De overactieve blaas

Urologie
De overactieve blaas
Inleiding
Een blaas die u op de meest onverwachte momenten in verlegenheid brengt, is
een bijzonder vervelend ongemak dat uw zelfvertrouwen ernstig kan ondermijnen.
Wanneer u geen baas meer bent over uw eigen blaas kunt u klachten hebben als:
• heftige aandrang om te plassen
• extreem vaak plassen
• ongewild urineverlies gepaard gaande met niet te onderdrukken plasdrang
• verkeerd plasgedrag
• een combinatie van deze klachten
In deze brochure krijgt u uitleg over uw klachten en hoe u hiermee om kunt gaan.
Wat is een overactieve blaas?
Een overactieve blaas is naast inspannings- of stressincontinentie één van de
meest voorkomende oorzaken van urine-incontinentie.
De verschijnselen variëren van plotselinge sterke aandrang, vaak naar het toilet
moeten, tot plotseling onvrijwillig urineverlies. Veel mensen praten liever niet over
dit probleem, maar verstoppen hun klachten.
Er zijn veel mensen met incontinentie die nauwelijks de deur uitgaan. Gelukkig zijn
er tegenwoordig verschillende oplossingen mogelijk waarmee u het urineverlies
kunt beperken of zelfs kunt voorkomen. Op de volgende pagina’s wordt uitgelegd
hoe de blaas werkt, wat een overactieve blaas is en wat er aan te doen is.
Hoe werkt de blaas
De blaas is een holle, gespierde, ballonachtige zak. Deze is van binnen bekleed
met slijmvlies en van buiten beschermd door buikvlies en bindweefsel. De spieren
van de blaas vormen een hecht en stevig vlechtwerk. In de blaas wordt de urine,
die door de nieren is geproduceerd, verzameld en opgeslagen. Als de blaas vol is,
kan de urine worden afgevoerd via de plasbuis. De sluitspier is dan aangespannen
zodat de plasbuis is afgesloten. De blaas bevindt zich vlak boven een laag spieren,
de bekkenbodemspieren. Vooral bij vrouwen spelen deze een belangrijke rol bij het
afsluiten van de blaas.
Als de blaas zich vult, rekt de wand van de blaas langzaam uit om de toenemende
hoeveelheid urine te kunnen opslaan. Normaal gesproken krijgt u aandrang te
gaan plassen als er een bepaalde capaciteit bereikt is.
1/6
Er gaat dan een seintje naar de hersenen. De normale capaciteit van de blaas ligt
tussen de 300 en 500 ml. De blaas is een spier en leegt zich door samen te
trekken. De bekkenbodemspieren ontspannen zich, en de urine loopt uit de blaas.
Er zijn drie belangrijke voorwaarden waaraan een gezonde blaas moet voldoen:
• De blaas moet voldoende vocht kunnen opvangen.
• Er moet controle zijn over het legen van de blaas.
• Het afsluitmechanisme moet in orde zijn zodat u niet onverwacht urine verliest
wanneer er plotseling druk wordt uitgeoefend op de blaas.
Verschillende vormen van incontinentie
Naast de overactieve blaas bestaan er ook andere vormen van incontinentie. Soms
komen deze vormen in combinatie voor. Deze verschillende vormen hebben
diverse oorzaken en hebben daarom een specifieke behandeling.
Stress- of inspanningsincontinentie
Met inspanningsincontinentie wordt tussentijds urineverlies bedoeld dat optreedt
wanneer plotseling druk op de buik verhoogd wordt . Denkt u hierbij aan hoesten,
tillen, plotseling opstaan, lachen of sporten. Het woord stress heeft niets te maken
met psychische stress. Het verwijst naar lichamelijke stress ofwel inspanning. Een
van de belangrijkste oorzaken voor dit type incontinentie is verzwakte
bekkenbodemspieren. Vooral vrouwen in de leeftijd van 30 tot 50 jaar kunnen hier
last van krijgen. In de meeste gevallen kunt u de klachten verhelpen met
oefeningen die gericht zijn op het versterken van de bekkenbodemspieren.
