeholders and
the environment around us are the central focus points for us. We work according to the Stakeholders
Total Satisfaction method (seven golden rules to satisfy all interested parties). Propagating, applying and
measuring our scores on each of these rules help us to achieve our goals”, says Evert van Bree, manager
of the Geodis Logistic location. Dedication, innovation, trust, solidarity and passion are the values that
we share with all employees within Geodis Logistic. This attention for the wellbeing of the employees resulted in a nomination for the Dutch Health Award for companies. The environment is also a topic with
Geodis Logistic. The new location in Rotterdam is twice the size of the old one, but uses half the amount
of energy. Geodis Logistic also follows the latest developments in the logistic world such as 3-D printing
that may shorten the supply chain, according to Evert van Bree, raw material still has to be supplied, but
spare parts could be printed in central hubs. This can result in new distribution patterns. This will not
happen today or tomorrow, so no doubt Geodis Logistic will still be here for quit some time.
tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar
Seattleweg 5, 3195 ND Pernis / t: +31 (010) 494 56 66 / www.benelux.geodis.com
pagina 16
pagina 17
‘Kijk,’ wijst hij onder de bureaus waar kartonnen dozen staan alleen
bestemd voor papier, ‘het begint allemaal bij gescheiden afval.
Ik ben daar erg op gebrand, zelf spuug ik nog geen kauwgommetje uit.’ Managing Director Ruud Maaskant zit behoorlijk strak
in de People, Planet, Profit-leer. “Ik lees veel kranten en tijdschriften
en de publicaties over bijvoorbeeld het milieu zijn niet om echt vrolijk
van te worden. Ik heb drie kinderen en ik wil graag dat hun toekomst
net zo rooskleurig is als mijn leven tot nu toe. Daar wil ik met alle
liefde mijn steentje aan bijdragen.’
tekst: Karen Auer fotografie: Sjors Massar
Jordex
kleurt groen
Ruud Maaskant: ‘Ons product is onze uitstraling’
Jordex Shipping & Forwarding in Rhoon is een
ervaren expediteur met 50 medewerkers die zijn
sporen ruimschoots heeft verdiend. De Global
Transport Management-specialist biedt logistieke
diensten en oplossingen van en naar iedere
bestemming wereldwijd. Voor alle soorten
ladingen en modaliteiten, over land, ter zee
en in de lucht. Jordex opereert in een uiterst
competitieve markt. ‘Om te kunnen concurreren,
lopen wij niet in het gelid. We moet onszelf
continu verbeteren door onder meer te
innoveren, met name in automatisering.
Minstens zo belangrijk -ons product is onze
uitstraling- is dat wij veel energie steken in
het selecteren van de juiste mensen’, vertelt
Maaskant. Het levert een schare trouwe
klanten op: ‘Ze vinden Jordex toegankelijk
en veel plezier uitstralen.’
Het personeel is ook trouw, het verloop is
volgens Maaskant verwaarloosbaar. Volgens de
website van Jordex streeft de vervoerder naar
‘fitte, gezonde, maar ook gelukkige werknemers’.
Geen holle frase, zo blijkt tijdens de rondleiding.
Het geluk zit ‘m onder meer in een echt bruin
café met goed gevulde bar en gedecoreerd met
Feyenoord-memorabilia. Maaskant deelt zijn
liefde voor de club en voor voetbal in het
algemeen met zijn medewerkers en zakenrelaties:
‘We hebben twee boxen, bij Feyenoord en bij
Sparta. Buiten dat sponsoren wij ook lokale
voetbalclubs.’ Wegens blessures kan de sportieve
directeur helaas zelf geen balletje meer trappen:
‘Ik doe nu samen met vrienden aan wielrennen.
Jordex ondersteunt bovendien de Alpe d’HuZes
(redactie: deelnemers brengen geld bijeen en
leveren zo een bijdrage aan de strijd tegen
kanker) en draagt Stichting Ambulance Wens een
zeer warm hart toe.’
Geen kroketten
Achter een volgende deur gaat een fitnessruimte
schuil, inclusief een kleedruimte met douches.
In een grote zaal staat een veelvoud aan
>> Wij steken
veel energie in het
selecteren van de
juiste mensen <<
crosstrainers, krachtstations, loopbanden,
steppers en spinningfietsen. Een groot deel van
de apparaten is duurzaam, omdat ze energie
opwekken. Het adagium ‘een gezonde geest in
een gezond lichaam’ wordt ook doorgevoerd in
de kantine: de brasserie. Aan de steigerhouten
meubels -ook het overige kantoormeubilair is
grotendeels gemaakt van duurzame, gerecyclede
materialen- doen de medewerkers zich tegoed
aan de vers klaargemaakte lunch. Verantwoord
voedsel, dat spreekt vanzelf. ‘Kroketten en
frikadellen staan niet op het menu,’ zegt
Maaskant, ‘alhoewel ik daar wel een pot
mayonaise zie staan, maar ja.’
Het nieuwe kantoorgedeelte is een eveneens
met smaak ingerichte ruimte met hoge
plafonds, een steigerhouten leestafel en grote
industriële lampen. De dynamiek is er voelbaar,
een van de pluspunten van het voornamelijk
jonge medewerkersbestand. Maaskant:
‘Natuurlijk moet je een goede balans hebben
tussen jong en oud, maar ik ben geïnteresseerd
in jonge mensen. Jonge mensen zorgen voor
een gezellige sfeer en het is erg motiverend om
te zien hoe ze zich ontwikkelen, ze krijgen hier
de kans om het beste uit zichzelf te halen.’
Laagste uitstoot
De rondleiding eindigt bij het parkeerterrein
waar het wagenpark van Jordex de groene parel
aan de kroon is. ‘Als onze medewerkers een jaar of
twee, drie in dienst zijn en goed presteren, krijgen
ze een auto van de zaak. We bieden ook een
fietsplan plus wat financiële compensatie, maar
daar heeft tot nu toe niemand voor gekozen.’
Twee elektrische BMW i3’s, waaronder die van
Maaskant, en diverse VW Golfjes en Renault
Clio’s, alle modellen met de laagste CO2-uitstoot,
staan te blinken in het zonnetje. De directeur laat
er een goedkeurende blik over glijden: ‘Omdat de
afspraak is dat we zo nodig in elkaars auto moeten
kunnen rijden, moeten ze altijd gewassen zijn en
vrij van kinderzitjes en kratten bier.’ <
Jordex: People, Planet, Profit
Ruud Maaskant, Managing Director of Jordex Shipping & Forwarding, a global transport management company for every
kind of delivery via land, sea and air, puts a lot of energy into finding the right people. He believes in the ‘People, Planet,
Profit’ mantra, and that shows in Jordex’s workplace, which is complete with a sustainable fitness room, office furniture
made from recycled materials, and a canteen that serves only healthy food. Of his predominantly young workforce Maaskant
says: ‘It’s very motivating to see how they evolve. Jordex gives them the chance to get the best out of themselves.’ And
that, in turn, results in a multitude of loyal customers that find Jordex approachable and a lot of fun to deal with.
Postbus 55640, 3008 DC Rotterdam / t: +31 (0)10 283 62 22 / www.jordex.nl
pagina 18
pagina 19
Hans van Driel, Nsecure:
‘Beveiliging werpt vaak en
ten onrechte barrières op’
Het pand van Nsecure is een architectonisch hoogstandje dat opvalt in het
verder eenvormige bedrijventerrein in Barendrecht. Ook het design interieur
is het toonbeeld van goede smaak. Behalve de hoofdkleur magenta springt
een grote collectie moderne kunst in het oog.
tekst: Karen Auer fotografie: Nsecure
CEO Hans van Driel bevestigt desgevraagd dat innovatiedrang
en het zich willen onderscheiden bij Nsecure tot in de kleinste
details worden doorgevoerd. Hij windt geen doekjes om het
resultaat: ‘Wij zijn toonaangevend in de markt op het gebied
van hoogstaande, vernieuwende beveiligingsoplossingen.’
Nsecure is opgericht in 1995 en is in bijna twintig jaar
uitgegroeid tot een organisatie met 95 medewerkers.
De klanten behoren tot de Top 500 van het Nederlandse
bedrijfsleven. Zo is het bedrijf een van de grote leveranciers voor
de petrochemische industrie in Europoort. Over een recente
opdracht in deze sector vertelt Van Driel: ‘Een van onze relaties
stond aan de vooravond van een turnaround, een ingrijpende
bedrijfsonderhoudsbeurt. Met duizenden, tijdelijke contractors
op de plant was een toegangscontrolesysteem dat veiligheid en
efficiëntie optimaliseert, een must. Nsecure ontwikkelde een
innovatief, kosten- en tijdsbesparend Security Management
Platform, inclusief veiligheidstrainingen in diverse talen.’
Rebel
Als zelfbenoemde rebel zegt Van Driel: ‘Ik heb helemaal niéts
met traditionele beveiliging. Anders zijn is een doel op zich bij
Nsecure.’ Security heeft volgens hem meer impact dan mensen
denken: ‘Beveiliging werpt vaak en ten onrechte barrières op.
Het maakt bedrijven slecht toegankelijk, minder gastvrij en dus
minder efficiënt. In plaats van letterlijk en figuurlijk deuren dicht
te doen, willen wij ze openzetten voor de mensen die binnen
willen komen.’ Zijn collega general manager Fred van Els knikt
instemmend: ‘Wij spelen niet in op angst en gevaar, maar juist
op vrijheid.’ Van Driel vult aan: ‘Om optimaal tot hun recht te
kunnen komen, moeten mensen zich veilig voelen in hun
omgeving. Alleen dan voelen ze de vrijheid die nodig is voor
goede prestaties.’
Door middel van een automatische e-mail informeren wij
dagelijks de stallingsbeheerder over de bezetting van de
fietsenstalling en over de fietsen die er langer staan dan de
gemeentelijke verordening toestaat. De beheerder zet die
fietsen vervolgens apart waardoor er weer ruimte ontstaat.
De reizigers zien op een matrixbord waar er plekken vrij zijn.’
Behalve uiterst efficiënt, is het systeem ook duurzaam:
‘De sensortechnologie die wij toepassen, verbruikt weinig
stroom. Bovendien draagt BikeParkControl bij aan de
toegankelijkheid van het openbaar vervoer.’
Fietsenrek met sensor
Hans van Driel is naar eigen zeggen een tevreden mens die
met Nsecure al vele dromen heeft verwezenlijkt. Echter
bovenaan zijn prioriteitenlijst staat onverminderd het
welbevinden van zijn medewerkers. ‘Onze mensen móéten
plezier hebben in hun werk.’ Zonder blikken of blozen besluit
hij: ‘Wij zijn het leukste bedrijf van Rotterdam en omstreken.
Het voelt als familie en iedereen is hier gelijk.’ <
De meest recente innovatie uit het lab van Nsecure is
BikeParkControl, vernuftige hard- en software ontwikkeld
voor ProRail. De gratis, ondergrondse fietsenstalling voor
3754 fietsen op station Rotterdam Centraal maakt onderdeel
uit van dit project. Van Els: ‘Op de meeste stations met
gratis stallingen is het een chaos aan (wees)fietsen.
Rondom Rotterdam Centraal mogen er nu geen fietsen
meer bovengronds worden gestald. Wij hebben ieder
fietsenrek uitgerust met een draadloze sensor.
Postbus 26, 2990 AA Barendrecht / t: +31 (0)180 65 66 66 / www.nsecure.nl
Leukste bedrijf
Hans van Driel, CEO of Nsecure, admits: ‘I’m not interested in conventional security.’
It raises too many unjustified barriers.’ Nsecure’s motive is to think differently and to play on
freedom, not fear and danger.
Nsecure’s most recent innovation is BikeParkControl. Rotterdam Central train station’s underground bike parking was a chaos of abandoned bikes. To solve the problem, Nsecure has equipped each bike rack with a wireless sensor. Via a matrix board, customers can see where there’s
room to park their bikes, and a daily email alerts the attendant to bikes that have been parked
there longer than the municipal ordinance allows, so that they can be removed. In this way and
others, BikeParkControl adds to the accessibility of the public transportation system.
pagina 20
pagina 21
cross
overs
INN010 is meer dan een magazine voor innoverend Rotterdam. De getoonde
cross-overs tussen de sectoren maritiem & logistiek, bouw & gebiedsontwikkeling,
vervoer & logistiek, chemie & biobased, medisch & food zetten zich ook buiten
het magazine voort. Inn010 platform verbindt. Een korte impressie.
HÉT PLATFORM VOOR KENNIS EN BUSINESS
12
10
3
1
1
www.erikvanerk.nl • 06 - 57 32 55 45
9
3
6
9
6
4
8
2
2
13
5
11
13
1
2
7
Uitgevers Annet Spijkerman en Annemarie Teeken van A&A Business.
1
‘Niet alleen voor producten en diensten zijn we steeds afhankelijker van alles om ons heen,
zowel nationaal als internationaal. Maar ook om de beste mensen aan ons te binden zijn we
daarvan afhankelijk. Daarom hebben bedrijven en instellingen als Deloitte, RDM Campus,
Stadshavens, Van Lanschot Bankiers en de gemeente Rotterdam de handen ineen geslagen
om het innoverend vermogen van Rotterdam letterlijk van tekst en beeldmateriaal te
voorzien: INN010. Voor vernieuwingen zijn twee zaken belangrijk: nieuwe verbindingen
tussen bestaande elementen en mensen die dwars denken en doen. Behoort u ook tot de
grote vernieuwers in de stad en wilt u zich verbinden met anderen, meldt u zich dan bij de
redactie van INN010, [email protected]. Zodat in de volgende nummers nog veel meer
succesverhalen de ronde kunnen doen, goed voor u, Rotterdam en de rest van de wereld.’
Uit het blog van Korrie Louwes, tot juni 2014
onder meer wethouder innovatie van Rotterdam.
3
4
De man die de partners bij
elkaar heeft gebracht.
6
‘We moeten ons realiseren dat de technische
innovatie vaak een logisch vervolg is op de
stappen die al zijn gezet.’
11
SkylineDX vormt de schakel tussen
onderzoek en praktijk en is als spin-off
van het Erasmus MC ontstaan.
...en een bruggenbouwer is voor het bedrijfsleven.
12
7
5
‘Zie ons als een haven op IT-gebied
waar innovatieve softwareoplossingen binnenkomen.’
Met de snelle boot gaan duizenden
leerlingen naar de RDM Campus
waar innovatie en duurzaamheid
centraal staan.
14
8
Rotterdam faciliteert
innovatieve ondernemers,
investeerders en beleggers
om hier mogelijk te maken
wat elders niet kan.
9
10
Praktijkgericht onderzoek voor
duurzame innovatie in stad en haven,
samen met onderwijs en bedrijven.
‘Rotterdam loopt voorop als het
gaat om duurzame gebiedsontwikkeling en innoveren.’
14
8
Aqua Dock is dé innovatieve
test-, demonstreer-, en productielocatie
voor innovaties op het water.
12
www.sparkdesign.nl
13
‘Dat zoek je, mensen die ergens
helemaal voor gaan’
De INN010-er
van de toekomst.
Stadshavens
pagina 22
Rotterdam
springplank voor innovatie
Rotterdam zit in de lift. Met de financiën op orde, verbeterde dienstverlening en betere
economische randvoorwaarden voor ondernemers staat de stad aan de vooravond van een
nieuwe periode van economische groei. Rotterdam nodigt aanpakkers uit om samen de
versnelling te maken in een groeiregio met de beste kaarten voor de toekomst. Wie durft?
tekst: Yvette van Dael fotografie: Rotterdam Marketing, Claire Droppert / CNCservices.eu Rotterdam
In het visiestuk Rotterdam maakt het zet
Rotterdam zichzelf neer als brandpunt van
de nieuwe economie. Voor het aantrekken en
behouden van talent, business en werkgelegenheid
is het cruciaal om een ecosysteem te creëren
waarin bedrijven, kennisinstellingen en overheid
elkaar weten te vinden. De haven functioneert
hierin als logistieke draaischijf voor de invoer en
uitvoer van grondstoffen en voor de recycling
en upcycling van afvalmaterialen.
Rotterdam faciliteert innovatieve ondernemers, investeerders en beleggers om hier mogelijk te maken
wat elders niet kan. Wie in de stad en de omliggende regio investeert, krijgt daarvoor de ruimte.
‘Wereldwijd is een geleidelijke beweging gaande naar de nieuwe economie’, vertelt Hans Scheepmaker,
procesmanager business development & nieuwe markten bij Stadsontwikkeling Rotterdam. Die
beweging is ontstaan onder druk van klimaatverandering, energietekorten, vergrijzing en
onbeheersbare financiële dienstverlening. Dichtbevolkte gebieden zoeken naar oplossingen om hun
economie toekomstbestendig te maken. Tel daarbij op de steeds groter wordende schaarste aan
grondstoffen en fossiele brandstoffen, dan is het duidelijk dat een economische versnelling nodig is.
De nieuwe economie is onder meer gebaseerd op kleinschalige, lokaal georganiseerde netwerken van
producenten en consumenten, en biedt ruimte aan technologische innovaties. Scheepmaker: ‘En dan
denk ik met name aan disruptive technology: door bijvoorbeeld robotics en 3-D printing bestaande
economische sectoren omgooien en nieuwe sectoren mogelijk maken.’ Scheepmaker vergelijkt
disruptive technology, ook wel ontwrichtende innovatietechnologie genoemd, met de internetrevolutie
die een kanteling in de communicatie teweegbracht. Hij verwacht dezelfde revolutie, maar dan in het
maken van dingen. En daar zijn mensen voor nodig.
