Schoolgids 2014 - Welkom op de site van Basisschool De Wegwijzer

Schoolgids
2014 / 2016
Laatst afgedrukt op 16-07-2014 9:20:00
Schoolgids De Wegwijzer
2
Schoolgids De Wegwijzer
INHOUDSOPGAVE
0. Voorwoord
4
1. Inleiding
5
2. De school
6
3. Waar de school voor staat ( missie en visie)
8
4. De organisatie van het onderwijs
12
5. De leerlingen ( instroom, doorstroom, uitstroom)
21
6. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen
28
7. De teamleden op De Wegwijzer
30
8. De ouders
33
9. Voorzieningen op De Wegwijzer
36
10. Vakantieregeling en roosters ( zie jaardeel )
39
11. Praktische punten A t/m Z ( zie jaardeel)
39
12. Plattegronden locaties De Tol / Oude Bleijk ( zie jaardeel)
39
3
Schoolgids De Wegwijzer
0. Voorwoord
Basisschool De Wegwijzer heeft voor u deze gids samengesteld om u te helpen bij het
kiezen van een school voor uw kind. In de schoolgids beschrijven wij waarvoor wij staan,
welke uitgangspunten wij hanteren, de organisatie van het onderwijs, over de instroom,
doorstroom en uitstroom van onze leerlingen en niet te vergeten de belangrijke rol die ouders
kunnen spelen.
Natuurlijk is deze gids ook bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben. Aan
hen leggen we verantwoording af over onze manier van werken en over de resultaten die we
op onze school behalen.
Over Passend Onderwijs is al veel gezegd en geschreven. Toch is lang niet voor iedereen
duidelijk wat er met Passend Onderwijs bedoeld wordt, wat er op 1 augustus 2014
verandert en wat er niet verandert. Hier volgt een beknopte uitleg.
Passend Onderwijs is de uitwerking van de wet die op 1 augustus 2014 van kracht is en
bepaalt dat scholen (formeel de schoolbesturen) ervoor verantwoordelijk zijn dat elke
leerling die bij hen op school zit of wordt aangemeld, een passende onderwijsplek krijgt. Dat
kan op de eigen school zijn of op een van de andere scholen binnen het
samenwerkingsverband (zorgplicht).
Zie verder : Hoofdstuk 5.1 Passend onderwijs ( bladzijde 21)
U ontvangt naast de Schoolgids ( 2014 - 2016) jaarlijks een Jaardeel, dat specifieke
informatie geeft over de organisatie van schooljaar 2014 – 2015.
We hopen dat u onze nieuwe Schoolgids met plezier leest. Als u tijdens of na het lezen
vragen, opmerkingen of suggesties heeft, vertel ze ons!
Met vriendelijke groeten,
namens het team,
Ronald van der Lubbe
Paulien Uithof
4
Schoolgids De Wegwijzer
1. Inleiding
1.1 Waarom een schoolgids voor ouders?
Deze gids geeft aan waar onze school voor staat, wat ons drijft en hoe wij één en ander
trachten te realiseren.
Deze gids is samengesteld om u te helpen bij het kiezen van een school voor uw kind.
Natuurlijk is deze gids ook bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben. Aan
hen leggen we verantwoording af over onze manier van werken en over de resultaten die we
op onze school behalen.
1.2 Wat vertellen wij u in deze schoolgids?
In deze gids vertellen wij:
 hoe wij de doelstellingen, die de wet op het basisonderwijs ons stelt, proberen te
garanderen;
 hoe de opzet van ons onderwijs is;
 hoe onze zorg voor de leerlingen is georganiseerd;
 hoe wij de resultaten meten;
 hoe wij u daarvan op de hoogte stellen;
 welke methoden wij hanteren;
 hoe wij met elkaar omgaan;
 en wat wij van de leerkrachten, de kinderen en van u verwachten.
Wij besteden ook aandacht aan formele zaken als vakantie en verlofregelingen, festiviteiten,
inspraak en wijzen wij u op de klachtenregeling.
1.3 Wie hebben er aan deze schoolgids meegewerkt?
Aan deze schoolgids werkten de volgende personen en/ of groepen mee:
 de directie en de leerkrachten;
 de medezeggenschapsraad ( MR);
 de oudervereniging ( OV).
1.4 Verzoek aan ouders om te reageren
Mocht u nog aanvullende wensen of suggesties hebben voor verbetering van deze gids,
aarzel dan niet contact op te nemen met de directie of de groepsleerkracht van uw kind.
5
Schoolgids De Wegwijzer
2. De school
2.1 De naam (zie Jaardeel )
De Wegwijzer
www. dewegwijzerschool.nl
[email protected]
Hoofdlocatie
De Tol 251
2266 EE Leidschendam
Tel:
070-3275243
Fax: 070-3018115
Dependance
De Oude Bleijk 4
2266 CK Leidschendam
Tel:
070-3274042
Fax: 070-3010904
Directie :
Directeur
Adjunct-directeur
: R.H.J.J. van der Lubbe MEM ( Master in Educational
: P.T. Uithof MSEN (Master in Special Educational Needs)
Management)
2.2 Het bestuur van onze school ( zie Jaardeel)
Vanaf 1 april 2006 maakt onze school onderdeel uit van de Stichting
Samenwerkingsbestuur PANTA RHEI. Deze stichting is ontstaan uit een fusie van het
bestuur van het Openbaar Onderwijs in Leidschendam-Voorburg, de Stichting Katholiek
Onderwijs De Jakobsladder en het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs
Voorschoten.
Het doel van de stichting is de bevordering van het primaire openbaar en Rooms-Katholieke
onderwijs door middel van het oprichten, het in stand houden van en het behartigen van de
belangen van de afzonderlijke scholen die vallen onder de stichting.
Onze stichting heeft de verantwoordelijkheid over 15 basisscholen, waarbij er zorg voor
wordt gedragen dat iedere school zijn eigen identiteit kan behouden.
Een krachtige algemene directie voor de dagelijkse leiding, met een groot aantal
gemandateerde bevoegdheden en taken. Op elke basisschool is de directeur integraal
verantwoordelijk voor het onderwijskundige beleid en de uitvoering binnen de door het
bestuur vastgestelde kaders en de goede gang van zaken op de school.
Het bestuur behoudt echter altijd de eindverantwoordelijkheid, stelt o.a. het strategisch
beleidsplan op, stelt de begroting en de jaarrekening vast en beslist over zaken zoals
arbeidsvoorwaarden en dergelijke.
6
Schoolgids De Wegwijzer
2.3 Organigram Stichting Samenwerkingsbestuur PANTA RHEI
Ter ondersteuning van het bestuur en om deze beleidskaders te vertalen naar de dagelijkse
onderwijspraktijk is een algemene directie benoemd. Samen met de directies van de
scholen draagt hij er ook zorg voor, dat het beleid op schoolniveau wordt uitgevoerd.
Hiermee is de basis gelegd voor een gezonde organisatie die enerzijds de continuïteit en
kwaliteit van het onderwijs waarborgt en anderzijds een goede werkplek biedt aan het
personeel.
Bestuur
Algemene directie
Bestuurskantoor
OBS De Parachute
ATBS De
Springplank
RKBS De
Regenboog
OBS De Margriet
ABB Essesteijn
RKBS Maerten van
den Velde
OBS Dalton De
Tandem
ATBS De
Wegwijzer
RKBS Pius X
OBS Prof. Casimir
RKBS De Lusthof
RKBS Emmaus
RKBS Sint Maarten
RKBS Maria
Bernadette
RKBS De Walvis
7
Schoolgids De Wegwijzer
3. Waar de school voor staat ( missie en visie )
3.1 Missie
De Wegwijzer, die van start is gegaan op 1 augustus 2010, is een samenvoeging van
basisscholen Joannes XXIII en Christina.
De Joannes XXIII is van oorsprong een rooms-katholieke school, die in 1964 is opgericht.
De Christinaschool heeft een openbare identiteit en is gesticht in 1960.
Basisschool De Wegwijzer dient toegankelijk te zijn voor alle leerlingen, leerkrachten en
ouders ( ongeacht culturele achtergrond, godsdienst en levensbeschouwing), mits zij onze
visie accepteren.
Basisschool De Wegwijzer heeft een missie geformuleerd, waarin ze het gewaardeerde
verleden en de gewenste toekomst gaarne zien samenkomen:
De wijze uil en de trotse pauw halen samen het beste uit jou.
Overbrengen van kennis ( de wijze uil van de Joannes) en trots zijn op wie je bent en wat je
doet ( de trotse pauw van de Christina) waren de uitgangspunten van beide scholen, die in
de logo’s van de scholen tot uitdrukking kwamen.
3.2 Visie
Basisschool De Wegwijzer heeft als visie dat zij een school wil zijn waar leerlingen:
a) onder gunstige omstandigheden;
b) goed onderwijs kunnen volgen;
c) in een pedagogisch klimaat, waar het welbevinden van de kinderen een centrale
plaats inneemt;
d) en waarbij voldoende rekening wordt gehouden met de levensbeschouwelijke
identiteit van de kinderen en hun ouders.
3.2.1 Wat zijn gunstige omstandigheden?
 De school beschikt over goede huisvesting;
 De school bewaakt systematisch de kwaliteit van haar onderwijs en neemt
maatregelen om de kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren;
 De interne communicatie binnen de school is functioneel;
 De school onderhoudt functionele contacten met ouders en of verzorgers;
 De inzet van personele en materiële middelen is doelmatig.
3.2.2 Wat houdt goed onderwijs in?
 De leerlingenzorg is zodanig georganiseerd, dat leerkrachten systematisch de
ontwikkeling van hun leerlingen volgen en zorgen voor specifieke begeleiding bij
geconstateerde problemen;
 De school houdt rekening met individuele verschillen t.a.v. instructie en verwerking
van de leerstof;
 Het didactisch handelen van de leerkrachten is effectief;
 De school realiseert voor ieder kind zo optimaal mogelijke leeropbrengsten;
 Het leerstofaanbod is maatschappelijk relevant, eigentijds en onderwijskundig
verantwoord.
8
Schoolgids De Wegwijzer
3.2.3 Wat betekent een goed pedagogisch klimaat?
 De leerlingen, ouders en de leerkrachten voelen zich veilig op school;
 De leerlingen, ouders en leerkrachten tonen in de omgang respectvol gedrag;
 De school besteedt ruime aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de
leerlingen.
3.2.4 Identiteit
Hoe wordt rekening gehouden met de levensbeschouwelijke identiteit?
Op De Wegwijzer wordt iedereen welkom geheten; de school staat open voor alle kinderen,
ongeacht hun levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of
seksuele geaardheid, mits zij de identiteit van de school onderschrijven.
De Wegwijzer houdt rekening met en gaat uit van wederzijds respect voor de
levensbeschouwing of godsdienst van alle leerlingen, ouders en personeelsleden.
Centraal uitgangspunt van Basisschool De Wegwijzer is de ander te waarderen, zoals hij is.
De volgende kernwaarden spelen een wezenlijke rol:
a)
b)
c)
d)
Iedereen is welkom;
Discriminatie in welke vorm dan ook is niet toegestaan;
Mensen verschillen van elkaar, maar zijn wel gelijkwaardig;
Op basisschool De Wegwijzer is het belangrijk dat verschillen tussen mensen
worden gewaardeerd en gerespecteerd;
e) Er is wederzijds respect voor de levensbeschouwing van de kinderen, ouders en
leerkrachten.
De Wegwijzer laat zich inspireren door een veelheid aan religies en levensbeschouwingen.
Het is met name de diversiteit aan opvattingen, als gevolg van mensen met verschillende
religieuze en levensbeschouwelijke achtergronden, waardoor de Wegwijzer zich laat
kenmerken.
We kunnen hierbij denken aan: tradities, verhalen, rituelen, normen en waarden vanuit de
verschillende religies.
