STAPPENPLAN 15 REKENEN STAPPENPLANNEN WAAIER Stappenplannen voor: Lesaanvang Verhalen schrijven Nieuwsrekenen Toegepaste Spelling Vragen Schema’s maken Een TOETS leren Een DICTEE leren Presenteren Recensie schrijven Informatie zoeken Feedback 1 en 2 Rekenen Problemen oplossen 6 Problemen oplossen 7/8 1 Weet je wat je moet doen? JA: Ga verder naar stap 2 NEE: Vraag hulp of uitleg 2 Is je schrift klaar? Wat moet er staan: * nummer van de bladzijde en datum * nummer of letter van de oefening * in rijtjes of kolommen? * zijn alle sommen opgeschreven? * puntjes gezet? 3 Begin bij de eerste som Let op: maak de sommen altijd in goede volgorde 4 Kun je er een bepaald soort som uithalen? Ja: * erbij + * eraf * keer x * gedeeld door : Nee: vraag hulp of uitleg 5 Waar en hoe schrijf je het antwoord op? Let op de honderdtallen, tientallen en lossen. In elk hokje één cijfer 6 Kijk na * antwoord bij de goede som? * antwoord goed opgeschreven? * is het ook voor juf/meester te lezen? 7 Weet je wat de volgende som is: Ga verder met stap 4 STAPPENPLAN STAPPENPLAN PROBLEEM OPLOSSEN PROBLEEM OPLOSSEN voor GROEP 6 1 Er is een probleem: “Wat moet je doen?” * wat is het probleem? * wat is er aan de hand? * wat wordt er gevraagd? 2 KIJK NAAR ALLE MOGELIJKHEDEN “Hoe los ik het op?” 3 “Focussing”: * concentreer je * richt je aandacht * bedenk voor elke oplossing ook Wat er zou kunnen gebeuren! 4 BESLIS EN CONTROLEER: * kies een antwoord * kies een oplossing * maak je keuze 5 EVALUATIE * Hoe heb ik het gedaan? * Wat vind ik ervan? * Heb ik de situatie goed opgelost? * Goed gewerkt, of: Volgende keer beter! voor GROEP 7 en 8 1 PROBLEEMANALYSE “Wat moet ik doen?” * Heb ik goed naar de instructie Geluisterd? * Heb ik de opdracht goed gelezen? * Heb ik wat ik nodig heb voor de opdracht? 2 Zoeken naar een goede oplossingsmanier “Hoe ga ik het doen?” * Welke ‘truc’ kan ik het beste hier gebruiken? * Wat is ‘handig’ of ‘onhandig’ aan elke oplossing? * Ken ik de regels voor iedere ‘truc’? * Kan ik die ergens vinden/opzoeken? 3 Nu volgt het uitvoeren van de eigenlijke opdracht “Ik doe mijn werk” * Gebruik als het nodig is ook picto’s of tekeningetjes om je te helpen * Hoeveel tijd heb je nog over om de opdracht te maken of uit te voeren? 4 EVALUATIE “Ik kijk mijn werk na” * Wat vind ik er van? * Werkte het? * Ben ik tevreden?, of: * Had ik het anders moeten doen? STAPPENPLAN VERHALEN SCHRIJVEN 1 DE INLEIDING – waar het over gaat: Wie – wat - waar – wanneer – waarom? 2 DE KERN A: Hoe ontwikkelt het verhaal zich? - De volgorde (logisch) - Het belangrijkste laatst Grappigste/spannendste 2B: Hoe gaat het verder? Eerst – toen – daarna – tenslotte 3 HET SLOT – hoe het afloopt: Uitleggen van de belangrijkste gebeurtenis van het verhaal. 4 DE TITEL Je kunt pas een goede, pakkende en bij het verhaal passende titel bedenken, als het verhaal helemaal klaar en af is. Daarom zin je de titel pas op het laatst. STAPPENPLAN PRESENTEREN 1 BEREID JE GOED VOOR! Zet trefwoorden op een blaadje, zodat je geen dingen vergeet te vertellen. 2 ZORG DAT JE DUIDELIJK PRAAT! Oefen dit thuis met bijv. je ouders of een oudere broer of zus. 3 HULPMIDDELEN Als je iets maakt, zorg er dan voor dat alles netjes verzorgd is, en stevig. 4 HOUD DE PRESENTATIE KORT Vertel vooral de belangrijkste dingen die je geleerd hebt! 5 NA AFLOOP: Geef je publiek de kans om je materialen te bekijken of vragen te stellen. STAPPENPLAN RECENSIE SCHRIJVEN RECENSIE: Stukje tekst waarin iemand zegt wat hij van een boek, film, e.d. vindt. 1 Begin eerst met zoeken in boeken. VERHAAL: Vertel kort waar het over gaat; - Gebruik maar een paar regels - Wie is de hoofdpersoon, wat gaat die doen, waar speelt het zich af? - Vertel het einde ervan. 