Rotterdam maakt keuzes
‘Rotterdam maakt het is ons pitchverhaal. Hiermee geven we aan dat Rotterdam klaar is voor de
versnelling naar de nieuwe economie. Van marktpartijen krijgen we terug dat we én in keuzes én in
besef op de troepen vooruitlopen. Wij kiezen bewust voor een versnelling van de drie clusters waarin
de stad internationaal een sleutelpositie heeft.’ Cleantech met deltatechnologie op het gebied van
energievoorziening, klimaatadaptie en watermanagement. Medical met het Erasmus MC als vliegwiel
voor technologie en gezondheid. En food met Greenport Westland voor innovatieve glastuinbouw en
voedselproductie. ‘Het zijn drie kansrijke clusters, waarbinnen we in de driehoek kennisinstituten,
bedrijven en overheid de slagkracht proberen te versterken.’ Deze clusters zijn niet toevallig gekozen.
In de nieuwe economie ontwikkelen grootstedelijke gebieden zich tot centra voor dienstverlening en
productie van goederen, met een eigen energie- en voedselvoorziening. ‘De gekozen clusters zie ik als
domeinen die elkaar kunnen versterken. Onderling vinden al allerlei cross-overs plaats en die proberen
we nog extra te stimuleren. Een prachtig voorbeeld is het 3-D printen van voedsel, gewrichten en
hightech-producten. Nieuwe (digitale) technieken zorgen er ook voor dat we producten weer lokaal
gaan maken in plaats van tegen hoge
milieubelasting uit China laten komen.’
Voordeel van disruptive technologies: als die
eenmaal in gang zijn gezet, worden ze in
gebruik steeds sneller en goedkoper.
Rotterdam heeft de kans hier maximaal van
te profiteren, zeker met de haven in de
achtertuin. ‘Daar zie je straks geen
containers meer met speelgoed uit China,
maar met grondstoffen voor 3-D printing,
zodat we het speelgoed hier zelf kunnen
maken.’ En volgens Scheepmaker wordt het
pas écht lucratief als je lokale productie
combineert met recycling. ‘Hergebruik is een
dominante factor in de nieuwe (circulaire)
economie. Je kunt beter goud uit mobiele
telefoons halen dan ertsen ontginnen.’
Rotterdam maakt kennis
en markt
Er zit een enorme potentie in de regio.
Meer dan duizend MKB-bedrijven zijn in
de maakindustrie werkzaam en bezig met
de transitie naar de nieuwe economie.
‘Onder invloed van de technologische
ontwikkelingen hebben wij dus een goede
voedingsbodem voor het benutten van
nieuwe kansen in de maakindustrie, zeker
in combinatie met de haven. Wij doen
ons best het MKB te linken aan de grote
www.rotterdam.nl
multinationals en kennisinstituten in de
regio. Unilever, DSM, TNO Research, TU
Delft, EMC… Start-ups, multinationals én
techneuten moeten het gevoel krijgen dat
Rotterdam de stad is waar het allemaal
gebeurt. Natuurlijk roept elke stad dat. Maar
Rotterdam concurreert door een aantrekkelijk
vestigingsklimaat, door het bieden van
mentale en fysieke ruimte voor bedrijven
om zich hier te vestigen, en door de keten
van start-ups naar MKB en grote bedrijven
optimaal te organiseren. Ik denk dat we in
bijvoorbeeld het Merwe-Vierhavensgebied,
in samenhang met de RDM Campus, een
goed ecosysteem kunnen neerzetten waar
bedrijven, kennisinstellingen en overheid
zich met elkaar verbinden.’ Rotterdam draagt
ook bij aan de versnelling door publiek/
private innovatie- en ontwikkelfondsen op te
zetten en geldstromen te bundelen.
Waarde maken
Tot slot mogen investeerders en ondernemers rekenen op echt commitment van de
stad. Ook hier geen loze woorden. ‘Wij blijven
zichtbaar investeren. In goed onderwijs, een
klantgerichte organisatie, snelle procedures en
een goede bereikbaarheid van de regio. Het
recent geopende Centraal Station is een internationale hub.’ En in iconen. ‘De Rotterdam,
de Markthal, de Tweede Maasvlakte… dat
soort iconen maken visueel waar je als stad
naartoe wilt.’ Buitenlandse kranten als de
New York Times hebben het al opgepikt:
‘Rotterdam is the place to be.’ Meer info:
www.rotterdam.nl <
Springboard for innovation
Rotterdam wants to smooth the way for innovative entrepreneurs and investors in a way that isn’t possible
anywhere else. To attract and keep talents, businesses and jobs, it’s crucial to create an ecosystem in which
companies, research institutions and government know how to find each other. There is currently a gradual,
worldwide movement towards a new economy, created by the pressures of climate change, increasing
scarcity of raw materials and fossil fuels, aging populations and unpredictable financial markets. Densely
populated areas are searching for ways to “future-proof” their economies. Rotterdam encourages go-getters
to join together in this new economy to boost an already-growing region, in part, by embracing small-scale,
locally organized networks of producers and consumers, and technological innovations.
pagina 23
Stadshavens
pagina 24
Voorwaarden. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit SOFIE, moet een project
tenminste aan een aantal voorwaarden voldoen:
+ De effecten zijn zichtbaar in het stadshavensgebied
+ De aanvrager moet aantonen dat hij redelijke inspanningen heeft gedaan om maximale financiering tegen marktvoorwaarden te verkrijgen en dat dit niet gelukt is (marktfalen)
+ Er is sprake van maatschappelijke meerwaarde, zoals nieuwe werkgelegenheid of vermindering van CO2-uitstoot
+ Het project heeft aantoonbaar financieel rendement en opbrengstpotentieel en de aanvrager moet aantonen dat hij de lening kan terugbetalen
SOFIE zoekt ondernemers met toekomstvisie
Gunstige financieringen
voor kansrijke projecten
In de zomer van 2013 is SOFIE opgericht, het Stadshavens
Ontwikkelingsfonds voor Innovatie en Economie. Het
fonds stelt onder bepaalde voorwaarden geld beschikbaar
voor andere bedrijvigheid in het stadshavensgebied:
het gebied tussen de Erasmusbrug en de Beneluxtunnel in.
Onder meer door verhuizingen van grote bedrijven naar
de Tweede Maasvlakte zijn in dit deel van Rotterdam
grote veranderingen te verwachten. De gemeente wil
het gebied daarom aantrekkelijker maken voor nieuw
ondernemerschap, met innovatie en duurzaamheid
als speerpunten.
tekst: Yvette van Dael fotografie: : Stadshavens Rotterdam, Hai Dong Liu
>> SOFIE biedt kansen voor
ondernemers met toekomstvisie,
ook in deze tijd van crisis <<
In een SOFIE-project wordt maximaal 20% risicodragend geparticipeerd. Garanties worden
verstrekt tot maximaal 75% van de investering en leningen tot maximaal 50%.
Info. Het beheer van SOFIE is in handen van stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
Nederlandse gemeenten. Komt uw project moeilijk tot stand? Kijk op www.svn.nl voor
meer informatie. Of neem voor het aanvragen van een lening contact op met Richard Luigjes,
+31 (0)33 253 95 84 of +31 (0) 6 512 137 24, [email protected]. <
Met SOFIE gaat Rotterdam door op de ingeslagen weg van
revitalisering van de stadshavens. Denk daarbij aan medische
innovatie en nieuwe vormen van wonen en werken op het water.
Of aan uitbreiding van recreatieve mogelijkheden. Lowtech en
hightech komen bij elkaar met de focus op de clusters
cleantech, medical, food, en maritieme zakelijke dienstverlening.
Het is de verwachting dat de werkgelegenheid in stad en regio
hierdoor een flinke impuls krijgt. Initiatieven en uitdagende
projecten die aantoonbaar bijdragen aan de ontwikkeling van
het stadshavensgebied mogen bij SOFIE aankloppen voor
(co)financiering. Maar let op: in de kas zit een bedrag van
e 6,5 miljoen voor de aanvragen in 2014 en 2015. Daarvan komt
e 4,25 miljoen van het Rijk en EFRO, het Europees Fonds voor
Regionale Ontwikkeling. Rotterdam zelf draagt e 2,5 miljoen bij.
Dit lijkt een groot bedrag, maar bij grote projecten kan het snel
op zijn. Het is dus nú het moment om plannen in te dienen.
Overigens: SOFIE is geen subsidiepot. Het is een revolverend
fonds waaruit leningen worden verstrekt. Het geleende bedrag
wordt maandelijks met rente afgelost. De gemiddelde looptijd
van een lening is vijftien jaar; het rentepercentage is afhankelijk
van het project. De aflossingen komen terug in het fonds en op
die manier weer beschikbaar voor nieuwe projecten. Hierdoor
kunnen nu en in de toekomst sociaal en economisch belangrijke
projecten tóch doorgaan. SOFIE biedt kansen voor ondernemers
met toekomstvisie, ook in deze tijd van crisis en banken met de
hand op de knip.
In Europa is steeds meer discussie over
het verstrekken van EFRO-gelden in de vorm
van subsidie. Daarom is binnen EFRO het
JESSICA-programma opgestart, ofwel Joint
European Support for Sustainable Investment
in City Areas. JESSICA heeft als doel in de
stedelijke gebieden duurzame investeringen
en werkgelegenheid te stimuleren in de vorm
van revolving funds. Steden kunnen via
JESSICA ontwikkelingsfondsen opzetten,
zoals SOFIE.
SOFIE heeft onlangs de aanvraag
gehonoreerd voor de herontwikkeling van
de leegstaande, monumentale RET-remise
aan de Waalhaven Oostzijde. De herontwikkeling
gebeurt in een bijzondere alliantie tussen
gemeente, bedrijfsleven en mbo-studenten.
De alliantie ziet het project als een win-winsituatie
voor alle partijen. Ondernemers hebben belang bij
technisch geschoold personeel. Studenten doen in
het project praktijkervaring op en vergroten
daarmee hun kansen op de arbeidsmarkt. En
het project past uitstekend in de innovatieve,
duurzame transformatie van Stadshavens
Rotterdam.
Nóg een investeringsfonds
Ondernemers uit de regio kunnen ook terecht bij InnovationQuarter.
Dit investeringsfonds is bedoeld voor bedrijven die behoefte hebben aan
investeringen om hun producten of diensten naar de markt te brengen.
Het fonds investeert met kapitaal (in de vorm van participaties en/of
achtergestelde leningen), netwerken en kennis. Doelgroep: bedrijven uit
Zuid-Holland, met een gedegen busininessplan en bij voorkeur actief
binnen de sectoren cleantech, life sciences & health en safety & security.
Meer info: www.innovationquarter.nl.
SOFIE seeks entrepreneurs with vision
SOFIE, a development fund for innovation and economy in Rotterdam’s city harbours, was
founded in the summer of 2013. Big changes are anticipated in this part of Rotterdam, in part
because of the relocation of large companies from this area to the newly expanded international harbour, located outside the city. Rotterdam wants to make its former inner harbours more
attractive to new entrepreneurs, with innovation and sustainability as priorities.
SOFIE is Rotterdam’s path to revitalization, providing financing for projects such as medical
innovation, new forms of living and working on water, or expanding recreational opportunities,
while at the same time boosting employment in the city and surrounding areas.
Lekstraat 14 (havennr. 272), 3029 BN Rotterdam / t: +31 (0)10 283 38 00 / www.stadshavensrotterdam.nl
pagina 25
pagina 26
pagina 27
Martine Hafkamp, vermogensbeheerder Fintessa:
‘Innovatie zorgt voor
meer rendement’
Martine Hafkamp. De naam zal
honderdduizenden doen denken aan
de femme fatale destijds in de soap
GTST. De échte Martine Hafkamp
heeft zich er eerder wel aan gestoord,
maar vindt het nu wel handig. ‘Goed
voor de naamsbekendheid.’
tekst: Karen Auer fotografie: archief Fintessa
De vermogensbeheerder draagt zelf ook opvallend
actief bij aan haar naamsbekendheid. Uiteraard ter
meerdere eer en glorie van haar bedrijf Fintessa,
een speelse samenvoeging van ‘financieel’ en
het Italiaanse woord voor betrouwbaar: ‘certezza’.
Zo is Hafkamp regelmatig in beeld bij het
programma Business Class van Harry Mens die
zichtbaar onder de indruk is van haar kennis. Ook is
ze te beluisteren bij BNR’s Zakendoen Met, schrijft
ze columns over haar vakgebied, houdt ze een blog
bij en is ze actief op Twitter en op Facebook; Martine
Hafkamp is inmiddels een sterk merk. ‘We doen dit
heel bewust, juist omdat vermogensbeheer iets heel
persoonlijks is en we op deze manier onze visie
goed uit kunnen dragen.’
Hafkamp, die haar sporen al had verdiend als
vermogensbeheerder, begon met Fintessa in januari
2008. Ondanks de ogenschijnlijk beroerde timing
wisten de klanten het bedrijf te vinden. Fintessa is
zes jaar later uitgegroeid tot een kantoor met
veertien medewerkers die vanuit een monumentale
Baarnse kantoorvilla de vermogens beheren van
particulieren, instituten, stichtingen en ondernemers.
Als kers op de taart is Fintessa door de lezers van het
blad CASH voor het derde jaar op rij uitgeroepen tot
de Beste Vermogensbeheerder van Nederland.
Uw geheim?
De algemeen directeur sleepte ook persoonlijke, prestigieuze
trofeeën in de wacht: tweemaal de Gouden Stier voor Beste
Beursvrouw en voor Beste Beleggingsexpert, de Oscar van de
financiële wereld. Het geheim? Hafkamp: ‘Fintessa levert echt
maatwerk en hanteert geen modelportefeuilles. Wij hebben
geen eigen producten en beleggen niet in beleggingsfondsen.
Bij de grootbanken bijvoorbeeld zie je steeds meer
standaardisatie in vermogensbeheer. Ze hijsen hun cliënten
het liefst in allerlei door henzelf in elkaar geknutselde
huisfondsen. Dat is waar Fintessa het verschil maakt;
maatwerk staat nooit stil, maar groeit met een cliënt mee.’
Kan een bepaalde manier van beheren de
innovatiekracht van een bedrijf
versterken?
‘Vaak is het zo dat in een stijgende beurs (bullmarket) de
aandacht voor groeifondsen toeneemt, en dus ook voor
aandelen van bedrijven die bijvoorbeeld actief zijn in
alternatieve energie. Wanneer meer beleggers deze aandelen
kopen stroomt er meer geld naar deze innovatieve bedrijven
en kunnen deze meer investeren. Ook wij doen er als
vermogensbeheerder goed aan om innovatieve bedrijven op te
sporen en daarin te beleggen. Immers, innovatie zorgt ervoor
dat er rendement gemaakt kan worden. Goede voorbeelden
zijn Tesla en Apple met de iPhone en de iPad.’
Op het gebied van cleantech gebeurt er erg veel. Fintessa
belegt vrij vaak in nieuwe energie. Zie hiervoor bijvoorbeeld de
tracker (ETF) Market Vectors Global Alternative Energy. Voor
deze tracker wordt belegd in semiconductor-bedrijven,
autoproducenten, windmolenparken, et cetera. Dit biedt
beleggers niet alleen kansen, maar door hun investeringen in
dit soort ondernemingen bevorderen ze ook de innovatie.
Welke rol kan vermogensbeheer spelen in
de ‘circle economy’?
‘Duurzaamheid levert rendement op, dus is het onder
bepaalde voorwaarden verstandig om te beleggen in duurzame
bedrijven. Door bewust duurzame overwegingen mee te
nemen in je beleggingsbeslissingen, draag je bovendien als
vermogensbeheerder of belegger je steentje bij aan een betere
wereld. ‘
Heeft Fintessa raakvlakken met
Rotterdam?
‘Qua mentaliteit zeker: niet lullen, maar poetsen. Bovendien is
Rotterdam een echte ondernemersstad en mag Fintessa veel
van deze entrepreneurs tot zijn trouwe cliënten rekenen.
Persoonlijk vind ik Rotterdam er alleen maar leuker op worden.
De stad is volop in beweging en heeft steeds meer leuke en
verrassende locaties en buurten.’<
En wat zijn in het kader van dit
themanummer de raakvlakken met
vervoer, maritiem en cleantech?
‘Innovatie is overal. In transport bijvoorbeeld valt goed te
beleggen. AP Moller Maersk, ’s werelds grootste containervervoerder en een belangrijke partner in Rotterdam, brengt
nieuwe, zuinigere, boten op de markt. Royal Dutch Shell is
op technologisch gebied zeer innovatief in diepzeeboren.
Maar kijk ook verder. Een goed voorbeeld is HAL Trust. Deze
aandelen zijn op de beurs te koop. Hiermee heb je in één keer
niet alleen indirect aandelen Boskalis en Vopak in portefeuille,
maar investeer je ook in opticienketens.’