De Wegwijzer maakt het mogelijk, dat leerkrachten en overige functionarissen meerdere
religies / levensbeschouwingen vertegenwoordigen.
Op De Wegwijzer is het belangrijk, dat leerkrachten vanuit verschillende religies kunnen
worden benoemd aan de school.
Op De Wegwijzer is het mogelijk dat zij hun religie of levensovertuiging uitdragen.
Dit houdt in, dat zij vanuit hun eigen levensovertuiging met de kinderen in gesprek gaan,
maar daarbij wel de kinderen op objectieve en neutrale wijze informatie geven.
Op De Wegwijzer vindt de besluitvorming op democratische wijze plaats.
Er wordt gestreefd naar een zogenaamde gedeelde visie. Elke inbreng is wezenlijk en wordt
gehoord.
9
Schoolgids De Wegwijzer
Godsdienst
Het facultatieve vak godsdienst heeft tot doel bij te dragen aan de identiteitsontwikkeling van
de leerlingen door leerlingen met elkaar in gesprek te brengen.
De leerlingen van groep 3 t/m 8 kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan de lessen
godsdienst, welke wekelijks gedurende ¾ uur worden verzorgd door de
godsdienstleerkracht. Het vak godsdienst wordt gegeven vanuit het christelijke geloof.
Inhoud lessen godsdienst:
De verhalen uit de bijbel worden verteld in combinatie met een verwerking.
De volgende feesten worden behandeld:
Valentijnsdag, Vasten, Carnaval, Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaartsdag, Pinksteren,
St. Maarten, Kerstfeest, Oud en Nieuw etc.
Naast de christelijke feesten worden ook feestdagen van andere godsdiensten behandeld:
Divali, Holi, Suikerfeest, Ramadan, Offerfeest, Chanoeka, Poerinfeest, Pesach etc.
Belangrijke thema’s, die aan de orde worden gesteld:
vriendschap, trouw, pesten, de dood; hoe is het in de hemel, de doop, de betekenis van je
naam, hoe ga je met elkaar om.
Levensbeschouwelijke vorming
Eens in de vijf weken is er een les ‘levensbeschouwelijke vorming’, waar alle leerlingen aan
deelnemen. Tijdens deze lessen staan de verschillende wereldgodsdiensten centraal. Wij
vinden het belangrijk dat de kinderen weet hebben van deze godsdiensten, zodat ze elkaar
en de wereld beter kunnen begrijpen. Deze lessen worden met de methode Leefstijl
gegeven.
Vieringen ( zie Jaardeel)
Op De Wegwijzer worden in alle groepen feesten gevierd, die verband houden met concrete
en bestaande religies en andere levensbeschouwingen en voor iedereen zijn bedoeld.
De volgende vieringen / ontmoetingsmomenten zullen jaarlijks een belangrijke rol spelen op
De Wegwijzer:
Het Sinterklaasfeest
Voor de leerlingen van de groepen 1 t/m 8. Vanaf groep 5 maken de kinderen een surprise.
Het Kerstfeest
In alle groepen wordt aandacht besteed aan het kerstverhaal.
In de beide aula’s van de gebouwen wordt een kerststal ingericht.
In de lokalen staat een kerstboom.
Carnaval
De kinderen mogen deze ochtend of middag verkleed naar school.
De kinderen krijgen de gelegenheid om een rondgang te maken door de aula op
carnavalsmuziek.
Paasfeest
Onderbouw en bovenbouw organiseren op de woensdag of donderdag voorafgaande aan
Goede Vrijdag een paasfeest.
Suikerfeest
De afsluiting van de Ramadan is voor de Islamitische kinderen een belangrijk moment, waar
we met zijn allen aandacht aan willen besteden.
De dag na of voor het officiële Suikerfeest, wordt in de groepen aandacht besteed aan de
achtergrond van het feest.
10
Schoolgids De Wegwijzer
3.3 Sociaal- emotionele ontwikkeling van leerlingen
Het vak sociaal – emotionele ontwikkeling wordt als apart vak in het rooster opgenomen.
Er wordt wekelijks ¾ uur in de groepen 1 t/m 8 gewerkt met de methode Leefstijl.
Thema’s die aan bod komen:
Thema 1 : sfeer in de groep
Thema 2 : communicatie
Thema 3 : gevoelens
Thema 4 : zelfvertrouwen
Thema 5 : diversiteit ( allemaal anders, allemaal gelijk)
Thema 6 : gezondheidsvaardigheden
In alle thema’s worden sociaal-emotionele vaardigheden behandeld:










Spreken en presenteren
Keuzes maken
Geschreven communicatie
Relaties aangaan en relaties onderhouden
Samenwerken
Omgaan met verlies
Doelen bereiken
Feedback geven en feedback ontvangen
Onderhandelen
Conflicten oplossen
De lessen, die worden gegeven in het kader van Leefstijl, besteden ruime aandacht aan de
wereldgodsdiensten: Christendom, Islam, Hindoeïsme, Boeddhisme, Jodendom en de
daarbij behorende normen en waarden.
In de lessencyclus wordt ook aandacht besteed aan burgerschapskunde.
3.4 Schoolregels
De geldende regels op school zijn voor alle kinderen gelijk. Dit zorgt voor duidelijkheid.
Kinderen weten waar ze aan toe zijn. Soms is het van belang dat er voor een groep of een
kind een afwijkende maatregel wordt genomen.
11
Schoolgids De Wegwijzer
4. De organisatie van het onderwijs
4.1 De schoolorganisatie
De Wegwijzer is een middelgrote school. De leerlingen zijn verdeeld in:
de onderbouw
(leerjaren 1, 2, 3 en 4)
de bovenbouw
(leerjaren 5, 6, 7 en 8)
De onderbouw is gehuisvest in locatie De Tol en de bovenbouw in locatie De Oude Bleijk.
Het streven is er op gericht om de twee bouwen in de toekomst in één locatie te huisvesten.
De kinderen van groep 1 en 2 zitten door elkaar in zogenaamde heterogene groepen.
Spelenderwijs kunnen de kinderen veel van elkaar leren en rekening leren houden met
elkaar. De kinderen van groep 3 t/m 8 zitten in jaargroepen of combinatiegroepen.
Deeltijdarbeid, compensatieverlof en seniorenbeleid komen ook in het onderwijs voor. Dit
heeft tot gevolg, dat er meerdere leerkrachten voor een groep kunnen staan.
In alle gevallen zijn er duidelijke afspraken gemaakt tussen de verschillende
groepsleerkrachten over werkwijze, regels en andere zaken.
4.2 De groepsgrootte
Voor de Wegwijzer is het van groot belang om een goede instroom van leerlingen te hebben.
Ons beleid is om de groepen in principe niet groter te maken dan 30 leerlingen.
Afhankelijk van het aantal zorgleerlingen in een groep, kan een groep bewust kleiner worden
gehouden. Ook combinatiegroepen worden geprobeerd iets kleiner te houden. De
gemiddelde groepsgrootte op De Wegwijzer ligt voor schooljaar 2014 / 2015 op 24
leerlingen.
4.3 De “leeractiviteiten“ in de onderbouw ( groep 1 en 2)
Jongste en oudste kleuters zitten op onze school bij elkaar in dezelfde groep. We hebben
gemerkt dat de kinderen elkaar dan beter kunnen helpen.
Bij de jongste kleuters ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel
aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. De kinderen leren al spelend. Dit gaat bij de
oudste kleuters door, maar hier hebben de leerkrachten een meer sturende rol. De oudste
kleuters bieden we allerlei speelse activiteiten aan, die voorbereiden op het leren lezen,
rekenen en schrijven in groep 3.
We werken in de kleutergroepen vanuit de kring. De schooldag begint in de kring en hier
keren de kinderen ook steeds weer terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels,
in de hoeken, in de speelzaal en op het schoolplein.
In de kleutergroepen werken we aan de hand van thema's (school, vakantie, jaargetijden,
kunst etc.). Op een speelse manier leren de kinderen hoe hun wereld in elkaar zit. Er is veel
aandacht voor taalvorming, omdat dit de basis is voor veel ander leren.
Veel kinderen zitten tweeënhalf à drie jaar in een kleutergroep. Dat is afhankelijk van hun
geboortedatum en hun aard en aanleg. We voeren regelmatig observaties uit om vroegtijdig
eventuele leerproblemen te signaleren.
We vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in een kleutergroep zit. Succesvol groep
3 doorlopen lukt pas, als een kind daaraan toe is. We zien een kind liever een jaar langer in
groep 1/2, dan jarenlang op de tenen de school doorlopen.
12
Schoolgids De Wegwijzer
Kringactiviteiten
De kring biedt mogelijkheden om:
- kinderen elkaar te laten ontmoeten;
- in groepsverband de ontwikkeling te stimuleren;
- kinderen van elkaar te laten leren;
- de ontwikkeling van de taakgerichtheid te stimuleren;
- de taalontwikkeling te stimuleren.
De kring dient als startpunt en eindpunt van diverse activiteiten.
Speel- en werkactiviteiten
- Kinderen in de gelegenheid stellen om te werken met verschillende beeldende
materialen;
- Kinderen in de gelegenheid stellen om te werken met verschillende
ontwikkelingsmaterialen;
- Het begeleiden van spelende kinderen: het scheppen van voorwaarden op grond
waarvan kinderen tot spel kunnen komen en het concreet begeleiden van kinderen die
niet kunnen spelen;
- Voorwaarden realiseren, opdat kinderen met een CD-speler zelfstandig luisteractiviteiten
kunnen uitvoeren; computer!
- Mogelijkheden bieden, opdat een kind bezig kan zijn met gedrukte / geschreven letters,
woorden en teksten.
Bewegingsactiviteiten
-
Het geven van bewegingsles met materiaal;
Het geven van bewegingsles met spelletjes;
Het geven van bewegingsles door middel van ritmiek en dans;
Muzikale activiteiten
-
Met kinderen muziek maken: zingen, musiceren, improviseren, en op andere manieren
actief en bewust met geluiden bezig zijn;
Met kinderen bewegen op muziek: dans, beweging, zangspel en improvisatie;
Met kinderen muziek beluisteren: op cd of bij het dansen en het luisteren naar anderen.
Activiteiten in het kader van bevordering van gezond gedrag
-
Aandacht schenken aan onderwerpen, waarbij het accent ligt op aspecten van de
gezondheid;
Kinderen leren samen te werken en samen te spelen met anderen, op te komen voor
zichzelf zonder anderen te kwetsen. Respect en interesse kweken voor de ander;
Wijzen op gezondheidsaspecten, die samen hangen met het natuurlijk leefmilieu.
Buitenactiviteiten
-
Kinderen op de speelplaats de gelegenheid bieden voldoende gericht te kunnen spelen.
13
Schoolgids De Wegwijzer
4.4 De basisvaardigheden ( groep 3 t/m 8)
Binnen de basisvaardigheden houden we rekening met individuele verschillen tussen
leerlingen. Zoveel mogelijk proberen we de kinderen te laten voldoen aan de doelen die er
per groep gesteld zijn. Kinderen die hier moeite mee hebben, krijgen extra aandacht in de
klas om eventuele hiaten weg te werken. Dit is mogelijk door gebruik te maken van
uitgestelde aandacht en zelfstandig werken. Als het nodig is wordt de intern begeleider
hierbij ingeschakeld. Als ook dit niet het gewenste effect heeft, zal er voor deze kinderen een
oefenprogramma worden samengesteld. Door het werken met extra oefenstof proberen we
de aansluiting bij de groep vast te houden.
In de volgende hoofdstukken beschrijven we de basisvaardigheden in het kort.
Lezen
In groep 1-2 zijn de kleuters reeds bezig met de voorbereiding op het leren lezen.