Daarnaast is er een oplossing mogelijk in de vorm van een operatie waarbij een
bandje om de plasbuis aangebracht wordt. Uw arts of gespecialiseerd
fysiotherapeut kan u hier meer over vertellen.
Gemengde incontinentie
Deze vorm van urine-incontinentie heeft zowel kenmerken van een overactieve
blaas als van stressincontinentie. Belangrijk is uit te vinden welke van de twee
vormen de meeste hinder veroorzaakt om zo tot een adequate oplossing te komen.
Een juiste plashouding
Een juiste plashouding is erg belangrijk ter voorkoming van blaasontsteking. Niet
goed uitplassen betekent dat steeds urine in de blaas achterblijft, waardoor er snel
een infectie kan optreden. Verder geeft het eerder een aandranggevoel en gaat
iemand vaker plassen.
Veel mensen proberen van alles om hun blaas leeg te krijgen. Vaak is hierdoor een
verkeerde plastechniek aangeleerd. Mensen die regelmatig een blaasontsteking
hebben leren zich vaak een verkeerde techniek aan. Hierdoor wordt het probleem
in stand gehouden of wordt het erger. Tijdens het plassen is het belangrijk om
volledig te ontspannen.
2/6
Hoe moet u plassen?
• U gaat in de juiste houding op het toilet zitten.
• Voeten plat op de grond en knieën iets uit elkaar.
• U kantelt uw bekken door rechtop te zitten en uw billen naar achteren te
duwen. U krijgt hierdoor een holle rug.
• Mannen die staande plassen gaan met iets geknikte knieën voor het toilet
staan. Als dit geen ontspannende houding is dan kunt u beter zittend plassen.
• Neem de tijd om goed leeg te plassen
• Tijdens het plassen mag u niet stoppen, u spant dan de bekkenbodemspieren aan en deze moeten juist ontspannen zijn bij het uitplassen.
• U mag dus ook nooit stippeltjes plassen (plassen, even stoppen en weer
plassen etc). Hierbij spant u steeds de bekkenbodem aan en dit moet juist
niet.
• U kunt tijdens het plassen wel rustig zuchten, fluiten of puffen. Op deze
manier ontspant u de bekkenbodem.
• U moet de schouders ontspannen.
• Pers nooit mee tijdens het plassen. De blaas is een spier die zelf voldoende
kracht bezit om de blaas te ledigen. Daarnaast kunt u daardoor de plasbuis
juist dicht drukken.
• Als u klaar bent met plassen dan moet u kort napersen en het bekken naar
voren en achteren kantelen. Er kunnen dan altijd nog enkele druppels
komen. Als er echter nog een hele scheut urine komt dan heeft u niet goed
uitgeplast. Hierna moet u de bekkenbodemspieren weer aanspannen.
De bekkenbodem
De bekkenbodem bestaat uit verschillende spierlagen en ligt zoals het woord al
doet vermoeden, onder in het bekken. De spieren zijn bevestigd aan een aantal
bekkenbotten: de heupbeenderen, het heiligbeen, stuit en schaambeen. De
bekkenbodem heeft drie functies, namelijk: sluiten, openen en dragen van de
buikorganen
De bekkenbodem kan te zwak of juist te gespannen zijn. Een veelvoorkomende
oorzaak van verslapping van de bekkenbodem is een zwangerschap en bevalling.
Verzakkingen kunnen een gevolg zijn van een te zwakke bekkenbodem.
Veroudering kan ook een rol spelen. Hierdoor kunt u problemen ervaren als
urineverlies, of het niet goed uit kunnen plassen, ontlastingsverlies of obstipatie.
De bekkenbodem kan bewust aangespannen en ontspannen worden.
