Klik hier

Wijzigingsblad BRL 9205
Duikerelementen van gewapend beton
14 maart 2014
Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring
Vastgesteld door College van Deskundigen Constructief Beton d.d. [dd maand jjjj]
Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit d.d. [dd maand jjjj]
Dit wijzigingsblad is door Kiwa bindend verklaard per [dd maand jjjj].
Geldigheid kwaliteitsverklaringen
Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 9205 d.d. 29 november 2012.
De kwaliteitsverklaringen die op basis van die beoordelingsrichtlijn zijn afgegeven blijven onverkort van kracht.
Gebruiksrecht
Het gebruik van dit wijzigingsblad door derden, voor welk doel dan ook, is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke
overeenkomst met Kiwa is gesloten waarin het gebruiksrecht is geregeld.
Omschrijving van de wijziging
Om de productie van duikerelementen van staalvezelbeton mogelijk te maken is artikel 4.2.1 aangepast en een bijlage 2
toegevoegd.
4.1.1
Algemene sterkte van de bouwconstructie, Bouwbesluit afdeling 2.1
Prestatie-eis
Voor duikers zijn de artikelen 2.2 en 2.4, lid 1, onder b van toepassing.
Grenswaarde
Een duiker bezwijkt gedurende de in NEN-EN 1990 bedoelde ontwerplevensduur niet bij de fundamentele
belastingcombinaties als bedoeld in NEN-EN 1990.
Bepalingsmethode
Het niet overschrijden van een uiterste grenstoestand wordt voor traditioneel gewapende duikers bepaald
volgens NEN-EN 1992.
Alternatieve bepalingsmethode
Voor duikers van staalvezelbeton geldt het gestelde in bijlage 2.
Certificatieonderzoek
De CI controleert of de leverancier over geschikte procedures beschikt om in overleg met de opdrachtgever
berekeningen en tekeningen van de duikers op te stellen.
Voor duikers van staalvezelbeton geldt tevens het gestelde in bijlage 2.
10 Lijst van vermelde documenten
10.1 Publiekrechtelijke regelgeving
10.1.1 Bouwbesluit 2012
Bouwbesluit 2012 Stb. 2011, 416, 676, Stb. 2012, 441, Stb. 2013, 75, 244 en 462 en de Regeling Bouwbesluit
2012 Stcrt. 2011, 23914, Stcrt. 2012, 13245, Stcrt. 2013, 5457en 16919.
10.1.2 Besluit bodemkwaliteit
Besluit bodemkwaliteit Stb. 2007, 469, Stb. 2008, 160, Stb. 2009, 389, Stb. 2009, 500, Stb. 2009, 535, Stb.
2010, 144, 696, 781, Stb. 2011, 104, Stb. 2012, 63, 164, Stb. 2013, 112, en de Regeling bodemkwaliteit Stcrt.
2007, 247, Stcrt. 2008, 122, 196, 249, Stcrt. 2009, 67, 17187, 19723, Stcrt. 2010, 5673, 8546, 18160, Stcrt.
2011, 5769, 12541,.22100, Stcrt. 2012 6111, 4589, 11807, 13123, Stcrt. 2012, 21101, 22335, Stcrt. 2013,
11037, 23617, 26827, 31950.
10.2 Normen / normatieve documenten:
NEN-EN 206-1+A1
Beton - Deel 1: Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit,
+A2:2005
november 2005.
NEN-EN 1990+A1+A1/ C2:2011 Eurocode: Grondslagen van het constructief ontwerp, december 2011, inclusief
Nationale Bijlage.
NEN-EN 1992-1-1+C2:2011
Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies - Deel 1-1:
Algemene regels en regels voor gebouwen, november 2011, inclusief Nationale
Bijlage.
NEN-EN 1992-2+C1:2011
Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 2:
Betonnen bruggen – Regels voor ontwerp, berekening en detaillering,
inclusief nationale bijlage NB:2011
NEN 8005:2008/A1:2011
Nederlandse invulling van NEN-EN-206-1: Beton-Deel1: specificatie
eigenschappen vervaardiging en conformiteit, maart 2011.
NEN-EN 14651:2005
Beproevingsmethode voor staalvezelbeton - Meten van de buig-treksterkte d.d.
april 2005, inclusief wijzigingsblad A1 d.d. oktober 2007.
NEN-EN 14844:2006
Vooraf vervaardigde betonproducten – Duikers, inclusief wijzigingsblad A2 d.d.
december 2011
BRL 5070
Vooraf vervaardigde elementen van beton, uitgave Kiwa.
