De verheerlijking op de berg Ellen Zuijdwegt-Dronkers Van dit verhaal is een schetsbord verhaal gemaakt Dit is tekenen of schilderen terwijl je vertelt. Dit kan heel eenvoudig aan de hand van de volgende aanwijzingen. De kinderen vinden het prachtig! Natuurlijk kunt u het ook gewoon vertellen. Benodigdheden: Een stuk behangpapier, verschillende kleuren waterverf uit een tubetje/fles, penselen. óf een tekenbord en verschillende kleuren krijtjes. Van te voren een gedeelte van de tekening maken (zie voorbeeld 1) Op voorbeeld 2 zie je wat je er bij tekent terwijl je vertelt; dit wordt in het verhaal aangegeven met de scheef gedrukte gedeelten tussen haakjes. Je kunt zelf kijken welke kleuren je gebruikt. Zorg dat alles van te voren klaar ligt, dat je er goed bij kan en de kinderen het goed kunnen zien. Sta er niet voor als je tekent, maar probeer wat aan de zijkant te staan. De tekeningen zijn eenvoudig, het is immers een schetsbord verhaal. Let erop dat je éérst het stukje erbij tekent en dán pas vertelt wat het is. Vaak reageren de kinderen er al op als ze zien wat het wordt. Je krijgt dan leuke interactie. De zin ‘Jezus is Gods Zoon’ is gemaakt van zgn. ‘ladderletters’. Van te voren schildert/tekent u een gele balk met daarin, met rode verf/krijt, de lijnen van de vakken. De ladderletters maakt u tijdens het verhaal af met rode verf/krijt. Eventueel kunt u met dunne potloodlijntjes van te voren aangeven waar de strepen van de letters moeten komen. Gebruik 4 verschillende kleuren voor de personen uit dit verhaal. Eén voor: Jezus, Mozes, Elia, de discipelen. Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Inleiding Kom even terug op het verhaal van vorige week aan de hand van de plaat van het Paasproject. Zing eventueel het Projectlied. Laat de kinderen een foto/plaat van een berg zien en een foto genomen vanaf de top van een berg. Wie heeft er wel eens op een berg gestaan, bovenop de top? Wat zag je toen allemaal? Als je zo hoog staat kun je heel ver kijken. Alles beneden lijkt klein. Je bent zelf heel hoog en het lijkt net of je de hemel aan kunt raken. Kan dat ook echt? Nee, maar het voelt alleen zo. Net of je dichterbij God bent. Het Bijbelverhaal gaat ook over een berg. Kijk en luister maar. A Het is rustig en stil op de berg. Daar komen vier mensen aan.. Voorzichtig klimmen ze naar boven, helemaal tot aan de top. ‘We zijn er bijna’, zegt (teken Jezus) Jezus, ‘Nog even volhouden.’ ‘Pff’, puft (teken Petrus) Petrus, ‘Het is een hele klim.’ ‘Zeg dat wel’, zucht (teken Johannes) Johannes. ‘Maar als we boven zijn hebben we een heel mooi uitzicht’, zegt (teken Jakobus) Jakobus. Jezus heeft drie van zijn vrienden, zijn discipelen, meegenomen de berg op. Nu zijn ze boven, helemaal op de top van de berg. Wat is het mooi als je naar beneden kijkt. Alles lijkt veel kleiner en wat lijkt de hemel dichtbij! We zijn hier naar boven geklommen om te (maak het woord ‘bidden’ af) bidden.’zegt Jezus. B (teken Jezus) Jezus kijkt omhoog en begint te bidden. Hij praat met zijn Vader in de hemel. Petrus geeuwt en (teken Petrus) gaat liggen. Hij wil ook bidden, maar is wel moe. Johannes rekt zich eens uit. Hij wil ook bidden, maar (teken Johannes) eerst even liggen. Als Jakobus ziet wat de anderen doen gaat hij (teken Jakobus) ook liggen, zo kan hij ook wel bidden. Maar even later liggen ze alle drie te slapen. Terwijl Jezus aan het bidden is begint zijn gezicht te (maak het woord ‘stralen’ af) stralen. C Om (teken Jezus) Jezus heen lijken wel zonnestralen. (teken de stralen) Zijn gezicht en zijn kleren worden stralend wit. Opeens staat er (teken Mozes) een man bij Jezus, en kijk nog (teken Elia) iemand! Het zijn Mozes en Elia. Twee mannen die lang geleden geleefd hebben komen vanuit de hemel naar Jezus toe. Ze praten met Jezus over wat er met Hem zal gebeuren straks in Jeruzalem. (teken Petrus) Petrus wordt wakker. Hij schrikt! Wat is dat? (teken Johannes) Ook Johannes wordt wakker. Hij stoot Jakobus aan. ‘Jakobus, wordt wakker!’ (teken Jakobus) Jakobus gaat overeind zitten en kijkt naar Jezus. Wat is dat? Jezus’ gezicht straalt en Mozes en Elia zijn bij hem! Petrus begrijpt niet goed wat er gebeurt. ‘Meester, wat goed dat we hier allemaal zijn.’zegt hij. ‘Laten we drie (teken de tent in de praatwolk) tenten opzetten. Eén voor U, één voor Mozes en één voor Elia.’ Terwijl Petrus nog aan het praten is komt er plotseling een grote(teken de wolk) wolk om hen heen. De discipelen worden bang. Dan horen ze plotseling een stem. Het is de stem van (maak het woord ‘God’ af) God. ‘Dit is mijn Zoon. Hem heb ik uitgekozen om de wereld te redden, luister naar Hem!’ Als de stem stil is, is Jezus weer alleen. Mozes en Elia zijn terug gegaan naar de hemel. De discipelen zijn stil. Wat was dit bijzonder. Wat is dit mooi. Ze hebben de stem van God gehoord. Ze weten het nu zeker: Jezus is geen gewoon mens, nee (maak de ladderzin af ‘Jezus is Gods Zoon’) Jezus is Gods Zoon! Stil gaan ze terug, de berg af naar beneden. Ze vertellen tegen niemand wat er gebeurd is. Afsluiting Laat de plaat zien die bij het Paasproject hoort. Vertel wat het betekent. Zing eventueel het projectlied.
© Copyright 2024 ExpyDoc