Postbus 418, 3740 AK Baarn / t: +31 (0)35 543 14 50 / www.fintessa.nl
pagina 28
start
ups
pagina 29
The Archimedes
Iedereen heeft recht op goedkope stroom. Dat is de persoonlijke visie van
Marinus Mieremet, uitvinder en oprichter van the Archimedes. Mieremet blies de
theorie van de Griekse geleerde Archimedes nieuw leven in door zijn eigen nieuwe
aerodynamische methode hieraan te koppelen. ‘Ontwikkeld voor vloeistoffen
gebaseerd op bio mimicry, dat is technologie geïnspireerd op de natuur. Mijn
inspiratie komt voort uit de theorieën van wiskundige toepassingen, zoals de
spiraalvorm van de nautilus schelp.’ De turbines die ontwikkeld worden door
the Archimedes zijn gebaseerd op deze nieuwe vorm. Mieremet vervolgt:
‘Een vorm uit een plat vlak die toch volumefiguur wordt. Wiskundig gezien
is dat nog onbekend en interessant.’
The Archimedes is een Research & Development bedrijf. Ze zijn onder meer
betrokken bij de ontwikkeling van klimaatneutrale steden in het buitenland,
energiehubs en waterturbines. Het zusterbedrijf bevindt zich in Zuid-Korea,
waar Mieremet het R&D-team aanstuurt. Zijn compagnon en medeoprichter
van het bedrijf Richard Ruijtenbeek stuurt de Nederlandse tak aan, gevestigd
op de RDM Campus. The Archimedes bestaat als bedrijf al geruime tijd, maar
gaat nu voor het eerst met een product de markt op en wel met een stedelijke
mini windturbine, de Liam F1.
Felix Moonen
2009
www.julesdock.nl
Naam eigenaar
Gestart
website
aangeboden door RDM Campus / Centre of Expertise
Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam
t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl
Marinus Mieremet, Richard Ruijtenbeek
2006
www.thearchimedes.com
Naam eigenaar
Gestart
website
Jules Dock: ‘Hard en zacht in innovaties’
Jules Dock is een organisatie waar maritieme innovatie, duurzaamheid en
maatschappelijke betrokkenheid hand in hand gaan. Het bestaat uit vier
bedrijfsonderdelen: consultancy, research, development en prototyping.
Felix Moonen is de oprichter: ‘Technische en sociale innovatie dragen bij
aan de verduurzaming van de maritieme sector. Jules Dock integreert deze
harde en zachte kant van innovatie in zijn producten en diensten.’
onder meer afstudeerders, innovatieteams en zelfs hele klassen begeleid.
Daarnaast hebben meer dan 1600 studenten deelgenomen aan onze
innovatiesessies. Tijdens deze sessies worden innovatievragen van
bedrijven uit de maritieme sector samen met multidisciplinaire
studententeams uitgewerkt. Wij brengen onderwijs naar de bedrijven en
de inhoudelijke vraagstukken van de bedrijven weer naar het onderwijs.’
Jules Dock heeft een kavel in het Rotterdamse Innovation Dock waar het
machinepark staat. Ook is een van de kantoren van de organisatie hier
gevestigd. ‘De bouw van prototypen en het onderzoek vinden vooral plaats
op het RDM-terrein. Jules Dock doet samen met de studenten op
RDM Campus onder meer onderzoek naar antifouling coatings en biofouling’,
licht Felix Moonen toe. Ofwel: ‘Vaartuigen of objecten onder water krijgen te
maken met ongewenste aangroei van organismen. Deze vervuiling van
het oppervlak is afhankelijk van de toepassing, watercondities en andere
omgevingsfactoren. Bepaalde coatings kunnen die aangroei van organismen
tegengaan. Dit testen we via de proefopstellingen die in het water voor de
campus liggen.’
Composietlab
Jules Dock is sterk betrokken bij RDM Campus. Het bedrijf levert
een bijdrage aan het creëren van opleidings- en werkplekken. Er zijn
activiteiten met studenten van het mbo, hbo en wo. ‘De afgelopen jaren
zijn er zo’n 400 studenten bij ons bedrijf binnen geweest. We hebben
tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar
Felix Moonen vervolgt: ‘Het maritieme cluster is een van sterkste clusters
binnen RDM Campus, maar staat nog in de kinderschoenen. Er zijn veel
kansen, zeker als meer studenten met diverse achtergronden hun weg naar
de campus weten te vinden. Voor de regio is het interessant als dit cluster
zich richt op innovatiethema’s voor de komende 30 jaar. RDM Campus is
dé plek om theoretische concepten in de praktijk te brengen.’
Voor Jules Dock ziet Moonen een grote rol weggelegd bij de transitie naar
meer composiet in de maritieme sector. De materiaaleigenschappen van
composiet bieden tal van mogelijkheden die bijdragen aan verduurzaming
en kostenbesparing in deze sector. ‘Dit valt onder innovatief materiaalgebruik.
Om dit te bewerkstellingen is Jules Dock een composietlab op RDM Campus
gestart. Via onderzoek en prototypebouw willen we het gebruik van
innovatieve materialen in de maritieme sector versnellen.’
Ruijtenbeek vertelt: ‘Tot voor kort werden mini windturbines onderverdeeld in
horizontale as-turbines en verticale as-turbines. Door de komst van de Liam,
de Urban Wind Turbine, bestaat er nu ook de spiraal as-turbine. Een mini
windturbine is een windmolen die gebruikt wordt voor kleinschalige
opwekking van elektriciteit voor bijvoorbeeld huishoudens, VVE’s en
bedrijfsgebouwen. Mini windturbines maken het mogelijk om vrijwel overal
windenergie op te wekken, zowel in de bebouwde omgeving als in landelijke
gebieden. Koppel je dit aan zonnepanelen, dan kun je elektrisch neutraal worden.’
‘Deze windturbine is in de afgelopen tien jaar ontwikkeld en is niet vergelijkbaar
met andere windturbines,’ vervolgt Ruijtenbeek. ‘Door de ongekend grote
instromingshoek en een afwijkend weerstandsprofiel, gaat er bijna geen energie
verloren. Dit heeft het voordeel dat hij niet hoorbaar is en veel meer energie kan
opwekken dan conventionele molens. Hij kan circa 90% van de theoretisch
haalbare energie uit de lucht halen en is gemaakt van licht materiaal waardoor
hij op vrijwel elk dak past.’ De Liam F1 wordt officieel gelanceerd op RDM
Campus en is vanaf juli 2014 te bestellen. Met voldoende wind verdient hij zich
net als zonnepanelen terug. Na de lancering van de Liam F1 zal the Archimedes
zich onder meer gaan richten op de ontwikkeling van een waterturbine. Mieremet:
‘Een waterturbine met deze nieuwe vorm levert circa 800 keer zoveel energie
op. We verheugen ons erop om ook daarmee aan de slag te gaan.’
pagina 30
pagina 31
+ Vloot uitgebreid naar 30 systemen
+ Nu ook kantoor in Singapore
Ampelmann-systeem
offshore verovert
woeste wereldzeeën
Maritiem personeel ophalen en afzetten van en
op offshore-faciliteiten zoals boorplatforms of
windturbines is zowel een riskante als een kostbare
aangelegenheid. Het Ampelmann-systeem, bedacht
door Jan van der Tempel en onderzoekers van de
TU Delft, zorgde voor een doorbraak. Zij ontwikkelden
namelijk een zesbenig hydraulisch platform met
bewegingscompensatie dat de toegang tot offshorefaciliteiten aanzienlijk vergemakkelijkt en versnelt.
Inmiddels zijn er 30 Ampelmann-systemen op
de markt en breidt de Ampelmann Operations B.V.
uit naar Singapore.
tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Ampelmann/Van der Tempel
Een omgekeerde vliegtuigsimulator en het
figuurtje op de Berlijnse voetgangerslichten.
Beiden zijn onlosmakelijk verbonden met het
Ampelmann-systeem, ofwel een gangway die de
natuurlijke beweging van de zee kan compenseren.
Het bedrijf van Jan van der Tempel dat de afgelopen
jaren heeft zorggedragen voor een revolutie in de
toegankelijkheid van offshore-structuren, heeft
een hoofdkantoor in de faculteit Luchtvaart- en
Ruimtevaarttechniek in Delft en een productielijn
in een van de loodsen bij de RDM Campus in
Rotterdam.
Van der Tempel kwam op het idee van zijn
vinding tijdens een offshore-windconferentie in
Berlijn in 2002. Daar ontstond het principe van
een gangway, die zo werd ontworpen dat de
natuurlijke beweging van de zee kan worden gecompenseerd. De vinding is vernoemd naar het figuurtje
op de Berlijnse verkeerslichten, met de gedachte
om het overstappen naar offshore-werkstructuren
net zo makkelijk te maken als het oversteken van
een straat. Van der Tempel ontwikkelde voorts
een schaalmodel en prototype op ware grootte.
Inmiddels is het Ampelmann-systeem een van
de succesvolste innovaties van de TU Delft.
Van der Tempel: ‘De onafgebroken beweging van
de zee maakt de toegang vanaf een schip moeilijk
en gevaarlijk. Het personeel moet dan vanaf een
bewegend vaartuig overstappen op een nietbewegend platform of vice versa. Samen met
onderzoekers van de TU Delft hebben we
het Ampelmann-systeem ontwikkeld. Het
Ampelmann-platform is gebaseerd op dezelfde
technologie die voor de vluchtsimulatoren in
de luchtvaart- en ruimtevaartindustrie wordt
gebruikt. Vluchtsimulatoren zijn uitgerust met
zes hydraulische benen die zes verschillende
soorten bewegingen kunnen maken:
voorwaarts-achterwaarts, omhoog-omlaag en
links-rechts, gecombineerd met rotatie over drie
onafhankelijk van elkaar werkende loodrechte
assen. Voor de verdere ontwikkeling is nauw
samengewerkt met partners uit de industrie,
zoals Shell en andere afdelingen binnen de
Kluyverweg 1, 2629 HS Delft / t: +31 (0) 20 240 01 21 / www.ampelmann.nl
TU Delft, zoals het International Research
Institute for Simulation, Motion and Navigation
(SIMONA) en het Delft Center for Systems and
Control.
Intelligente besturing
In de Ampelmann is deze techniek uitgebreid
met nauwkeurige bewegingssensoren en een
intelligente besturing die de kleinste bewegingen
van het schip door de golven meet om deze in
het platform te kunnen compenseren. ‘Het
resultaat is een platform op een schip dat op
open zee volmaakt stabiel blijft. Vanaf het
bewegingloze bovendek en een telescopische
loopbrug kan het personeel veilig overstappen
naar een offshore-structuur. Het overstapplatform
hoeft noch aan de offshore-structuur noch aan
het schip te worden aangepast. Ook op kleine
vaartuigen is het een kwestie van ‘plug & play’.
Daarmee is de vinding niet alleen een werkbaar,
maar ook een aantrekkelijk alternatief voor de
bestaande manieren van offshore-toegang.’ <
Bouw- en gebiedsontwikkeling
pagina 32
Duurzaam bouwen op water is een van
de prioriteiten in de herontwikkeling van de
Rotterdamse stadshavens. Driekwart van alle
grote steden is gebouwd in deltagebieden,
kampt met ruimtegebrek en staat voor de
opgave om duurzame oplossingen te vinden
voor de gevolgen van klimaatverandering,
zeespiegelstijging en energieschaarste. Bouwen
op water is een van de oplossingen en biedt
ook internationaal marktkansen.
Rotterdam investeert in de verdere ontwikkeling
van kennis over bouwen op water. Uiteindelijk
doel: een drijvende stad realiseren. Om vanuit
idee tot realisatie van een drijvende stad te
komen, is een extra schakel in de keten nodig.
Die schakel is Aqua Dock. Deze testfaciliteit in
de Dokhaven van RDM Campus is een coproductie
van gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam,
Hogeschool Rotterdam en Clean Tech Delta.
Stadsontwikkeling Rotterdam is de opdrachtgever.
Niet zonder reden heeft Rotterdam grote
ambities om de stadshavens in de nabije
toekomst te herontwikkelen. Ruim 40% van het
in totaal ruim 1600 hectare stadshavensgebied
bestaat uit water. Het spreekt voor zich dat
(toekomstige) ontwikkelingen op het water voor
dit gebied van groot belang zijn. Aqua Dock is
dé aanjager om deze ambities waar te maken.
‘Uit de ervaring die we hiermee opdoen kan
Stadshavens Rotterdam lering trekken voor de
grootschalige ontwikkelingen in de Rijnhaven’,
zegt Joep van Leeuwen, senior adviseur bij de
gemeente. ‘Het woord is nu aan het winnende
consortium dat de Rijnhaven mag ontwikkelen;
Aqua Dock kan de plannen faciliteren.’ De innovaties uit Aqua Dock vinden straks niet alleen
hun weg naar de stadshavens van Rotterdam,
maar ook naar andere deltasteden. Zo wordt
Aqua Dock dé versneller op het gebied van
innovaties op het water.
Experimenteren
in Aqua Dock
Proeftuin voor bouwen op water
Stel je eens voor: een dobberend bos, een drijvend hotel, een drijvende
weg… sciencefiction? Nee. Sinds maart 2014 zijn de bedrijven
hierachter de pioniers van Aqua Dock, een test-, demonstreer-, en
productielocatie voor innovaties op het water bij de Rotterdamse
RDM Campus. Ook andere ondernemers tonen interesse in het
huren van een waterkavel. De inschrijving is officieel geopend.
tekst: Yvette van Dael fotografie: Freek van Arkel
Jaren van voorbereiding gingen eraan vooraf. Gabrielle Muris,
directeur RDM Campus, vertelt. ‘De eerste plannen dateren al
van 2007; het duurde tot 2011 voordat de ontwikkeling écht
gestalte kreeg. Een aantal zaken kwam toen namelijk samen:
de gemeente Rotterdam was bezig met drijvend bouwen voor
de Rijnhaven, het Havenbedrijf kon voor de planvorming water
beschikbaar stellen en de Hogeschool wilde kennis delen. Ik
heb de partijen aangejaagd om de realisatie van Aqua Dock
mogelijk te maken en tegelijk ook het bedrijfsleven opgezocht.
Het bedrijf Bayards Aluminium had bijvoorbeeld samen met
Rijkswaterstaat een prototype voor een drijvende weg ontwikkeld:
nu de backbone waar de kavels aan liggen. Dit bracht de
ontwikkeling in een stroomversnelling. Aqua Dock is dus ontstaan
vanuit de driehoek kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid.
Zonder deze samenwerking was de faciliteit nooit tot stand
gekomen. De gemeente financiert de aanleg van de drijvende
weg en de voorzieningen eromheen, wat ze overigens weer
terugverdient met de verhuur van de kavels. De overige
voorfinanciering proberen we in SOFIE onder te brengen, een
investeringsfonds voor de stadshavens (zie pagina 24-25).’ >
pagina 33
Bouw- en gebiedsontwikkeling
pagina 34
pagina 35
Kamer met uitzicht
Aqua Dock biedt ruimte voor experimenten op water, brengt
onderzoek en productie samen en opent deuren tot kennis,
onderzoek en een netwerk van toppartners. De faciliteit bestaat
uit een drijvende bouwsteiger, voorzien van water en elektra,
waaraan waterkavels worden uitgegeven. Studenten en
bedrijven mogen er binnen een omgeving van Research,
Design & Manufacturing (lees: RDM Campus) volop
experimenteren met innovaties op het water, zoals drijvende
wegen, kassen, waterkeringen en woon- en werkplaatsen.
Dobberend Bos
Kunstenaar Jorge Bakker en kunstproducent Mothership kregen de handen
op elkaar voor het eerste experiment van Aqua Dock: een prototype voor het
Dobberend Bos in de Rijnhaven. Een wereldprimeur: een drijvende iep, in
een boei verankerd aan de bodem van de Maas. Iepen zijn het beste bestand
tegen een leven op golven. Het bladgroen kan tegen de weerkaatsing van
zonlicht op het water én tegen opspattend brak water. Als de proef slaagt en
de iep inderdaad bestand blijkt tegen wind, golven en zout, komt er een
vervolg. Dan krijgt die ene iep straks niet alleen gezelschap van vogels, maar
ligt er in 2015 een drijvend bos van twintig boomboeien in de Rijnhaven.
De komende maanden wordt de iep dan ook intensief gemonitord door
de studenten en bedrijven die bij het experiment betrokken zijn.
Cross-overs met andere sectoren
Door de link naar RDM Campus krijgen huurders van de
waterkavels toegang tot de Community of Practice Drijvend
Bouwen en tot studenten en onderzoekers van het Albeda
College en de Hogeschool Rotterdam. Zij beschikken bovendien
over de overige faciliteiten van de Campus: een hoogwaardig
machinepark voor prototyping, startersfaciliteiten via RDM
Makerspace en congresruimte met vergaderfaciliteiten.
Meer weten?
Vragen over Aqua Dock of interesse in een kavel?
[email protected]
Experimenting at Aqua Dock
Building sustainably on water is one of the priorities in the redevelopment of the
Rotterdam krijgt de primeur van het eerste drijvende hotel.
Bij RDM Campus, met spectaculair uitzicht op de Maas,
de havens en de rook van havendorp Heijplaat. Aanjager is
Peter van Wingerden van Beladon, ontwikkelaar van drijvende
projecten. ‘Het hotel is voor mij de uitkomst van het drijvend
dorp dat we vijf jaar geleden bedachten.’
Een hotel als dorp, waar iedereen elkaar op het plein ontmoet.
Van Wingerden: ‘Wij willen interactie creëren tussen de hotelgasten
en hen inspireren door de omgeving en het gebouw zelf. En dat
allemaal óp het water.’ Water biedt steden ruimte om te groeien.