Bekkenbodemspieroefeningen
De spieren van de bekkenbodem zijn normaal gesproken aangespannen. Hierdoor
is de plasbuis afgesloten. Bij het plassen, ontspannen de spieren van de
bekkenbodem. Hierdoor gaat de plasbuis open.
Het doel van de oefeningen is dat u de bekkenbodemspieren weer op een bewuste
manier leert gebruiken. U leert ze aanspannen en ontspannen op momenten
wanneer u dat wilt. Dit leert u bovendien doen in allerlei dagelijkse situaties, met
name situaties waarin u last heeft van urineverlies. De fysiotherapie zal de
oefeningen afstemmen op uw klachten.
3/6
Andere oefeningen
Om goed uit te kunnen plassen is het belangrijk dat u de bekkenbodem niet
aanspant. U moet helemaal kunnen ontspannen.
Ademhalingsoefeningen
Rustige buikademhaling
Een rustige, diepe buikademhaling kan leiden tot totale ontspanning. Bij deze vorm
van ademhalen beweegt het middenrif naar beneden. Je ziet de buik bewegen.
Met de onderstaande aanwijzingen kunt u controleren of u de buikademhaling
goed uitvoert.
Uitgangspositie
• ga zo makkelijk mogelijk liggen
• sluit uw ogen
• leg de rechterhand op de borst en de linker op uw buik
• adem rustig in door de neus
• u ademt op de juiste manier als uw linkerhand wel beweegt en uw
• rechterhand stil blijft liggen
• adem via uw mond weer uit
Ontspanningsoefeningen
Om goed te kunnen ontspannen moet u ook weten wat aanspannen is. Dit kunt u
vanuit dezelfde positie doen als de ademhalingsoefeningen.
Als u denkt ontspannen te liggen probeer dan eens een vuist te maken. Houdt dit
even vast voor u gaat ontspannen. Dit kunt u ook met de andere spieren doen
zoals benen, schouders en bekkenbodem. U voelt dan het verschil tussen
ontspannen en gespannen.
Behandeling van de overactieve blaas
De behandeling zal vaak bestaan uit medicijnen. U kunt zelf ook een bijdrage
leveren aan het oplossen en verbeteren van uw klachten. Bijvoorbeeld door
blaastraining. Zo leert u weer controle over uw blaas en uw leven te herwinnen.
Een gecombineerde behandeling van medicijnen en blaastraining heeft over het
algemeen het beste resultaat. Hoe een behandeling aanslaat verschilt van persoon
tot persoon. Het is erg belangrijk dat u gemotiveerd bent en doorzettingsvermogen
bezit.
Blaastraining
Met blaastraining kunt u leren om uw plas steeds een beetje langer op te houden.
Hierdoor wordt de blaascapaciteit vergroot. Doordat de blaas groter wordt, hoeft u
niet meer zo vaak te plassen. Hiervoor zijn twee methodes:
Klokplassen
Niet de blaas moet aangeven wanneer u naar het toilet gaat, maar uzelf. Als u
bijvoorbeeld steeds om het uur naar het toilet moet, begin dan met het uzelf
gemakkelijk te maken door om de 50 minuten te gaan. Gebruik hiervoor
bijvoorbeeld een kookwekker zetten. Lukt dit een dag goed, ga dan de volgende
dag om het uur. Als dit ook goed gaat verleng de tijd tussen het plassen opnieuw
met 10 minuten. Na een paar keer uitstellen, zult u merken dat u steeds grotere
sprongen in de tijd kunt nemen.
4/6
Uitstellen van het plassen
Langzaam gaat u proberen het plassen uit te stellen. Als u plasdrang krijgt probeert
u om te beginnen twee minuten uit te stellen, desnoods laat u de werkzaamheden
waar u mee bezig bent vallen en gaat u er bij zitten. U gaat dan
ademhalingsoefeningen doen. Als na twee minuten de plasdrang weg is hervat u
uw activiteiten. Bij de volgende plasdrang gaat u wel gelijk naar het toilet. Als de
plasdrang niet weg gaat dan gaat u naar het toilet. Pas als het uitstellen met twee
minuten goed gaat mag u uitbreiden naar vijf minuten. Gun uzelf alle tijd. Het is
belangrijk om niet te snel uit te breiden, om een terugval te voorkomen.