BRL 2353
Kelderwanden van staalvezelbeton, uitgave Kiwa
Criteria 73
Eisen te stellen aan het kwaliteitssysteem voor een productcertificaat voor
elementen van vooraf vervaardigd constructief beton, uitgave Kiwa.
CUR-Aanbeveling 111
Staalvezelbeton bedrijfsvloeren op palen, uitgave SBR-CUR
ISO 12491:1997
Statistical methods for quality control of building materials and components
Model Code 2010
Model Code for Concrete Structures 2010, uitgave Fédération internationale du
beton.
Richtlinie Stahlfaserbeton
Richtlinie Stahlfaserbeton, uitgave Deutscher Ausschuss für Stahlbeton e. V.
(DAfStb)
Wijzigingsblad BRL 9205 – Duikerelementen van gewapend beton
-2-
14 maart 2014
Bijlage 1
Bouwbesluitingang
In de onderstaande tabel is aangegeven over welke artikelen van het Bouwbesluit de kwaliteitsverklaring
een uitspraak doet. Deze tabel zal opgenomen worden in het KOMO attest-met-productcertificaat.
Afdeling Bouwbesluit
Nr. en titel
Grenswaarde/ Bepalingsmethode
Prestatie volgens
kwaliteitsverklaring
Opmerkingen i.v.m.
toepassing
Hoofdstuk 2 - Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid
2.1
Algemene sterkte van
de bouwconstructie
Een uiterste grenstoestand van een duiker
wordt gedurende de in NEN-EN 1990
bedoelde ontwerplevensduur niet
overschreden bij de fundamentele belastingscombinaties als bedoeld in NEN-EN
1990.
Uiterste grenstoestand voor traditioneel
gewapende duikers bepaald volgens
NEN-EN 1992 en voor duikers van
staalvezelbeton volgens bijlage 2 van deze
BRL.
Wijzigingsblad BRL 9205 – Duikerelementen van gewapend beton
-3-
De traditioneel gewapende
duikerelementen voldoen
aan de voorwaarden voor
berekening zoals gesteld in
NEN-EN 1992.
De duikerelementen van
staalvezelbeton voldoen aan
het gestelde in bijlage 2 van
deze BRL.
14 maart 2014
Bijlage 2
Duikerelementen van staalvezelbeton
Inleiding
Voor het berekenen van staalvezelbeton zijn er in Nederland op dit moment geen (Europese) normen
beschikbaar. Wel zijn er bijvoorbeeld CUR-Aanbeveling 111 “Staalvezelbeton bedrijfsvloeren op palen”,
die voor de betreffende toepassing algemeen geaccepteerde rekenregels geeft en BRL 2353 die
rekenregels geeft voor “Kelderwanden van staalvezelbeton”.
In de Model Code 2010 zijn algemene rekenregels opgenomen voor staalvezelbeton.
Door deze rekenregels toe te passen en met full scale testen te controleren kan er mee gewerkt worden.
In deze bijlage zijn de voorwaarden en eisen opgenomen voor het op deze manier berekenen en de
toepassing van duikerelementen van staalvezelbeton.
Algemene randvoorwaarden
Voor een veilige toepassing van de duikerelementen van staalvezelbeton gelden de volgende
randvoorwaarden:
Gronddekking
Wanneer de duiker wordt belast door lokale belastingen zoals verkeersbelastingen, dan dient er
voldoende gronddekking aanwezig te zijn om deze belastingen te spreiden en te dempen. Dit om
vermoeiingsverschijnselen te voorkomen.
Bij duikers met L1 tot 1,0m dient de gronddekking minimaal 0,5m te zijn.
Bij duikers met L1 tussen 1,0 en 2,0m geldt dat de gronddekking minimaal gelijk moet zijn aan 0,5*L1.
Bij duikers met L1 groter of gelijk aan 2,0m dient er minimaal 1,0m gronddekking aanwezig te zijn.
figuur 1
Wijzigingsblad BRL 9205 – Duikerelementen van gewapend beton
-4-
14 maart 2014
Bijlage 2
Doorvoeren
In de duikerelementen mogen alleen doorvoeren aangebracht worden met vaste vorm en afmetingen,
wanneer is aangetoond dat deze de vezelverdeling niet verstoren. Daarnaast dient de sterkte van de
elementen ter plaatse van de doorvoeren separaat bepaald te worden, zoals in deze bijlage omschreven.