‘De wereldbevolking neemt dagelijks met 200.000 mensen toe,
maar we moeten niet alles in beton omzetten. Het ligt dan meer
voor de hand om naar water uit te wijken. Beladon ontwikkelde
al drijvende gebouwen waarvoor diverse componenten van
duurzaamheid zijn gebruikt. In het hotel kunnen we die
componenten samenbrengen.’ De plannen voor een drijvend
hotel in de haven van Rotterdam kwamen op het juiste moment.
‘Onze plannen bleken samen te vallen met de ontwikkeling van
Aqua Dock.’
Het hotel wordt vrijwel geheel zelfvoorzienend. In energie-, water
en voedselproductie. Om te beginnen door het energieverbruik
terug te dringen. ‘We moeten slim zien om te gaan met de grote
vraag, via toepassing van een laagspanningsnetwerk in het
gebouw. Vervolgens gaan we energie opwekken via zon, wind,
getij en vergisting van de afvalresten uit het hele gebouw. Door vergisting produceren we
weer gas en kunnen we stoken. Dan is er de isolatie. We willen geen energie verliezen, maar
het is een drijvend gebouw en daardoor kunnen we geen zware materialen gebruiken. Leem
is een prachtig natuurlijk materiaal, maar te zwaar. We zijn dus op zoek naar evenwicht in
materiaalgebruik.’ Letterlijk en figuurlijk.
Watervoorziening is ook niet vanzelfsprekend. In Nederland valt onvoldoende regenwater
voor de hoeveelheid die een hotel nodig heeft. ‘We gaan daarom ook voor hergebruik van
water. Met TNO zijn we in gesprek om dit spannende proces te engineeren.’
Blijft over: voedsel. ‘Er komt een groenvoorziening in de vorm van een kas, hierover zijn
we met studenten van de Agrarische Hogeschool in gesprek. Het idee is nog niet
helemaal uitgekristalliseerd, maar ik wil meer doen met voedsel. Ik denk bijvoorbeeld
aan sculpturen van voedsel.’
Nog dit jaar start de bouw. Onder de voorwaarde dat alle vergunningen in juni 2014
rond zijn. Samenwerking met onderzoek- en kennisinstellingen is voor ons essentieel.
Kennisopbouw en -overdracht aan studenten is een belangrijk principe op RDM Campus.
De studenten zijn nu bezig om de toepassing van materialen en logistiek te
onderzoeken, want dat laatste wordt met bouwen op water nog een hele klus.’ Zes
maanden later opent het hotel. Het krijgt veertig kamers en wordt opgebouwd uit
containers die refereren aan het industriële karakter van de havens. Van Wingerden
verwacht dat vooral zakelijk publiek van het hotel gebruik gaat maken. ‘Of mensen die
het concept leuk vinden. We creëren natuurlijk wel een havenbeleving!’ Hij vertelt dat
hij momenteel met Microsoft in gesprek is om een digitaal reisconcept te bedenken. ‘Het
zou dan kunnen gebeuren dat je van een andere hotelgast via je tablet een uitnodiging krijgt
om een borrel te drinken.’ Zijn ultieme wens is dat mensen naar huis gaan en rondvertellen
dat je duurzaam en gezond kunt bouwen zonder saai te worden. Waarvan akte. <
Rotterdam city harbour area. Three quarters of all large cities are built in delta regions,
each struggling with lack of space and facing the challenge of finding solutions for the
effects of climate change, sea level rise and energy shortages. Building on water is one
of the solutions, and also offers international market opportunities.
Approximately 40% of the 1600-hectare Rotterdam city harbour area is water. It goes
without saying that (future) development on water in this locale is of great importance. Imagine a floating forest, hotel and road... It may sound like science fiction, but
it’s not. Aqua Dock - a test, demo and production site for innovations on water, located
at Rotterdam RDM Campus - is the driving force that can make those ambitions
happen. It is already experimenting with building floating roads, greenhouses, flood
protection and live-work spaces. Aqua Dock’s innovations will make their way not
only to Rotterdam’s city harbours, but also to other delta cities.
Aqua Dock was formed out of circumstance: the municipality was interested
in floating buildings for the Rijnhaven; the Port Authority freed up water in its
development plan, and the university wanted to share its intellectual resources
– a collaborative triumvirate of research, business and government.
Floating Forest
Artist Jorge Bakker is experimenting with creating the world’s first buoyant forest: a
floating elm in a buoy anchored to the bottom of the Maas River. If the tree survives
the test of wind, waves and salt, the project will be expanded by 2015 the floating
elm will have not only the company of birds, but a floating forest of twenty
“treebuoys” in the Rijnhaven.
Community of Practice
Drijvende kracht achter Aqua Dock is de
Community of Practice Drijvend Bouwen. Joep van
Leeuwen: ‘De community is door RDM Campus in
het leven geroepen, met het idee om binnen de
driehoek onderwijs, bedrijfsleven en overheid ideeën
te ontwikkelen, infrastructuur te delen en kennis te
delen en te vergroten. Partners van de community
trekken studenten van de Hogeschool en het Albeda
aan om ideeën uit te werken. De meest bruikbare
ideeën moeten leiden tot prototypes die in Aqua
Dock gebouwd en getest gaan worden. Als dat goed
gaat, kunnen bedrijven met de prototypes de markt
op, voor gebruik in de Rijnhaven of andere plekken
in Rotterdam en daarbuiten.’
De partners van dit moment zijn het ingenieursbureau
van Stadsontwikkeling, Hogeschool Rotterdam,
stichting Platform Drijvend Bouwen, Flexbase,
Hogeschool Inholland Rotterdam, Stichting Stad op
het water en RDM Campus. Andere vernieuwers zijn
van harte uitgenodigd: www.copdrijvendbouwen.nl.
Room with a View
In addition, Rotterdam will be home
to the first floating hotel, with forty
rooms made from shipping containers,
referencing the industrial character of
the harbour. The hotel will be almost
entirely self-sufficient in energy, water,
and food production.
Bouw- en gebiedsontwikkeling
pagina 36
2nd
Skin
pagina 37
In 2ndSkin vinden de
renovatie en installatie
geheel van buitenaf
plaats. In bijgaande
illustratie is dit principe
weergegeven. Een
belangrijk punt in
het onderzoek
is de installatie op
architectonisch
verantwoorde wijze in
de gevel te integreren
en tegelijk aan de
energievoorziening te
voldoen met het oog
op bewonersacceptatie
(bron: Hogeschool
Rotterdam i.s.m. BAM
Woningbouw 2014)
Energieneutraal renoveren
Met 2 nd Skin worden woningen vanaf
de buitenkant gerenoveerd. Ook nieuwe
duurzame installaties voor verwarming,
ventilatie en warmtapwater worden aan
Huidige situatie
Impressie nieuwe situatie
nieuwe energietechnieken. Deze aanpak biedt ook nieuwe
mogelijkheden voor het exploiteren van de installatie buiten
de huur- of stichtingskosten om. De bewoner neemt dan alleen
warmte af en heeft geen zorg voor het onderhoud van de
installatie. Dit heeft ook voordelen voor de woningcorporatie,
want die is niet meer verantwoordelijk voor de installaties.’
Dat we vooral ook al kijken hoe we de tussenstappen efficiënt
kunnen vormgeven. En als je nú ingrepen doet, welke stappen
zijn er dan nog nodig voordat je volledig energieneutraal bent?
Gek genoeg wordt daar nog te weinig over nagedacht.’
de buitenkant geplaatst. Voordelen:
bewoners hoeven niet te verhuizen, er
gaat geen ruimte verloren binnenin de
woning en ook op kosten voor onderhoud
wordt bespaard omdat bewoners er niet
voor thuis hoeven te blijven. 2 nd Skin is
op grote schaal toepasbaar.
tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel
‘Het doel is het eerste prototype van 2nd Skin in 2014 in
of nabij het Concept House Village in Rotterdam Heijplaat
te realiseren. Aan de hand van dit prototype wordt de
renovatiemethode 2nd Skin verder ontwikkeld, uitgetest en
geëvalueerd. Kennis delen, productontwikkeling en opschaling
van de methode staan centraal binnen het project.’ vertelt
Freek den Dulk, lector sustainable energy aan de Hogeschool
Rotterdam. ‘In vervolg op de bouw en evaluatie van het
prototype wordt de 2nd Skin-renovatiemethode toegepast in
een woonblok van 20 tot 40 woningen op Rotterdam-Zuid.
De kennis en ervaring die we daarmee opdoen bieden een
schat aan informatie en leveren een aanpak op waar we
vervolgens weer op kunnen voortbouwen.’ De tweede-huid-
renovatiemethode is ontwikkeld voor portiekwoningen
gebouwd vóór 1970 en is ook geschikt voor andere woningtypes.
Alleen al in Rotterdam zijn 53.100 portiekwoningen, en landelijk
vallen 520.000 woningen binnen deze categorie.
Wat is er eigenlijk innovatief aan 2nd Skin? Den Dulk: ‘Innovatief
is dat de renovatie volledig van buitenaf plaatsvindt, met
modulaire technieken. De installatie wordt geïntegreerd in de
gevel. De nieuwe gevel is licht van gewicht en kan daardoor
zonder aanpassing van de bestaande constructie van de gevel
of fundering worden toegepast.’ In principe hoeft de bestaande
woning binnen de schil niet te worden aangepast. Daardoor
kunnen de bewoners er blijven wonen. ‘De hypothese is dat
met de aanpak van 2nd Skin kosten worden bespaard, de
bouwsnelheid verhoogd en de hinder voor bewoners tijdens
de bouw wordt geminimaliseerd. Er wordt ingezet op energieneutraal, kwaliteit, comfort, veiligheid, bedieningsgemak en
flexibiliteit in de installatiekeuze.’
De infrastructuur van de leidingen en de duurzame energieinstallatie voor verwarming en ventilatie worden buiten de
bestaande woning geplaatst en in de nieuwe schil geïntegreerd.
‘In dit type woningen is daar binnen meestal geen ruimte voor.
Voordeel is dat de duurzame installaties van buitenaf zijn
te onderhouden en te vervangen. Daarmee is de woning
toekomstbestendig. Denk daarbij aan veranderingen in de
energievoorziening en bijvoorbeeld omschakeling naar
De bedoeling is dat de woning na de renovatie energieneutraal
is. Maar energieneutraal renoveren is niet eens iets van de
verre toekomst. Den Dulk: ‘Volgens de overheid moet iedere
nieuwbouwwoning in 2020 energieneutraal zijn. Dat is al over
zeven jaar! Maar er zijn ook al ambities gesteld voor 2050
waarbij de hele gebouwde omgeving energieneutraal moet
zijn. We hebben het dan wel over de transitie van 7,2 miljoen
woningen, dat zijn 200.000 woningen per jaar.’ Vanuit die
gedachte ontwikkelt Hogeschool Rotterdam een master
Opschalen van de renovatieopgave. ‘Het is hoogst noodzakelijk
dat we nadenken hoe we die ambities kunnen bereiken.
Genoeg werk aan de winkel dus. Studenten van de Hogeschool
Rotterdam doen in samenwerking met studenten en postdocs
van de TU Delft onderzoek naar thema’s als bouwmethodiek,
bouwfysica, bewonersgedrag en -acceptatie, energiebesparing,
kosten en financierings-, exploitatie- en beheermodellen van de
2nd Skin renovatietechniek. Ook de vraag of 2nd Skin biobased
uitgevoerd kan worden is onderwerp van onderzoek. Dat betekent
dat onderzocht wordt in hoeverre materialen en producten
kunnen worden toegepast die duurzaam zijn en deel uitmaken
van de circulaire economie ofwel kringloopeconomie. Dit
economische systeem is bedoeld om herbruikbaarheid van
producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren.’
2nd Skin, Energy neutral renovation
With 2nd Skin, houses will be renovated from their exterior to include sustainable heating, ventilation and warm tap water features, making them energy
neutral. After the building and evaluation of the first prototype of 2nd Skin in the Rotterdam city harbour this year, the 2nd Skin method of renovation will
be applied to a block of 20 to 40 residences in southern Rotterdam. This method was developed for portico houses built before the 1970s, but is also
suitable for other types of housing, and is easily applied on a large scale. In theory, the inside of the existing residences do not need to be altered, and no
interior living space would be lost in the renovation. In addition, residents does not need to move while the renovation is taking place. The renovation is
integrated into a new, exterior shell, future-proofing the residences for changes in energy sources or in transitioning to new energy technologies.
Het consortium
2nd Skin is een
samenwerkingsverband
tussen TU Delft,
Hogeschool Rotterdam,
Eneco en BAM
Woningbouw.
pagina 38
pagina 39
>> Duurzaamheid
gaat over het creëren van
emotionele meerwaarde’ <<
In projecten die niet voor de hand liggen en waar je wel wat lef voor moet
hebben, zoeken Vreugdenhil en Van Essen elkaar graag op. Hun gezamenlijke
drijfveer? Emotionele meerwaarde creëren. En dan vooral bij mooie, oude
panden of panden waar de hele grote ontwikkelaars niets in zien. Waar, als je
verder durft te kijken dan puur het financiële rendement op korte termijn, wel
degelijk meerwaarde te creëren is.
Drievriendenstraat
Zo was de Drievriendenstaat achter het Centraal Station jarenlang een doorn
in het oog van vele Rotterdammers. Er werd geen onderhoud meer gepleegd,
de verloedering nam toe en de 19e-eeuwse panden werden gekraakt. Kernvraag
was: renoveren of afbreken? Toen de panden tot historisch erfgoed werden
uitgeroepen was de tijd rijp om erin te springen. Maar dan wel volgens de
principes van Vreugdenhil: ‘De gevels wilde ik optimaal terugbrengen in de
oorspronkelijke stijl. Dan heb ik het bijvoorbeeld over houten kozijnen en over
kleine gebrandschilderde raampjes bovenin die kozijnen. Alles hebben
we met de grootste zorg uitgevoerd. Van binnen ondergingen de
woningen een metamorfose en de fundering werd grondig gerepareerd.’
Die fundering was de reden dat ontwikkelaars en financiers eerder waren
afgehaakt. ‘Funderingsherstel wordt al snel gezien als een te groot risico
en te arbeidsintensief’, vertelt Van Essen. Hij vervolgt: ‘Wij doen
eigenlijk alles zelf. Daarom zijn onze overheadskosten laag. Bovendien
durven wij meer dan gemiddeld risico te nemen. Als we er iets in
zien natuurlijk, wij noemen dat gevoelsprojecten.’
Meerwaarde
Kwaliteit toevoegen aan de stad
Een gesprek over de mooie, monumentale panden van Rotterdam en wat je daar als
ontwikkelaar aan kunt bijdragen. Bob Vreugdenhil is eigenaar van IWB Vastgoed.
Een ontwikkelaar en bouwer die graag ‘iets’ toevoegt aan een pand en dat vooral met
gevoel doet. Compagnon Jos van Essen is eigenaar van Accresco Vastgoed. Als
financieel specialist zorgt hij voor de structuren en de belegging van het vastgoed.
Kwaliteiten die elkaar in gezamenlijke projecten goed aanvullen.
Lichte materialen, duurzame producten van deze tijd, energielabel A en B,
goeie isolatie, het klinkt allemaal duurzaam. Toch zien beide heren zichzelf
op dat gebied niet als hoogvliegers. Vreugdenhil: ‘Qua duurzaamheid zie ik
onze meerwaarde in de kwaliteit die wij toevoegen aan de panden.’ Van Essen
vult aan: ’Ons project aan de Calandstraat in Rotterdam, waar vroeger de
SKVR (Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam) in zat, is hiervan een goed
voorbeeld. Dat gebouw, voor veel Rotterdammers een herinnering aan een
culturele broedplaats, is een rijksmonument waar we nieuw leven in blazen.
Met onze werkwijze gaan we tot het uiterste. De oude, bijzondere details laten
we weer volledig tot hun recht komen. We laten het glas van die bijzondere
gebogen ramen in dat pand bijvoorbeeld speciaal slijpen.’ Vreugenhil en
Van Essen zijn eensgezind: ‘Bijzondere huizen en gebouwen krijgen door onze
aanpak een tweede leven. Daarmee creëren we meerwaarde voor een gebied en
voor de stad. Dat noemen wij duurzaamheid.’ <
tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar
Kortekade 63a, 3062 GN Rotterdam / t: (+31) 010 892 84 10 / www.accresco.nl
IWB Vastgoed / Hoge Limiet 61 – 3053 KT Rotterdam / t: +31 (0)6 513 411 38
pagina 40
pagina 41
Kantoortransformatie
>> Wij creëren
innovatieve oplossingen
voor leegstand <<
Erik van Erk startte als projectontwikkelaar in de tijd dat de woningbouw veranderde
en de kantorenmarkt door leegstand onder druk stond. Juist dat gegeven maakt zijn
aanpak zo succesvol, vertelt hij: ‘De balans tussen kosten en de beleving van het
eindproduct is belangrijker dan ooit. Kwantiteit maakt plaats voor kwaliteit en een
Leeg kantoorpand omgezet naar starterswoningen
betere afstemming op de vraag. Dat zie je ook duidelijk in de markt.’
tekst: Marjolijn Bergmann-van Leeuwen fotografie: archief Erik van Erk
Naar schatting bedraagt de leegstand in Nederland
op dit moment 7,8 miljoen m2, zo’n 17% van de
totale kantorenvoorraad. Dat is volgens Van Erk niet
alleen zonde van de ruimte, maar het komt ook de
uitstraling van de omgeving niet ten goede. ‘Wij
hebben alle expertise in huis voor de oplossing:
transformatie. Door het onverhuurbare kantoorpand een andere bestemming te geven, kan het
worden omgebouwd: studentenkamers, kleine
units voor zzp’ers of appartementen voor starters
of senioren – net waar op dat moment vraag naar
is. Zo wordt het vastgoed weer rendabel.’