Spelenderwijs leren ze de begrippen die hiervoor nodig zijn. In de kring, tijdens de
werklessen, middels spel, liedjes en drama, en tijdens het werken met de computer worden
tal van begrippen en woorden aangereikt.
Naast de ervaring van de leerkrachten wordt ook gebruik gemaakt van de methode
“Ik & Ko ”, welke een voorloper is van de leesmethode in groep 3.
In groep 3 begint het aanvankelijk lezen met behulp van de methode “Veilig Leren Lezen”.
* Met ingang van schooljaar 2014 /2015 maken we gebruik van de nieuwste versie van de
methode VLL. Deze methode is in juni 2014 uitgebracht. Een investering van ruim € 17.500.
Vanaf groep 4 spreken we van voortgezet technisch lezen en gebruiken we
de methode “Estafette”. De leesvaardigheid met betrekking tot tempo en
nauwkeurigheid wordt verbeterd en er is aandacht voor leesbeleving en
leesplezier.
Ook wordt er steeds meer aandacht besteed aan begrijpend en studerend lezen, daar
gebruiken we de methode “ Nieuwsbegrip XL “ bij. Het goed beheersen van deze laatste
twee onderdelen is in onze ogen een voorwaarde om aangereikte informatie bij de
wereldoriënterende vakken eigen te kunnen maken.
Taal
Vanaf groep 4 wordt met de taalmethode “Taal Op Maat” gewerkt. Deze methode besteedt
aandacht aan woordenschatuitbreiding, taalbegrip(grammatica), stellen, spellen, spreken en
luisteren. Er is veel aandacht voor het aanleren en automatiseren van de basisvaardigheden.
Schrijven
In de kleutergroepen zijn de leerkrachten regelmatig bezig met het ontwikkelen van de
motoriek. Met name de fijne motoriek is belangrijk voor het leren schrijven. Vanaf
groep 3 t/m groep 6 oefenen de kinderen volgens de methode “Pennenstreken”.
In groep 7 en 8 mogen de kinderen een eigen handschrift ontwikkelen, waarbij natuurlijk wel
eisen gesteld worden ten aanzien van de leesbaarheid en verzorging van het schriftelijk
werk.
Rekenen & Wiskunde
Op De Wegwijzer wordt veel aandacht besteed aan het inzicht, het begrijpen van
rekenkundige bewerkingen. De leerlingen dienen kritisch te zijn over eigen uitkomsten.
Natuurlijk wordt er ook aandacht besteed aan het aanleren en automatiseren van tafels,
tellen en rekenen tot 20, hoofdrekenen en cijferen. We werken vanaf groep 3 met de
methode “Alles Telt”.
14
Schoolgids De Wegwijzer
Op de Wegwijzer leren wij de kinderen rekenen door praktische probleempjes uit het
dagelijks leven op te lossen, waarbij de leerlingen ook hun gekozen oplossingsstrategie
kunnen verwoorden.
De kinderen leren tabellen en grafieken lezen en opstellen. Rekenmachines mogen als hulp
gebruikt worden bij uitgebreide bewerkingen. Er wordt natuurlijk ook op een
handige manier uit het hoofd gerekend. De kinderen leren schatten, zodat de
rekenmachine gecontroleerd kan worden.
Wereld oriënterende vakken
Aardrijkskunde, geschiedenis en biologie herinnert iedereen zich nog wel uit zijn lagere
schooltijd. Daar zijn de laatste jaren nog een paar vakken bijgekomen.
Maatschappelijke verhoudingen, geestelijke stromingen, natuur - en milieueducatie (NME),
techniek, gezondheidsvorming en opvoeding (GVO), burgerschapskunde, om er maar een
paar te noemen. Sommige van die nieuwe vakken hebben onderdak gevonden bij de oude
onderdelen. Aan andere wordt aparte aandacht besteed.
Op een aantal van deze wereld oriënterende vakken gaan we wat dieper in.
a. Geschiedenis
Onze geschiedenismethode heet: “Brandaan” en heeft als uitgangspunt de leef- en
ervaringswereld van kinderen.
Het is van groot belang om het tijdsbesef bij de leerlingen zo vroeg mogelijk te ontwikkelen.
In de kleutergroepen wordt o.a. aandacht besteed aan begrippen als vandaag, morgen, deze
week, enz.
Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de kinderen wordt er in de groepen 3, 4 en 5 vooral
teruggekeken naar de jeugdtijd van opa en oma en geoefend met de kalender. Er wordt
gesproken over onderwerpen als vervoer, kleding, beroepen, spelletjes, enz.
b. Aardrijkskunde
Voor het aardrijkskundeonderwijs werken we met de methode: “Meander”. Ook deze
methode heeft een wereld verkennend karakter, waarbij we de kinderen in aanraking laten
komen met de wereld om hen heen. Indrukken en ervaringen uit de eigen belevingswereld
integreren in het onderwijs in de klas. Informatie wordt zelfstandig verwerkt, waarbij we een
onderzoekende houding stimuleren.
De leergang topografie heeft een sterke samenhang met de aangeboden thema’s bij het
aardrijkskundeonderwijs.
c. Natuur- en milieueducatie
Natuur - en milieueducatie (NME) is een veelomvattend vakgebied.
Wij werken met de methode “Naut “
Bij NME gaat het niet alleen om kennis maar vooral om de houding, die kinderen en
volwassenen ten opzichte van hun leefomgeving innemen.
Bovendien is de mening, die volwassenen uitdragen, belangrijk in het proces van
meningsvorming van kinderen. Denkt u alleen maar eens aan de afwegingen, die dagelijks
gemaakt worden tussen behoud van de natuur en economische belangen.
We proberen de kinderen op te voeden vanuit de gedachte dat ieder mens, hoe jong ook,
voor een klein stukje verantwoordelijk is voor een gezond leefmilieu.
Veel aandacht wordt besteed aan de actualiteit op het gebied van NME. Zo volgen wij al
jaren de schooltelevisielessen “Nieuws uit de natuur” en “Huisje Boompje Beestje” en
worden er regelmatig praktische lespakketten, leskisten de school binnengehaald en
excursies ondernomen.
Ook techniek is een vast onderdeel in deze methode.
15
Schoolgids De Wegwijzer
d. Verkeer
Het verkeersonderwijs is eveneens wereld verkennend, maar valt onder het vakgebied
“sociale redzaamheid”. Met name de houding en het gedrag van het kind vinden we van
belang. In alle groepen wordt hier met regelmaat over gesproken.
We maken in de groepen 1 t/m 8 gebruik van de actuele “Verkeerskrantjes” van
Veilig Verkeer Nederland, zodat we steeds up to date blijven. In groep 7 kunnen de
kinderen laten zien dat zij in staat zijn aan het verkeer deel te nemen. Dan wordt
namelijk het verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland op papier en in de
praktijk afgenomen.
Alle groepen doen jaarlijks mee aan een verkeersproject. De kinderen krijgen verkeersles in
de praktijk. De lessen zullen voor het grootste deel op de speelplaats gehouden worden.
Voor de onderbouw is het onderwerp: oversteken. Voor de middenbouw fietsvaardigheid en
voor de bovenbouw fietskeuring en het bespreken van lastige verkeerspunten in de wijk.
Engels
Vanaf groep 5 krijgen de kinderen Engels op onze school aangeboden, met de methode
“Take it easy”. Deze methode werkt met een native speaker en leert de kinderen in het
Engels te luisteren, spreken en te schrijven.
Expressie activiteiten en bewegingsonderwijs
Vakken als tekenen, handvaardigheid, muziek en gymnastiek zijn vakken die niet alleen
maar gegeven worden als ontspanning. Tijdens deze lessen proberen we de creativiteit, de
motoriek, de fantasie en de techniek van het kind te ontwikkelen, maar streven wij ook
kwaliteit na.
a. Tekenen en handvaardigheid
Tekenen en handvaardigheid komen in de onderbouw vrijwel dagelijks aan de orde. In de
hogere groepen staan zij als aparte vakken vermeld op het lesrooster, waarbij de kinderen
leren omgaan met diverse technieken en materialen.
b. Muziek
De muzieklessen worden verzorgd door de groepsleerkracht. Naast zingen komen het
notenschrift, bewegen op muziek en luisteren naar muziek aan de orde.
Bewegingsonderwijs
In de groepen 1 en 2 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. Dit vindt plaats op
het plein of in de eigen speelzaal binnen het hoofdgebouw aan de Tol. De groepen 3 t/m 8
krijgen twee keer per week 45 minuten bewegingsonderwijs in de gymzaal aan de Oude
Bleijk. Voor verschillende groepen worden de lessen verzorgd door een vakleerkracht.
Werken met de computer
De Wegwijzer wil onze leerlingen goed voorbereiden op een maatschappij, waarin
informatie- en communicatietechnologie een steeds grotere rol gaat spelen.
Zij zullen zelfstandig moeten kunnen werken met deze moderne informatie- en
communicatietechnologieën.
Algemene ICT-doelen
 Het is de taak van onze school alle leerlingen gedurende de hele schoolloopbaan te
trainen in algemene computervaardigheden, die noodzakelijk zijn voor het kind om
16
Schoolgids De Wegwijzer
zich verder te kunnen ontwikkelen binnen de diverse vakgebieden. Hiertoe werken
we met het programma “Basisbits” en de serie “4kids”;
 De inzet van ICT zorgt voor “Onderwijs op maat“ voor zowel de zwakke als de betere
leerlingen;
 De inzet van ICT in de dagelijkse schoolpraktijk leidt tot kwaliteitsverhoging van het
onderwijs op school, welke o.a. tot uiting komt in versterking van de zorgbreedte.
Specifieke ICT-doelen
Onderbouw (groepen 1, 2, 3 en 4)
 De leerlingen zijn in staat programma’s op te starten en te werken met programma’s
voor hun leeftijd en niveau;
 De leerlingen zijn in staat informatie op te zoeken met behulp van de computer.
Bovenbouw (groepen 5, 6, 7 en 8)
 Zie doelen onderbouw;
 De leerlingen zijn in staat om stelopdrachten met een tekstverwerker te maken;
 De leerlingen zijn in staat informatie op internet te vinden en te gebruiken voor onder
andere werkstukken.
Inzet computers bij het zelfstandig werken
Bij ICT wordt voor alle groepen 1 uur per week ingeroosterd.
In deze lestijden kan preventief dan wel remediërend gewerkt worden aan
uitvoering van handelingsplannen ( extra oefenstof voor taal, spelling, lezen en rekenen en
wiskunde).
17
Schoolgids De Wegwijzer
4.5 Huiswerk
Waarom huiswerk?
Wij streven ernaar om kinderen voorzichtig te laten wennen aan het andere leersysteem bij
het voortgezet onderwijs. Daar is thuis werken en leren een wezenlijk onderdeel van het
leerprogramma.
Wij beschouwen bovendien huiswerk als een middel om de zwakkere leerlingen extra te
kunnen laten oefenen.
Kinderen moeten voldoende tijd houden om te kunnen spelen en te ontspannen.
Hoeveel tijd?
In de groepen 4, 5, 6, 7 en 8 wordt regelmatig huiswerk gegeven. In de lagere groepen
gebeurt dat incidenteel.
Verder hangt het af van de individuele mogelijkheden van het kind. Goed lerende kinderen
zullen naar verhouding sneller hun huiswerk kunnen leren dan de zwakkere leerlingen.
Problemen bij het maken van huiswerk
Kinderen hebben na schooltijd vaak allerlei bezigheden: lid van een vereniging,
trainen na schooltijd, muzieklessen, taken thuis, familiebezoek, feestjes e.d.
Dit is geen excuus het huiswerk niet in orde te hebben. Leerkrachten zorgen er voor
huiswerk ruim op tijd (een week vooraf) mee te geven, zodat het maken of leren van
huiswerk gepland kan worden.
