KPN deelt E R VA R I N G E N MET JEUGDZORG bonden en BJZ Overijssel slaan handen ineen coachen van WIJKTEAMS augustus 2014 colofon Column augustus 2014 FCB stimuleert en ondersteunt werkgevers en werknemers in de branches Jeugdzorg, Kinderopvang en Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening om zich in hun werk te blijven ontwikkelen richting de toekomst. Dit magazine verschijnt 3x per jaar. Tussentijdse ontwikkelingen, nieuwe stimuleringsregelingen en andere handige wetenswaardigheden over de ontwikkeling van het werken in de branche: zie www.fcbjeugdzorg.nl en meld je aan voor de maandelijkse e-mailnieuwsbrief. Aan dit nummer werkten mee: Diverse werkgevers en werknemers uit de branche, Marjolein Versteeg, Marja van Dijk, Johan Ketelaars, Monique Klück, Wendy Goodin, Maureen Bakker, Claudia Kamergorodski, Annemarie van Dijk, Judith van Ankeren, Angeli Hagoort, Marjolein Vernhout en Rietje Krijnen. Concept en vormgeving: colourful tribe FCB speurt continu naar ontwikkelingen in het werk die de branche verder kunnen helpen. Elke relevante bijdrage daaraan is welkom. Bel of mail met branchemanager Marja van Dijk om ervaringen te delen. t. 030 - 298 52 63 [email protected] 2 Omarm de vragenstellers De Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler, die medewerkers vraagt om managers te beoordelen in plaats van andersom, was in Nederland en hield een lezing. Hij kiest voor financiële transparantie en volledige invloed van medewerkers op beslissingen en krijgt daarmee veel inzet en verantwoordelijkheid terug. Een paradigmashift, maar wel een die heel succesvol uitpakt. Enkele tips van Semler: • Echt innoveren lukt niet als oude systemen in stand blijven. • Huur een dwarsdenker in die veel waarom-vragen stelt. • Durf los te laten en echt te vertrouwen op de kracht van mensen. Samen heb je meer denk- en innovatiekracht dan een MT. Een mooi verhaal uit een ver land waar alles anders is geregeld? Of een nieuwe beweging van participatie, nodig om te overleven? In dit magazine inspirerende voorbeelden van samenwerken, anders werken, het nieuwe leidinggeven, jezelf ontwikkelen en omgaan met verandering. Nieuwe aanpakken die ondanks, of misschien dankzij de onzekerheid en druk juist nu ontstaan. Ondernemende medewerkers, leidinggevenden en bestuurders die hun nek uitsteken. Lastige vliegen en vragenstellers die het oude systeem bestrijden: omarm ze, waarschijnlijk hebben ze ook ideeën voor andere aanpakken, maar worden ze niet verleid om deze te delen. Willen we het echt horen? Marja van Dijk Branchemanager Jeugdzorg [email protected] - 06 - 23 87 25 27 inhoud KPN inspireert Jeugdzorg augustus 2014 5 Getipt! 4 KPN inspireert Jeugdzorg 5 Altra gaat voor kwaliteit 8 Sectorplan biedt financiële ruimte voor (om)scholing en Bonden en BJZ Overijssel slaan handen ineen loopbaanontwikkeling Jeugdzorg vertaalt expertise in extra dienstverlening ‘Het leerhuis is nooit af’ 11 Plezier in Uitvoering: vernieuwde methode 14 10 12 Bonden en werkgever slaan handen ineen voor goede arbeidsvoorwaarden 14 Scholing van wijkteams 16 Prikbord 18 Verandering biedt kansen: maar hoe pak je die? 19 Coachen van wijkteams: sturen in nieuwe context 20 Boek: Stilstaan bij leiderschap 16 en invloed 22 3 e-Magazine Jeugdzorg Dit magazine van Gemeente.nu helpt bestuurders, ambtenaren en professionals bij de transitie in de Jeugdzorg. Met een stand van zaken en relevante verwijzingen. Maar ook met informatie over het bekostigen van jeugdzorg, de sprookjesrol van de gemeenteraad, de sleutelrol van de professional, de importantie van goede inkoop, regie, Deense lessen en opvallende voorbeelden. Download gratis: www.gemeente.nu/Sociaal/e-magazine-Jeugdzorg Ken de praktijk Wat werkt in de praktijk volgens Alert4you: kennis over wat werkzame factoren zijn in de samenwerking tussen kinderopvang, basisvoorzieningen en de zorg voor de jeugd. www.nji.nl/nl/Publicaties/ Publicaties-Ken-de-praktijk Richtlijnen jeugdzorg: klaar voor de transitie. De inhoudelijke aanbevelingen van de beroepsgroep straks in de praktijk toegepast. Van Flip Dronkers (bestuurslid NIP). www.kennisnetjeugd.nl/blog/ 115-richtlijnen-jeugdzorgklaar-voor-de-transitie Tips voor deze rubriek? Deel het met de redactie: [email protected] 4 55 tips voor deskundig opdrachtgeverschap ‘Hoe overleef je als gemeente de transitie jeugdzorg?’ is de titel van het onlangs verschenen boek van Erik Gerritsen, bestuursvoorzitter van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA). Zelf zegt hij over dit boek: ‘De gemeenten worden opdrachtgever van de jeugdzorg, maar alleen door gezamenlijke actie zijn transitie en transformatie tot een succes te maken.’ Geïnteresseerd? Wij geven twee exemplaren weg. Stuur een mailtje naar [email protected] o.v.v. ‘Boek Erik Gerritsen’ Voor de Jeugd e-magazine Met actuele ontwikkelingen, interviews met zorgverleners, jeugd over jeugd, netwerken, beleidsinformatie en achtergronden. Geheel online te lezen. emagazine.voordejeugd.nl KPN inspireert Jeugdzorg Organisaties die een verandering doormaken en tegelijkertijd met krimp worden geconfronteerd, weten dat het voor alle werknemers lastig is. Niet alleen voor diegenen die hun baan verliezen, maar ook voor de achterblijvers. Vaak wordt van hen meer én andere inzet verwacht. Annette Righolt, talentmanager en adviseur bij KPN, kent dit proces erg goed. Zij hield op uitnodiging van bestuurders en OR in de regio Rotterdam Rijnmond een voordracht over de overeenkomsten tussen de grote bezuinigingsoperaties binnen een commercieel bedrijf als KPN en de transitie en bezuinigingsopdracht binnen de Jeugdzorg. Jeugdzorg staat voor een grote transformatie. In deze fase heerst er meer dan gemiddelde onrust binnen een organisatie. Er is nog veel onduidelijkheid hoe alles eruit gaat zien maar ondertussen verstrijkt de tijd en is het bijna 2015. De zekerheid die er altijd was over posities van organisaties en budgetten die vaststonden, heeft plaats gemaakt voor onzekerheid van inkoop en marktwerking. Medewerkers profileren zich én zitten in het proces dat hun baan verandert, verdwijnt of dat ze elders moeten solliciteren. Annette Righolt: ‘Precies zo’n zelfde fase heeft KPN doorgemaakt. KPN bevindt zich als commercieel bedrijf in een steeds veranderende omgeving. En dit vraagt het uiterste van het aanpassingsvermogen. Eigenlijk gebeurt hetzelfde met Jeugdzorg, maar dan met andere motieven: de overheid grijpt in.’ Vergelijkbaar De reacties bij het personeel op verandering zijn overal gelijk, zegt ze. Psychologisch gezien kunnen mensen - in welke sector dan ook - slecht tegen verandering. In de vorige eeuw bleven werknemers tientallen jaren, vaak tot aan hun pensioen, bij dezelfde baas. ‘Dat is er niet meer bij. Er is bovendien een kentering gaande van het ‘psychologisch contract’: er wordt niet meer voor je gezorgd, maar je zorgt zelf dat je waarde behoudt voor je werkgever. In de tijden van de grote veranderingen bij KPN is gezegd dat de verantwoordelijkheid voor de loopbaan en de toekomst dus bij het personeel zelf ligt. Zij moeten meer dan vroeger aan de knoppen draaien en wij ondersteunen hen daarbij.’ Ze refereert aan het boek ‘Wie heeft mijn kaas gepikt?’ van Spencer Johnson. In dit boek staat een parabel centraal over twee muizen en twee minimensen die in een doolhof naar kaas zoeken. Als de kaasvoorraad op een plek op is, gaan de twee muizen direct op zoek naar nieuwe kaas. De twee minimensen hebben meer moeite met de verandering. De lessen van deze parabel over het omgaan met verandering, gaan over thema’s als angst overwinnen, avontuur verwelkomen, veranderingen aan zien komen en aanvaarden. Kortom: daarheen gaan waar de kaas is. ‘Het gaat erom dat je zelf oplet: wat is de context waarin je werkt? Is datgene wat je kan straks nog steeds nodig? Of is jouw kennis en kunde wel nodig, maar is het óók noodzakelijk dat je aanpassingen doet? Die grondhouding is belangrijk. Je moet je voortdurend realiseren dat niets hetzelfde blijft. En dát is moeilijk voor mensen. Natuurlijk is het logisch als mensen boos en teleurgesteld zijn dat het merk waarvoor ze stonden, verandert. Het liefst zien ze dat – in dit geval – Jeugdzorg hetzelfde blijft. Want dat is fijn. Een natuurlijke houding is dat ‘anderen’ willen veranderen en dat brengt jou – als werknemer – in de problemen. Als je niet oplet dan schieten mensen vanuit hun boosheid in slachtoffergedrag. 