Van Erk noemt als voorbeeld een project in
Nieuwegein, waar aan de Erfstede in het centrum
al lange tijd een leeg kantoorpand de omgeving
ontsierde. ‘Er is in Nieuwegein grote vraag naar
starterswoningen voor jongeren. Daar hebben we
met deze ontwikkeling op ingespeeld. Er komen
nu 21 mooie startersappartementen – een enorme
verbetering voor de buurt.’
Revitalisatieprojecten
Met revitalisatie van kantoorpanden heeft Van Erk
eveneens goede ervaring: ‘Veel leegstaande
kantoorpanden zijn niet meer van deze tijd.
Met een forse facelift wordt zo’n pand weer het
visitekaartje voor een bedrijf. Onlangs hebben we
een prachtige revitalisatie gedaan in Reeuwijk en
momenteel geven we in Den Bosch een nieuwe
bedrijfshal van 6500 m2 weer een eigentijdse
uitstraling.’
Ook het revitaliseren van bedrijfsterreinen biedt
mogelijkheden. Van Erk: ‘Je kunt verwaarloosde
terreinen een andere bestemming geven. In
Hardinxveld zijn we nu aan het onderzoeken of we
een vervallen industrieterrein kunnen omvormen
tot een wijk met zeventien woningen. Als dat lukt,
creëer je een echte win-winsituatie.’
Erik van Erk ervaart hoe belangrijk het is om
als ontwikkelaar direct betrokken te zijn bij de
koper: ‘Goed luisteren naar de klant en dan
samen met architect, aannemer, makelaar en
gebruiker werken aan het ideale eindproduct.
En daarbij uiteraard voldoen aan de eisen van
milieu, wetgeving en duurzaamheid. Zo wordt
het ontwikkelen van een woning of bedrijfspand
echt een langetermijninvestering.’ <
Amberhof 7, 3162RA Rhoon / t: 06 57 32 55 45 / www.erikvanerk.nl
www.erikvanerk.nl • 06 - 57 32 55 45
Oude en nieuwe situatie na revitalisatie bedrijfsterreinen Hardinxveld
pagina 42
pagina 43
Minister Blok - Wonen en Rijksdienst - toont interesse in de Rotterdamse
aanpak om tienduizend woningen versneld te verduurzamen. Diverse
Rotterdamse partijen werken samen aan een integraal product. De uitdaging:
hoe krijgen zij de markt in beweging?
tekst: Madelon Stoele fotografie: Roel Dijkstra
particuliere huiseigenaren zover? De financiering
vormde een van de belemmeringen. Daarin is
nu meer mogelijk in de vorm van aantrekkelijke
leningen.’ Arjen van Klink van Rabobank Rotterdam
vult aan: ‘We hebben lokaal een scherp en flexibel
product ontwikkeld. Niet alleen aan particulieren,
maar ook bijvoorbeeld aan VVE’s bieden we
pakketten op maat.’
De beweging
010 in de
versnelling
Verduurzaming van tienduizend Rotterdamse woningen
De gemeente Rotterdam geeft de aanzet om voor
eind 2018 tienduizend bestaande woningen te
verduurzamen. Betrouwbare, grote lokale partijen
zoals woningcorporaties, bouwers, banken en
energieleveranciers werken hierin samen met
bewoners. Deze publiek-private samenwerking is
uniek. Een kruisbestuiving waarbij de partijen
elkaar versterken en versnellen. Het gaat om
tenminste zevenduizend corporatiewoningen en
drieduizend particuliere woningen, bij elkaar
een investering van ruim 67 miljoen euro. De
investeringen leiden tevens tot extra werkgelegenheid en leerwerktrajecten. Rotterdam neemt hiermee
een voorschot op de uitwerking van het nationale
energieakkoord. In het akkoord zijn maatregelen
aangekondigd om landelijk meer huishoudens
tot energiebesparing aan te zetten.
Rotterdam stimuleert woningbezitters om hun
woning energiezuiniger te maken. De gemeente
informeert bewoners allereerst via de website
SlimWoneninRotterdam.nl. Naast informatie
over de voordelen en kosten van dubbel glas of
vloerisolatie staan op deze website ook ervaringen
en beoordelingen van Rotterdammers die al
investeerden. Hiernaast bezoeken onafhankelijke
deskundigen wekelijks met een bouwkeet een aantal
Rotterdamse straten. Gekoppeld hieraan is een
informatieavond waarbij de partijen aanwezig zijn
om hun producten te tonen. De samenwerkende
marktpartijen ontwikkelden pakketten op maat
waarbij bewoners snel kunnen inschatten wat de
investeringskosten zijn en welke besparingen het
oplevert. Vervolgens is het aan de huiseigenaren
zelf om de laatste stap te zetten en gezamenlijk
te investeren.
Huiseigenaren over de streep
>> Minister Blok:
‘Bijzonder aan de Rotterdamse aanpak is de
samenwerking van zoveel partijen voor
grootschalige verduurzaming van woningen.’ <<
Hans van de Krogt, directeur Smits
Vastgoedzorg: ‘Door het delen van kennis en
expertise heeft het consortium aantrekkelijke
pakketten voor verduurzaming samengesteld.
Dat betekent: de beste oplossing voor de laagste
prijs. De opgave ligt nu in de vraag: hoe krijg je
Toch is de markt moeilijk in beweging te krijgen.
Huiseigenaren blijken onvoldoende op de hoogte
van de mogelijkheden. Daarnaast lijkt investeren
in de eigen woning niet erg populair en hebben
mensen geen zin in het bijbehorende ‘gedoe’.
Arjen van Klink: ‘De uiteindelijke beweging
ontstaat als de partijen echt de wijk in gaan om
hun pakketten en offertes te presenteren aan de
consumenten. Kortom: doen! Beweging ontstaat
door vraag. En daar ligt nu juist de uitdaging. De
particuliere huiseigenaren zullen bereikt moeten
worden.’ Er is al voorzichtig positief nieuws te
melden. Het aantal bewoners dat zich laat
informeren via de bouwkeet en de modelwoning
overtreft de verwachtingen.
Marktkansen
Hoe meer vraag, hoe meer kansen. De gemeente
doet daarom een oproep aan Rotterdamse
ondernemers om de businesskansen op te
pakken. Groot of klein, een producent voor
zonnepanelen of een zzp’er gericht op verbinding;
het is nú de tijd om te handelen. Van Klink: ‘Niet
alleen de financieringsmogelijkheden, maar het
hele project is schaalbaar en daarom interessant
voor veel ondernemers.’ Jasper Sluimer van
BAM Woningbouw vervolgt: ‘De beweging van
de markt ontstaat juist ook door verdere
opschaling. We maken als bouwers de stap naar
landelijke initiatieven om kennis verder te delen.
Kennis delen is vermenigvuldigen. De aanpak zal
verder worden uitgerold. Het is een grote
en interessante markt, zeker in de toekomst.
Landelijk hebben we het over drie miljoen
woningen. Het gaat om een nieuwe manier van
denken waarin de vraag van de consument
centraal staat.’ <
Pilot Molièrebuurt
In de Molièrebuurt vindt een van de pilots plaats. Minister Blok bezocht deze pilot.
Hij toonde bijzondere interesse in het consortium: ‘Bijzonder aan de Rotterdamse
aanpak is de samenwerking van zoveel partijen voor grootschalige verduurzaming
van woningen. Verduurzaming is in eerste instantie vooral goed voor de bewoner.
Men wint aan comfort in de woning en de energielasten worden lager. Tegelijkertijd
is het goed nieuws voor werkgelegenheid in de bouw. En ik wil iedereen erop wijzen
dat je tot 31 december 2014 nog kunt profiteren van het lage btw-tarief voor renovatie. Dat is mooi meegenomen.’ Jasper Sluimer, BAM Woningbouw vervolgt: ‘Samen
proberen we zoveel mogelijk bewoners te bereiken via ambassadeurs en sleutelfiguren in
de wijk. Goed voorbeeld doet volgen. Want als de buurman het doet… De modelwoning
werkt ook heel goed. Zo hebben de bewoners uit het blok ertegenover al aangegeven dat
ze gezamenlijk vloerisolatie willen. Uiteindelijk zijn het de bewoners die bepalen.’
Partners in het project zijn: BAM Woningbouw Rotterdam, Dura Vermeer Heyma, Eneco,
Era Contour, gemeente Rotterdam, Havensteder, Nuon, Rabobank Rotterdam,
Smits Vastgoedzorg, Stedin, Vestia, VVE010, Waifer, Woningbouwvereniging Hoek van Holland,
Woonbron, Woonstad Rotterdam
www.rotterdamclimateinitiative.nl
pagina 44
pagina 45
Huib Sneep is tuin- en landschapsarchitect en
staat landelijk te boek als bomenexpert. De
Schiedammer is een geboren natuurmens met
bijzondere aandacht voor techniek en innovatie.
Die combinatie zorgt al decennia voor een niet te
stuiten nieuwsgierigheid naar optimalisering van
groeiomstandigheden van allerlei stadsgroen en
in het bijzonder van bomen. Daarnaast verdiept
Sneep zich in tal van vraagstukken over
duurzaamheid, in lokale decentrale energieopwekking en is hij bijzonder gecharmeerd van
ons havengebied en van wereldwijde expansie.
4
3
1
2
de favo1o
spots van
Huib Sneep,
Greenwave systems
1
Het bedrijventerrein Vijfsluizen tussen Vlaardingen en
Schiedam is een inspirerend gebied. Het ligt ten noorden van
de Beneluxtunnel langs de A4. Het terrein ontleent zijn naam
aan de poldervaart gegraven rond 1280 en de vijf getijdensluizen
van destijds om de afwatering van Midden-Delfland te
verbeteren. Het is ook de plek waar de roemruchte Dok- en Werf
Maatschappij Wilton Feijenoord was gevestigd. Met 9000
medewerkers tussen 1950 en 1970 de grootste werkgever in
de omtrek. Na de teloorgang kon niemand zich bedenken dat
deze zelfde plek ooit weer aan drie keer zoveel mensen werk
zou bieden. Mammoet Salvage heeft er zijn hoofdkantoor,
wereldspelers als Damen en Huisman vind je er vlakbij en er zijn
tal van nieuwe innovatieve bedrijven gehuisvest. Rijkswaterstaat
ontwikkelt op het nog braakliggend terrein binnenkort een
interessant getijdengebied waarin een 100 meter hoge
windturbine komt te staan. Schiedamse particulieren kunnen
een ‘deeltje’ van de windmolen kopen voor hun eigen energie.
Lokale energieopwekking gebaseerd op de historie van
Schiedam, waar ooit 60 molens draaiden. Dat is mooi.’
2
3
4
Het Rotterdamse havengebied is indrukwekkend.
Kijk bijvoorbeeld naar de enorme grote en zware
kranen die worden gebouwd bij Huisman
Equipment aan de Wilhelminahaven bij de
Admiraal Trompstraat. Een prachtig voorbeeld
van hoe we hier grootspeler zijn binnen de
staalbouwsector, wat ooit kansloos leek. Het
bedrijf produceert onder meer zware pijplegsystemen voor on- en offshorebedrijven.
Als ware het ‘ijzerdraad’ worden de pijpen
opgerold op kranen rond een ‘haspel’, terwijl
het om hele dikke stalen buizen gaat. Prachtig
om te zien.’
‘In het oudste park van Nederland (1767)
De Plantage aan de Tuinlaan in Schiedam
hebben we met 200 bewoners een Wereldboom
(platanus orientalis) geadopteerd. De groeiplaats
van de boom is zo ingericht dat deze ongehinderd door bouwactiviteiten heel oud kan
worden. Er is een grote hangmat bij geplaatst
van waaruit je heerlijk naar de boomtop kan
turen. Kinderen en volwassenen doen dat.
De Stichting Wereldboom stimuleert groepen
mensen een boom op te nemen als het groene
hart van hun gemeenschap. Het is zo een levend
groen monument waaraan we ons hebben
gecommitteerd. Een bijzondere plek.’
‘Aan de gevel van mijn woning heb ik een
kleurrijke tuin ontworpen, die ook in de winter
groen blijft. Tegen 2025 zal maar liefst 60% van
de wereldbevolking in stedelijke of verstedelijkte
gebieden leven. Wetenschap toont aan dat
mensen in een groene omgeving beter werken,
gelukkiger zijn en minder geplaagd worden door
stress en angst. Verticale tuinen tegen gebouwen
en gevels zijn een oplossing. Ik heb het Greenwavesysteem ontwikkeld waarin bakken van
duurzaam polyethyleen geschakeld kunnen
worden tegen een muur tot de gewenste grootte.‘
tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar
Aangeboden door Van Lanschot: Westersingel 74 – 3015 LB Rotterdam / t: +31 (0)10 440 20 20 / www.vanlanschot.nl
Chemie & biobased
pagina 46
pagina 47
De schone toekomst
van Rotterdam
Clean Tech Delta
Hoe zou het zijn om te leven in een schone wereld? Een wereld waar energie
schoon wordt opgewekt, het water helder blijft, transport zonder vervuiling
plaatsvindt en alle producten recyclebaar worden geproduceerd? Zo’n wereld
komt er. Met cleantech kunnen we de wereld gezonder, rijker, innovatiever,
productiever en veiliger maken. Een nieuwe industriële revolutie is daarmee
onafwendbaar. Het platform Clean Tech Delta bundelt de krachten en
draagt bij aan de transitie.
tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel
In onze samenleving gebruiken we veel
technologieën die niet duurzaam zijn. Wereldwijd
worden we geconfronteerd met grote problemen.
Het klimaat verandert, lucht, water en bodem
raken ernstig vervuild en onze grondstoffen,
fossiele brandstoffen en schoon water worden
schaars of raken op.
‘Een herordening van ons economisch systeem
lijkt onvermijdelijk. De impact van deze
veranderingen op de concurrentiepositie van
de economie in het algemeen en van regio
Delft-Rotterdam-Drechtsteden in het bijzonder
wordt breed onderkend’, zegt Gerrit van
Tongeren, lid van de raad van bestuur en trekker
van de sector biobased economy en duurzame
energie van Clean Tech Delta. Hij vervolgt: ‘De
urgentie om oplossingen te vinden wordt in onze
regio sterk gevoeld. Voor een toekomstbestendige
en concurrerende economie zijn bereidheid en
ruimte nodig om te investeren in schone
technologie.’
Energieopgave gemeente
Het Rotterdam Climate Initiative (RCI) is een
samenwerkingsverband tussen de gemeente
Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam,
Deltalinqs en de DCMR Milieudienst Rijnmond.
Hun gezamenlijke doel is om in 2025 zowel in de
stad als in de haven de helft minder CO2 uit te
stoten, met behoud van de economische groei.
Van Tongeren: ‘Enerzijds richten de doelstellingen
zich op CO2-reductie, anderzijds gaat het om
energie-efficiency. Met de leden van Clean Tech Delta
werken we aan business om ook de werkgelegenheid
te verhogen door innovatieve cleantech-initiatieven
op te pakken. Dat zijn ook echt kenmerken van Clean
Tech Delta. De gemeente wil de doelen in samenhang brengen met het bedrijfsleven. Het zijn de
bedrijven die het uiteindelijk moeten doen. Clean
Tech Delta helpt mee om de projecten ook daadwerkelijk bij de bedrijven van de grond te krijgen. >
Chemie & biobased
pagina 48
pagina 49
>> De biobased economy is gebaseerd op het zo
efficiënt mogelijk gebruikmaken van gewassen en biomassa <<
De gemeente Rotterdam maakt onderscheid tussen stad en haven als twee aparte
clusters, maar haven en stad zijn ook onverwachte bondgenoten als je cleantech
‘denkt’. Frans van Kleef, businessdeveloper bij Clean Tech Delta: ‘Als het gaat om de
energieopgave is het interessant om juist de verbinding tussen stad en haven te
benoemen. Door het gebruik van fossiele brandstoffen en energie komen in het
havengebied elk jaar grote hoeveelheden CO2 en warmte vrij. Hoe kunnen we deze
CO2 en warmtestromen bijvoorbeeld koppelen aan glastuinbouw die juist behoefte
heeft aan warmte en CO2? Dat zijn interessante opgaven waar we voor staan en met
elkaar naar kijken.’
Biobased economy
De afgelopen jaren is de aandacht voor een economie die gebruikmaakt van
natuurlijke hernieuwbare grondstoffen in plaats van fossiele brandstoffen sterk
gegroeid: de bio-economie of biobased economy. Van Tongeren: ‘De biobased
economy is gebaseerd op het zo efficiënt mogelijk gebruikmaken van gewassen en
biomassa voor onder meer voeding, veevoer, materialen, chemicaliën en brandstof.
Het gaat hierbij om een grotere inzet van natuurlijke materialen en het vernieuwen en
optimaliseren van raffinageprocessen.’ Binnen de biobased economy zijn er drie
sectoren waar Clean Tech Delta zich op richt:
biofuels, bio-energie en biochemie.