Bij het voortgezet onderwijs betekent het niet in orde hebben van huiswerk een onvoldoende
cijfer op de cijferlijst. In de hoogste groepen van onze school kan dit ook toegepast worden.
Het kind kan ook verplicht worden het werk na schooltijd te maken.
Wanneer en welk huiswerk op onze school?
leerjaar 3
leerjaar 4
leerjaar 5
leerjaar 6
Vertelbeurt (vorm van spreekbeurt); vertellen over bv. je sport/ huisdier),
geen beoordeling.
In overleg met ouders: letters trainen, oefenen met lezen
Zo nodig: voorbereiden van toneelstukje, gedicht
Boekenbeurt (vorm van boekbespreking); vertellen over een / je
(lievelings)boek, geen beoordeling.
Dicteewoorden mee naar huis. Het is aan de ouders of hier mee
geoefend wordt.
In overleg met ouders: rekenwerk, taalwerk en leeswerk
Stimulering ( inoefenen) van het technisch lezen
Oefenen van de tafels van vermenigvuldiging
Spreekbeurt, wel beoordeling
Dicteewoorden mee naar huis. Het is aan de ouders of hier mee
geoefend wordt.
Engelse woordjes
In overleg met ouders: rekenwerk, taalwerk en leeswerk
Stimulering ( inoefenen) van het technisch lezen
Oefenen van de tafels van vermenigvuldiging
Leerwerk natuur, aardrijkskunde, geschiedenis en verkeer
Boekbespreking, wel beoordeling
Engelse woordjes
Incidenteel rekenwerk / taalwerk / leeswerk
Schrijven (3x) van dicteewoorden
Oefenen van de tafels van vermenigvuldiging
Leerwerk natuur, aardrijkskunde, geschiedenis en verkeer
18
Schoolgids De Wegwijzer
leerjaar 7
leerjaar 8
Spreekbeurt, (onderwerp niet over hobby of huisdier), wel beoordeling.
Regelmatig (1-3 keer/ week) rekenwerk / taalwerk / leerwerk
Schrijven (4X) van dicteewoorden
Leerwerk natuur, aardrijkskunde, geschiedenis, verkeer en Engels.
Eén werkstuk per jaar
Boekbespreking, wel beoordeling
Bespreken van krantenartikel
Regelmatig (3-5 keer per week) rekenwerk / taalwerk / leerwerk
Schrijven (5x) van dicteewoorden
Leerwerk natuur, aardrijkskunde, geschiedenis, verkeer en Engels.
Eén werkstuk per jaar
Meer of minder huiswerk kan worden gegeven aan individuele kinderen, indien ouders en
leerkrachten dat nodig of wenselijk achten.
Meenemen van huiswerk
Het meenemen van huiswerk in de vorm van schriften, kopietjes of werkboeken kan met
behulp van een tas.
Boeken mogen incidenteel mee na overleg met ouders.
Leerkrachten geven daarbij aan, dat ouders verantwoordelijk zijn bij beschadiging van
leerboeken en deze dan dus moeten vergoeden.
De leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 hebben tevens een eenvoudige schoolagenda nodig.
Huiswerk niet in orde
Wanneer huiswerk niet in orde is of niet op tijd ingeleverd, wordt dit in groep 6, 7 en 8
geregistreerd.
Drie keer niet in orde: een sanctie in de vorm van het huiswerk zelf en een extra werkblad
wat in de pauze wordt gemaakt.
Huiswerkhouding wordt ook voor het rapport geregistreerd.
4.6 Zelfstandig werken binnen de jaargroep
Onder zelfstandig werken verstaan we de periode, waarin het kind onder schooltijd zonder
voortdurende begeleiding van de leerkracht opgedragen of zelf gekozen taken uitvoert.
Het kind wordt gestimuleerd om in die periode zelf initiatieven te nemen. Het kan in die
periode met andere kinderen samenwerken en krijgt mogelijkheden om het gemaakte werk
zelf te corrigeren.
Onderwijs op maat in de jaargroep
In de jaargroep wordt voor zover mogelijk gedifferentieerde instructie en verwerking
aangeboden in drie niveaugroepen.
Groep 1 : De leerlingen die behoren tot de CITO-I leerlingen ( hoogste Cito-score)
Groep 2 : De leerlingen die behoren tot de CITO-II/III leerlingen
Groep 3 : De leerlingen die behoren tot de CITO-IV/V leerlingen
NB. Op De Wegwijzer worden de drie niveaugroepen anders aangeduid:
Groep 1 : zonkinderen
Groep 2 : maankinderen
Groep 3 : sterkinderen
De leerlingen van groep 1 kunnen volstaan met een korte instructie en gaan vervolgens over
tot de verwerking van de lesstof, inclusief de verrijkingsstof uit de methode ( mits het tempo
het toelaat).
De leerlingen van groep 2 volgen de reguliere instructie en maken de reguliere verwerking.
19
Schoolgids De Wegwijzer
De leerlingen van groep 3 volgen de reguliere instructie + de extra instructie of krijgen
verlengde instructie tijdens het zelfstandig verwerken van de lesstof of tijdens de momenten
van zelfstandig werken, die in het lesrooster zijn opgenomen. Sommige van deze leerlingen
werken met een maatschrift of krijgen een beperking van de reguliere lesstof.
Zelfstandig verwerken van de lesstof en zelfstandig werken volgens het rooster
Van zelfstandig verwerken van de lesstof is sprake, indien alle leerlingen direct na de
instructie door de leerkracht van bijvoorbeeld een rekenles, zelfstandig dan wel in tweetallen
bezig zijn met het verwerken van de lesstof.
Doel :








de leerlingen zelf verantwoordelijkheid laten dragen en zelfstandig te worden;
de leerlingen verwerken de opdracht zelfstandig;
biedt mogelijkheden voor de begeleiding van zorgleerlingen;
biedt mogelijkheden voor differentiatie
(Tijdens het zelfstandig verwerken van de lesstof kan de leerkracht, mits de
leerlingen zich goed aan de gemaakte afspraken houden, aparte / extra instructie
geven aan de leerlingen van groep 1 ( CITO-I ) en groep 3 ( CITO IV/V);
leerlingen zijn vrij en verantwoordelijk voor het maken van keuzes en planning;
bevorderen van onderlinge samenwerking;
stimuleren van sociaal gewenst gedrag;
medeverantwoordelijkheid dragen voor rust in de groep.
Gebruik van het stoplicht door de leerkracht
Vanaf groep 3 wordt gebruik gemaakt van een stoplicht. De leerkracht kan met de kleuren
het volgende aangeven:
Kleur
Omschrijving
Rood
Oranje
Groen
Leerlingen mogen géén vragen stellen aan de leerkracht
De leerkracht doet de serviceronde
Leerlingen mogen wel vragen stellen aan de leerkracht
Gebruik van het blokje door de leerlingen
Alle kinderen beschikken over een houten blokje. Zij kunnen daarmee het volgende
aangeven:
Kleur
Omschrijving
Rood vlakje
Groene vlakje
Vraagteken
De leerlingen zijn niet beschikbaar voor hun medeleerlingen
De leerlingen zijn wel beschikbaar voor hulp aan medeleerlingen
De leerling heeft een vraag voor de leerkracht
NB. Op bepaalde momenten kan de leerkracht aangeven, dat de blokjes verplicht op rood
moeten staan, zodat de leerlingen de leerstof zonder overleg moeten verwerken.
4.7 Urentabel leerjaar 1 en 2 ( zie Jaardeel)
4.8 Urentabel leerjaar 3 en 4 ( zie Jaardeel)
4.9 Urentabel leerjaar 5 t/m 8 ( zie Jaardeel)
4.10 Schooltijden ( zie Jaardeel)
20
Schoolgids De Wegwijzer
5. De leerlingen ( instroom, doorstroom, uitstroom)
5.1 Passend onderwijs
Over Passend Onderwijs is al veel gezegd en geschreven. Toch is lang niet voor iedereen
duidelijk wat er met Passend Onderwijs bedoeld wordt, wat er op 1 augustus 2014
verandert en wat er niet verandert. Hier volgt een beknopte uitleg.
Passend Onderwijs is de uitwerking van de wet die op 1 augustus 2014 van kracht is en
bepaalt dat scholen (formeel de schoolbesturen) ervoor verantwoordelijk zijn dat elke
leerling die bij hen op school zit of wordt aangemeld, een passende onderwijsplek krijgt. Dat
kan op de eigen school zijn of op een van de andere scholen binnen het
samenwerkingsverband (zorgplicht).
Indien de school waarop de leerling zit of is aangemeld, dat onderwijs kan verzorgen, en dat
is in bijna 95% het geval, dan verandert er niets en merkt de leerling weinig of geen
verandering. Leerling en school passen goed bij elkaar. De school biedt
“basisondersteuning” en de leerling heeft daar voldoende aan. Basisondersteuning is de
ondersteuning die elke school in het samenwerkingsverband minimaal kan bieden.
Een samenwerkingsverband is een organisatie die de samenwerking tussen alle
basisscholen, scholen voor speciaal onderwijs en scholen voor speciaal basisonderwijs
binnen een bepaald gebied organiseert.
Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Stichting Passend Primair
Onderwijs Haaglanden (SPPOH). Het gebied omvat heel Den Haag, Leidschendam–
Voorburg en Rijswijk.
Ongeveer 1 op de 20 leerlingen in ons samenwerkingsverband heeft niet genoeg aan
basisondersteuning en is aangewezen op een vorm van extra ondersteuning. Vaak kan die
extra ondersteuning gegeven worden op de school waar de leerling zit of wordt aangemeld.
De school bepaalt in overleg met de ouders hoe die ondersteuning het beste kan worden
gegeven en vraagt daarvoor extra middelen aan bij SPPOH.
Soms is het niet haalbaar om de extra ondersteuning op de eigen school te organiseren en
wordt er voor de leerling een lesplaats in het speciaal (basis-) onderwijs of op een ander
basisschool georganiseerd.
De leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben dan de basisondersteuning gaan dus
wel iets merken van de invoer van Passend Onderwijs.
Wat verandert er:
1. Door de invoering van de zorgplicht krijgt de school /schooldirecteur, meer nog dan
nu (eind-) verantwoordelijk voor de leerlingzorg. De directeur wordt bij het vervullen
van de zorgplicht ondersteund door de intern begeleider van de school, een adviseur
van SPPOH en een schoolmaatschappelijk werker die, indien nodig, korte lijnen heeft
met de jeugdhulpverlening.
2. De rugzak verdwijnt. Omdat extra ondersteuning op basis van de
ondersteuningsbehoefte van de betreffende leerlingen uniek is, en elke aanvraag
daarom anders zal zijn, spreken we voortaan van een “arrangement”. We arrangeren
als het ware iets dat speciaal voor dit specifieke kind nodig is.
3. Het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs blijven gewoon bestaan. Er zijn
echter niet meer verschillende verwijsprocedures bij verschillende instanties. Alle
aanvragen voor een lesplaats op een school voor speciaal (basis-) onderwijs lopen
21
Schoolgids De Wegwijzer
4.
5.
6.
7.
8.
via SPPOH waar een team van deskundigen (expertiseteam) de aanvragen voor een
lesplaats beoordeelt. Bij een positieve beoordeling geeft SPPOH een
“toelaatbaarheidsverklaring” af.
SPPOH heeft de samenwerking van de scholen georganiseerd in tien kleinere
werkgebieden: acht stadsdelen en de gemeentes Leidschendam-Voorburg en
Rijswijk. Binnen die werkgebieden werken de scholen onderling samen en vindt
nauwe samenwerking met de Centra voor Jeugd en Gezin plaats. In elk werkgebied
is een school voor speciaal basisonderwijs.