5 Dat is te voorkomen door met hen mee te denken en hen uit te dagen over de grenzen van de eigen veiligheid heen te kijken. Zien dat veranderen vooral zeer waardevol kan zijn: niet alleen voor de organisatie of voor jezelf, maar vooral ook voor de mensen voor wie je het allemaal doet: de cliënten.’ Wees eerlijk Ze realiseert zich maar al te goed dat, net als KPN, Jeugdzorg ook te maken krijgt met een behoorlijke bezuinigingsoperatie. Het werkt niet goed om alleen te communiceren ‘we moeten veranderen’ en ‘dat is beter voor je’. Righolt: ‘Het is heel irritant om drogredenen te horen. Als je tegen werknemers zegt dat je het alleen maar doet om je dienstverlening te verbeteren, terwijl iedereen weet dat er flink gesneden wordt in budgetten, dan krijg je mensen niet mee. Ben gewoon eerlijk. Ook als de boodschap niet duidelijk of vervelend is. Zeg dat je op de kosten moet letten. Daar moet je het mee doen. En tegelijkertijd wil je die zorg wel op een goed peil houden. Want daarom werkt iedereen in dit vakgebied: je wilt jeugd steunen om aansluiting te vinden in de maatschappij. Dát is dan ook wat je zelf moet doen: verantwoordelijkheid dragen om aan te sluiten. Anders kan je die boodschap toch ook niet overbrengen aan degenen voor wie je werkt?’ 1-op-1 communicatie Righolt geeft aan dat de managers bij KPN jaarlijks met hun medewerkers bespreken: ‘Wat is jouw plan en wat wil je aan het eind van het jaar gedaan hebben?’. ‘Het is een goede manier om mensen erbij te houden. Naast de prestatieafspraken over het werk kan de medewerker aangeven op welke vaardigheid of bedrijfswaarde hij wil focussen. Je moet dan denken aan competenties als klantgericht zijn, resultaat weten te boeken, invloed uitoefenen en vooral aanhaken in plaats van afhaken. Op de beweging die je als bedrijf, of branche wilt maken, kun je dan ook het cursusaanbod op afstemmen. Niet per se voor één jaar maar je maakt een soort top 5 wat de komende jaren belangrijk is voor mensen waaruit ze kunnen putten.’ Talent koesteren Het is belangrijk om talenten in de organisatie te blijven koesteren. Dat heeft ze bij KPN ook gezien. ‘Waar je mee uit moet kijken is dat je niet het hart uit de organisatie weghaalt of reduceert. Je moet mensen laten gaan en tegelijk vertrouwen opbouwen bij mensen die blijven. De mensen die gaan, moet je goede begeleiding bieden. Dat straalt af op de blijvers. Die moeten vaak meer werk gaan doen en lopen daarnaast het risico dat ze in een Tips van Annette Righolt (KPN) De lessen van KPN: oorkom slachtoffergedrag; denk met de •V medewerkers mee en daag hen uit over de grenzen van de eigen veiligheid heen te kijken. • Laat zien dat veranderen waardevol kan zijn: niet alleen voor de organis atie of voor jezelf, maar vooral voor de cliënten. • Wees eerlijk over de redenen om te veranderen. • Blijf investeren in ontwikkeling, ook bij bezuinigingen. • Spreek met elkaar de verwachtingen uit die horen bij het nieuwe psychologische contract. ied de mensen die gaan goede ondersteuning •B bij hun vertrek ees ook als manager veranderingsbereid •W en laat dit zien aan je medewerkers. volgende bezuinigingsronde de pineut zijn. Het betekent dat je moet investeren: praten met mensen, persoonlijke doelstellingen helder krijgen, gemeenschappelijke doelen formuleren. Goed zien of iemand nog hulp nodig heeft bij zijn ontwikkeling of dat hij al ‘op stoom’ is.’ Rol management Het belangrijkste is dat mensen in beweging komen, denkt Righolt. Zien dat er straks mogelijkheden zijn waar iemand eerder niet aan had gedacht. ‘Als je als manager zorgt dat jouw personeel altijd goed in kaart brengt wat de competenties zijn, welke kracht er in hen schuilt en wat er kan worden verbeterd, dan hou je hen actief. Maar die rol moet je zelf als manager óók hebben. Je moet naar jezelf durven kijken. Ik ben erg voor coaching on the job. En dan doel ik op iedereen. Onderling kunnen mensen van elkaar leren in meester-gezel verhouding: oudere, ervaren medewerkers begeleiden jongere, onervaren collega’s. Realiseer je als manager altijd dat jouw veranderingsbereidheid afstraalt op je medewerkers. Misschien moet je hen soms verleiden om te veranderen. Maar daar krijg je dan ook wat voor terug. Ook managers hebben coaching nodig in deze tijden van verandering. Zij worden, net als iedereen, geregeerd door angst: zij leven in precies dezelfde onzekere tijden. Managers moeten in staat zijn om kracht te halen uit het goed inzetten van het hele team. Alles draait om de bereidheid om te veranderen. De wereld verandert toch wel. Nu jij nog.’ FCB biedt organisaties ondersteuning bij scholing en arbeidsmobiliteit. Kijk voor meer informatie op www.fcbjeugdzorg.nl bij regelingen loopbaan en scholing 6 Wim Spierings (voorzitter Raad van Bestuur van FlexusJeugdplein) en Marjo Stijns (voorzitter van de OR van FlexusJeugdplein) waren beiden bij de voordracht van Annette Righolt. Aan hen zijn twee stellingen voorgelegd. STE LL I N G: Medew erker er ze s moe lf vo t or zo en dat z rgen e hun w aarde behou den. Wim Spierings: ‘Ik vind dat mensen zelfbewust moeten kiezen voor hun loopbaan. De moderne medewerker kent zijn vak, zijn omgeving en maatschappelijke perspectieven. Je moet alert zijn op ontwikkelingen. Niet alleen als het om jezelf Wim gaat, maar ook als het gaat om je Spierings werkomgeving en de mensen voor wie je werkt. Waar staat de organisatie waarin je werkt? Wat speelt er in je omgeving? Welke methodieken zijn er? Waar kan ik mijn kennis op peil houden? Wat verwacht de gemeente van de hulpverlening? Organisaties, maar ook medewerkers moeten zich bewust zijn van hun omgeving en zich aanpassen aan omstandigheden. Marjo Stijns: ‘We zijn al jaren aan het veranderen. Het is voor geen enkele medewerker nieuw dat je zelf heel actief en creatief moet zijn als het om je loopbaan én de invulling van je werk gaat. Het voelt wel anders nu de druk groot is en er nauwelijks alternatieven zijn voor medewerkers. Ondanks alles blijven er mensen die het over zich heen laten komen en afwachten. Het is belangrijk om te achterhalen waarom mensen dat doen. Willen ze hun oude werk niet loslaten, zijn ze bang om hun baan sneller te verliezen als ze ergens iets van zeggen of vinden ze het prettiger als iemand hen zegt wat ze moeten doen? De OR probeert hen zo te stimuleren en ondersteunen dat zij goed voor zichzelf kunnen zorgen.’ STE LLI N G: ringse d n a r Ve d van i e h d i bere rs is e g a n a m al. crucia Wim Spierings: ‘Mijn organisatie heeft al een grote reorganisatie achter de rug en we gaan naar de volgende. We zijn van 950 naar 650 medewerkers gegaan en we moeten nu weer van mensen afscheid nemen. En toch hebben we ervoor gekozen om intern te benadrukken waar we voor staan, waar we goed in zijn en wat we blijven versterken: extra investeren in pleegzorg en wijkteams. We gaan onze activerende hulp uitbouwen. Managers moeten stilstaan bij het verdriet wat er zit, maar vooral uitstralen dat we verder opbouwen. Niet kiezen omdat het moet, maar kiezen omdat je erin gelooft. Managers hebben het ook moeilijk en daar moeten we aandacht aan geven zodat we door kunnen gaan. Dat betekent meer overleggen en soms ook extra coachingstrajecten inzetten. Ik denk dat een manager die moeilijke tijden doorstaat en bereid is door te groeien, uiteindelijk een betere vakman of -vrouw is.’ Marjo Stijns: ‘Veel aandacht en energie van vooral managers gaat naar cijfers en productie. Eigenlijk is overal weinig tijd voor. Medewerkers voelen zich soms niet gezien en managers voelen zich regelmatig tekort schieten. Ook managers hebben lang niet altijd antwoord op vragen van medewerkers. Marjo Dat is volgens mij ook het gevolg van onduideStijns lijkheid die vanuit ‘de politiek’ blijft. Wat gaan ‘ze’ inkopen? Waar moeten wij ons op richten? Managers moeten de moed erin houden, denken in termen van mogelijkheden en uitdagingen en aan de slag. Dat is niet te benijden als ook hun eigen baan op de tocht staat en ze vaak gewoon met lege handen staat. Dit kan leiden tot onbegrip en onderlinge spanningen. Soms willen medewerkers hun bestuurder zien en horen uitleggen – ook in het grote politieke debat – dat hun werk ertoe doet en dat niet alles zo maar vanzelf beter gaat.’ 7 Gaan voor kwaliteit: van pedagogisch medewerker naar ambulant hulpverlener Het is een roerig jaar geweest bij Altra, organisatie voor speciaal onderwijs en jeugd & opvoedhulp in Amsterdam en omstreken. In oktober 2013 viel het besluit om alle hulp ambulant te maken. De functie van pedagogisch medewerker verviel en die medewerkers kregen de mogelijkheid om ambulant hulpverlener te worden. Bij de doorstroom speelden assessments een belangrijke rol: Altra ging voor kwaliteit. ‘Geen bezuinigingsoperatie, maar een puur strategische beslissing’, vertelt Antoinette Smith, HR-adviseur over de reorganisatie waarbij alle honderd pedagogisch medewerkers waren betrokken. ‘(Semi-)residentiële hulp neemt immers steeds verder af én de transitie komt eraan. Daarin staan ambulant hulpverleners (functie op hboniveau) centraal. Dat betekende dat er voor mbo’ers geen werk meer was bij Altra als ze niet binnen de gestelde termijn óf een evc-cerfiticaat óf een hbo-diploma hadden behaald.’ Een deel van de mensen maakte een andere keuze: elders werken, reizen of als zzp’er aan de slag gaan. Ongeveer tachtig pedagogisch medewerkers hadden belangstelling voor de functie van ambulant hulpverlener. Wie is geschikt? ‘De vraag was alleen: wie van deze tachtig mensen kan ambulant hulpverlener worden?’, vertelt Smith. ‘Wie bepaalt of ze geschikt zijn? We wilden echt voor kwaliteit gaan. Daarom vonden we dat deze medewerkers zich moesten kwalificeren. Een assessment is hiervoor een prima instrument, maar we wilden wel zelf verantwoordelijk blijven voor het selectieproces.’ Altra ging hiervoor een samenwerking aan met Mirjam van ’t Klooster, registerpsycholoog arbeid en organisatie. Dat resulteerde in een Assessment Center. Het aangekondigde Assessment Center riep eerst wel wat vragen op. Van ‘t Klooster: ‘Binnen Altra was de vraag hoe objectief het is als de organisatie er zelf bij betrokken is. Zo’n Assessment Center is natuurlijk nooit honderd procent objectief. Maar juist door veel verschillende mensen bij het proces te betrekken, kunnen we het zo objectief mogelijk maken.’ Kwaliteitsstandaard Er werd een kwaliteitsstandaard gemaakt, met als uitgangspunt de ambulant hulpverlener-functie zoals die op dat moment was. Zo kregen de medewerkers een eerlijke kans. ‘We moesten een scherp competentieprofiel neerzetten’, vertelt Van ‘t Klooster. ‘Dat hebben we gedaan met een intern expertteam van zo’n 25 mensen, bestaande uit directieleden, gedragswetenschappers, ambulante hulpverleners en ambtenaren van de gemeente.’ Verder zijn er casussen bedacht voor twee rollenspellen en is een ambulante hulpverlening op de basisschool 8 test ontwikkeld. Een aantal interne medewerkers kreeg een training om de competenties te kunnen beoordelen in interviews en rollenspellen. Voordat de medewerkers de assessment-dag ingingen, deden ze eerst een persoonlijkheidstest. ‘We hebben zeven dagen uitgetrokken voor de assessments van de pedagogisch medewerkers. Op de dag zelf gingen de pedagogisch medewerkers het assessment in met steeds een ander koppel beoordelaars, bestaande uit een interne en een externe assessor. Door het Assessment Center hebben we onze expertise in het werken met competenties een enorme boost gegeven.’ Voorbereiding ‘We zijn vanaf het begin heel open geweest: dit is de meetlat en zo gaan we die inzetten’, vertelt Smith. ‘Je krijgt alle kansen, maar het assessment is leidend. Op deze manier selecteren was nieuw. Voorheen maakten we bij veranderingen selecties op basis van passende opleiding en anciënniteit. Dit is toch een soort cultuurverandering.’ De reacties waren wisselend: een deel van de kandidaten was enthousiast, anderen werden onzeker van het idee te worden beoordeeld. ‘Tijdens een speciale bijeenkomst werd uitgelegd hoe het assessment eruit zag. Ook konden de medewerkers oefenen voor het assessment tijdens voorbereidende workshops en daar al hun vragen stellen: wat als ik een slechte dag heb, wat als ik word afgewezen? Uiteindelijk gingen 62 mensen het assessment in.’ Voldoende of onvoldoende Aan het einde van de dag kwamen de interne en externe assessoren bij elkaar. Alle deelnemers van die dag werden met elkaar besproken. Wat waren de scores? Wat kwam er uit de persoonlijkheidstest? Wat betekent dit in relatie tot de scores? ‘Van tevoren hadden we afgesproken dat een uitslag alleen ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ kon zijn. Je kon dus niet met een onvoldoende en een ontwikkelprogramma alsnog tot een voldoende komen.’ Gelukkig konden 42 van de 62 kandidaten door naar de functie van ambulant hulpverlener. Inrichten vanuit de inhoud Tijdens het hele traject was de kwaliteit leidend. Dat past goed in de verandering waar Altra al een tijd mee bezig is, vindt Linda van Laarhoven, coördinator ontwikkeling en opleiding. ‘Blijven leren en je blijven ontwikkelen, dat is waar we voor staan bij Altra. Ook op andere plekken in de organisatie zijn we bezig geweest met ontwikkelen van een competentieprofiel. Er zijn bijeenkomsten geweest met medewerkers om het profiel samen te stellen. Collega’s die al in wijkteams werken zijn hierbij betrokken, zodat we een profiel hebben dat past bij de nieuwe functie die medewerkers gaan vervullen.’ Het opleidingsprogramma past bij het ontwikkelen van die competenties. Coaching on the job en een training persoonlijke effectiviteit maken daar onderdeel vanuit. ‘We denken daarmee de professionals te versterken.’ En nu de transitie Binnen vier maanden is het hele traject afgelegd: vanaf de eerste strategievergadering tot de uitslag van het assessment. Antoinette: ‘We gingen maar door, zaten in een enorme flow. Ik ben erg trots op wat we hebben bereikt. Met de huidige ambulant hulpverleners kunnen we ons gaan voorbereiden op de transitie. Uiteraard hebben we ook zorg en aandacht voor de pedagogische medewerkers die Altra moeten verlaten. Zij vallen onder het Sociaal Plan en worden via het interne mobiliteitscentrum met inzet van outplacementbureaus begeleid bij het werk-naar-werk traject. Voor onze organisatie is het belangrijk om met gekwalificeerde medewerkers door te kunnen gaan, maar ook om de mensen van wie we afscheid moeten nemen goed te begeleiden. Dat is ook Altra.’ Werknemers van de toekomst, wie zijn dat en hoe kom je eraan? Ontwikkelingen in de maatschappij, gemeentes en organisaties vragen een personeelsbeleid dat anticipeert op alle komende veranderingen. Hoe doe je dat? En hoe doen collega’s binnen en buiten de branche dat? Wil je geïnspireerd raken door de ervaringen van anderen en verder denken over wat er nodig is in de toekomst binnen jouw organisatie? Kom dan naar de leerbijeenkomst op 23 september bij FCB, Koningin Wilhelminalaan 3, Utrecht. Doelgroep: bestuurders, managers, HR-functionarissen en OR. Kijk voor meer informatie op de website van FCB en meld je aan via [email protected]. Vermeld je naam, organisatie en functie in deze mail. 9 Aan het werk blijven als alles verandert gaat niet vanzelf! Investeren blijft nodig, terwijl er ook bezuinigd moet worden. Het sectorplan Jeugdzorg biedt financiële ruimte om: • M edewerkers te ondersteunen bij (pre-)mobiliteit en van werk naar werk • Medewerkers te scholen op nieuwe vaardigheden die nodig zijn Voor loopbaanondersteuning is 50% subsidie beschikbaar voor trajecten met een max van 20.000 euro subsidie per organisatie. Voor scholing is 75% subsidie beschikbaar voor trajecten gericht op ontwikkeling van nieuwe vaardigheden met een maximum van € 750,- per kandidaat. Meer informatie: www.fcbjeugdzorg.nl • Uitgebreidere informatie over de regelingen • Overzicht van veelgestelde vragen • Stappenplan voor het indienen van aanvragen • Scholingsgids Jeugdzorg • Loopbaangids Jeugdzorg De regeling loopt tot eind 2015 zolang de voorraad strekt. Pak de regie over je loopbaan: kom naar de loopbaanevents! Eind juni vonden in Rotterdam en Amsterdam de eerste loopbaanevents plaats, speciaal voor medewerkers in de Jeugdzorg. Met workshops en praktische tips voor een goed cv, omgaan met social media en vele andere onderwerpen om zelf de regie te nemen over je loopbaan. ‘Er gebeurt zoveel in onze branche. Ik begrijp wel dat ik in actie moet komen, maar ik heb geen idee waar ik moet beginnen. Op het loopbaanevent kreeg ik goede tips voor mijn persoonlijke presentatie en mijn cv.‘ (Gezinsvoogd Breda) ‘Nu ben ik me er nog scherper van bewust dat ik in beweging moet komen, of ik dat nou leuk vind of niet. Het is mijn toekomst die op het spel staat, dus ook mijn verantwoordelijkheid. Ik kan niet verwachten dat mijn werkgever het voor me op gaat lossen.’ (Pedagogisch medewerker Rotterdam) Kijk op www.doemeeindenieuwejeugdzorg.nl voor de data en locaties en schrijf je in 10 Jeugdzorg vertaalt expertise in extra dienstverlening Bureau Jeugdzorg Utrecht biedt al ruim tien jaar trainingsprogramma’s aan beroepskrachten in het lokale veld. Er is een maatwerk-aanbod aan trainingen ontwikkeld voor bijvoorbeeld het welzijnswerk, de buurtteams, het onderwijs en de kinderopvang. BJZ Utrecht vertaalt hiermee haar expertise in dienstverlening voor een brede groep. Binnen jeugdzorgorganisaties is vaak veel expertise aanwezig die door de jaren heen is opgebouwd. Jeugdzorg laat die ten goede komen aan de cliënten, maar er kan nog meer mee worden gedaan. Scholen, kinderdagverblijven, bso’s, ziekenhuizen, maatschappelijk werk of wijkteams zitten vaak te springen om trainingen die hen meer inzicht bieden in allerlei moeilijkheden waarmee kinderen te maken kunnen krijgen. Christine Hoogland, trainer van BJZ Utrecht: ‘Zij hebben meestal een protocol of een plan van aanpak als het gaat om bijvoorbeeld kindermishandeling, misbruik of problematische scheidingen. Medewerkers weten daardoor welke stappen ze moeten doorlopen in die situaties. Maar hoe moeten ze vervolgens het gesprek aangaan met de ouders? En wanneer doen ze dat? Dat zijn kwesties die heel gevoelig liggen en niet altijd duidelijk zijn. Daar komen wij in beeld.’ Bewustwording Organisaties die bij BJZ Utrecht aankloppen, komen niet zelden met een diffuse vraag binnen. De expertise begint al bij de vraagverduidelijking. Zoals een buurtteam dat met SAVE-teams (samenwerkingsverband BJZ, kinderbescherming en anderen) wil gaan samenwerken en wil weten hoe ze dat moeten doen. Hoogland legt uit dat dan eerst gekeken wordt of de randvoorwaarden aanwezig zijn. De kracht van het aanbod schuilt in het maatwerk. Hoogland en haar collega’s proberen in kaart te brengen welke behoefte er leeft onder de medewerkers. ‘Per aanvraag bepalen we in een eerste bijeenkomst wat er nodig is. Het gaat vaak om bewustwording. Een voorbeeld van een training voor de kinderopvang of het onderwijs: er is een protocol waarin staat dat leerkrachten of medewerkers kinderen eerst twee weken observeren samen met een collega voordat ze het gesprek aangaan met ouders over vermoedens van kindermishandeling. Ik stel dan vragen als: wie van jullie heeft kinderen en wat zouden jullie ervan vinden dat al twee weken intern over je wordt gepraat voordat je zelf iets hoort over het vermoeden? Je ziet mensen schrikken: dat wil niemand. Zo wordt het onderwerp minder abstract.’ sgids ing Schol geling rplanre to c e at een S De rs’ bev e m e n k n ng wer ingen e ‘Scholi n opleid a J K. v W t r h secto e overzic d e r eb en in d training rg.nl ugdzo je b c .f www Meerwaarde Het aanbod van BJZ Utrecht zit inmiddels stevig in elkaar. Hoogland ziet dat dit een absolute meerwaarde is. ‘We zorgen dat we echt ingaan op de behoefte. Dit doen we onder andere met acteurs die situaties naspelen samen met de personen die de training volgen. Een methode die uitstekend werkt!’ De trainingen worden zeer positief ontvangen: ‘We hebben een Cedeoerkenning en de trainingen zijn geaccrediteerd waardoor deelnemers studiepunten ontvangen. Deelnemers zijn positief over de trainingen, omdat ze goed aansluiten op hun behoefte en de praktijk.’ Kijk voor meer informatie over de trainingen op www.bjzutrecht.nl bij studiecentrum 11 WERKDRUKCHECK werkdruk? Hoe staat het met jullie kcheck op Doe de online werkdru l www.fcbjeugdzorg.n kse w toe te pa ss erk in de Je en in het ugdzo rg. Kijk onder AR BO ‘Elk team is of wordt een topteam als je elkaars talenten en vaardigheden versterkt.’ PLEZIER IN UITVOERING De beproefde methode Plezier in Uitvoering is geheel vernieuwd. De methode helpt werkgevers en werknemers in de Jeugdzorg om werkdruk te verminderen en werkplezier te laten groeien, ook als er veel verandert. Plezier in Uitvoering bestaat uit drie onderdelen: voor de Leidinggevende, voor Jezelf en voor Teams. Want werkplezier maak je voor een groot deel zelf en voor een groot deel samen. 1. P lezier in Uitvoering voor Leidinggevenden geeft je inzicht in je handelen en handvatten om anderen of je team te ondersteunen in hun werkplezier. 2.Plezier in Uitvoering voor Jezelf maakt helder waar jij je werkplezier uithaalt en wat je moet of kunt veranderen om werkdruk te verminderen. 3. P lezier in Uitvoering voor Teams staat vol laagdrempelige en aansprekende team-oefeningen. Door deze samen te doorlopen ervaar je dat de teamspirit groeit en de werksfeer verbetert. dagel ij Veel Plezier in Uitvoering! Op verzoek ka n FCB organi saties in Jeugdzorg extra onders te un ing bieden bij de ze methode. Bijvoorbeeld via praktisch e workshops, of teamsessies die inspelen op de situatie binnen Jeugdz org. Meer weten ? 12 Neem contac gezondwerke t op via [email protected] • Leef en werk met meer aandacht voor goede momenten. Schrijf eens per dag of per week een leuke ervaring op. Of meerdere. • Praat thuis of op feestjes wat meer over je werk, benadruk dan de positieve kanten van je werk. • Schrijf eens een ‘advertentie’ voor je eigen baan. Dat wat in die baan gevraagd wordt, zijn dus allemaal dingen die jij kunt! En wat die ‘baan’ biedt is wat jij al krijgt! • Vraag eens aan collega’s waar zij tevreden over zijn. Oefening 13 Vaardighedenspel Waar ben je goed in? Met dit spel leer je de vaardigheden in je team te benoemen en elkaar feedback te geven. Weet je wie waarin het allerbeste is, dan kun je die verschillende vaardigheden in het dagelijkse werk goed tot hun recht laten komen. praktische oefeningen SPEEL het SPEL jaarLIJKS. het IS een pre ttige warming up o m de taakverdeli ng in HET team te bespreken. Positieve balans Alles wat je aandacht geeft groeit. Als je de nadruk legt op problemen, zullen de problemen groter worden. Als je vooral aandacht schenkt aan oplossingen en mogelijkheden, zullen de kansen toenemen. Dat is de kern van Plezier in Uitvoering. • Willen - wat drijft je, wat geeft je energie, plezier en voldoening? •Mogen - hoeveel ruimte krijg of neem je om je werk te plannen, te sturen en in te delen? • Kunnen- wat kun je goed en doe je dat ook voldoende? • Moeten- hoe ga je om met alle taken en verzoeken die op je afkomen? Als je stimuleert dat iedereen deze vier klaverbladen gelijkmatig aandacht geeft, zal er balans ontstaan en zal het werkplezier groeien. theoretisch onderbouwd Hoe geef je leiding aan werkplezier? Nederlands onderzoek van onder meer Schaufeli, Van Rhenen en Bakker toont aan dat werknemers een hoge belasting prima aankunnen, als ze maar voldoende hulpbronnen kunnen aanboren. Die hulpbronnen zijn geen ingewikkelde toverspreuken, maar voor de hand liggende en realiseerbare zaken, zoals: KUNNEN oad de Bestel of downl werkboeken op .nl zorg www.fcbjeugd onder AR BO • • • • • Zelf rooster en werktijden kunnen bepalen. Invloed hebben op werkinhoud. Jezelf kunnen ontwikkelen. Faciliterend leidinggevenden. Collega’s die écht samenwerken en elkaar ondersteunen. Samengevat komen bovenstaande hulpbronnen neer op: meer zelfstandigheid, ontwikkeling en sociale steun. Dat kun je met Plezier in Uitvoering bereiken. 