Bioforce
Bioforce is een voorbeeld van een biomassa/
bio-energieproject waarvoor een businessplan is
uitgewerkt. Van Kleef: ‘Het doel van Bioforce is
het realiseren van de logistiek voor grootschalige
verwerking van houtchips in de Rotterdamse
haven. Voor zowel het opwekken van energie als
het op termijn maken van bouwstenen voor de
chemische industrie. Rotterdam kan zeer grote
schepen met hout - zoals chips en pellets - en
andere biomassa ontvangen. Ook kan de haven
de biomassa op grote schaal verwerken tot
biocoal en dit afleveren bij energiecentrales
in de directe omgeving voor bijstook, en aan
de chemische industrie als grondstof. Deze
activiteiten gaan een plek krijgen in de
Rotterdamse delta.’ Van Tongeren vult aan: ‘De
transitie naar een biobased economy vereist een
integrale ketenaanpak. De rol van Clean Tech
Delta is om ontwikkelingen en innovaties binnen
de keten op elkaar af te stemmen. Zo ontstaan
er soms nieuwe, soms onverwachte vormen van
samenwerking. Denk hierbij aan de koppeling
tussen biomassa en afval of tussen afval
en elektriciteit. Er ontstaat een interessante
businesscase als de grote stromen aan elkaar
worden gekoppeld.’
ISO-Butanol
Het tweede voorbeeld, genoemd door Van Kleef,
ligt op het vlak van de biochemie. ’Heel eenvoudig
gezegd kun je grondstoffen zoals hout direct
verwerken, zoals bij Bioforce gebeurt, maar je
kunt er ook eerst de waardevolle elementen uit
halen. Dat laatste doen we bij het ISO-Butanol
project. ISO-Butanol kan ook verkregen worden
uit suiker, reststromen, zeewieren en algen. De
stof is veelzijdig en is daardoor breed toepasbaar.
Het vormt de basis voor veel producten uit
de chemische industrie, zoals paraxyleen voor
PET-flessen, vliegtuigbrandstoffen, diesel,
kunstrubber en fijnstof-onderdrukkers (GTBE).
Er is veel ruimte nodig voor de opslag van
biomassa, maar Rotterdam is een geschikte
locatie voor de zogenaamde biohub, ook omdat
de biomassa er verwerkt kan worden. Het ISOButanol project loopt al een tijdje. Eerder vormden
de reststoffen van suiker de basis, nu gaat het om
hout. We zitten met de diverse partijen om tafel.’
Van idee tot werkelijkheid
Het maken van biokerosine, plastic terug
transformeren naar olie: het zijn allemaal mooie
voorbeelden van projecten waar Clean Tech Delta
bij betrokken is. Het liefst zou Frans van Kleef
ze allemaal beschrijven. Nog één voorbeeld dan.
‘Een aansprekend voorbeeld is het Photanol
project. De start-up Photanol ontwikkelde een
baanbrekende technologie om met CO2 en
zonlicht algen om te zetten in waardevolle
organische verbindingen. Deze toepassing van
technologie kan onder meer gebruikt worden voor
hoogwaardige chemicaliën en biobrandstoffen en
kan de basis vormen voor geur- en smaakstoffen
en productiematerialen zoals plastic. Clean Tech
Delta stimuleert consortiumvorming van grote
partijen zoals DSM en AkzoNobel met relatief
kleine bedrijven zoals Photanol om dit idee
samen te gaan concretiseren. Er wordt nu
gewerkt aan de overgang van de lab-fase naar
de fase waarin in een nieuw te bouwen pilotfabriek
industrieel kan worden geproduceerd. Onze regio
is daarvoor zeer geschikt vanwege de ruime
beschikbaarheid van CO2.’
Businesscases
‘Van Tongeren sluit af: ‘Om het gebruik van
dit soort innovatieve projecten van de grond
te krijgen en duurzaam op te schalen is een
ketenbenadering van groot belang. De ontwikkelingen in elk deel van de keten zijn essentieel
om het doel te bereiken. Dat betekent dat allerlei
partijen erbij moeten worden betrokken:
de uitvinders, de industrie, subsidiegevers, noem
maar op. Clean Tech Delta is wat dat betreft een
uniek samenwerkingsverband. Uniek qua samenstelling en uniek in zijn missie: economische groei
in de regio door de ontwikkeling en uitvoering
van innovatieve cleantech businesscases.’ <
Cleantech wat is het?
Cleantech is de verzamelnaam voor technologieën die het gebruik van natuurlijke hulpbronnen optimaliseren
en de negatieve milieu-impact minimaliseren. Cleantech is ook economisch van toegevoegde waarde, denk
aan werkgelegenheid en milieuwinst. Verwacht wordt dat cleantech in 2020 een van grootste industrieën ter
wereld zal zijn. Er wordt een mondiale omzetgroei van negen procent per jaar verwacht.
Clean Tech Delta
Clean Tech Delta is een samenwerkingsverband tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden.
Het samenwerkingsverband stimuleert innovatie in schone technologie en brengt dit in de praktijk.
De concurrentiepositie van de bedrijven en de regio wordt hiermee vergroot. De missie van Clean Tech
Delta is het creëren van een sterk cleantech cluster met 50.000 banen, 4000 bedrijven en een top
3-positie als kennis- en innovatieregio.
Clean Tech Delta verbindt vier sterke sectoren die het DNA van de regio vormen: de biobased- en
energiesector, de water-, delta- en maritieme sector, infrastructuur en mobiliteit, en ten slotte duurzaam
bouwen en duurzame gebiedsontwikkeling.
A healthier world
What would it be like to live in an unpolluted world - a world where clean energy is produced, the water is crystal
clear, transportation is pollution-free and all products are made recyclable? That world is coming. With cleantech we
can make the world healthier, richer, more innovative, productive and safer. A new industrial revolution is inevitable.
Rotterdam’s goal is to cut CO2 emissions in both the city and harbour in half by 2025, while maintaining economic
growth. Clean Tech Delta, a consortium of businesses, educational institutions and government, brings developments and innovations within that chain together, linking four strong sectors that form the DNA of the region: the
biobased energy sector; the water, delta and maritime sector; infrastructure and mobility; and sustainable construction and development.
In recent years, the focus on a biobased economy - an economy that uses natural renewable resources instead
of fossil fuels - has grown. Cleantech is the generic term for technologies that optimize the use of those natural
resources and minimize the negative environmental impact, while adding economic value.
Frans van Kleef, a business developer at Clean Tech Delta, says: ‘In terms of energy, it’s interesting to look at the
connection between the city and its harbours, where a great deal of CO2 is released because of the use of fossil
fuels and energy. How could we couple that CO2 and heat flows to greenhouses that need heat and CO2? These are
interesting challenges that we face, and which we’re examining together.’
Gerrit van Tongeren, board member and leader of Clean Tech Delta’s Biobased Economy and Sustainable Energy
sector says: ‘The biobased economy is based on the most efficient use of crops and biomass, including food, feed,
materials, chemicals and fuels as well as renewing and optimizing refining processes.’ Clean Tech Delta focuses on
biofuels, bioenergy and biochemistry, including developing Photanol, woodchip and pellet energy and technologies.
Its mission is to create a strong cleantech cluster with 50 000 jobs, 4000 companies and a top-three position for
the region in knowledge and innovation.
pagina 50
pagina 51
Jouke Baarda van F. Breeman
De aanblik van de enorme showroom met blinkende BMW-modellen en een aparte vleugel voor
klassiekers ontlokt een fysieke reactie; het water loopt ons letterlijk in de mond. Een ‘belevingscentrum’, volgens Aart Jan Witvliet, directeur Breeman Rotterdam Zuid. De ‘mooiste BMW-dealer
van Nederland’, tevens MINI-dealer, blijkt ook nog eens de oudste te zijn. Het ruim een eeuw
oude familiebedrijf werd in 1908 opgericht door Willem Breeman die begon met een bescheiden
loods in Kralingen. Daarna tilden twee opvolgende generaties diverse vestigingen in Rotterdam
97% van de testrijders
komt met een glimlach
de auto uit
en Gouda van de grond. Witvliet: ‘Er zit nog steeds een Breeman in het dagelijks bestuur.’
tekst: Karen Auer fotografie: archief Breeman
Sales advisor Jouke Baarda heeft de nieuwste, hoogst innovatieve
aanwinst als specialisme. Hij praat enthousiast over BMW i3,
waar hij zelf ook in rijdt: ‘Het is de ultieme manier van rijden,
zeg maar gerust mobiliteit 3.0.’ Het groene wonder uit Beieren,
sinds eind 2013 op de markt, is het eerste, volledig elektrisch
model van BMW i, waarmee de fabrikant volgens kenners
baanbrekend tegemoetkomt aan duurzame mobiliteit.
Snelladen
Baarda: ‘Al vanaf de eerste schetsen is de i3 van a tot z op
duurzaamheid gericht. Dat begint bij de productie: BMW heeft
in Amerika een waterkrachtcentrale gemaakt speciaal voor de
carrosserie van carbon fiber. De auto wordt compleet gefabriceerd
in Leipzig en de fabriek daar draait op windenergie.’ Zijn collega
Witvliet vult aan: ‘Een deel van de innovaties gaat BMW straks
toepassen op alle modellen, bijvoorbeeld de ‘Carbon fiber
technology’.’ Bovendien is 98% van de auto recyclebaar.
Op vakantie naar het buitenland of andere lange tochten: ook
daar heeft BMW aan gedacht. Met de service ‘Add-on mobility’
leen je tijdelijk een andere BMW of MINI met verbrandingsmotor.
Baarda verzekert: ‘Sowieso voor minder geld dan een huurauto
en je i3 wordt netjes door ons gestald op een afgesloten terrein.’
Het opladen van de accu gebeurt vooralsnog via een laadpaal,
gewoon een stopcontact of via een ‘snelle’ wallbox op eigen
terrein. ‘Er komen in Nederland steeds meer laadpalen,’ weet
Baarda. ‘En deze zijn zichtbaar op de ingebouwde navigatie.’
Zelf heeft hij een laadpaal voor zijn appartement staan. De
stadregio Rotterdam maakt het groene rijders extra makkelijk:
‘Inwoners en bedrijven kunnen gratis een laadpaal aanvragen.’
Baarda is ervan overtuigd dat een groeiend aantal snellaadnetwerken de laatste twijfelaars over de elektrische streep
zullen trekken: ‘Nu duurt het laden ongeveer zes uur, met een
snellaadpaal heb je binnen 20 minuten 80% van je accu gevuld.’
Spaart de portemonnee
Alles klopt
Dat de BMW i3 behalve het milieu ook de portemonnee spaart,
blijkt al direct bij de pomp. ‘Vergeleken met een auto op
benzine scheelt het tweederde in brandstofkosten. Normaal
betaal je rond de €75 voor een volle tank, terwijl ik maar €25
afreken waarmee ik hetzelfde aantal kilometers kan rijden.
Bijkomend voordeel is dat je tot 2016 geen wegenbelasting
betaalt,’ aldus Baarda. Dat er met een opgeladen accu circa
150 kilometer kan worden gereden, blijkt voor de potentiële
kopers geen struikelblok. Het verbaast de sales advisor niet:
‘Het gros van de rijders legt gemiddeld niet meer dan 50
kilometer per dag af. Bovendien is de i3 ook verkrijgbaar met
een ‘range extender’.
Tijdens het proefritje in de futuristisch gelijnde i3 gaat Jouke
Baarda enthousiast verder: ‘Die stilte, dat is toch superrelaxed
rijden? De banden zijn het enige wat je hoort. 97% van de
testrijders komt met een glimlach de auto uit, logisch, hij is
leuk, licht, heeft veel ruimte, een kleine draaicirkel, gewoon
alles klopt. Plus natuurlijk dat je het merk BMW erin terugziet.’
Op een stil stukje weg trapt hij het gaspedaal diep in. De
trekkracht is indrukwekkend, we lijken over de weg te vliegen.
De i3-liefhebber van het eerste uur hoort de loftuitingen met
zichtbaar genoegen aan: ‘Ik zei het toch? Freude am Fahren,
Sheer Driving Pleasure, je kent de BMW-slogans wel.’ <
98% recyclebaar
Driemanssteeweg 130, 3084 CB Rotterdam / t: +31 (0)10 485 44 73 / www.fbreeman.nl
Medisch
pagina 52
pagina 53
Het Erasmus MC is het grootste universitaire medisch centrum
van Nederland. In de nieuwbouw in Rotterdam Centrum wil
het Erasmus MC in co-creatie met technische instellingen en
collega-UMC’s doorbraken realiseren, nieuwe technologieën
ontwikkelen en gerelateerde economische kansen stimuleren.
In gesprek met professor dr. Pieter Sonneveld, hoofd van
het Erasmus MC Kankerinstituut, een van de topinstellingen
binnen het centrum.
tekst: Yvette van Dael fotografie: Freek van Arkel, archief Erasmus MC
Samen kanker
kansloos maken
Van moleculaire biologie tot medicijnen op maat
Alle oncologieonderzoek, -onderwijs en
-patiëntenzorg zijn sinds september 2013 in het
Erasmus MC Kankerinstituut samengebracht en
worden volgens een geïntegreerde aanpak verder
uitgewerkt. Sonneveld kopt meteen maar in:
‘Amsterdam denkt altijd dat ze de grootste zijn, maar
dat is niet zo. Op het gebied van oncologie zijn
wij veruit de grootste in Nederland, een van de
koplopers in Europa en eigenlijk ook wel wereldwijd.’
In de oncologie volgen de ontwikkelingen elkaar
razendsnel op. ‘Momenteel speelt de overgang
naar een nieuwe basis voor de geneeskunde, de
moleculaire biologie: genetica, DNA-onderzoek.
Hiermee trekken we wetenschappers uit de hele
wereld aan, mits we het goed doen. Om de goede
mensen, ook internationaal, voor het Erasmus MC
aan te trekken en te behouden, proberen we via een
geldinzamelingsactie écht vernieuwende apparatuur
te verkrijgen. Hiermee maken we onderzoek
mogelijk, dat we weer naar de zorg verplaatsen.
En van daaruit innoveren we de zorg.’
Co-creatie met bedrijfsleven
Sonneveld vertelt over de spin-offs die uit het
onderzoek ontstaan, met onder meer Rotterdam
Science Tower aan de Marconistraat. ‘Wij beoefenen
wetenschap en dat moet vaak worden omgezet in
praktische initiatieven of naar zorg. Daar heb je
bedrijven voor nodig, want wetenschappers gaan
altijd verder met hun onderzoek. Onderzoek valt dus
niet te stoppen, maar het is wel belangrijk dat onze
bevindingen goed worden gebruikt.’ Bedrijven
kunnen het onderzoek weer in praktijk brengen en op
bredere schaal introduceren. ‘Op mijn afdeling,
de afdeling Hematologie, onderzoeken we met
moleculaire testen of aan een tumor te zien is of
een patiënt een goede of slechte prognose heeft.
Op een gegeven moment waren we toe aan
toepassing in de praktijk.’ Hieruit is de spin-off
SkylineDX voortgekomen. SkylineDX vormt de
schakel tussen onderzoek en praktijk. ‘Zij bepalen
aan de hand van een stukje weefsel of een patiënt
een hoog risico heeft om snel te overlijden of
juist niet. Je kunt je voorstellen dat daar
therapiebeslissingen van afhangen.’ >
Medisch
pagina 54
>> Andere ziekenhuizen
moeten ons niet als concurrent
zien, maar als een kans om
méér te doen <<
Medical City number one
Nieuwe economie vraagt om een actieve
gemeente die blijft inzetten op kennis en innovatie.
Rotterdam heeft de ambitie om hét medisch
knooppunt van Europa te worden. Maar daar is
volgens Sonneveld meer voor nodig dan het
faciliteren van nieuwe medische bedrijvigheid.
Hij hamert op prioriteiten stellen, durven
investeren en niet alles overlaten aan de markt.
‘Het faciliteren van de nieuwbouw van het
Erasmus MC ligt voor de hand, maar ook
investeren in toptalent, bijvoorbeeld door
beurzen beschikbaar te stellen. En het aantrekken
van vernieuwende bedrijven, met name op het
gebied van biotechnologie.’ Hij denkt aan een bio
sciencepark zoals in Leiden, bijvoorbeeld in het
Merwe-Vierhavensgebied rondom de Rotterdam
Science Tower. Dit zou prima passen in de plannen
van de gemeente, want Rotterdam beoogt een cluster
voor innovatieve bedrijvigheid tussen het Erasmus
MC en het Merwe-Vierhavensgebied. Met de
Rotterdam Science Tower als hotspot voor
internationale life sciences, medische innovaties en
spin-offs van het Erasmus MC. De Rotterdam
Science Tower biedt een unieke mix van laboratoriumruimte, kantoorruimte en faciliteiten voor
medische educatie, te midden van een academische
omgeving. De diverse bedrijven en instellingen uit het
medische cluster kunnen er over en weer van elkaars
knowhow profiteren en verder groeien in de medische
wereld. SkylineDX is er ooit klein begonnen en is
nu een speler van wereldformaat.
Een ander voorbeeld. De afdeling Genetica van professor dr. Hoeijmakers doet onderzoek naar
veroudering en kanker. ‘Waarom ontstaat kanker vaak bij oudere mensen? Bij iedereen ontstaan
voortdurend afwijkingen in lichaamscellen die mogelijk tot kanker leiden, maar als je jong en gezond
bent worden die cellen vaak herkend en voortijdig afgebroken. Bij oudere mensen is die machinerie niet
meer zo geweldig. Dan gaat het mis en groeien de cellen wél uit tot kanker. In hun kankercellen gebeuren
er andere dingen, waardoor de kanker het hele lichaam doorgaat. Veroudering en kanker hebben dus met
elkaar te maken.’ Hoeijmakers heeft nu een bedrijf opgericht om zijn onderzoek in de vorm van testen
voor de gezondheidszorg beschikbaar te stellen. Zo bestaan er tientallen initiatieven op Hoboken.