2 Stel vragen aan andere mensen. Kijk eens rond in de klas, op school, In jouw eigen omgeving. In jouw dorp of stad zijn vast mensen te vinden die meer over dat onderwerp weten MENING A: Vertel wat je ervan vindt; Schrijf trefwoorden op als: -spannend-gevaarlijk - avontuur – grappig – 3 Stuur een brief of e-mail naar een persoon of organisatie. Die zijn vaak bereid om je allerlei materiaal en informatie toe te sturen. 4 INTERNET: Op www.google.nl kun je allerlei onderwerpen intypen om naar de juiste website te surfen. MENING B: Schrijf dan bij elk trefwoord Een alinea aan tekst: Leg uit waarom je het spannend vindt. Schrijf niet meer dan 4 alinea’s. EINDOORDEEL: Hierin vertel je waarom je het iemand zou aanraden, en klaar is je recensie! STAPPENPLAN INFORMATIE ZOEKEN 5 HANDIGE WEBSITES: www.wikepedia.nl: veel informatie maar ook moeilijke woorden. www.wikikids.nl: minder informatie maar het wordt makkelijker uitgelegd. www.schooltv.nl/beeldbank: veel filmpjes met informatie. www.entoen.nu: veel informatie over onderwerpen voor geschiedenis. www.nu.nl: allerlei artikelen over het nieuws www.davindi.nl Stappenplan Lesaanvang 1 Leg je schrift, pen en kladpapier klaar, en open je boek bij de les van vandaag. 2 Kijk naar de les: - waar gaat de les over? -wat moet je daarvoor weten? 3 Kijk naar de opdrachten: -zijn er dingen die je nu al niet kent of weet? -welke opdrachten kun je al wel meteen maken? 4 Schrijf op wat je wilt vragen 5 kijk tot slot of je nog iets anders nodig hebt om de opgaven te kunnen maken, en leg ook die dingen alvast klaar. Vragen tijdens Zelfst. Werken 1 Probeer eerst zelf het antwoord te vinden, en vraag het daarna aan iemand anders 2 Als je er samen niet uitkomt, schrijf dan je vraag op het Vragenblad. 3 Tot slot leg je jouw Vraagkaart op de hoek van je tafel, en ga dan alvast verder met een volgende opdracht tot de meester of juf tijd heeft antwoord te geven. Stappenplan Schema’s maken Bekijk de vorm van de tekst 1 de lay-out van de tekst 2 de titel van de tekst 3 de indeling in alinea’s 4 de subtitels en “kopjes” 5 de vetgedrukte of schuingedrukte woorden Lees de tekst 6 zoek de signaalwoorden (bijv.; ten eerste, vervolgens, maar, uiteindelijk 7 Zoek de kernwoorden 8 Wat is de hoofdgedachte: waar gaat de tekst over? Maak het schema Stappenplan Leren van een Toets De eerste dag dat Je onthoudt je leert bestudeer 30% van de je de tekst 15 min. tekst De tweede dag bestudeer je de leerstof 11 minuten Je onthoudt 45% van de leerstof De derde dag kun je de leerstof dan zo’n 8 min. bestuderen Je onthoudt nu 65% van de leerstof De vierde dag ga je de leerstof 6 min. bestuderen Je onthoudt 77% van de leerstof De vijfde dag leer je de lesstof 4 min De zesde dag studeer je de stof 3 minuten Je onthoudt 82% v. alles Je onthoudt nu zo’n 90% van alles STAPPENPLAN VOOR HET LEREN 1 Lees de zin. 2 Leer de zin uit je hoofd. 3 STOP! Bij welk woord (of welke woorden) zou je een fout kunnen maken? Geef het woord (of die woorden) een kleurtje met stift. VAN EEN DICTEE Stap 8 + 9 zijn er voor als je het dictee leren erg moeilijk vindt. 8 Zoek spellingtips voor de woorden die je fout had. 9 Schrijf die spellingtips over in je dictee-/spellingschrift. 4 Voor leerlingen met DYSLEXIE: Oefen alleen de nieuwe, moeilijke woorden. 5 Neem een “foto” van de woorden (in je hoofd). 6 Schrijf de woorden op en controleer ze. 7 Kijk na en geef fouten aan, 10 Oefen extra op de woorden die je fout had 11 Laat door een klasgenoot het dictee bij jou afnemen. 12 CONTROLEER HET DICTEE EN VERBETER JE FOUTEN!
© Copyright 2024 ExpyDoc