13 Bonden en BJZ Overijssel slaan handen ineen voor goede arbeidsvoorwaarden Belangrijke aspecten bij de transitie van de Jeugdzorg vormen de arbeidsvoorwaarden en de rechtspositie van werknemers die in wijkteams gaan werken. Wat is de beste oplossing: detacheren of de overstap naar een andere werkgever laten maken? Wat betekent dit voor werknemers? In Enschede hebben bestuurders van Bureau Jeugdzorg, de bonden en de gemeente nauw samengewerkt om tot een goede oplossing te komen. In Enschede zijn 25 formatieplaatsen beschikbaar bij de Stichting Maatschappelijke Dienst (SMD) die de wijkteams gaat aansturen. Voor werknemers van Bureau Jeugdzorg (BJZ) ligt de weg open om de overstap te maken. ‘Vanaf het begin is er goed overleg gevoerd tussen de bonden en BJZ over het sociaal plan’, zegt Daniëlle Wiek van Abvakabo FNV. ‘Toen de mogelijkheid voor de overstap van medewerkers zich aandiende, kwam ook naar voren dat er nog veel onduidelijk was over hun rechtspositie en de arbeidsvoorwaarden: de anciënniteit, de salarisschaal, de arbeidsvoorwaarden en ook de duur van het contract. Ik vond het mooi om te zien dat de werkgever – BJZ in dit geval – het probleem zelf onderkende en vond dat het personeel niet met zo’n dilemma opgezadeld kan worden. BJZ zelf vond dat het goed geregeld moest worden voordat mensen gevraagd werd om te gaan solliciteren.’ Verschillen Martin Dirksen, bestuurder van BJZ Overijssel: ‘We zagen op een bepaald moment dat er behoorlijke verschillen bestonden tussen de CAO Jeugdzorg en de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. Als we mensen wilden vragen om echt de overstap te maken naar de SMD, dan zou dat betekenen dat zij in een lagere salarisschaal zouden komen, een contract voor bepaalde tijd zouden krijgen en hun jaren niet mee zouden tellen. Dat was op alle punten een achteruitgang en dat wilde ik niet. Als ik mensen echt iets wil bieden, dan moet het ook een fatsoenlijk pakket zijn.’ Wiek was graag met de 14 andere twee vertegenwoordigers van de bonden (Oscar Overbeek van de CNV en Chris van der Vliet van FBZ) en Dirksen aangeschoven bij de gemeente Enschede om de onderhandelingen mee te voeren. Dat is niet gelukt. De gemeente heeft vooral onderhandeld met Dirksen. ‘Omdat het onderling overleg goed was, kon het zo ook. Ik denk dat het wel een punt is dat in andere regio’s meegenomen kan worden.’ Dirksen: ‘Ik moet daarbij zeggen dat ze zich bij de gemeente Enschede ook positief hebben opgesteld en hebben gekeken naar oplossingen. Zij stonden vanaf het begin op het standpunt dat de medewerkers van BJZ echte kansen moesten krijgen.’ ‘Als ik mensen echt iets wil bieden, dan moet het ook een fatsoenlijk pakket zijn’ Positief resultaat De onderhandelingen zijn positief verlopen. Wiek: ‘We hebben kunnen regelen dat het salaris (de schaal) hetzelfde blijft, dat mensen wel onder de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening gaan vallen, maar dat ze een contract voor onbepaalde tijd krijgen. Behoud van anciënniteit hebben we er niet uit kunnen slepen, omdat dat te veel consequenties heeft voor andere medewerkers van SMD. De nieuwe medewerkers zouden hen dan kunnen verdringen op anciënniteit.’ Dirksen: ‘Het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn dat mensen die van BJZ overstappen naar SMD een betere positie hebben dan de medewerkers van SMD zelf. Dat zou heel raar worden. En dus hebben we die eis moeten laten vallen.’ Een ander technisch aspect speelde daarbij ook nog een rol. Als medewerkers van BJZ onder exact dezelfde voorwaarden zouden overgaan naar SMD zou de kans bestaan dat die transfer aangemerkt zou worden als ‘overgang van onderneming’. ‘Daar zitten weer allerlei juridische haken en ogen aan’, legt Dirksen uit. ‘Die medewerkers kosten voor een organisatie 80.000 euro, omdat er een deel overhead – zoals gebouw, ict en dergelijke – in is versleuteld. Feitelijk kosten ze misschien maar 65.000 euro. Je moet heel helder krijgen hoe je medewerkers laat overstappen, anders komen er allerlei onverwachte consequenties bij kijken.’ Detacheren of niet De situatie in Enschede is op veel fronten uniek. Volgens Wiek kan Enschede als voorloper worden bestempeld. ‘Je ziet dat op andere plaatsen in het land wordt gewerkt met detachering. Daar is ook wat voor te zeggen. Je kunt rustig de tijd nemen om arbeidsvoorwaarden op termijn goed te regelen. Deze periode is al hectisch genoeg. Aan de andere kant is het voor alle partijen duidelijker om mensen meteen goed te plaatsen. Iedereen weet dan waar hij aan toe is. Bij detachering lijkt er meer rechtszekerheid, maar ook dat is niet altijd het geval.’ Dirksen: ‘We hebben aan de gemeente voorgelegd dat het misschien een idee is om tijdelijk te detacheren als we nog niet alle arbeidsvoorwaarden helder zouden hebben. De gemeente is daar best wel toe bereid. Toch zie ik dat niet als een oplossing. Overstappen naar een nieuwe organisatie kan onzekerheden met zich meebrengen. Aan de andere kant is een gedetacheerde medewerker veel gemakkelijker weg te bezuinigen. Dat biedt ook niet veel rechtszekerheid. Ik ben voor de duidelijke overstap, ook al heeft dat nu meer energie en aandacht gekost.’ ‘Je moet heel helder krijgen hoe je medewerkers laat overstappen’ In deze samenwerking moet je het vermogen hebben om elkaars belang te blijven zien Elkaars belang zien In deze periode bericht BJZ aan het personeel dat de weg vrij is voor medewerkers om ‘horizontaal’ over te stappen naar SMD. Dirksen: ‘We moeten nog afwachten hoeveel medewerkers daadwerkelijk solliciteren. Ik verwacht dat de medewerkers van wie hun baan bij BJZ niet zeker is, eerder overstappen.’ Dirksen en Wiek zijn beiden te spreken over het hele proces en over hun samenwerking. ‘Hier zijn geen wetten voor. In deze samenwerking moet je het vermogen hebben om elkaars belang te blijven zien. SMD heeft een belang, BJZ en de werknemers/bonden ook. Ieder van ons heeft dat ingezien. Soms waren er wel tegenstellingen, maar we zijn altijd bereid geweest om naar elkaar te luisteren en te denken in oplossingen.’ Wiek: ‘Dit proces kan als een blauwdruk gelden voor de rest van Nederland. Inmiddels hebben we dit voorbeeld ook op landelijk niveau aangekaart. Ik denk dat we in de toekomst stappen moeten zetten om te voorkomen dat er binnen teams rechtsongelijkheid gaat ontstaan. Dat risico is er natuurlijk wel omdat er zoveel verschillende disciplines samenwerken. Wie weet leidt dit uiteindelijk tot een CAO Sociaal domein.’ 15 Scholing van wijkteams In Rotterdam worden de teamleden met een speciaal scholingsprogramma zo goed mogelijk klaargestoomd om te werken in wijkteams. Teamleden kunnen specifieke modules volgen. ‘Zelfrefelectie is belangrijk: wat kan ik al en waar heb ik hulp nodig?’ Ineke Moerman is voorzitter van de Werkgroep Scholing Wijkteams Rotterdam (waarvan ook jeugdzorgorganisaties deel uitmaken) die het scholingsplan heeft opgesteld. ‘Het enthousiasme en de betrokkenheid was zo groot dat het plan binnen drie maanden rond was. De gemeente Rotterdam moet het plan nu goedkeuren en dan kunnen we van start. Het idee is dat alle wijkteams dit jaar starten met het introductieprogramma. Daarnaast zijn we bezig een leerhuis in te richten met modules uit verschillende vakgebieden. Medewerkers bepalen hierbij in overleg met hun leidinggevende jaarlijks op welke gebieden scholing nodig is en dus welke modules ze dat jaar zullen gaan volgen.’ Introductie Als arts publieke gezondheid heeft Moerman veel ervaring opgedaan in de praktijk en werkt momenteel als bestuursadviseur bij Stichting CJG Rijnmond. ‘Iedere deskundige binnen het wijkteam moet een generalistische kijk hebben, basishulp kunnen geven en goed zijn in de rol als casusregisseur. Professionals moeten goed kun- Het leerhuis is nooit ‘af’ nen samenwerken, over hun domein heen kijken en goed kunnen inschatten voor welke zorg andere deskundigen nodig zijn.’ Het scholingsprogramma besteedt aan al die aspecten aandacht. ‘Iedereen moet bijvoorbeeld in staat zijn een goede vraaganalyse uit te voeren, indien nodig een veiligheidsplan kunnen opstellen en kostenbewust kunnen werken’, vertelt Moerman. De introductiecursus bestaat uit één introductiedag en vijf cursusdagen verspreid over negen maanden. In de tussenliggende periodes wordt er met elkaar gewerkt en gereflecteerd op het professioneel handelen. Belangrijke onderwerpen zijn zelfredzaamheid, de straatcultuur en cultuurspecifieke gevoeligheden. ‘Goede tools om signalen te herkennen zijn zeer welkom’ Karin van der Pijl is ambulant pedagogisch medewerker bij een wijkteam in Rotterdam Zuid. Ze houdt zich bezig met opvoedingsproblematiek. ‘Ik heb vooral behoefte aan scholing over de andere vakgebieden. Ik weet als opvoedkundige nu nog te weinig van schuldhulpverlening of verslavingen, psychiatrische patiënten en agressie. Het lijkt me niet reëel om het hele wijkteam als allround specialist op te leiden, maar goede tools om de signalen beter te herkennen en mildere gevallen zelf te kunnen behandelen, 16 zijn zeer welkom. Hoewel ik pas net ben begonnen in mijn wijkteam, vind ik dat de samenwerking erg goed verloopt. We kennen elkaars deskundigheid en maken daar ook gebruik van. En niemand heeft er moeite mee om hulp te vragen. Laatst ben ik bijvoorbeeld met een collega meegegaan naar een gezin waarin gedragsproblemen speelde. Ook voor het opstellen van een vraaganalyse, is scholing nuttig voor mij. Ik ben een echte doener en vulde de formulieren vaak pas in als er noodzaak toe was. Dat kan nu niet meer, want het moet navolgbaar zijn voor de andere teamleden.’ Leerhuis Moerman: ‘Daarnaast richten we een leerhuis in waarbij teamleden specifieke modules kunnen volgen. Deels bestaan deze modules al bij verschillende organisaties, maar hebben ze nog andere namen. Het idee is om de cursussen samen te voegen en te harmoniseren. Het leerhuis is nooit ‘af’. Telkens als er nieuwe leervragen zijn, komen er modules bij. Bovendien stelt elke beroepsgroep bepaalde scholingseisen waaraan moet worden voldaan. Medewerkers moeten aan de ene kant breed inzetbaar zijn en aan de andere kant specialistische kennis hebben om gecertificeerd te blijven. Ook deze specialistische kennis kan in een module als deskundigheidsbevordering in het leerhuis worden aangeboden. Vertrouwen en wederzijds respect Teamleden bepalen zelf op welke gebieden scholing nodig is en stellen in overleg met hun leidinggevende jaarlijks een leerprogramma samen. ‘Zelfreflectie is belangrijk: wat kan ik al en waar heb ik hulp nodig? Om zo naar jezelf en je teamleden te kunnen kijken, moet je je kwetsbaar durven opstellen. Daarvoor is vertrouwen nodig en wederzijds respect voor elkaars kunde én onkunde. Binnen een team moet het vanzelfsprekend zijn dat je niet alleen gebruikmaakt van elkaars expertise, maar ook van elkaar leert en ziet waar deskundigheidsbevordering nodig is.’ ‘Ik ben het met de veranderingen eens, maar het gaat wel heel snel’ Esther Barendrecht werkt sinds februari als Jeugd- en gezinscoach in wijkteam Bospolder/ Tussendijken Delfshaven. Ze is gespecialiseerd in het begeleiden van ouders met jonge kinderen vanuit de geïndiceerde zorg, bijvoorbeeld met ADHD of autisme. ‘De ontvangst in mijn wijkteam was heel prettig. Ik kreeg de tijd om wekelijks bij een overleg te zitten, zonder direct te starten bij een gezin. Vanuit mijn vorige werksituatie had ik nog allerlei cases en die combineer ik nu met mijn werk in het wijkteam. Het samenwerken binnen een team vraagt om aanpassingen. De vraaganalyse moet volgens een vaste methode plaatsvinden en daar kunnen we zeker scholing bij gebruiken. Daarnaast is het idee dat we generalisten worden, terwijl we allemaal ons eigen vakgebied hebben. Ik ben benieuwd hoe dat in de praktijk gaat als we deels elkaars werk overnemen. Ook volg ik nu cursussen om mijn registratie te behouden en vraag ik me af hoe dat straks wordt geregeld. Deze scholing onderbrengen in een ‘leerhuis’ lijkt mij in ieder geval een goede oplossing.’ Verder praten met Ineke Moerman en andere ervaringsdeskundigen op het gebied van Leren in Wijkteams? Leerbijeenkomst Thema: Leren in wijkteams - Lerende wijkteams, hoe krijg je ze van de grond? - Hoe leren wijkteams samenwerken? - Hoe kunnen medewerkers in wijkteams meer leren van elkaars expertise? Ineke Moerman - Hoe doen andere organisaties dat? Herken je een of meer van deze vragen vanuit je rol in de organisatie? Of heb je een andere vraag die gaat over het leren en werken in de wijkteams? Ben je op zoek naar een aanpak of wil je leren met en van collega’s in Jeugdzorg en Welzijn die met dezelfde vraagstukken bezig zijn? atum: 9 oktober - Tijd: 13:30 uur - Locatie: FCB, Koningin Wilhelminalaan 3, Utrecht. D FCB biedt de mogelijkheid om met gelijkgezinde collega’s in gesprek te gaan en te leren van verhalen en voorbeelden uit de praktijk. Met medewerking van o.a. Ineke Moerman, CJG Rotterdam, Saskia van Valkenhoef van JES030 en Erwin Hagen, Meander Zeist. Geprikkeld? Meld je aan via [email protected]. Vermeld in de mail de naam van de organisatie waar je werkt, je functie en je belangrijkste vraag over leren in wijkteams 17 PRIKBORD ‘Ik hoop opnieuw in een geren n o j fijn team te komen. n e n e r e d n i k k i van als Daar wil ik de ‘rust’ ‘De stem e laten horen, ook uwe e t ni nog beter ari 2015 bij de on zit.’ vinden om het hectische anu efo jeugdzorgwerk aan vanaf 1 j chting Kindertel e Sti te kunnen.’ landelijk , t u B e Natihndaelritelefoon Utrecht K manager ‘Het komende jaar wil ik een plan maken voor talentontwikkeling als onderdeel van de behandeling van jongeren met een licht verstandelijke beperking.’ Edith van Belzen, Marrigje Huijgens, jeugd beschermer Amersfoort, Bureau Jeugdzorg Utrecht Welke omslag hoop jij komend jaar in je werk te maken? gezinshulpverlener Vitree, Zwolle ‘Ik wil mijn co llega’s ent housiasmeren, trainen en coachen in het wer ken vanuit Soc iale Net wer k Strategie en. Ik zet mij er v oor in om he t ‘sociaal kapitaal’ van on ze cl ienten breed binnen de hulpverlening te borgen, te beginnen bij mijn eigen organisat ie.’ G iel D ambulant hulpverlener E ons, ntrea, regio Nijmegen 18 ‘Wij werken toe naar de nieuwe manier van werken (SAVE). Ik probeer daar mijn balans in te vinden en te blijven genieten van ons mooie werk.’ Jasper Grendel, jeugdreclasseerder, Bureau Jeugdzorg Flevoland in Almere ‘Ik streef eerstel ijn naar een dekkend mensen d saanbod v oor al le ie dat nod ig hebben .’ Pet ra va manager n het Er ve, v oor in Riviere wijkteams nland. ‘Al vanuit mijn eerste baan in het onderwijs – ik werkte vanaf mijn 21ste op een school in een ‘sociaal zwakke’ wijk in Roermond – heb ik te maken gekregen met Jeugdzorg. Van leerkracht ben ik snel directeur en IB’er geworden. Tot mijn 49ste heb ik in het onderwijs gewerkt, maar ik had de sterke behoefte meer preventief te gaan werken. De overstap naar Jeugdzorg was een spannende, omdat ik alleen kon bogen op ervaring. Twee jaar geleden werd er gereorganiseerd en zou ik vooral beheerstaken krijgen. Dat wilde ik niet, maar ik wilde ook niet terug het onderwijs in. Wat dan wel? Mij is altijd verteld dat ik voor mezelf zou moeten beginnen, maar ik durfde dat als alleenstaande moeder met studerende kinderen nooit goed. Twee jaar geleden heb ik de stap gemaakt vanuit de WW. Een jaar lang heb ik op een houtje gebeten en was het heel hard werken voor heel weinig geld. Maar wat ben ik blij dat ik dit heb gedaan! Ik werk weer voor het onderwijs als adviseur of interim-directeur. Zo krijg ik ook weer met Jeugdzorg te maken. Het mooie van mijn brede ervaring is dat ik verbindingen goed kan leggen. Ik ben nu 54 jaar en ik kan niet anders zeggen dan dat ik verandering nodig heb gehad om deze kans te grijpen.’ Naam: Ine van der Heijden (54) Werkte bij: Mutsaersstichting Werkt bij: ZZP’er in maatschap Functie: Adviseur/interimmanager in het onderwijs Verandering biedt kansen, maar hoe pak je die? Naam: Bart Tielens (55) Werkte bij: Xonar Werkt bij: Total Project Care Functie: Facilitair medewerker ‘Toen ik hoorde dat mijn contract bij Xonar jeugdzorg niet verlengd zou worden, vond ik dat uiteraard erg jammer. Ik had een zeer afwisselende facilitaire functie: beheer gebouwen, energie, brandveiligheid, enzovoorts. Wat mij betreft was ik daar graag gebleven. Maar ik ben het type dat altijd meteen om zich heen gaat kijken waar kansen liggen. Door mijn werk bij Xonar kende ik mijn huidige werkgever: een legionella preventiebedrijf. Ik ben vrij snel met hen in gesprek gegaan om ideeën op te doen en te brainstormen over mogelijkheden. In januari 2014 was ik werkloos en in februari liep ik al stage bij Total Project Care om te kijken of we bij elkaar passen. Dat beviel van twee kanten zo goed dat ik vanaf 5 mei een contract heb gekregen. Als je aan mij vraagt of verandering kansen biedt, dan zeg ik ‘ja’. Of eigenlijk: ik houd altijd rekening met verandering. Vanaf mijn allereerste baan in de catering via de detailhandel naar het bankwezen en de Jeugdzorg heb ik me steeds geschoold. Of via de werkgever of ik heb het zelf betaald. Je moet investeren in jezelf en blijven geloven in je eigen kunnen. Dan liggen er altijd overal kansen.’ Op www.fcb-loopbaanplein.nl vind je meer informatie en tools voor werkgevers en werknemers in de begeleiding naar ander werk 19 Coachen van wijkteams: sturen in nieuwe context In alle delen van het land worden wijkteams gevormd. De manier waarop deze tot stand komen en hoe daaraan sturing wordt gegeven, verschilt erg per regio. Petra van het Erve werkt als teamleider in Rivierenland (Utrecht-Gelderland) en begeleidt verschillende wijkteams. Margreet Snoeck is actief in Zeeland als coach van wijkteams en residentiële teams. De coach staat echt naast het team en helpt besluiten te nemen. Trouw blijven aan hetgeen waarin ze gelooft: een dekkend eerstelijnsaanbod voor alle mensen die dat nodig hebben. Daarom wil voor Petra van het Erve de wijkteams in Rivierenland zo goed mogelijk ondersteunen. ‘Niemand zou nog na te hoeven denken waar hij aan moet kloppen voor welke zorg. Het is niet nodig dat cliënten zich onmachtig voelen en twee, drie keer hun verhaal moeten doen. De zorg floreert straks bij de kwaliteit van de mensen in wijken: toegankelijk en snel bereikbaar zijn, maar ook actief meedenkend.’ Geen onderlinge bedreiging Hoe goed mensen in de wijk ook zijn, er is volgens Van het Erve wel begeleiding nodig. Iemand die verbindingen legt en, bij de samenstelling van de teams, met hen meeloopt. ‘Wij hebben ervoor gekozen om de mensen die al bij Bureau Jeugdzorg en bij de thuiszorg (daarmee is in Rivierenland een samenwerkingsverband aangegaan, red) werken in te zetten in de teams. Hen zelf te laten ontdekken waar hun competenties liggen.’ Ze weet dat het op andere plekken anders gebeurt. Dat er gesolliciteerd moet worden op interne functies. ‘Dat is ook een manier, waarbij je direct scherp hebt wat je verwachting is. Dat kan gemakkelijker zijn, maar wij hebben besloten om de mensen die we hebben met elkaar te verbinden. Elk team heeft mensen die opvallen en mensen die dat niet doen, maar dat geeft niet. De teams zijn daardoor heterogeen en ieder brengt zijn eigen expertise in. Ik zie dat er bij ons totaal geen sprake is van onderlinge bedreiging. We vragen het wel eens, maar het speelt niet.’ Eisen aan medewerkers Aan medewerkers worden wel eisen gesteld. Iedereen mag rondkijken en aangeven waar zijn of haar krachten liggen. Zichzelf de vraag stellen: zit ik goed? Van het Erve: ‘Bij mensen van wie niet duidelijk is dat ze meteen in een Wijkteam Rivierenland 20 team passen kan een scholingsof coachingstraject een oplossing zijn. Maar we hebben ook medewerkers van wie we niet weten of die het gaan redden. Je kan niet eindeloos blijven zoeken. Ik vind dat je in deze fase elkaar open moet durven zeggen: ik zie dat het je niet lukt, misschien moeten we naar een andere oplossing voor je zoeken. Mijn ervaring is dat die openheid goed werkt.’ Tip van Margreet : Zoek anderen o p, ga o p andere . n e k ij k n e k k le p k r e w Weerstand De mensen die overstappen naar de wijkteams hebben te maken met onzekerheid en onduidelijk. De een wil uitdagingen en is daar vooral op gericht. De ander heeft behoefte aan meer zekerheid. Van het Erve: ‘Het is mijn taak om hen in deze onzekere fase te begeleiden. Wijkteams bieden medewerkers een andere structuur. Ze werken niet meer vanuit een instituut en zij moeten die omslag in denken en werken kunnen maken. Dat gaat niet bij iedereen even gemakkelijk en daar moet je het dan over hebben. Soms is er weerstand tegen een bepaalde verandering. Dat kan zinvol zijn, zodat je nog eens kritisch naar werkwijzen kijkt. Het kan dus ook gebeuren dat ik zeg: maar toch gaan we het zo doen.’ Ook straks, als de wijkteams draaien, is er coaching nodig. Iemand die een helicopterview heeft en die te raadplegen is bij complexe problemen waarvoor afstand is vereist. ‘Medewerkers in de wijkteams moeten iemand hebben die overstijgend kan meekijken. Aan wie zij kunnen toetsen of de eigen conclusies wel goed zijn. Wie met mensen werkt, gaat ongewild ook kleuren. Het is niet altijd even gemakkelijk om goed koers te houden. Dan is het fijn dat zij iemand hebben die kan coachen of met wie zij kunnen sparren.’ Petra: ‘Je moet iemand hebben die overstijgend meekijkt’ Coach van wijkteams In Zeeland is de situatie weer wat anders. Margreet Snoeck is Clustermanager Ambulant & Pleegzorg bij Juvent. Nu nog wel, want straks wordt ze coach. ‘Wij gaan werken met regiomanagers voor de regio Oosterschelde, regio Zeeuws-Vlaanderen en regio Walcheren. Elke manager heeft 3 coaches onder zich die weer 12 teams ondersteunen. De coaches hebben zelf de teams verdeeld. Het is mijn taak om te kijken wat mensen kunnen én willen. De professionals die in de teams zijn opgenomen konden hun voorkeur aangeven. Bij ons staat de samenstelling van de teams vast.’ De Juvent-teams zijn opgebouwd uit generalisten en specifiek deskundigen. En in principe werken ze zelfsturend. ‘Je moet het zo zien dat elk team zoveel mogelijk zelf verantwoordelijkheid neemt’, zegt Snoeck. ‘Teamleden helpen elkaar op weg. Ze hebben kaders aangereikt gekregen waarbinnen ze moeten werken, maar daarnaast zijn er nog genoeg zaken over die vraagtekens oproepen. De coach staat écht naast het team en helpt besluiten te nemen. Die kijkt ook: zijn er blinde vlekken, zit je op het goede spoor, heb je met alle aspecten rekening gehouden?’ Margreet: ‘Zijn er blinde vlekken, zit je op het goede spoor?’ Praktische zaken regelen Snoeck merkt dat er in deze opstartfase vooral praktische zaken zijn die op orde gebracht moeten worden. ‘Het is nu nog aftasten: wat mogen we wel of niet? Wie doet het budgetbeheer? Wie verzorgt het dienstrooster, coördineert de aanmeldingen en de opnamecontrole? Dat soort zaken kunnen we snel regelen. Maar als je het dan hebt over ziekteverzuim, functioneringsgesprekken, vragen over wanneer je je kwetsbaar opstelt en wanneer niet, dan merk ik dat teams daar nog vertrouwen in moeten krijgen. Ze moeten kunnen zien ‘zijn we op de goede weg of niet?’ Snoeck werkt voor de wijkteams van Juvent, maar er zijn in Zeeland meerdere organisaties die ook wijkteams hebben en waarmee Juvent samenwerkt. ‘Die worden er ook snel bij betrokken, wat ons betreft. Ik denk dan aan thuiszorg, zorginstellingen en de GGD. Per team is het afhankelijk van de lokale situatie hoe de samenwerking eruit ziet. De geluiden die we nu horen is dat het wel even zoeken is en dat iedere organisatie zijn eigen patronen heeft. Dat moet wel anders. We stimuleren mensen om zoveel mogelijk samen te werken. Zoek anderen op, ga op andere werkplekken kijken. Ik merk dat medewerkers dat heel leuk vinden. Zij kennen de cliënten en willen zo snel mogelijk oplossingen zoeken voor mensen. Hun bereidheid om samen te werken is groot. Als coach kunnen we hen alleen maar versterken. Het is niet de bedoeling dat we in de weg gaan lopen, maar hen vooral ondersteunen op momenten dat zíj ons nodig hebben.’ 21 Stilstaan bij leiderschap en invloed ‘We zijn vaak druk, onderweg of in gedachten al weer bezig met morgen. In al dit bezig zijn, is het goed om geregeld even stil te staan.’ Dit gegeven staat centraal in het boek Stilstaan bij Leiderschap en Invloed – over reflectie, vervorming en groei. De teksten zijn geschreven door Gabriël Anthonio, voorzitter van de Raad van Bestuur Jeugdhulp Friesland. Een impressie van een bijzonder boek. Gabriël Anthonio Fragment : In de kern hetzelfde Op een middag belt een boze vader. Hij is erg opgewonden en roept door de telefoon dat hij de hele jeugdzorg gaat aanklagen. Volgens vader spoort moeder niet helemaal en probeert ze hem zwart te maken. Ik zie een wanhopige vader voor me die vooral probeert aan te tonen een goede vader te willen zijn. In het dossier, volgens de verhalen van moeder en uit de verhalen van de hulpverleners komt naar voren dat de vader wel degelijk dreigend is geweest. Tijdens de afwegingen kom ik tot de conclusie dat we eigenlijk helemaal niet moeten kiezen. Iedereen heeft immers een beetje gelijk. De kunst van de hulpverlening is om al die gelijken langzaam een gecontroleerd bij elkaar te brengen. Hierbij staat als centrale toets de veiligheid van de kinderen centraal. 22 In de inleiding wordt de bedoeling van het boek geschetst: ‘De rode draad in dit boek over leiderschap en invloed wordt gevormd door drie begrippen: reflectie, vervorming en groei. Leiderschap uitoefenen gaat niet alleen over een bepaalde baan of maatschappelijke positie. Integendeel, leiderschap gaat over hoe wij ons verhouden tot invloeden in en om ons heen. Leiderschap is invloed uitoefenen op jezelf en je omgeving. Dit geldt voor managers, maar ook voor professionals.’ Daarna vervolgen Anthonio en Wouters: ‘Leiderschap is in beweging komen, maar ook stilstaan en de tijd nemen om te kijken en te luisteren. Het is dus niet alleen invloed uitoefenen, maar ook ondergaan. Reflectie betekent onszelf een spiegel voorhouden. Managers zijn druk met de organisatie, de professionals met hun vakgebied en de cliënten. Om in de spiegel te kunnen kijken, moeten we stilstaan. Reflectie is als ademhalen, indrukken inademen, verwerken en rustig proberen uit te ademen. Reflectie begint bij stilstaan, maar zou ook een steeds terugkerend moment moeten zijn’. Niet is wat het lijkt Het boek is een bijzondere verzameling van verhalen uit de praktijk. De verhalen vormen een bespiegeling: niets is wat het lijkt. ‘Als kind leren we stap voor stap leiding te geven aan ons eigen leven. Als we volwassen worden, beïnvloeden we steeds meer anderen. Naast allerlei onbewuste invloeden op anderen, kunnen we ook heel bewust invloed op anderen proberen uit te oefenen. Dit boek is zo’n poging om anderen te beïnvloeden, Fragment: C omplimenten Aan een jongen die in een opvanghuis verblijft dat worden complimentjes gegeven. Later zegt hij . geeft tjes limen comp en doet g aardi ‘die directeur’ Zijn ouders gaven hem ook altijd complimenten en meenden het niet. Wat is dat eigenlijk: een compliment geven? Is nd dat inderdaad altijd wel zo bemoedigend? Iema als omen overk ook die een compliment geeft, kan een iemand die oordeelt. Goed gedaan, is immers t limen comp Een an. oordeel, evenals fout geda geven, heeft ook iets vanuit de hoogte praten. Hier ligt de volgende gedachte aan ten grondslag: de ander heeft mij of het compliment nodig, ik ik investeer daarmee in de ander en misschien wil en. ook graag een beetje aardig gevonden word pulaEn in een aantal gevallen is het domweg mani an geda iets tie: de ander complimenteren om zelf ikkeld ingew dus te krijgen. Complimenteren blijkt te zijn, met veel verschillende kanten. tot stilstand te brengen en tegelijk te bewegen.’ De auteurs laten zien dat het gemakkelijk is om verkeerde conclusies te trekken in de dagelijkse praktijk van de Jeugdzorg. In een verhaal over een man op papa-dag die al bellend de schommel duwt, lijkt aanvankelijk de ongeïnteresseerdheid van vaders naar voren te komen. Later blijkt er een heel andere reden te zijn voor zijn gebel: zijn andere kind is met spoed opgenomen in het ziekenhuis. In het boek is een reeks beelden en verhalen samengebracht over leiderschap, invloed, reflectie, vervorming en groei. Een doorzichtig schutblad legt in enkele woorden de verbinding tussen beeld en tekst. ‘Veel verhalen gaan over kinderen. Omdat kinderen als geen ander een appèl op ons kunnen doen. Kinderverhalen zetten ons vaak, veel meer dan andere verhalen, even stil.’ Speciaal voor lezers van FCB Magazine Jeugdzorg verloten de auteurs Gabriël Anthonio en Gijs Wouters twee gratis exemplaren. Wil je hiervoor in aanmerking komen? Mail dan naar [email protected]. Stilstaan bij Leiderschap en Invloed kost € 27,50 en is te bestellen via: www.jeugdhulpfriesland.nl. De opbrengst van het boek komt ten goede aan het Jeugdhulpfonds dat kinderen in acute financiële nood tegemoet komt. Fragment: Balans Niet het kind, maar ons denken over het kind is de laatste jaren drastisch veranderd. Het gaat zijn niet om zijn geluk maar om zijn veiligheid. We af gaat het En aat. misg het dat voortdurend bang en word ren kinde ijnen, verdw ren en toe mis. Kinde cht zeilto een willen of osd aarlo verw of mishandeld maken. Zijn net als vroeger, kwetsbaar maar ook en ondernemend. En als we weer een incident hebb d belei jeugd dan moet er weer nieuwe wetgeving en het tegen worden gemaakt. Ik ben helemaal niet el, beschermen en helpen van kinderen. Integende de in s isatie organ ik geef leiding aan een van de zorgketen. Maar ik heb er wel steeds meer proe blemen mee dat de veiligheid op een obsessiev nodig meer en hebb ren Kinde . manier centraal staat dan alleen een waakhond voor hun veiligheid. Kinderen hebben structuur én ruimte nodig. af, Te veel structuur remt hun groei en ontwikkeling om te veel vrijheid is ook niet goed. Het gaat dus eseen balans. Ik wens onze samenleving een succ toe. s volle zoektocht naar een nieuwe balan 23 Het bestuur van FCB: www.fcbjeugdzorg.nl t. 030-2985 350 [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc