Inbreng BOinK op wetsvoorstel Versterking Positie Ouders Het wetsvoorstel Positief: 1. Bindend klachtrecht via één landelijke geschilleninstantie voor alle ouders en oudercommissies (van leden én niet leden van Brancheorganisatie Kinderopvang) en alle vormen van opvang (dagopvang, BSO, gastouderopvang en peuterspeelzaalwerk). 2. Een meer gestructureerd adviesrecht op de kwaliteit van de opvang (cyclisch karakter). 3. Meer inzicht in handhaving door gemeenten door opname in LRKP. Ouders worden nu vaak niet geïnformeerd over handhavingsmaatregelen door de gemeente. 4. De medezeggenschap in het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang wordt gelijkgetrokken. Dit komt de harmonisatie ten goede. Bovendien is dit beter uitlegbaar aan en begrijpelijker voor ouders en oudercommissies, zeker wanneer ze momenteel met verschillende vormen van medezeggenschap te maken hebben. Kanttekeningen: 1. Het instellen van een ondergrens van 50 kinderen/gastouders, hiermee vervalt voor een heel groot deel van de aanbieders van kinderopvang de verplichting van het hebben van een oudercommissie. Overigens bestaat minder dan 10% van de leden van BOinK uit oudercommissies van de zes grootste organisaties, we hebben juist heel veel kleine kinderdagverblijven als lid omdat daar de ouderbetrokkenheid groter is en de oudercommissie veel makkelijker functioneert. Ook vanuit dit gegeven begrijpen wij niets van de ondergrens van 50 kinderen. BOinK is overigens helemaal niet uit op het beboeten van kinderopvangorganisaties maar vindt dat kinderdagverblijven, BSO s en gastouderbureaus niet het predicaat goed of excellent kunnen krijgen wanneer zij niet beschikken over een goed functionerende oudercommissie dan wel over een goed georganiseerde ouderraadpleging. De tevredenheidsonderzoeken die vaak als alternatief worden gepresenteerd hebben geen enkele waarde. Er komt altijd een cijfer tussen de 7 en 8 uit, ook bij locaties waarbij uit ander gedegen onderzoek blijkt dat er sprake is van een zeer gebrekkige kwaliteit. Ouders geven feitelijk een cijfer aan de pedagogisch medewerkers die verantwoordelijk zijn voor hun kind. 2. Er staat op geen enkele wijze omschreven hoe de alternatieve raadpleging er uit moet zien en op welke wijze dit geïnspecteerd wordt. De afgelopen jaren heeft de GGD oudercommissies bij inspecties op grote schaal links laten liggen omdat zij naar eigen zeggen de leden niet kon bereiken. Dit is regelrechte onzin. Het kinderdagverblijf heeft van iedere ouder een 06-nummer omdat zij die ouder in het geval van calamiteiten direct moeten kunnen bereiken. In verband met privacy kan de inspecteur het kinderdagverblijf vragen de ouder te bellen en te vragen of de inspecteur met hem of haar contact mag opnemen. 3. Versterking van het adviesrecht op de kwaliteit is beperkt tot het één keer per jaar bespreken van het pedagogisch beleid van het afgelopen en komende jaar, terwijl dit gaat om een uitruil. Wij krijgen van veel ouders terug dat zij sceptisch zijn over het wegvallen van het prijsadvies. Het opgeven van het prijsadvies moet ook worden bezien in het licht van het plan om de kinderopvangtoeslag niet langer uit te keren aan de ouders maar aan de gelaten. Daarmee verliest de ouder toch invloed. Wat ook opvalt dat, waar de markt aantrekt, ouders alweer te horen krijgen dat er geen dagdelen geruild kunnen worden. Het is daarom nog maar de vraag of de meer flexibele houding van ondernemers als gevolg van de teruglopende vraag blijvend is. 4. Op uitdrukkelijk verzoek van het ministerie SZW zijn Brancheorganisatie Kinderopvang en BOinK akkoord gegaan met het opdrachtgeven aan de Stichting Geschillencommissie (SGC) om de nieuwe geschillencommissie vorm te geven. De vormgeving van deze commissie heeft daarna in goed overleg met partijen plaatsgevonden. BOinK voelde hier in eerste instantie niets voor omdat de destijds op initiatief van BOinK opgerichte onafhankelijke Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK) tot volle tevredenheid van ondernemers, ouders en oudercommissies functioneert. Dit vooral omdat zij er in slaagt door middel van voorlichting en mediation negen van de tien klachten weet op te lossen. Dit model is volledig door SGC overgenomen, waarbij ook de tarieven stevig naar beneden zijn bijgesteld. Ouders hoeven de kosten waarover een geschil bestaat niet meer in een depot te storten. Wanneer dit klachteninstituut echter niet goed functioneert, wil BOinK samen met Brancheorganisatie Kinderopvang en de MOgroep de vrijheid hebben om los van de SGC een eigen klachteninstituut op te zetten. Ook in diverse andere branches is dit gebeurd. Door de wijze waarop SGC nu in het wetsvoorstel is genoemd is er sprake van gedwongen winkelnering. 5. Zoals eerder gezegd, vindt BOinK dat de verplichting van de oudercommissie voor alle vormen van opvang overeind moet blijven, ook al omdat de versterking van het klachtrecht van oudercommissies geen enkele betekenis heeft wanneer het vervolgens de ondernemers erg gemakkelijk wordt gemaakt om de oudercommissie af te schaffen c.q. het bestaan van een oudercommissie niet actief te stimuleren. Er zou minimaal eerst een gedegen onderzoek moeten plaatsvinden wat de problemen zijn bij de oprichting van oudercommissies: o hoeveel het voorkomt dat het niet lukt om een oudercommissie in te stellen o welke inspanningen en hoe vaak deze er worden ondernomen door ondernemers om te bereiken dat er een oudercommissie ingesteld kan worden o in de gevallen dat er daadwerkelijk geen oudercommissie actief is onder houders en ouders te toetsen waar dit aan ligt. o en hoe vaak het voorkomt dat er daadwerkelijk gehandhaafd wordt op het ontbreken van een oudercommissie Er wordt in dit wetsvoorstel dus een probleem opgelost waarvan niet eens duidelijk is wat het probleem precies is. Echter is er in de afgelopen jaren nooit geprobeerd om oudercommissies beter te laten functioneren. Waar lopen oudercommissies in de praktijk tegen aan, maar wordt niets voor geregeld in het wetsvoorstel? Naar aanleiding van casussen 1. Het vormen van een oudercommissie wordt door sommige ondernemers geboycot. Er wordt dan door de ondernemer gezegd dat er geen animo is voor de oudercommissie, terwijl ouders zich hiervoor wel afzonderlijk van elkaar hebben gemeld bij de ondernemer. Het is belangrijk dat hier in het toezicht aandacht voor is. Als een oudercommissie ontbreekt dan moet dat als signaal beschouwd worden. 2. Bescherming van oudercommissieleden. Oudercommissieleden die (te) kritisch zijn, lopen het risico hun contract op het spel te zetten. 3. Het faciliteren van oudercommissies. Veel oudercommissies geven bij BOinK aan dat zij moeizaam opereren door slechte facilitering, Er wordt heel vaak genoemd dat zij geen of moeilijk contact kunnen krijgen met ouders en dat zij voor veel ouders onzichtbaar zijn. Contactgegevens (in ieder geval e-mailadressen) van ouders moeten daarom beschikbaar zijn voor oudercommissies zodat zij hen op een optimale manier kunnen vertegenwoordigen. Een oudercommissie die niet rechtstreeks contact kan hebben met haar achterban kan haar taak niet uitoefenen. Tevens moet de oudercommissie zelf kunnen beschikken over een eigen e-mailadres dat niet beheerd wordt door en niet inzichtelijk is voor de houder.
© Copyright 2024 ExpyDoc