Levensduur
De ontwerp levensduur van de duikers van staalvezelbeton is standaard 50 jaar.
Vorm- en afmetingen
De dikte van de wanden, het dek en de bodem van de duikerelementen dienen gelijk te zijn aan elkaar.
De leverancier dient aan te geven welke maximale afmetingen duikers hij van staalvezelbeton wil gaan
produceren.
Deze afmetingen zullen worden opgenomen in het attest-met-productcertificaat.
Bij grotere afmetingen dient opnieuw aangetoond te worden dat de vezelverdeling in de productie
gewaarborgd is. Dit kan door het uitvoeren van nieuwe full scale testen of door (in de productie) aan te
tonen, dat de vezelverdeling voor grotere afmetingen gelijkwaardig is.
Dit kan voor zelfverdichtend staalvezelbeton bijvoorbeeld door de maximale loopafstand te bepalen.
Dwarskrachtcapaciteit
De dwarskrachtcapaciteit is gelijk aan vmin zoals omschreven in de NEN-EN 1992-1-1.
Voorgespannen duikers
Om de voorspankrachten in te leiden dienen de eindelementen van voorgespannen duikers traditioneel
gewapend te zijn.
figuur 2
Stootplaatconsoles
De maximale krachten die de stootplaatconsoles op kunnen nemen dienen bepaald te worden.
Indien stootplaatconsoles toegepast worden, dient per project te worden bepaald of deze de vereiste
krachten op kunnen nemen.
Wijzigingsblad BRL 9205 – Duikerelementen van gewapend beton
-5-
14 maart 2014
Bijlage 2
Algemene sterkte van de duikers
Het proces voor het berekenen van de duikers van staalvezelbeton is grotendeels gelijk aan dat voor
traditioneel gewapende duikers.
Op basis van de geometrie en belastingen bepaalt de certificaathouder per project de maximale
momenten en dwarskrachten die in de duiker optreden.
De maximale momenten en dwarskrachten worden getoetst aan de maximaal toelaatbare waarden.
Deze dienen bepaald te worden zoals hieronder omschreven.
Wanneer de certificaathouder voor wat betreft de hoeveelheid staalvezels over meerdere
mengselsamenstellingen beschikt is interpolatie van de momentcapaciteit toegestaan. Het verschil in
hoeveelheid staalvezels tussen de mengselsamenstellingen mag in dit geval maximaal 10 kg/m³ zijn.
Initieel onderzoek
Bepalen materiaaleigenschappen staalvezelbeton
Per mengselsamenstelling dienen minimaal 12 balkjes te worden vervaardigd en beproefd conform
NEN-EN 14651.
Toelichting
Er is sprake van een mengselsamenstelling bij variatie in één of meerdere van de volgende onderdelen van het
mengsel:
- cementsoort (soort en hoeveelheid);
- sterkteklasse;
- toeslagmateriaal (soort en hoeveelheid);
- staalvezels (soort en hoeveelheid);
- hulpstof (soort en hoeveelheid);
- vulstof (soort en hoeveelheid);
- watercementfactor/waterbindmiddelfactor.
Bij aanvang van het toelatingsonderzoek geeft de certificaathouder aan welke mengsels hij toe gaat passen.
Voor de vervaardiging van balkjes van zelfverdichtend beton is de wijze van het vullen van de mal, zoals
omschreven in artikel 7.2 van NEN-EN 14651, niet van toepassing.
De mallen dienen met zelfverdichtend beton gevuld te worden op een wijze die overeenkomt met de
productie van de duikerelementen.
De resultaten dienen statistisch te worden verwerkt conform ISO 12491.
Op basis van de Model Code 2010 kan vervolgens de maximale momentcapaciteit van het
staalvezelbeton bepaald worden.
Toelichting
De methoden volgens CUR-Aanbeveling 111, BRL 2353 en Duitse “Richtlinie Stahlfaserbeton” zijn met elkaar
vergeleken en de Model Code 2010 bleek het meest conservatief.
Verificatie momentcapaciteit
Ter verificatie van de op basis van de Model Code 2010 vastgestelde momentcapaciteit, worden per soort
en hoeveelheid staalvezel van één mengselsamenstelling 3 proefstukken vervaardigd met afmetingen die
overeen komen met de afmetingen van de duikerelementen (zie figuur 3).