SPPOH probeert extra ondersteuning zoveel mogelijk in de eigen omgeving van de
leerlingen te organiseren.
Passend Onderwijs gaat uit van handelingsgericht werken. Dat betekent concreet dat
er meer gekeken gaat worden naar de mogelijkheden van de leerlingen dan naar de
belemmeringen. Bij handelingsgericht werken willen we antwoorden vinden op de
volgende vragen: Welk doel willen we met deze leerling bereiken? Wat is daarvoor
nodig? Hoe gaan we dat organiseren? Wie gaat dat doen? Waar gaan we dat
organiseren?
Het is de bedoeling dat ouders en school als partners samenwerken indien het gaat
om de zorg of extra ondersteuning rond een leerling.
Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel. In dit profiel beschrijft de school
welke extra ondersteuning de school wel en niet kan bieden. U kunt dit profiel (een
samenvatting van dit profiel) inzien.
Tot slot:
Voor meer en uitgebreide informatie over Passend Onderwijs verwijzen wij u naar de
volgende websites:
www.sppoh.nl
Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden (SPPOH)
Het samenwerkingsverband waar onze school toe hoort met veel actuele informatie over
Passend Onderwijs specifiek voor onze regio.
www.passendonderwijs.nl
Het centrale informatiepunt voor de implementatie van passend onderwijs van het ministerie
van OCW.
www.steunpuntpassendonderwijs.nl
Website over Passend Onderwijs, speciaal voor ouders.
5.2 Toelatingsbeleid voor vierjarigen ( geldt voor alle scholen van Panta Rhei)
Om voor toelating op onze school in aanmerking te komen dient u als, ouder(s)/verzorger(s),
minimaal tien weken voor de aanvang van het schooljaar waarin uw kind start een
aanmeldingsformulier volledig in te vullen en te ondertekenen. Het inleveren van een
ingevuld aanmeldingsformulier betekent echter niet dat uw kind automatisch is geplaatst.
Voorafgaande aan de plaatsing van een kind is het wenselijk dat zowel u als de school zich
van de wederzijdse verwachtingen op de hoogte stellen. De Wegwijzer hanteert hiertoe een
samenwerkingsovereenkomst. Een kind is wettelijk toelaatbaar op de leeftijd van 4 jaar.
Aanmelden:
 U kunt uw kind aanmelden vanaf de leeftijd van 3 jaar.
 Is uw kind jonger dan 3 jaar dan spreken we van een vooraanmelding. Deze
vooraanmelding dient definitief gemaakt te worden als het kind drie jaar geworden is.
In dit geval krijgt u bericht als uw kind drie jaar wordt dat u de vooraanmelding
definitief moet maken.
22
Schoolgids De Wegwijzer



Zowel bij een vooraanmelding als een definitieve aanmelding, zal de school uw
aanmelding bevestigen.
Na ontvangst van de definitieve aanmelding onderzoekt de school of er extra
ondersteuning nodig is. Binnen zes weken beslist de school of uw kind al dan niet
wordt geplaatst en neemt hierbij de eventuele extra ondersteuningsbehoefte van uw
kind in aanmerking. Deze termijn kan indien nodig vier weken worden verlengd. U
dient de school alle relevante informatie om de eventuele extra
ondersteuningsbehoefte van het kind vast te stellen te verstrekken. Wanneer er
een schriftelijk advies, gericht op het (schoolse) functioneren van uw kind, op
basis van onderzoeksgegevens van derden aanwezig is, dient u hierin inzage te
verstrekken.
Van het plaatsingsbesluit ontvangt u schriftelijk bericht.
Toelating:
Als er meer aanmeldingen zijn dan beschikbare plaatsen dan geldt voor alle PANTA RHEI
scholen als eerste plaatsingscriterium:
Kinderen van wie een broertje of zusje al op de betreffende school geplaatst is of waarvan
één van de ouder(s)/verzorger(s) een dienstverband heeft bij PANTA RHEI, mits tijdig
aangemeld en de maximale groepsbezetting niet wordt overschreden.
Bij toelating van een leerling met extra ondersteuningsbehoefte zal de school jaarlijks
beoordelen of de school aan de ondersteuningsvraag kan blijven voldoen.
Geen toelating:
 Als uw kind (met- of zonder extra ondersteuningsbehoefte) niet geplaatst kan worden,
omdat er geen plaatsruimte is, zult u gewezen worden op plaatsingsmogelijkheden bij
andere PANTA RHEI scholen of bij andere scholen binnen het
samenwerkingsverband. Een kind dat niet geplaatst kan worden, kan op de wachtlijst
worden geplaatst.
 De school toetst de ondersteuningsbehoefte van uw kind aan het school
ondersteuningsprofiel ( zie website). Kan de school daar niet in voorzien dan zoekt
de school in overleg met de ouders naar een school die wel in de
ondersteuningsbehoefte kan voorzien. Dit kan ook een school voor speciaal (basis)
onderwijs zijn.
 Als ouders weigeren te voldoen aan het verzoek van de school om schriftelijk te
verklaren dat zij de grondslag van de school zullen respecteren of onderschrijven kan
de leerling niet worden toegelaten.
Indien u van mening bent dat een afwijzing ten onrechte is of als u zwaarwichtige redenen
heeft waaruit blijkt dat plaatsing noodzakelijk is, kunt u tegen de beslissing van de school
binnen zes weken schriftelijk bezwaar aantekenen bij het College van Bestuur van PANTA
RHEI. Het College van Bestuur van PANTA RHEI zal binnen vier weken na ontvangst van
het bezwaar reageren.
Toelatingsbeleid voor kinderen ouder dan vier jaar.
Als uw kind bij een andere school ingeschreven staat of heeft gestaan zal eerst bekeken
worden of er plaats is voor nieuwe leerlingen. Als uw kind niet geplaatst kan worden wegens
ruimtegebrek of de groepssamenstelling dan wijst de school u op plaatsingsmogelijkheden
bij andere PANTA RHEI scholen of bij andere scholen binnen het samenwerkingsverband.
Uw kind kan ook op de wachtlijst worden geplaatst, waarbij er toelatingscriteria worden
toegepast.
Als er wel ruimte is zal er allereerst een intakegesprek plaatsvinden om de wederzijdse
verwachtingen uit te spreken, waarna u kunt besluiten over te gaan tot een
23
Schoolgids De Wegwijzer
plaatsingsverzoek. Dit doet u door een volledig ingevuld en ondertekend
aanmeldingsformulier in te leveren. Het inleveren van een ingevuld aanmeldingsformulier
betekent echter niet dat uw kind automatisch is geplaatst. Alvorens tot definitieve plaatsing te
besluiten wordt de volgende procedure gevolgd.
De school neemt contact op met de school van herkomst. Hierbij worden alle gegevens,
waaronder het onderwijskundig rapport, opgevraagd die voor de toelating van het kind
relevant zijn.
Wanneer er voor de aanmelding al een schriftelijk advies, gericht op het schoolse
functioneren van uw kind, op basis van onderzoeksgegevens van derden aanwezig is, dient
u hierin inzage te verstrekken. Ook dient u te melden of en zo ja wanneer onderzoeken
m.b.t. het schoolse functioneren van hun kind gaande zijn of binnen afzienbare tijd plaats
zullen vinden.
De school beslist binnen zes weken na ontvangst van de aanmelding of uw kind al dan niet
wordt geplaatst en neemt hierbij de eventuele extra ondersteuningsbehoefte van uw kind in
aanmerking.
Indien de beslissing tot plaatsing niet binnen 6 weken gegeven kan worden, deelt de school
dit aan u mede. Het termijn kan dan met 4 weken verlengd worden.
Van het besluit wordt u schriftelijk in kennis gesteld.
Ingeval van toelating van uw kind wordt na plaatsing een verklaring van inschrijving naar de
school van herkomst gezonden.
5.3 Intakegesprek nieuwe leerlingen op ATB De Wegwijzer
Tijdens dit gesprek komen de volgende onderwerpen aan de orde:
a) De identiteit van de school;
b) De onderwijskundige uitgangspunten van de school;
c) De pedagogische uitgangspunten van de school;
d) Voorgeschiedenis van het kind;
e) Samenwerking met Stichting Vlietkinderen ( Tussenschoolse- en Naschoolse
opvang);
f) Samenwerking met Oudervereniging (OV) en medezeggenschapsraad (MR)
g) De rol van de ouders / verzorgers binnen de school;
h) De wijze waarop ouders worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind.
Tevens wordt er met de directeur een algemene rondleiding door het schoolgebouw gemaakt
om “de sfeer van de school te proeven“.
Aan het eind van de rondleiding wordt een informatiepakket overhandigd.
Dit bevat:
 aanmeldingsformulier
 schoolgids algemeen
 schoolgids specifiek ( Jaardeel)
 ouderverklaring t.b.v. sofinummer
 informatie over Vlietkinderen ( TSO en NSO)
 ouderovereenkomst
Als ouders het aanmeldingsformulier hebben ingevuld, worden de gegevens ingevoerd op de
computer en wordt de uitdraai binnen drie weken na ontvangst opgestuurd, met het verzoek
de gegevens te controleren en te voorzien van een handtekening.
In deze verklaring dient te worden vermeld, of het kind al of niet op een andere school is
ingeschreven.
24
Schoolgids De Wegwijzer
Ongeveer 2 maanden voordat het kind de leeftijd van 4 jaar bereikt, krijgen de ouders een
welkomstkaart toegestuurd voor de wenning van hun kind. Indien gewenst kunnen de
kinderen 5 ochtenden, voorafgaande aan het moment waarop ze 4 jaar worden, wennen in
de groep.
Tijdens de wendagen volgt een tweede gesprek met de groepsleerkracht van de
kleutergroep. Tijdens dit gesprek wordt de ouders verzocht een lijst met aanvullende
gegevens t.b.v. de aanmelding in te vullen. Ook wordt gevraagd een zogenaamd
noodgevallenformulier in te vullen.
Op de eerste officiële schooldag wordt het kind daadwerkelijk ingeschreven als leerling.
5.4 Plaatsing van zij-instromers
Van een zij-instromer wordt gesproken, indien een kind door bijvoorbeeld verhuizing op onze
school wordt aangemeld voor één van de groepen. In principe verloopt de
aanmeldingsprocedure zoals beschreven onder plaatsing van een nieuwe leerling.
Voorafgaande aan de plaatsing wordt, met medeweten van de ouders, informatie
uitgewisseld met de afleverende school. Inschrijving wordt definitief, indien er geen
bijzonderheden zijn.
5.5 Procedure voor leerlingen, die overgaan van groep 2 naar groep 3
Bij de overgang van groep 2 naar 3 houden we rekening met 3 hoofdgebieden zoals
beschreven in het protocol groep-3-rijpheid van Pravoo:
1 Algemene kenmerken, zoals geboortemaand, fysieke en emotionele verschijning;
2 Houding;
3 Prestatiegebieden.
Halverwege groep 2 stellen wij ons de vraag, of de doorgaande ontwikkeling van een kind
wel gebaat is bij een overgang naar groep 3.
Er zijn kinderen in groep 2, die nog zo gericht zijn op spelen, dat de overgang naar
groep 3 een te grote stap is.
Dit komt soms door de jonge leeftijd, of soms door ontwikkelingsachterstand, al dan niet in
combinatie met gedragsproblemen.
Voor deze kinderen kunnen wij aan de ouders een verlengd kleuterjaar adviseren.
Let wel: een verlengd kleuterjaar wordt alleen gegeven als er meerdere
probleemfactoren zijn!
Deze kinderen krijgen dan in dat verlengde schooljaar gerichte uitdagingen aangeboden,
waarbij wij het belang van spelend leren niet vergeten.
5.6 Procedure voor leerlingen die doubleren in de groepen 3 t/m 7
Op de Wegwijzer wordt gewerkt met een leerstofjaarklassensysteem. Gedurende het
schooljaar wordt bekeken, of een leerling aan het eind van het schooljaar al of niet bevorderd
kan worden.