Voor beide methodes geldt:
• zorg dat u goed uitplast. Ga in de juiste houding op het toilet zitten
• zorg voor de juiste ademhalingstechniek
• om uw aandranggevoel te onderdrukken moet u leren te ontspannen, dit
doet u door de ademhalingsoefeningen toe te passen
• wanneer de blaastraining goed gaat kunt u het voor uzelf moeilijker maken
door op het toilet het plassen te gaan uitstellen. U bepaalt heel bewust,
wanneer u wilt gaan plassen door middel van ontspannen van uw
bekkenbodemspieren. U begint met de plas drie tellen op te houden. Als dit
lukt dan gaat u dit verder uitbreiden.
Deze oefeningen vragen veel doorzettingsvermogen, maar als u positief blijft zult u
merken dat u weer baas wordt over uw blaas!
Incontinentiemateriaal
Incontinentieverbanden worden gebruikt om urinelekkage te beheersen. Het
probleem zelf wordt niet opgelost. Het kan een goede aanvulling zijn op de
behandeling. Er is tegenwoordig kwalitatief hoogwaardig incontinentieverband in
vele soorten en maten verkrijgbaar. De continentieverpleegkundige kan u hier
meer over vertellen.
Algemene adviezen
Het is belangrijk om goed te blijven drinken, minstens twee liter per dag. Zeker op
warme dagen en na veel inspanning. Dit kunt u het beste over de dag verdelen. Als
u er ‘s nachts vaak uit moet kunt u beter ‘s avonds niet zoveel meer drinken.
Een regelmatige stoelgang kan veel problemen voorkomen. Bij obstipatie drukken
de darmen tegen de blaas, waardoor de blaas sneller een aandranggevoel kan
geven. Als u last heeft van obstipatie kunt u uw eetpatroon aanpassen door
vezelrijk te eten, voldoende te drinken en voldoende beweging te nemen.
Praat erover. Rondom blaasklachten heerst nog steeds een groot taboe. Veel
mensen hebben moeite om over dit probleem te praten. Toch blijkt dat erover
praten vaak helpt. De ontdekking dat meer mensen degelijke klachten hebben,
brengt een lotgenotengevoel teweeg.
5/6
Stichting Bekkenbodem Patiënten
Er is ook een stichting die belangen behartigt van mensen met
bekkenbodemproblemen, waaronder urine-incontinentie. Dit is de Stichting
Bekkenbodem Patiënten, de SBP.
De stichting werkt nauw samen met ‘Pelvic Floor Netherlands’, waarin
behandelaars vertegenwoordigd zijn.
Telefoonnummer 0900 11 11 999
Website www.bekkenbodem.net
E-mail [email protected]
Vragen
Hebt u nog vragen, neemt u dan telefonisch contact met ons op. Wij zijn bereikbaar
van maandag tot en met donderdag van 09.00 tot 16.30 uur op telefoonnummer
(0543) 54 45 59.
Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen,
hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u schriftelijk toestemming geeft,
mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij uw behandeling
betrokken zijn, mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat
voor uw behandeling nodig is.
Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundige en
verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat
kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte
ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen.
Meer informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’,
verkrijgbaar op de afdeling.
Adresgegevens SKB
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Bezoekadres:
Beatrixpark 1
7101 BN Winterswijk
Postadres:
Postbus 9005
7100 GG Winterswijk
T 0543 54 44 44
F 0543 52 23 95
E-mail [email protected]
Website www.skbwinterswijk.nl
________________________________
foldernummer: uro 320 versie: mei 2014
6/6