Samenwerking met andere ziekenhuizen
Samenwerking is een andere rode draad in zijn verhaal. Het afgelopen half jaar heeft het Erasmus MC
een aantal Centers of Excellence gedefinieerd, met elk een eigen superspecialisme. ‘In april 2014 is
bijvoorbeeld het Academisch Borstkankercentrum geopend, een samenwerking tussen Erasmus MC
en het Havenziekenhuis. Het is de bedoeling dat alle patiënten met borstkanker daar worden
beoordeeld en dat bloed en operatiemateriaal worden gebruikt voor onderzoek.’ Op grond daarvan
volgt een beoordeling. Heeft de patiënt een ongecompliceerde vorm van borstkanker die makkelijk in
het Havenziekenhuis te behandelen is? Of is er iets complex aan de hand waardoor de patiënt beter
naar het Erasmus MC kan? Hoog-complexe zorg gaat naar het Erasmus MC, niet-complexe zorg hoort
thuis in de andere ziekenhuizen. ‘Deze verdeling gebeurt op basis van een gezamenlijke beoordeling
door de artsen van beide ziekenhuizen. Zo voorkomen we dat een dokter die er eigenlijk niet voor
geschikt is, de keuze maakt om een patiënt níet naar het Erasmus MC door te sturen.’
Regiovisie BeterKeten
Een volgende stap in de geïntegreerde aanpak is de regiovisie BeterKeten: verdere samenwerking met
andere regionale ziekenhuizen op het gebied van patiëntenzorg, opleiding en wetenschap. ‘We zijn
begonnen met de oncologie, maar andere vakgebieden volgen. Het Erasmus MC neemt hierin duidelijk
de regie. Wij zorgen voor een goede afstemming in de regio over portfoliokeuzes: wie doet wat, en iedere
patiënt op de juiste plek.’ Dat moet wel, want elk ziekenhuis heeft een andere expertise. ‘Wij zijn een
kenniscentrum. Bij ons trek je een deur open en dan zit er een geleerde achter. Andere ziekenhuizen zijn
gericht op productie; er komen weliswaar veel patiënten, maar de tijd ontbreekt voor ingewikkelde kwesties.
Met de ziekenhuizen die zich bij BeterKeten aansluiten, willen wij graag kennis en expertise delen en
die portfoliokeuzes samen maken.’ Geld is daarin steeds een spanningsveld, want de zorg is in het
Erasmus MC duurder. ‘Verzekeraars zijn voor
ons enorm belangrijk, we proberen ook
in afstemming met hen tot dit soort
portfoliokeuzes te komen. Wanneer we
op deze manier weer materiaal van veel
patiënten toegankelijk maken voor onderzoek,
dan komt het geld ook terug. We hebben een
sterke onderzoekspositie en niet alleen in
tumormateriaal. We zijn onze positie aan het
uitbreiden met population based registries:
registraties die inzicht geven in de kwaliteit
en doelmatigheid van de oncologische zorg.
Je kijkt hoe het met patiënten gaat ná hun
behandeling. Zijn er complicaties, is het effect
van de behandeling goed, worden de juiste
keuzes gemaakt wanneer de tumor
terugkomt? Dat soort vragen willen we beter
in kaart brengen, zodat je ook naar de
toekomst toe andere keuzes kunt maken.’
Sonneveld geeft een voorbeeld. ‘Bij
Hematologie is een centrum opgezet voor
sikkelcelziekte. Deze erfelijke ziekte van het
bloed komt veel voor bij immigrantengroepen in Rotterdam. De ziekte is een
recessieve bloedziekte, waardoor mensen
een sterk verminderde levensverwachting
hebben. De ziekte is echter nooit systematisch
bekeken of gevolgd. Binnen het centrum
proberen we dus zoveel mogelijk patiënten
en dragers van de afwijking in kaart te
brengen en te volgen. We weten gelukkig
steeds beter wat we eraan kunnen doen.
Maar ook dan is het van belang dat iemand
het overzicht en de regie van de zorg heeft,
en dat er niet een plukje hier behandeld
wordt en een plukje daar.’
Toekomstige ontwikkelingen
Op technologisch gebied zijn grote
veranderingen gaande. Sonneveld noemt er
vier. Om te beginnen de ontwikkelingen
binnen de moleculaire genetica, onderzoek
naar afwijkingen in DNA. ‘Je kijkt dan niet
alleen naar de buitenkant waar het fout is
gegaan, maar ook naar de binnenkant en
probeert de fout te identificeren. Is het
een eiwit, een gen of een afwijking in de
kankercel die verantwoordelijk is voor het
probleem? We willen medicijnen ontwikkelen
die het specifieke probleem aanpakken en de
gezonde cellen niet aantasten. Dat noemen
we personalized medicine. Met onze actie
Maak kanker Kansloos maken we ons hier
hard voor. Doel van deze actie is apparatuur
verkrijgen waarmee we fouten identificeren.’
Ten tweede kan met imaging steeds beter
worden afgebeeld wat er aan de hand is. ‘De
stap van een gewone röntgenfoto naar een
CT-scan was al een hele grote, maar dit gaat
verder. Je kijkt nu niet alleen naar de tumor,
maar je laat ook zien dat de tumor actief is,
door een stofje in te spuiten dat zich aan de
tumor bindt. Voor ons is dit een belangrijke
innovatie om het effect van een therapie te
volgen en de therapie daarop aan te passen.’
Ten derde komen er steeds nieuwere operatietechnieken beschikbaar door robotchirurgie.
Als laatste noemt hij de nieuwe bestralingstechnieken, met veel minder schade dan
voorheen en een doelgericht effect. In dat licht
vindt hij het protonencentrum Nederland een
belangrijke stap. ‘Hier gaan we volgens een
nieuwe bestralingstechniek met protonen
werken. Daarvoor worden units gebouwd in
Delft, in samenwerking met de TU Delft en
LUMC uit Leiden. Het centrum zelf komt
ook in Delft, naast de TU. Het Erasmus
MC is de penvoerder.’
Buitenlandse investeerders
De focus op een geïntegreerde aanpak werpt
zijn vruchten af. ‘Maar ook daarvoor waren
we al een grote speler. We doen klinische
trials met medicijnen die onder meer in de
Verenigde Staten ontwikkeld worden. Omdat
we goed georganiseerd zijn en in het
Erasmus MC veel experts zitten, zoeken
internationale bedrijven ons op.’ Sonneveld
stapt regelmatig in het vliegtuig naar Boston,
waar een conglomeraat van internationale
farmaceutische bedrijven zit. ‘Na een rondje
onderhandelen halen we dan nieuwe
middelen naar Rotterdam die nog lang niet
beschikbaar zijn voor trials. Hier is veel
innovatie mee gemoeid, én geld. Als die
farmaceutische industrie nou om de hoek
zou zitten, zou je nóg intensiever kunnen
samenwerken, dat zou echt versnelling
brengen in onze innovaties. De gemeente
zou hier een faciliterende rol in kunnen
spelen.’ <
Beating cancer together
Erasmus MC is the largest university medical centre in The Netherlands, with a new building in central
Rotterdam. In co-creation with technical institutes, it is developing new technologies and stimulating related
economic opportunities.
Since September 2013, all oncology research, education and patient care at the Erasmus MC Cancer Institute
has been consolidated and an integrated approach has been inititated. ‘We’re easily the largest oncology
institution in The Netherlands, and one of the leaders in Europe, if not the world,’ says professor and doctor
Pieter Sonneveld, head of the Erasmus MC Cancer Institute.
‘At the moment, the transition is toward a new base for medicine: molecular biology, including genetics, and
DNA research. This attracts scientists from all over the world, and to keep the best of them here we try, via
fundraising, to get the most innovative equipment. That makes our research possible, the results of which
we feed back into our care. And from there we innovate healthcare.’
Co-creating with businesses, where companies can put research into practice on a larger scale, also plays a
role. For example: ‘In the Department of Hematology, we used molecular tests of the tumour to determine
whether the patient’s prognosis is good or bad,’ says Sonneveld. ‘After a certain amount of time, we were
ready to put it into practice.’ This link between research and practice resulted in the spin-off SkylineDX, a
once-small company that is now a world player in diagnostics. ‘They decide on the basis of a piece of
tissue if a patient has a high risk of dying soon. You can imagine that therapeutic decisions depend
on that.’ One of the next steps in the integrated approach is BeterKeten, in which local
hospitals work together in the areas of patient care, education and science. Every hospital has its
own focus of expertise; other institutions shouldn’t be regarded as competitors, but as an opportunity
to do more. By continually exchanging knowhow, the various companies and institutions in the medical
cluster can benefit and grow in the medical world.
pagina 55
Plastic soep
pagina 56
pagina 57
Is het einde van de
‘plastic soep’ in zicht?
Techniek achter Aquatic Drones
is breed inzetbaar
In onze oceanen en zeeën drijft steeds meer plastic afval. Het grootste deel
hiervan bestaat uit kleine stukjes en vormt een soep van microplastics, ofwel
plastic soep. Twee studententeams ontwikkelen onder leiding van Imtech
Marine, een bedrijf dat technische systemen integreert, de technologie voor
een zeewaardige drone die de plastic soep kan opruimen.
tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel
‘De boot moet Maaswaardig zijn. Hij moet
waterdicht zijn, wendbaar, licht en hij moet
autonoom kunnen varen. Het belangrijkste is dat
hij als eerste de overkant haalt. Er komt dus
nogal wat bij kijken.’ Aan het woord zijn Jorgen
Groeneveld en Michael Verdoold, studenten
scheepsbouwkunde. Ze vertellen enthousiast
over hún wedstrijdboot. De studenten werken toe
naar de wedstrijd Zeeslag, waarbij twee teams de
strijd met elkaar aangaan. De boten of drones
zullen tijdens de Wereldhavendagen 3.5 kilometer
afleggen vanaf het RDM-terrein naar de overkant.
Maarten Ruyssenaers, programmamanager
Community of Practice Maritiem & Offshore op
de RDM Campus vertelt hoe diverse ideeën in
het project Aquatic Drones samenkwamen:
‘Imtech Marine, een bedrijf dat systemen
integreert, wilde een aantal nieuwe technieken
verder ontwikkelen. Wij van de Hogeschool
Rotterdam kwamen met het idee van een
botenwedstrijd. Op de achtergrond speelde mee
dat we een project zochten om ‘techniek is leuk’
onder de aandacht te brengen. De context van de
plastic soep ontstond op hetzelfde moment.’
Mart Hurkmans, coördinator R&D-projecten,
Imtech Marine: ‘Wij wilden studenten een boot
laten ontwikkelen die onbemand en emissievrij
kon varen. Als het principe op een schaalmodel
werkt, dan is het op een groot schip ook toepasbaar.
In vliegtuigen wordt die technologie al gebruikt
en voor de marinesector is dat over vijf of tien jaar
ook de realiteit. Die ontwikkelingen gaan heel snel.’
Autonoom varen
In 2010 werden de eerste drones op schaal door
studenten ontworpen, ontwikkeld en gebouwd. >
Project Aquatic Drones
Samenwerking
Het project Aquatic Drones is onderdeel van de
Community of Practice Maritiem binnen het
Centre of Expertise Sustainable Mainport
Innovation van de Hogeschool Rotterdam.
Hierbinnen werken onderwijs, ondernemers en
onderzoekers met elkaar samen aan complexe en
innovatieve uitdagingen. Daarnaast wordt ook
de samenwerking gezocht met overheden om de
juiste voorwaarden te scheppen rond regelgeving
en beleid.
Technologie
Het project combineert diverse disciplines:
elektrotechniek, werktuigbouwkunde, maritieme
techniek en scheepsbouwkunde. Technisch gezien
worden er een aantal cross-overs gemaakt naar
terreinen als sensoren, autonomie, big data,
3-D printen en scannen.
Betrokken bedrijven
Imtech Marine, IHC Merwede Dredging, MTI
Holland, Jules Dock, Dobots, Twnkls en
specialistische MKB-ers.
Betrokken opleidingen
Hogeschool Rotterdam: Werktuigbouw,
Elektrotechniek, Technische Informatica.
Rotterdam Mainport University:
Scheepsbouw en Marine Officier.
Albeda College: Werktuigbouw en Elektrotechniek.
Plastic soep
pagina 58
Sindsdien voegen elk jaar nieuwe groepen
studenten componenten toe en wordt de techniek
verder geoptimaliseerd. Dit keer is de romp aan de
beurt. Eerder waren dat onder meer de grijparmen
en de aandrijving van de boten. Voor het eerst
zullen de boten dit jaar autonoom varen. Ook
dynamic positioning wordt toegepast, een systeem
dat automatisch de positie en koers van een schip
constant houdt door gebruikmaking van de eigen
schroeven. De technologie achter de Aquatic Drones
is breed toepasbaar. De drones kunnen ingezet
worden om de plastic soep op te ruimen. Maar
denk ook aan drones die kade-inspecties onder
water uitvoeren of die vervuiling opsporen op zee.
Samenwerking bedrijfsleven
De teams bestaan uit twaalf studenten: mbo- en
hbo-studenten scheepsbouw en werktuigbouw, en
een serviceteam met studenten Electrotechniek en
Technische Informatica. Beide teams bedachten
een eigen plan met bijbehorende tactiek en techniek.
Zo heeft de ene boot een vaste schroef met een roer
erachter, de andere boot gebruikt een roerpropeller
als aandrijving. Verdoold: ’In tien weken tijd hebben
wij met ons hele team een ontwerpdocument en de
planning rond gekregen. Het plan wordt door Imtech
Marine beoordeeld, onze opdrachtgever, waarna de
fase van het bouwen kan beginnen. Ook die fase
duurt tien weken, dat betekent flink aanpoten dus.’
Waarom werken bedrijven zoals Imtech Marine
eigenlijk samen met het onderwijs en de kennisinstellingen? Hurkmans: ‘Studenten komen vaak
met frisse ideeën en creatieve oplossingen en dat
houdt ons scherp. Daarnaast is het een goeie manier
om met getalenteerde studenten in contact te
komen en blijven we op de hoogte van innovatieve
vraagstukken en ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het
gebied van 3-D printing. Bovendien lopen studenten
in dit soort multidisciplinaire projecten tegen
dezelfde dingen aan als waar wij in het bedrijfsleven
ook tegenaan lopen. De werkzame principes achter
integrale samenwerking zijn voor ons interessant.’
Communicatie
Een grote uitdaging van het project ligt op het
gebied van communicatie. Want: hoe krijg je
informatie gestroomlijnd tussen zoveel partijen en
studenten onderling? De tijdsdruk speelt daarbij
een rol. Groeneveld: ‘Je moet een superteam
hebben en in heel korte tijd een boot in elkaar
zetten, daar ligt best een uitdaging.’ Verdoold: ‘In
het begin wilden sommige studenten bijvoorbeeld
niet naar de RDM Campus komen. Dat werkte
niet.’ Ruyssenaers vult aan: ’Belangrijk zijn
de regelmatige afstemming en herijking in het
project. Juist omdat er steeds nieuwe studenten
aan het project werken is het belangrijk om
de doelen en werkzaamheden continu af te
stemmen en veranderingen door te voeren.
Het voortbouwen op kennis en ervaring en
het zoeken naar de verbinding van ieders
werkterrein blijft daarbij een uitdaging.’ IT zou
daar wellicht faciliterend in kunnen zijn. Voor
de toekomst wordt gedacht aan een digitale
community waar zoekfuncties aan de
informatie gekoppeld kunnen worden.
Grote teams, veel deeltijdstudenten. Het zijn
uitdagende omstandigheden om aan een
multidisciplinair project te werken. Ruyssenaers:
‘De werkwijze en manier van samenwerking zijn
uniek en vernieuwend. Bedrijven, studenten,
onderzoekers en overheden vullen elkaar
aan vanuit ieders achtergrond en expertise.
Deelnemers en in het bijzonder de bedrijven
stellen zich open op. Iedereen zoekt de ruimte
om samen te werken. Tegelijkertijd is het ook een
uitdaging om een modus operandi te vinden. Wat
werkt er voor al die partijen die allemaal ook nog
eens een andere taal spreken?’ Het voordeel van
de RDM Campus is wel dat je op een laagdrempelige
manier met studenten en andere bedrijven en
disciplines in contact komt.’
Ambachtelijkheid 2.0
Aan Kees Pieters, lector haveninformatie,
Kenniscentrum RDM Campus de vraag of deze
werkwijze zich in de toekomst zal voortzetten
en hoe we ons daar op kunnen voorbereiden.
’Als lector ben ik vooral bezig met de vraag wat
de studenten over vijf of tien jaar moeten leren.
Allereerst is dat de ambachtelijkheid 2.0. Dat
betekent dat een student abstract moet kunnen
denken en tegelijk ook fysiek iets moet kunnen
maken. Tegenwoordig zijn hier veel middelen voor,
denk aan het Stadslab Rotterdam en de 3-D printer
op de RDM Campus. Wat daarop aansluit is dat
we technologie echt tastbaar willen maken voor
hbo-studenten. Het project Aquatic Drones is
een goed voorbeeld, het heeft een enorme
meerwaarde voor studenten. Een onderzoek
alleen op papier uitvoeren is binnenkort echt
verleden tijd. Tenslotte: de wereld verandert
snel. Daarom is het belangrijk dat studenten
leren om flexibel te zijn en zelf de verantwoording
nemen om zich dingen eigen te maken. Voor
ons betekent dat het aanbieden van een klein
curriculum, maar met een grote schil erom
heen.’