Voor de keus al dan niet te bevorderen, betrekt de leerkracht de resultaten van de methode
gebonden en methode onafhankelijke toetsen, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de
werkhouding van de leerling.
Wanneer een leerkracht wil besluiten een leerling te laten doubleren, worden ouders voor
een gesprek uitgenodigd op school. In samenspraak met de ouders wordt de keuze voor
doublure besproken.
25
Schoolgids De Wegwijzer
5.7 Procedure voor leerlingen, die vervroegd worden bevorderd
Kinderen met een grote ontwikkelingsvoorsprong, kunnen onder strikte voorwaarden een
groep overslaan. Hiertoe zijn de volgende criteria opgesteld:
Indien een leerling op minstens 2 van de 3 leergebieden (spelling, rekenen en begrijpend
lezen ) de instructie in een hoger leerjaar kan volgen, kan worden besloten tot het vervroegd
bevorderen van een kind.
Er worden dan ook andere aspecten meegenomen in de overweging, te weten:




de emotionele rijping en het zelfvertrouwen moeten voldoende aanwezig zijn;
de motivatie moet goed zijn;
de werkhouding moet goed zijn;
er moet goede kans zijn, dat de leerling geaccepteerd wordt in de hogere groep.
Indien in goed overleg met ouders wordt besloten niet tot vervroegde bevordering over te
gaan, zal het programma binnen de eigen jaargroep van het kind worden aangepast.
Dit houdt in: de reguliere lesstof in compacte vorm aanbieden en het aanbieden van
verrijkingsstof in de vakken waarin wordt uitgeblonken, dan wel het aanbieden van
vakgebieden die normaliter niet op de reguliere basisschool worden aangeboden. Hierbij kan
bijvoorbeeld worden gedacht aan het vak techniek of een vreemde taal.
Vorig jaar zijn we gestart met een Plusklas op de vrijdagmiddag tussen 14:15 en 15:15 uur
voor de leerjaren 5 t/m 8.
In principe kunnen uit elk van de 4 leerjaren 5 tot 6 leerlingen worden geselecteerd, die eens
per 2 weken een uur onderricht krijgen van juffrouw S. Jeursen.
5.8 Uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs (zie Jaardeel)
De keuze van het voortgezet onderwijs hangt niet alleen af van de kwaliteit van de
basisschool, maar ook van de interesse, motivatie en aanleg van het kind. De school
probeert het maximale uit ieder kind te halen.
Vanaf groep 6 krijgen de kinderen bij het tweede rapport een prognose, een voorspelling
waarin staat welk advies de leerlingen in groep 8 gaan krijgen als zij zich op dezelfde manier
blijven ontwikkelen.
De voorlichting m.b.t. het voortgezet onderwijs gebeurt al in groep 7.
De ouders / verzorgers van de leerlingen krijgen in de maand mei / juni een
voorlichtingsavond, waar uitvoerig wordt ingegaan op de voorbereiding van het
begeleidingsonderzoek.
De kinderen vullen in groep 8 een Schoolvragenlijst in. Deze vragenlijst, bestaande uit 2 x 80
vragen, geeft uitvoerige informatie over de motivatie, het welbevinden en het zelfbeeld van
het kind.
In groep 8, meestal in de maand oktober, vindt het tweede en belangrijkste onderdeel plaats.
Er wordt een intelligentieonderzoek afgenomen met behulp van het NIO-onderzoek.
NIO betekent: Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau.
Het meten van de aanlegfactoren op het gebied van de verbale en ruimtelijke intelligentie
staan in dit onderzoek centraal.
Naast het NIO-onderzoek wordt in groep 8 aan de gehele groep ook het drempelonderzoek
aangeboden. Hierbij worden de vaardigheden op de gebieden van rekenen, taal, spelling en
begrijpend lezen gemeten.
Zowel de uitslag van het NIO-onderzoek als die van het drempelonderzoek geven
onafhankelijk van elkaar een schooladvies.
26
Schoolgids De Wegwijzer
NB. Voor leerlingen voor wie leerwegondersteuning ( LWOO) binnen het VMBO gewenst is,
is de afname van het drempelonderzoek noodzakelijk.
De gegevens van beide onderzoeken en de uitslag van de Schoolvragenlijst uit groep 8
worden door de leerkrachten van groep 7 en 8 besproken met de IB-er en de directie.
Op basis van de gesprekken wordt het eindadvies bepaald.
Dit eindadvies wordt, voor zover mogelijk, voor de kerstvakantie aan de ouders overhandigd.
In dit advies speelt de mening van de groepsleerkracht een belangrijke rol. Hij / zij heeft
immers een goed inzicht in de mogelijkheden waarover een kind beschikt. Daarbij zijn niet
alleen de leerprestaties belangrijk, maar ook gegevens over de belangstelling van het kind,
de zin in studeren, de wil om zich ergens voor in te zetten en de mate van zelfvertrouwen
van het kind.
Na de kerstvakantie worden ouders/verzorgers uitgenodigd om het schooladvies met ons te
bespreken.
In de maanden januari en februari hebben bijna alle scholen van voortgezet onderwijs open
avonden, die ouders/verzorgers samen met hun kind kunnen gaan bezoeken.
Vanaf februari / maart kunt u uw kind bij een school aanmelden.
BOVO digitaal
De gegevens betreffende een leerling worden door de school digitaal aangeleverd bij de
scholen voor het Voortgezet Onderwijs.
Evaluatie
Gedurende hun eerste schooljaar op het Voortgezet Onderwijs worden alle leerlingen door
ons besproken, samen met de contactpersonen van de betreffende scholen voor het VO.
Ook sturen de scholen voor het Voortgezet Onderwijs ons de gegevens toe van de
schoolresultaten van uw kind.
NB. Voor alle procedures geldt, dat voorop staat dat keuzen in goed overleg met ouders
worden gemaakt. Echter de school neemt uiteindelijk de definitieve beslissing.
27
Schoolgids De Wegwijzer
6. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen
Zodra uw kind onze school gaat bezoeken, wordt begonnen met de aanleg van het
leerlingvolgsysteem. Dat wil zeggen, dat vanaf de kleutergroepen de leerkracht met behulp
van observatielijsten en Cito-toetsen de ontwikkeling van uw kind in kaart begint te brengen.
Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de leervorderingen, maar ook naar de motorische - en
sociaal-emotionele ontwikkeling. Storingen in één van de 3 genoemde
ontwikkelingsgebieden zorgen soms voor problemen in het schoolleven van uw kind. Het is
in het belang van uw kind om dit zo snel mogelijk te signaleren, met u te bespreken en
vervolgens te zorgen voor hulp.
6.1 Het dagelijkse werk van de kinderen
Het dagelijkse werk wordt nagekeken en van commentaar voorzien. Vooral in de onderbouw
wordt er veel werk direct mee naar huis gegeven. Later worden de opdrachten veelal in
schriften gemaakt, die u natuurlijk op school kunt inzien. Dit kan op aanvraag, maar ook
wordt twee maal per jaar een Open Huis (kijkuurtje) georganiseerd. Het dagelijkse werk
wordt regelmatig getoetst door middel van methodeafhankelijke toetsen of door ons zelf
ontworpen “proefwerken”.
6.2 Onafhankelijke toetsen
Op vaste tijdstippen in het jaar worden methodeonafhankelijke Cito-toetsen afgenomen. De
uitslagen van deze CITO deeltoetsen, waarbij een vergelijking met een landelijk gemiddelde
mogelijk is, geven ons redelijk objectieve gegevens over de leerprestaties van uw kind.
Tevens is het voor ons een graadmeter om het leerrendement van onze school te vergelijken
met dat van andere scholen in Nederland, zodat wij ons onderwijs eventueel kunnen
bijstellen.
De Cito-toetsen:
 De toetsen Taal en Rekenen voor kleuters worden in januari en mei / juni afgenomen
bij de kleutergroepen.
 Rekenen en Wiskunde wordt vanaf groep 3, twee keer per jaar getoetst; in januari en
in juni.
 Begrijpend lezen wordt in groep 4 twee keer per jaar getoetst; in januari en juni.
Vanaf groep 5 en hoger 1 keer per jaar; in januari.
 Spelling en Woordenschat worden vanaf groep 3, twee keer per jaar afgenomen; in
januari en juni.
 Werkwoordspelling wordt afgenomen eind groep 7 en midden groep 8.
 Technisch lezen wordt vanaf groep 3 t/m groep 8 twee keer per jaar getoetst. We
nemen de AVI-kaart af passend bij het leerjaar waarin de kinderen zitten.
We stoppen hiermee als de kinderen zijn gevorderd tot en met het AVI-plus.
Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken wij de SEO-lijst, die is
afgeleid van de SVL, welke in groep 8 gebruikt wordt.


SEO staat voor Sociaal- Emotionele Ontwikkeling
SVL staat voor School VragenLijst
28
Schoolgids De Wegwijzer
6.3 Het vastleggen van leerling-gegevens in het leerlingvolgsysteem
Om onze leerlingen acht jaar lang zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling,
maken we gebruik van een Cito-leerlingvolgsysteem. Het systeem levert waardevolle
aanvullende informatie op over een leerling. Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde
periode heeft bijgeleerd. Tevens kunnen we vaststellen welke leerlingen onder “het
gemiddelde“ scoren en wellicht een risico leerling kunnen vormen. De toetsen, die wij
gebruiken, worden afgenomen bij ruim 90 % van de basisschoolleerlingen in ons land.
Daardoor is het mogelijk de vorderingen van uw kind te vergelijken met leeftijdsgenoten in
ons land. Op de rapporten worden de Cito-toetsuitslagen van de kinderen vermeld.
6.4 Het bespreken van de vorderingen van leerlingen
Drie keer per jaar wordt er van de kinderen van groep 3 t/m 8 een rapport opgemaakt. Bij het
eerste en tweede rapport ontvangt u tevens een uitnodiging voor een 10-minuten gesprek,
waarbij we van alle ouders verwachten dat ze komen. Voor de kinderen van groep 1 is er
nog geen rapport, maar wordt u wel uitgenodigd voor een gesprek. De kinderen van groep 2
krijgen aan het eind van de kleuterperiode een rapport.
6.5 Speciale zorg voor leerlingen met extra behoeften
Als een leerling opvalt, zullen we er alles aan doen om een kind zo optimaal mogelijk te
begeleiden.
Dit houdt in:
- Tijdens de reguliere lessen wordt extra aandacht gegeven.
- Daarnaast wordt tijdens het zelfstandig werken verlengde instructie aangeboden.
- De hulp die wordt gegeven aan leerlingen met een Cito IV- of V-score op het gebied
van (voorbereidend) rekenen, taal en spelling ( zwak tot onvoldoende) wordt
beschreven in een groepsplan dat wordt opgesteld voor bovenstaande vakgebieden.
Ten einde de kinderen op onze school op een adequate wijze te helpen bij eventuele
problemen, hebben we een orthotheek opgebouwd, waarin remediërende hulpmiddelen
aanwezig zijn voor de leergebieden: spelling, rekenen, technisch lezen, woordenschat en
begrijpend lezen.
29
Schoolgids De Wegwijzer
7. De teamleden op De Wegwijzer
Op De Wegwijzer wordt gewerkt met een team van enthousiaste, professionele leerkrachten.
Naast de directie en de teamleden heeft de school de beschikking over ondersteunend
personeel:
 een vakleerkracht gymnastiek
 een leerkracht godsdienst
 een conciërge
 een administratief medewerker
 twee Intern Begeleiders
 twee ICT-coördinatoren
 vier bouwcoördinatoren
 een externe leerkracht t.b.v. leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben
 een schoolgericht maatschappelijk werker
Vakleerkracht lichamelijke oefening
Voor de groepen 3 t/m 8 wordt de gymnastiek door een vakleerkracht gegeven, indien de
groepsleerkracht niet beschikt over de bevoegdheid om zelf gymles te geven.
Godsdienstleerkracht
Vanuit de stichting IKOS worden op onze school gedurende drie kwartier per week de
godsdienstlessen verzorgd voor de groepen 3 t/m 8.
NB. Uw kind is niet verplicht deel te nemen aan de lessen godsdienst. Wanneer u als
ouder geen toestemming verleent voor het bijwonen van deze lessen, werkt uw kind
zelfstandig onder toezicht van de groepsleerkracht.
Conciërge
De school heeft de beschikking over twee algemeen schoolmedewerkers voor de
hoofdlocatie en de dependance. Beiden werken op vrijwillige basis.
Administratief medewerker
De school heeft een administratief medewerker aangesteld ter ondersteuning van de
schoolleiding voor 8 uur per week.
Intern begeleider(s)
Deze medewerkers coördineren de hulp aan leerlingen die extra zorg nodig hebben.
Bouwcoördinatoren
Deze medewerkers ( tevens leerkrachten) coördineren de onderwijsinhoudelijke afstemming
van de verschillende bouwen. We onderscheiden een viertal bouwen:
 Onderbouw ( leerjaar 1 en 2 en leerjaar 3 en 4)
 Bovenbouw ( leerjaar 5 en 6 en leerjaar 7 en 8)
30
Schoolgids De Wegwijzer
7.9 De leerkrachten ( zie Jaardeel)
Een professioneel team van leerkrachten is op De Wegwijzer werkzaam om het onderwijs
aan uw kind te verzorgen. In het Jaardeel wordt vermeld, welke leerkrachten, op welke
dagen in de verschillende groepen werkzaam zijn.
7.10 Wijze van vervanging bij ziekte, compensatieverlof of anderszins
Het is niet meer gebruikelijk, dat een leerkracht vijf dagen werkt en daarmee de enige leraar
van de groep is. Een aantal leerkrachten werkt slechts een deel van de week. Bovendien
kennen wij in het onderwijs compensatieverlof. Vandaar, dat in bijna alle groepen twee
leraren actief zijn. Bij ziekte wordt er naar een passende oplossing gezocht. Zie hiervoor het
Jaardeel, onder de kopjes 11.21 en11.35.
7.11 Scholing van leerkrachten
Op een aantal manieren werkt De Wegwijzer aan verdere kwaliteitsverbetering:
 werken met goede methoden;
 bekwaam personeel;
 het consequent volgen van de resultaten van de leerlingen;
 het verder ontwikkelen van het onderwijs met behulp van gerichte scholing van
leerkrachten.
Alle methodes worden eens in de negen jaar vervangen. Bij het kiezen van lesboeken en
ander materiaal stellen we ons de vraag: Kunnen onze kinderen goed leren met behulp van
deze methoden? Zijn de methoden maatschappelijk relevant? Ziet het materiaal er
aantrekkelijk uit?
Er zijn kinderen, die extra moeilijk werk aan kunnen en kinderen die veel extra oefenstof
nodig hebben. We letten er bij de aanschaf van methoden op of er voor beide groepen
voldoende leerstof in de methode zit. Ook kijken we, of de methoden voldoen aan de
kerndoelen, die de overheid ons stelt.
Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken.
Aan hen heeft u uw kind toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat de materialen en de lesboeken
zinvol gebruikt worden. De leerkrachten van De Wegwijzer werken niet op eigen houtje,
maar besteden veel tijd aan samenwerking en overleg.
De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Nieuwe ontwikkelingen
volgen we op de voet. Daarom zijn er elk schooljaar een aantal studiedagen, diverse
teambijeenkomsten en volgen leerkrachten nascholingscursussen om hun taak nog beter te
kunnen verrichten.
7.12 Spreekuren ( zie Jaardeel)
Op onze school kennen wij geen “spreekuur”. Buiten de lessen kunt u ons altijd
aanspreken. Als op een bepaald moment andere verplichtingen een directe afwikkeling in de
weg zouden staan, wordt op korte termijn een afspraak gemaakt. Het wordt door ons
bijzonder op prijs gesteld, als u ons hierover na schooltijd aanspreekt, omdat de tijd direct
voorafgaand aan de lessen benut moet worden voor lesvoorbereidingen. De directie kunt u
op bepaalde tijden ook onder schooltijd bereiken ( het maken van een afspraak is wenselijk).
31
Schoolgids De Wegwijzer
7.13 Stagiaires
Wij prijzen ons gelukkig geregeld studenten van de PABO en de opleiding SPW te mogen
begeleiden. Wij zijn niet alleen verplicht daartoe, maar vinden het een goede zaak op deze
wijze mee te helpen de school ook in de toekomst te voorzien van goed opgeleide collega’s.
De eindverantwoordelijkheid van door studenten gegeven lessen blijft altijd bij de betreffende
groepsleerkracht, ook als ze soms voor wat langere tijd zelfstandig voor de groep staan. Dit
laatste is het geval bij vierdejaarsstudenten, die kort voor hun afstuderen staan.
32
Schoolgids De Wegwijzer
8. De ouders
8.1 Het belang van betrokkenheid van ouders / ouders helpen op school
Een goed contact tussen school en thuis is heel belangrijk. We willen u niet alleen over alle
belangrijke gebeurtenissen op school, maar ook over het wel en wee van uw kind graag
informeren.
Van onze kant stellen we het op prijs, als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de
hoogte houdt. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden
van een kind; dat staat vast.
8.2 Informatie aan ouders ( zie Jaardeel)
Op verschillende manieren proberen wij u zo goed mogelijk op de hoogte te houden van
belangrijke zaken die spelen op school.
Met ingang van 1 september 2014 wordt gebruik gemaakt van DigiDuif voor het versturen
van digitale informatie.
Nieuwsbrief
In principe ontvangt u maandelijks de digitale Nieuwsflitzzzz. Hierin zijn de data van
belangrijke activiteiten in die maand opgenomen. Voorts treft u er een toelichting op
bepaalde activiteiten aan en wordt u op de hoogte gehouden van recente ontwikkelingen.
Ook treft u allerhande informatie aan op onze website: www.dewegwijzerschool.nl
Informatieavond
In iedere groep is er in september een jaarlijkse algemene informatieavond, waarop de
leerkrachten vertellen over het lesprogramma behorend bij dat leerjaar. Hier wordt uiteraard
niet over de individuele kinderen gesproken, maar wordt de algemene gang van zaken in de
betreffende groep toegelicht.
Ouderavond
De oudervereniging organiseert jaarlijks in september een avond, waarbij zij verslag
uitbrengt over de activiteiten, die zij jaarlijks in samenwerking met het schoolteam voor de
kinderen hebben georganiseerd. Deze bijeenkomst wordt aansluitend aan de
informatieavond gehouden.
Tijdens deze avond worden eveneens het jaarverslag en de begroting voor het nieuwe
schooljaar aan de orde gesteld.
Rapportavonden / tafeltjesavonden
Twee maal per jaar plannen we voor alle groepen een tafeltjesavond. Op deze avond(en)
kunt u met de leerkracht praten over de ontwikkeling van uw kind. Dat gebeurt in zogeheten
tien-minutengesprekken.
Het eerste rapport van de groepen 3 t/m 8 wordt in de maand oktober aan uw kind
meegegeven. Dit rapport is een welbevindenrapport. Na de herfstvakantie plannen wij met
alle ouders een gesprek in om het rapport te bespreken.
Het tweede rapport van de groepen 3 t/m 8 wordt uitgereikt rond februari / maart. Vanaf
leerjaar 6 wordt er bij dit rapport ook een prognose meegegeven. Een voorspelling van het
uitstroomniveau wat de kinderen in groep 8 kunnen behalen als ze zich blijven ontwikkelen
zoals ze nu doen. Ook na het meegeven van dit rapport plannen we met alle ouders een
rapportgesprek in.
Het derde rapport van de groepen 3 t/m 8 wordt de vrijdag voorafgaande aan de laatste
schoolweek uitgereikt. Dit laatste rapport bespreken we alleen met u als er bijzonderheden
zijn. De kinderen van groep 2 ontvangen één rapport aan het einde van het schooljaar.
33
Schoolgids De Wegwijzer
Adviseringsgesprekken in groep 8
Op basis van de uitslagen NIO, SVL, Drempelonderzoek en het Cito-leerlingvolgsysteem
wordt t.b.v. de leerlingen die in groep 8 de school verlaten een advies opgesteld.
Dat advies wordt besproken in de maand januari.
Open Huis
Twee keer per jaar organiseert De Wegwijzer een moment ( Open Huis) , waarop u mét uw
kind de schriften en andere werkjes kunt komen bekijken.
Voorlichting voortgezet onderwijs
Jaarlijks wordt in de maand mei of juni een informatieavond verzorgd om de ouders van
groep 7 te informeren over de advisering naar het voortgezet onderwijs.
Gesprek met de leerkracht
De leerkrachten van de school zijn gaarne bereid om buiten de tafeltjesavonden om met u te
praten over uw kind. Als u daar behoefte aan heeft, kunt u altijd een afspraak maken.
Gesprek met de directie
De directie ( directeur + adjunct-directeur) heeft geen officieel spreekuur. U
kunt hen altijd aanspreken. Als het nodig is, maken zij heel snel een afspraak
met u.
Informatieplicht ouders
Op onze school gaan wij er vanuit dat gescheiden ouders zelf het contact onderhouden over
de schoolresultaten en ontwikkeling van hun kind( -eren) in de school. Als er in de
communicatie tussen ouders storingen ontstaan, kan dat voor het kind en de school
problemen opleveren. In dat geval raden wij u aan om contact op te nemen met de directeur.
Wij zijn als school verplicht, tot een gerechtelijke uitspraak anders uitwijst, beide ouders te
informeren over de voortgang van uw kind.
8.3 De MR ( Medezeggenschapsraad ) van De Wegwijzer ( zie Jaardeel)
Aan elke school is een medezeggenschapsraad (MR) verbonden. Dit inspraakorgaan heeft
als doel de verschillende bij de school betrokken partijen (ouders en team)
medezeggenschap te geven.
De MR bestaat voor de helft uit ouders en voor de andere helft uit leerkrachten.
De MR heeft een advies - en instemmingsrecht en denkt mee over financiële,
organisatorische en onderwijskundige zaken zoals: de schoolgids, het schoolplan, het
personeelsbeleid, het vakantierooster en tal van andere schoolse zaken. De MR vergadert
ongeveer 6 tot 7 keer per jaar en onderhoudt de contacten met ons schoolbestuur.
Leden van de MR hebben drie jaar zitting en zijn herkiesbaar.
Daarnaast hebben wij een gemeenschappelijke MR (GMR) met de andere basisscholen van
ons bestuur in Leidschendam-Voorburg. Ook deze GMR onderhoudt contacten met het
schoolbestuur.
34
Schoolgids De Wegwijzer
8.4 De OV ( Oudervereniging ) van De Wegwijzer ( zie Jaardeel)
Iedere ouder, die een kind bij ons op school heeft, wordt lid van de oudervereniging indien de
contributie wordt betaald. Het bestuur van de oudervereniging wordt gevormd door de
oudervereniging.
De voornaamste taak van de OV is het vertegenwoordigen van de ouders, d.w.z. zij tracht in
haar contacten met het team naar voren te brengen wat er bij de ouders leeft.
Daarnaast wil zij interesse wekken bij de ouders voor allerhande zaken, die de school
betreffen en zo nodig de helpende hand bieden. De OV is actief bij de organisatie van
verschillende activiteiten op school zoals: schoolreisje, kamp groep 8, musical, sportdagen,
avondwandelvierdaagse, Wegwijzerfeest etc.
De OV vergadert 6 tot 8 keer per jaar. De leden worden voor 3 jaar gekozen en zijn
herkiesbaar, zolang zij een kind op onze school hebben.
Jaarlijks in september is er een algemene ledenvergadering, waarin de OV verslag doet van
haar werkzaamheden en een financieel verslag overlegt ter goedkeuring.
8.5 De ouderbijdrage ( contributie)
De contributie, die van de ouders wordt gevraagd, is vrijwillig. Het onderwijs aan onze school
is kosteloos. De contributie wordt gebruikt om de extra activiteiten zoals Sinterklaas,
Kerstmis en sportactiviteiten te kunnen bekostigen. De kosten voor de schoolreis en het
kamp / werkweek worden apart in rekening gebracht.
De contributie kan worden gestort op het volgende nummer van Oudervereniging
De Wegwijzer:
5669771
8.6 Ouderparticipatie
Onder ouderparticipatie verstaan wij het actief deelnemen van ouders aan het schoolleven in
al zijn facetten. Deze gelegenheid tot participatie heeft tot doel:
 u meer inzicht te geven in de wijze waarop wij in onze school met uw kinderen werken;
 activiteiten te kunnen uitvoeren, die zonder uw hulp moeilijk te realiseren zijn.
8.7 Klassenouders ( zie Jaardeel)
Elke groep vraagt ieder jaar een ouder als klassenouder. Deze ouder is aanspreekpunt voor
de groepsleerkracht en de OV om hulpouders te zoeken bij activiteiten. De klassenouder kan
vragen en ideeën van overige ouders doorspelen naar de groepsleerkracht.
8.8 De LOL-moeders ( zie Jaardeel)
De Let Op Luizen – moeders komen na iedere schoolvakantie de hoofdharen van alle
leerlingen controleren op hoofdluis. Dankzij de intensieve zorg, die de moeders vrijwillig
verlenen, kunnen we het probleem behoorlijk onder controle houden.
De LOL – moeders mogen uitsluitend de groepsleerkracht en schooldirectie op de hoogte
stellen van hun bevindingen. Indien bij een leerling hoofdluis wordt aangetroffen, worden de
ouders daarvan persoonlijk op de hoogte gesteld met het verzoek passende maatregelen te
treffen. Onze leerlingen zijn verplicht een luizenzak te gebruiken, indien sprake is van actieve
hoofdluis. Het protocol hoofdluis kunt u lezen op onze website.
35
Schoolgids De Wegwijzer
9. Voorzieningen op De Wegwijzer
Kiest u voor kwaliteit?
Dan kiest u voor de kinderopvang van Vlietkinderen!
Vlietkinderen in het kort:
• Eersteklas kwaliteit voor concurrerende tarieven
• Geworteld in de regio
• Ruim 40 jaar ervaring
• Dagopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen en verlengde peuteropvang
• Meer dan 20 locaties in Leidschendam-Voorburg en Den Haag (Leidschenveen)
• Uiteraard met HKZ-keurmerk (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector)
Alle informatie kunt u vinden op onze website.
e tarieven.vlietkinderen.nl
Tussenschoolse opvang
Bij alle Panta Rhei scholen in Leidschendam–Voorburg en Leidschenveen (behalve ABB
Essensteijn) verzorgt Vlietkinderen de tussenschoolse opvang (TSO).
De TSO is een onderdeel van Vlietkinderen dat de afgelopen jaren sterk
geprofessionaliseerd is. Vlietkinderen en Panta Rhei hebben kwaliteitsafspraken gemaakt
voor de TSO. Voor meer informatie over de TSO kunt u terecht op de website van
Vlietkinderen. U kunt ook contact opnemen met de TSO- klantenservice via de mail:
[email protected] of per telefoon: (070) 320 39 22
Vakantieopvang
Bij Vlietkinderen kunt u ook terecht voor vakantieopvang, zelfs als u (nog) geen klant bent bij
ons. Bezoek onze website en bekijk de mogelijkheden.
Goed, leuk en betrouwbaar!
Uw kind toevertrouwen aan anderen: dat is geen geringe beslissing. Geen wonder dat u, als
ouder, niet over één nacht ijs gaat. Vlietkinderen biedt veel meer dan opvang alleen. Gun uw
kind de hoogwaardige kwaliteit van alle Vlietkinderen-locaties.
Meer uitdaging, meer continuïteit, meer veiligheid, en dat alles in een leuke en stimulerende
omgeving. Vlietkinderen biedt uw kind ruimte om te groeien. Op élk gebied. Vlietkinderenmedewerkers zijn uw partners in de opvoeding. Dat is een veilig en prettig idee. Bel ons voor
een persoonlijke kennismaking, wij staan u graag te woord!
www.vlietkinderen.nl Telefoon: (070) 317 59 59 [email protected]
9.1 Voorschoolse opvang ( zie Jaardeel)
9.2 Tussenschoolse opvang ( TSO) ( zie Jaardeel)
9.3 Naschoolse opvang ( zie Jaardeel)
36
Schoolgids De Wegwijzer
9.4 Schoolgericht maatschappelijk werk ( zie ook Jaardeel)
Een zorgeloze kindertijd. Dat gunnen we onze kinderen allemaal. Maar helaas kunt u uw
kind niet altijd voor problemen behoeden. Soms weet u niet eens precies wat er aan de
hand is, maar u ziet wel dat uw kind niet gelukkig is, of ander gedrag vertoont dan u van hem
of haar gewend bent.
Wat kan SGMW voor u doen?
Uiteraard wilt u in zo’n geval graag weten waar uw kind mee zit en het helpen hiermee om te
gaan. De schoolgericht maatschappelijk werker kan u hierin bijstaan. Ook als niet duidelijk is
wat er bij uw kind speelt, of als het (nog!) niet om een groot probleem gaat.
Tijdens een eerste gesprek bekijkt de schoolgericht maatschappelijk werken samen met u
welke stappen het beste kunnen worden genomen. Vaak volgen er daarna meer
gesprekken, met u en / of uw kind. Uiteraard praat de schoolgericht maatschappelijk werker
nooit alleen met uw kind zonder dat u daar toestemming voor heeft gegeven. De gesprekken
vinden in principe op school plaats en met uitzondering bij u thuis. Bij sommige problemen
kan een andere instelling of persoon u beter helpen. In overleg met u wordt dan gekeken
waar u het beste naar door verwezen kunt worden en ook daar kan de schoolgericht
maatschappelijk werker u ondersteuning bij bieden.
Daarnaast werkt de schoolgericht maatschappelijk werker nauw samen met de leerkrachten /
leidsters, zodat ook zij uw kind kunnen helpen of rekening houden met bepaalde
omstandigheden.
De schoolgericht maatschappelijk werker neemt overigens een onafhankelijke positie in. Dit
betekent dat u ook gerust bij haar kunt aankloppen, als uw kind problemen heeft met school
of met een leerkracht.
Enkele voorbeelden
Om een indruk te geven wat het SGMW voor u kan doen volgt onderstaand een aantal
voorbeelden:
 problemen op school / kinderdagverblijf; uw kind heeft moeite met school(werk), moet
erg aan een nieuwe school / opvang of onderwijsvorm wennen of het wordt veel
gepest;
 gedragsproblemen; uw kind gedraagt zich bijvoorbeeld druk en agressief; is juist erg
stil en trekt zich terug of wil niet meer luisteren;
 als u vragen heeft, of problemen met de opvoeding;
 als binnen uw gezin problemen zijn, die ook uw kind (kunnen) raken, zoals een
scheiding, woonproblemen of financiële moeilijkheden.
Het SGMW staat voor u klaar, ook als u slechts een vermoeden heeft, dat er iets met uw
kind aan de hand is.
Het SGMW is vertrouwelijk en gratis voor u
Alles wat u vertelt blijft vertrouwelijk, omdat de schoolgericht maatschappelijk werker
gebonden is aan een beroepsgeheim. Wel wordt u gevraagd een toestemmingsformulier te
ondertekenen, zodat de schoolgericht maatschappelijk werker, indien nodig, met de
betreffende persoon en / of instanties contact op kan nemen om u en uw kind zo goed
mogelijk te helpen. Dit wordt uiteraard eerst vooraf met u besproken.
9.5 GGD Zuid-Holland West / Jeugdgezondheidszorg ( zie Jaardeel)
De jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen van de GGD volgen het groeiproces van ieder
schoolgaand kind. Dit gebeurt in aansluiting op de onderzoeken van de
consultatiebureaus,voor kinderen van 0 – 4 jaar.
Samen met u willen wij ertoe bijdragen dat kinderen zich zo goed mogelijk ontwikkelen.
Daarom wordt uw kind gedurende de hele schoolperiode enkele malen onderzocht.
37
Schoolgids De Wegwijzer
Naast het lichamelijke onderzoek komen ook een aantal andere dingen aan de orde.
Gezondheid is meer dan “niet ziek zijn”. Het betekent ook dat het kind thuis zonder
problemen slaapt, eet, speelt, omgaat met broertjes en zusjes, luistert, zich aan de regels
houdt, enzovoort.
Al deze zaken komen daarom, naast de lichamelijke gezondheid van het kind aan de orde.
9.6 Centrum voor Jeugd en Gezin ( zie Jaardeel)
9.7 Spel- en Opvoedpunt ( zie Jaardeel)
9.8 Sociale kaart van ATB De Wegwijzer ( zie Jaardeel)
9.9 Schoolverzekering voor kinderen
Het schoolbestuur betaalt een schoolongevallenverzekering. Uw kind is tijdens de
schooluren en op weg naar en van school verzekerd tegen de financiële gevolgen van een
ongeluk. De kinderen zijn niet verzekerd voor verlies of beschadiging of diefstal van
eigendommen.
9.10 Klachtenregeling
Soms vinden op school gebeurtenissen plaats waar u het als ouder of personeelslid niet mee
eens bent. U kunt dan een klacht indienen.
In veel gevallen is het raadzaam om eerst te proberen om met elkaar in gesprek te gaan en
samen naar een oplossing te zoeken. Als u er samen niet direct uit komt, dan kunt u de
kwestie neerleggen bij de schooldirecteur. In het geval dat u een meningsverschil met de
schooldirecteur heeft, gaat u in eerste instantie naar de algemeen directeur van de stichting
Panta Rhei. Elke school heeft een vertrouwenspersoon, die u kan ondersteunen bij de
informele afhandeling van de klacht. Voor onze school is dat mevrouw M. Nierstrasz.
De vertrouwenspersoon zal de mogelijkheden tot bemiddeling onderzoeken en zo mogelijk
zelf bemiddelen bij het zoeken naar een oplossing.
De stichting PANTA RHEI heeft de volgende onafhankelijke vertrouwenspersoon:
Stieneke Stokmans-Prins
Tel. 070 3523809
Mob. 06 20010345
[email protected]
38
Schoolgids De Wegwijzer
Mocht het niet lukken om samen met de betrokkenen tot een oplossing te komen, dan kunt u
een klacht indienen bij een klachtencommissie. De vertrouwenspersoon kan u hierbij
ondersteunen. PANTA RHEI is aangesloten bij twee klachtencommissies:
Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs
Postbus 82324, 2508 EH Den Haag
Tel: 070-3925508
Stichting Onderwijsgeschillen
Postbus 85191, 3508 AD Utrecht
Tel: 030-2809590
PANTA RHEI hanteert een klachtenregeling waarin de procedure voor het indienen en
behandelen van een klacht is vastgelegd. U kunt deze regeling downloaden via de website
www.stichtingpantarhei.nl
10. Vakantieregeling en roosters ( zie Jaardeel)
11. Praktische punten A t/m Z ( zie Jaardeel)
12. Plattegronden locaties De Tol en Oude Bleijk ( zie Jaardeel)
39