Cirkelbeweging - rwi

Naam:
Voortgangstoets
NAT
5 VWO
45 min.
Week 47
SUCCES!!!
Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands)
en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig een schets van de situatie.
Let op het juiste aantal significante cijfers en vergeet de eenheden niet!
Maak de opgaven in de juiste volgorde en werk netjes.
Met potlood geschreven tekst wordt niet gecorrigeerd!
Het gebruik van Tipp-Ex is niet toegestaan.
Opgave 1
In nevenstaande afbeelding is weergegeven hoe een atleet tijdens
het Olympische hamerwerpen een hamer wegslingert.
De atleet slingert de hamer (een metalen kogel aan een draad)
meerdere keren in de rondte, waarna hij deze loslaat.
In onderstaande afbeelding is een bovenaanzicht van de situatie
weergegeven.
We kijken alleen naar krachten in het horizontale vlak. Dus
krachten in het vlak van de hiernaast weergegeven situatie.
a) Leg uit welke pijl de richting weergeeft waarin de hamer weg
zal vliegen als de hamer wordt losgelaten in de weergegeven
positie en rond wordt geslingerd in de richting van P.
b) Leg uit welke pijl de richting van de resulterende kracht op de
hamer weergeeft net vóór het loslaten.
c) Leg uit welke pijl de richting van resulterende kracht weergeeft
net ná het loslaten.
Opgave 2
Op een luchtkussenbaan staat een glijder. De glijder is door een touw
verbonden met een gewichtje. Dit gewichtje oefent een kracht uit van
0,30 N. Laten we de glijder los dan legt hij in 0,97 s een afstand van
60 cm af.
a) Bereken de versnelling die het geheel krijgt.
b) Bereken de massa van de glijder en de massa van het gewichtje.
Opgave 3
In nevenstaande afbeelding is het reuzenrad
van een kermis getekend. De straal van het rad
is 10,0 m. Het rad draait eenparig rond. Eén
omwenteling duurt 30 s. De as M bevindt zich
12,0 m boven de grond. De nabijgelegen
huizen hebben een hoogte van 7,0 m. In het
rad zijn, op onderling gelijke afstanden,
stoeltjes gemonteerd. De afmetingen van
stoeltjes en passagiers worden verwaarloosd.
a) Bereken de grootte van de snelheid die een
passagier tijdens het draaien heeft.
Volgende bladzijde
1/2
b) Bereken de grootte van de versnelling die een passagier tijdens het draaien heeft,
c) Bepaal hoelang een passagier in een stoeltje zich gedurende één omwenteling boven
de huizen bevindt.
In het rad bevindt zich onder meer het stoeltje P.
De hoogte boven de grond van de passagier in stoeltje P is een functie van de tijd. Op het
tijdstip t = 15 s passeert stoeltje P het hoogste punt. In onderstaand diagram is dit
weergegeven door punt K.
d) Teken in het onderstaande diagram de grafiek die de hoogte van stoeltje P weergeeft
als functie van de tijd van t = 0 tot t = 60 s.
Laatste bladzijde
2/2