Probleem van iedereen
Als je niet samenwerkt gaan de ontwikkelingen
aan je voorbij. Alleen om die reden al zullen
we volgens Pieters over tien jaar meer interdisciplinair samenwerken bij ingewikkelde
vraagstukken. Deze manier van werken spreekt
de studenten van het project Aquatic Drones
erg aan. Verdoold: ‘Het is een project op schaal
en lijkt op projecten waar we later ook mee te
maken krijgen. Het is een samenspel tussen
studenten van verschillende disciplines waarbij
iedereen zijn eigen expertise en ideeën inbrengt.
Op deze manier leer je veel meer. Groeneveld
valt bij: ‘Je leert samenwerken met andere
disciplines, dat is in de professionele wereld
ook zo.’ Ruyssenaers: ‘Plastic soep is een
probleem van ons allemaal en daarom ook
weer van niemand. Binnen dit project bindt de
context van de plastic soep mensen aan elkaar.
Bovendien geeft het de techneuten een drive
omdat ze contact hebben met een toepassingsgebied.’
pagina 59
Is there an end in sight for the Pacific Garbage Patch?
Our oceans are filled with more and more plastic garbage. Most of it comes in the form of small pieces that form a
soup of microplastics, or plastic soup. Under the direction of Imtech Marine, a company that integrates technical
systems, two student teams are developing a seaworthy drone that could clean up the plastic soup.
The Aquatic Drones project is a part of the Maritime Community of Practice at the Hogeschool Rotterdam’s Centre
of Expertise Sustainable Mainport Innovation, where educators, students, entrepreneurs, government and researchers
work together on complex and innovative challenges. The project combines several diverse disciplines: electrical
engineering, mechanical engineering, marine engineering and naval architecture. A number of crossovers has
also been made in areas such as sensors, autonomy, big data, 3-D printing and scanning. The technology behind
the Aquatic Drones has many applications. The drones can be used to clean up the plastic soup, but also perform
underwater dock inspections or detect pollution at sea.
Maarten Ruyssenaers, program manager of Maritime & Offshore innovation teams on RDM Campus, says the
diverse ideas in the Aquatic Drones project came together serendipitously when Imtech Marine wanted to further
develop some new techniques. Mart Hurkmans, coördinator of R&D projects at Imtech Marine says: ‘We asked
students to create an unmanned, zero-emission boat. If the principle works on a scale model, then it’s applicable
to a large ship. Things develop fast. This technology is already used in airplanes, and will be a reality in the marine
sector in five to ten years. Plus, the students come with fresh ideas and creative solutions, and that keeps us on our
toes.’
If you don’t work together, developments can pass you by. This collaborative working manner speaks to the
students of the Aquatic Drones project. ‘Plastic soup is everyone’s problem, and no one’s,’ says Ruyssenaers.
‘This project brings people together in the context of plastic soup. Moreover, it motivates the technicians
because they’re working with an application in a concrete way.’
pagina 60
Hufterproef
De award winnende SecuBike fietskluis combineert innovatief
design met gebruiksgemak en veiligheid. Door de ronde vorm
van het dak blijven vuil, bladeren en water niet liggen. De kluis
is met sleutel of eigen OV-chipkaart te openen en ongevoelig
voor inbraak en vandalisme. www.sparkdesign.nl
pagina 61
made
inno1 o
Zwevend beeld
Afbeeldingen ophangen zonder lijst? Dat kan. Het Xpozer systeem
geeft een ongekend mooi en professioneel effect, alsof de afbeelding
voor de muur zweeft. Maximaal effect met minimaal materiaalgebruik! Onder meer te koop bij de HEMA.
www.sparkdesign.nl
tekst en samenstelling: Yvette van Dael
In vliegende vaart
Een baanbrekende verbinding tussen technologie, ontwerp en
experiment maakt het onmogelijke mogelijk. Dit unieke voertuig rijdt
als een auto en vliegt als een gyrocopter. Is vanaf 2016 op de markt.
www.sparkdesign.nl
Draagcomfort voorop
Spark ontwierp voor Etto een nieuw fietshelm-verstelsyteem.
Dit lichtgewicht systeem sluit goed aan op het hoofd, geeft de
fietser meer comfort en draagt bij aan een betere performance.
www.sparkdesign.nl
Een tweede leven
Reclamevlaggen die nog prima te gebruiken zijn. Dat bracht
Janine Sikkink op het idee van Funnyflags. Zij recyclet vlaggen
en banners tot duurzame en unieke producten.
www.funnyflags.nl
Meer kans op overleven
Solid as a rock
Het Rescue Tip-Board is een ingenieus opblaasbaar
reddingsvlot waarmee hulpverleners sneller en veiliger
reddingen in het water en op ijs kunnen uitvoeren.
www.sparkdesign.nl
Om een aantal unieke eigenschappen
van solid surface materiaal (met
name gekend onder de merknaam
Corian®) te laten zien heeft Shaped
Solids een vogelhuisje vervaardigd.
De mezen wisten dit stukje vakwerk
snel te vinden.
www.shapedsolids.com
Oranje voor ING
Achter de knaloranje fronten van de
ING-pinautomaten zit een goed doordacht concept met als uitgangspunten:
herkenbaarheid door vormgeving,
duurzaamheid door de intelligente
dimmers voor ledverlichting én
installatiegemak.
www.sparkdesign.nl
pagina 62
pagina 63
>> Uiteindelijk ligt het altijd aan
de mensen die je treft en of zij
bereid zijn je iets te leren <<
Sociale innovatie
heeft meerwaarde
Elk jaar kunnen er leerlingen, soms met een achterstandspositie, stage lopen bij
stukadoors- en spuitbedrijf R. Smaal B.V. uit Portugaal. Het 76 jaar oude familiebedrijf
is dit jaar uit ruim 2000 bedrijven verkozen tot beste leerbedrijf in de afbouwsector in
Nederland. Directeur Rob Smaal: ‘Daar ben ik best trots op. Het is een bekroning op
onze visie, onze inzet en de aandacht die wij besteden aan onze medewerkers.’
tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar
‘Jongeren die je een kans geeft zijn vaak goeie werknemers,
loyaal en betrokken’, zegt Rob Smaal die het belangrijk vindt
om te investeren in de relatie met zijn personeel. ‘Ik heb een
enorme passie voor dit beroep en die breng ik over op mijn
medewerkers. Ik betrek hen bij alles wat we doen. Dat motiveert
en creëert betrokkenheid. Zij groeien dan ook mee met het
bedrijf. Sommige jongens zijn al bijna dertig jaar bij ons in
dienst. Ook hun gezinnen horen er helemaal bij. Wij hebben veel
expertise in huis en die willen we graag doorgeven aan volgende
generaties. Daarom bieden we elk jaar een paar jongens die zich
willen bekwamen in het stukadoorsvak een leerplek aan.’
Sociaal innoveren
Sociale innovatie begint bij personen en organisaties die een
maatschappelijk probleem zien en het plan opvatten er iets aan
te doen. Smaal staat voor sociale innovatie binnen zijn eigen
bedrijf maar kijkt ook verder en pleit daarom voor ondersteuning
en beloning voor andere erkende leerbedrijven. Hoe meer
bedrijven zich richten op sociale innovatie, hoe aantrekkelijker
het imago van de hele sector wordt. Technische beroepen krijgen
op die manier ook meer aanzien. ‘Om erkende leerbedrijven in
de toekomst in staat te stellen leerlingen te laten deelnemen aan
het arbeidsproces, moet er meer steun komen vanuit de overheid
door deze bedrijven een voorkeursbehandeling te geven bij
aanbestedingen. De hoofdaannemer moet verplicht worden met
deze bedrijven in zee te gaan.’ Smaal vervolgt: ‘Alleen dan zal er
weer meer interesse komen vanuit de bedrijven om leerlingen op
te leiden en zal de concurrentiepositie ten opzichte van bedrijven
die werken met goedkope arbeidskrachten verbeteren. Scholen
kunnen hun leerlingen weer een stageplaats garanderen en de
werkloosheid onder vaak laag opgeleide jongeren zal afnemen.
De bedrijven kunnen dan als tegenprestatie een carrière
startgarantie geven.’ Ten slotte: ‘Als je weet dat er alleen al op
Rotterdam-Zuid voor 300 miljoen euro gebouwd gaat worden
en de overheid zou deze bedrijven belonen, dan wordt werken
in de afbouwsector weer aantrekkelijk!’ >
INN010 ambassadeur
pagina 64
pagina 65
Bert Hooijer is directeur van RDM Campus / Centre of Expertise
Jermaine Wallé
‘Drie dagen in de week loop ik stage bij
R. Smaal B.V. De rest van de week zit ik
op school waar ik de basisopleiding tot
stukadoor volg. Via school kwam ik in dit
bedrijf terecht. Rob Smaal kwam naar
school om te bepalen of ik in het team zou
passen. Op school leer je een basis die je in
de praktijk verder uitbouwt. Het afgelopen
jaar heb ik vooral veel geleerd op het gebied
van discipline en verantwoordelijkheid.
Inmiddels heb ik mijn praktijkdiploma
gehaald. Ik word heel goed begeleid door
het hele team. In het begin moest ik wel
wennen aan het ritme en kwam ik steeds
te laat. Rob gaf toen een hele grote wekker
cadeau. Vanaf dat moment ben ik elke dag
op tijd gekomen. In een ander bedrijf zou ik
er misschien wel uitgezet zijn. Uiteindelijk
ligt het altijd aan de mensen die je treft en
of zij bereid zijn je iets te leren. Je eigen
instelling en motivatie zijn belangrijk. Hier
kijken ze niet alleen naar mij als werknemer,
maar ook als mens.’
Ben van der Meer
‘Via het UWV kwam ik bij R. Smaal B.V
terecht. Toevallig was ik hen ook zelf via
het internet op het spoor gekomen. De
laatste jaren ging het niet zo goed met mij,
en bij dit bedrijf heb ik een kans gekregen.
Als het goed blijft gaan, krijg ik misschien
wel een halfjaarcontract aangeboden.
’s Avonds ben ik heel moe maar dat hoort
bij het harde werken. In het begin keken
ze naar de kwaliteit van mijn werk, mijn
tempo, dat soort dingen. Ik snap wel dat
ze zijn uitgekozen als beste leerbedrijf. Je
wordt hier namelijk heel goed begeleid,
daar is echt ruimte voor. Als leerling krijg
je een mentor. Die laat mij van mijn fouten
leren. Laatst was ik de kuip vergeten, dat
liet hij gebeuren. Maar in de pauze kwam
hij er even op terug en zei: ‘Je komt er
vanzelf achter, daar leer je van.’ Dat vind
ik ook. Het gaat nu prima en mijn werk
is goed. Dat zal zo blijven.’
>> Als het goed blijft gaan,
krijg ik misschien wel een
halfjaarcontract aangeboden <<
en één van de initiatiefnemers van INN010
De Rotterdamse haven heeft een enorme ambitie: de duurzaamste
haven worden van de wereld. Rotterdam wil tegelijk ook de meest
attractieve stad zijn. Voor de bewoners om in te leven, wonen en
werken en voor het bedrijfsleven om zich in te vestigen. Platform
INN010 ondersteunt deze ambitie en draagt bij aan de verbinding
tussen stad en haven. Een toekomstbestendige en cleantech regio.
de diverse sectoren komen we terecht bij nieuwe
oplossingen. Een voorbeeld: we kunnen investeren in steeds
grotere vervoersmiddelen, maar we kunnen ook de aansluitingen in het netwerk beter regisseren. Denk ook aan de
rol van ICT en 3-D printen voor de maritieme sector. We hebben
het over ontwikkelingen die enorm bepalend zullen zijn.
Dit magazine informeert bedrijven over ontwikkelingen en
innovatie. Maar INN010 is meer dan een magazine. Tijdens de
releases van elk nummer zullen er discussies en lezingen
worden georganiseerd over innovatie waarbij tussen diverse
sectoren cross-overs gemaakt worden. Dit samenkomen en met
elkaar uitwisselen van informatie leveren ons inspiratie, uitbreiding
van netwerken en nieuwe bedrijvigheid. Heel belangrijk is dat
we de social media nu verder gaan vormgeven; een e-platform,
website en nieuwe manieren voor informatie-uitwisseling.
Persoonlijk heb ik ook echt een passie voor innovatie. En dat is
precies wat we eigenlijk op RDM Campus doen. Studenten
die eerst in de laidbackmodus zijn zie ik vervolgens bevlogen
werken aan een opdracht uit het bedrijfsleven. Ik geloof ook echt
in de gouden driehoek: onderzoek - onderwijs - bedrijfsleven.
RDM Campus / Centre of Expertise fungeert hierin als de
kennismotor. Door gezamenlijk te werken aan innovatie ontstaat
onderlinge betrokkenheid en dat raakt nu juist de kern. Wij denken
dat de innovatie op het grensgebied ligt tussen de sectoren.
En daar wil ik als ambassadeur verder op voortbouwen. <
Platform INN010 brengt sectoren met elkaar in contact en
laat mensen nadenken over oplossingen van vraagstukken
waar we gezamenlijk tegenaan lopen. Nieuwe manieren van
denken en werken zijn nodig. Door de cross-overs tussen
In de volgende INN010 geeft Bert Hooijer het stokje door
aan Luuk Prevaes. Hij is programmadirecteur van de organisatie
Stadshavens Rotterdam.
‘De duurzaamste haven van de wereld’
Beste leerbedrijf
Stukadoors- en spuitbedrijf R. Smaal B.V. is onlangs verkozen tot
beste leerbedrijf in de afbouwsector in Nederland. Het familiebedrijf
heeft volgens de jury het juiste oog voor vakmanschap, mensen
worden er langdurig opgeleid en het bedrijf biedt mogelijkheden voor
een vast dienstverband. Ook zorgen contacten met aanpalende
bedrijfstakken voor een positieve invloed op de ontwikkeling van
medewerkers. Het bedrijf heeft een goede balans tussen particuliere
en zakelijke klanten, grote en kleine opdrachtgevers. Naast vaste
medewerkers werkt het bedrijf met een pool flexkrachten.
Waddingswaard 1 – 3176 XD Poortugaal / t: +31 (0)10 202 85 55 / www.rsmaalbv.nl
pagina 67
colofon
Juni 2014 / nummer 2
Uitgever:
A&A business,
Partner in duurzaam ondernemen
Postbus 24113
3007 DC Rotterdam
[email protected]
Partners:
Losse verkoop:
€ 6,95
Redactieteam en bladmanagement:
Yvette van Dael, Ellen Lengkeek
Freelancers: Karen Aue, Madelon Stoele
Engelse vertaling: Anik See, Deloitte
Redactie denktank:
Deloitte: Anna-Carlijn van der Wal, Cees Jorissen,
Klaas Winters
Stadshavens Rotterdam / Gemeente Rotterdam:
Jillian Sant-Barendregt, Léon la Rivière
RDM Campus / Centre of Expertise: Bert Hooijer
Van Lanschot Bankiers: Raymond van Wijnen
R. Smaal BV: Rob Smaal
Informatie:
Inn010 verschijnt 2 keer per jaar. Iedere uitgave wordt
gelanceerd tijdens een releaseparty. De oplage (5000)
wordt verspreid onder bedrijven in de regio Rijnmond die
staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en vallen
onder de topsectoren: agri & food, maritiem, life sciences
& health, chemie, hightech, energie, logistiek, creative
industrie, bouw & onroerend goed en offshore. Ook ligt
INN010 op de leestafel bij overheidsinstellingen, ambassades
en verschillende zakelijke ontmoetingsplekken in de regio.
Voor meer informatie, vragen, adreswijzigingen,
advertenties of een bedrijsreportage: neem contact op met
A&A business, [email protected], Annemarie Teeken
06-51197588 of Annet Spijkerman 06-23742596.
Copyright:
Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden
gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever en de andere auteursrechthebbenden. Het ongevraagd toesturen van materiaal
geschiedt op eigen risico.
Fotografie:
Redactionele pagina’s en cover: Freek van Arkel
Bedrijfsreportages: Sjors Massar en
archief bedrijven, tenzij anders vermeld
Aansprakelijkheid:
Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg
samengesteld. De uitgever is echter niet aansprakelijk
voor eventuele onjuistheden of gevolgen van
onvolkomenheden.
Vormgeving:
Advice reclame adviesbureau
Druk:
Zalsman Zwolle
Art-direction:
Jasper Hofman
Inspiratie uit innovatie
INN010 geeft nu ook online een podium aan innoverende
bedrijven en kennisinstellingen in Rotterdam e.o.
Advertenties:
Rob Smaal
Annet Spijkerman
Annemarie Teeken
Verdieping
Scan de QR-code en kom meer te weten over één van onderstaande INN010 artikelen.
inn010.com
Gunstige financieringen voor
kansrijke projecten.
Samen kanker kansloos maken. Van moleculaire
biologie tot medicijnen op maat.
Is het einde van de
‘plastic soep’ in zicht?
Hét kennis- en businessplatform
voor innoverend Rotterdam
inn010.com
 twitter.com/inn010
 linkedin.com/inn010