Wijzigingsblad BRL 9205 – Duikerelementen van gewapend beton
-6-
14 maart 2014
Bijlage 2
Indien doorvoeren in de duikerelementen van staalvezelbeton voorkomen, dienen per vorm en afmeting
van de doorvoer per soort staalvezel voor één mengselsamenstelling (met de grootste hoeveelheid
vezels) tevens 3 proefstukken vervaardigd te worden met daarin de desbetreffende doorvoer.
figuur 3
w = dikte van het dek van de duiker
L2 = lengte van de duikerelementen (maximaal 1,25 m)
De proefstukken worden belast door middel van een vierpuntsbuigproef waarbij de belasting met een
snelheid van maximaal 0,3 kN/sec. toeneemt.
Daarbij dient te worden geregistreerd wat de krachten zijn bij het ontstaan van de eerste scheur, het
optreden van een scheur met een scheurwijdte van 0,3 mm en op het moment van bezwijken.
Het resultaat voldoet indien alle momenten uit de beproevingen groter of gelijk zijn aan de volgens de
Model Code 2010 berekende momenten.
De momenten waarmee de testresultaten worden vergeleken dienen met de gemiddelde
materiaaleigenschappen (de materiaalfactoren allemaal op 1,0) te zijn bepaald.
Toelichting
Berekeningen volgens de Model Code 2010 gaan uit van de karakteristieke waarden uit de balktesten volgens
NEN-EN 14651 en een materiaalfactor van 1,5.
Gelijktijdig met de proefstukken en de duikerelementen voor de full scale test dienen 12 balkjes voor het
bepalen van de buigtreksterkte conform de NEN14651 te worden geproduceerd, met dezelfde
mengselsamenstelling.
Toelichting
Wanneer de proefstukken en of de duikerelementen voor de full scale test over meerdere dagen geproduceerd
worden, dienen per productiedag 12 balkjes vervaardigd te worden.
Full scale test
Ter bevestiging van de verificatie van de momentcapaciteit door middel van de proefstukken, dient
afhankelijk van de variatie in afmetingen per soort staalvezel een aantal duikerelementen van
staalvezelbeton beproefd te worden volgens bijlage B van NEN-EN 14844, waarbij de belasting met een
snelheid van maximaal 0,3 kN/sec. toeneemt.
Voorbeeld
De certificaathouder levert uitsluitend duikerelementen met een vaste elementdikte, maar varieert de hoogte en de
breedte van de duiker.
In dit geval dienen drie duikerelementen met afmetingen representatief voor de kleinste afmetingen en drie
duikerelementen met afmetingen representatief voor de grootste afmetingen beproefd te worden.
Wijzigingsblad BRL 9205 – Duikerelementen van gewapend beton
-7-
14 maart 2014
Bijlage 2
De grootste afmeting die in het certificaat wordt opgenomen mag maximaal 25% groter zijn dan de
maximale afmeting van de te beproeven duiker.
De testen voldoen wanneer overeenkomstig artikel B.9 in Annex B van NEN-EN 14844 geen scheuren
breder dan 0,3 mm over een lengte van 300 mm ontstaan bij Fcalc en de duiker niet bezwijkt voordat Fult
bereikt is. Bij het bepalen van Fcalc en Fult dient uit te worden uitgegaan van representatieve
materiaaleigenschappen (de materiaalfactoren allemaal op 1,0).
Productiecontrole
In aanvulling op de bepaling van de materiaaleigenschappen zoals hierboven vermeld, dient de
certificaathouder om de kwaliteit van de duikerelementen van staalvezelbeton te borgen te voldoen aan
producteisen in hoofdstuk 2 van bijlage 10 bij de Criteria 73 en het onderzoek uit te voeren zoals
omschreven in artikel 3.2 en 3.3 van bijlage 10 bij de Criteria 73.
Vervolg onderzoek (na verlening van het certificaat)
Verificatie momentcapaciteit
Eenmaal per jaar én bij wijziging van de soort of hoeveelheid staalvezel(s) dient het onderzoek voor de
verificatie van de momentcapaciteit herhaald te worden.
Full scale test
Bij wijziging van de soort staalvezel dient de full scale test herhaald te worden.
Productiecontrole
De productiecontrole na verlening van het certificaat dient te voldoen aan hoofdstuk 4 van bijlage 10 bij de
Criteria 73.
Wijzigingsblad BRL 9205 – Duikerelementen van gewapend beton
-8-
14 maart 2014