stedenbouwkundige voorschriften - Provincie West

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN
GOUDEN APPEL
OOSTROZEBEKE
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
ONTWERP – SEPTEMBER 2014
Dossiernummer: RUP_30000_213_00131_00001
Plan_id: RUP_30000_213_00131_00001
Dienst Ruimtelijke Planning
Koning-Leopold III-laan 41
8200 Sint-Andries (Brugge)
t 050/ 40 35 33 (secretariaat)
f 050/ 40 33 76
[email protected]
www.west-vlaanderen.be
Diensthoofd
Stephaan Barbery
Projectbegeleider
Wouter Billiet
Projectcoördinator
Wouter Billiet
Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad
van West-Vlaanderen in zitting van 02/10/2014
de provinciegriffier
G. Anthierens
voorzitter
E. Spincemaille
voor eensluitend afschrift,
namens de deputatie,
Stephaan Barbery
de adviseur
dienst ruimtelijke planning
procedure
datum
Wijziging
../../….
Beslissing opmaak
../../….
Plenaire vergadering
../../….-../../….
Openbaar onderzoek
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.2
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING EN VISIE
Artikel 0 Algemene stedenbouwkundige voorschriften
0.1 Zorgvuldig ruimtegebruik
Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige
vergunning of een verkavelingsvergunning
zal beoordeeld worden aan de hand van
volgende criteria:
 zorgvuldig ruimtegebruik;
 een kwaliteitsvolle aanleg van het
plangebied en afwerking van de
bedrijfsgebouwen.
Zorgvuldig ruimtegebruik wordt
gerealiseerd door het maximaal groeperen
van gebouwen waar de bedrijfsactiviteit dit
toelaat en het uitbreiden van
bedrijfsgebouwen aansluitend op een
bestaand gebouw.
Binnen het plangebied is de aanleg van een
warmtenet of aanleg van leidingen voor
uitwisseling van warmtestromen mogelijk.
Tevens zijn alle werken mogelijk die nodig
zijn om de bedrijven aan te sluiten op dit
warmtenet of deze leidingen.
Uit gegevens van de studie naar
restwarmtestromen blijkt dat het bedrijf
A&S potentieel in aanmerking komt voor
warmteuitwisseling.
0.2 Algemene inrichtingsvoorschriften
Minstens volgende inrichtingsprincipes
dienen gerespecteerd te worden:






het bouwen in meerdere lagen daar
waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat;
Kantooractiviteiten en
bedrijfswoningen kunnen geen
grondoppervlakte op het
gelijkvloerse niveau innemen,
behalve de verticale circulatie en
onthaalfuncties.
Toonzalen, personeelsruimten
bevinden zich bij voorkeur op
verdieping.
Daar waar het beheer dit toelaat,
groeperen van parkeren of voorzien
van parkeermogelijkheden
geïncorporeerd in het
bedrijfsgebouw;
Bij de aanleg van het terrein moet
het waterbergend vermogen van het
gebied zoveel mogelijk worden
behouden en het
overstromingsrisico dient zoveel
mogelijk te worden beperkt;
De aanleg op het bedrijfsperceel van
een volledig gescheiden systeem
voor de afvoer van hemel- en
afvalwater is verplicht;
In het kader van duurzaam waterbeheer
geldt minimaal de vigerende wetgeving
(gewestelijke stedenbouwkundige
verordening inzake hemelwaterputten,
infiltratievoorzieningen,
buffervoorzieningen en gescheiden lozing
van afvalwater en hemelwater, inclusief
latere wijzigingen.)
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.3

Oppervlaktewater dient te infiltreren
in de bodem of opgevangen te
worden in waterbuffers. Het
buffervolume van de
infiltratievoorziening dient in
verhouding te staan tot het
infiltratiedebiet en de
grondoppervlakte
0.3 Algemene beheersvoorschriften
De ontwikkelaar staat onder meer in voor
de
aanleg
van
gemeenschappelijke
voorzieningen, de infrastructuur (wegenis,
rioleringen,
verlichting),
de
gemeenschappelijke bewegwijzering, de
fiets- en voetgangersverbindingen, de
collectieve waterbuffering,
De ontwikkelaar zorgt minstens voor de
wateropvang van de niet- privatieve
gedeelten van het bedrijventerrein. Hij
draagt
er
ook
zorg
voor
dat
de
lozingsdebieten van gemeenschappelijke
waterafvoer in overeenstemming zijn met
de vigerende regelgeving.
Daar waar mogelijk staat de ontwikkelaar
ook in voor de buffering van de privatieve
delen van het bedrijventerrein.
In de landschapsbuffer is een verlegging
van de waterloop mogelijk. Deze
verlegging gebeurt in samenspraak met
de dienst waterlopen van de provincie.
Doorheen het plangebied loopt nog een
buurtweg. Deze buurtweg is niet meer
aanwezig en heeft ook zijn nut verloren.
De ontwikkelaar vraagt ook de verlegging
van de buurtweg aan.
Een collectieve voorziening voor infiltratie
en/of buffering geeft meer garantie op
een goede werking van het systeem, een
betere visuele controle op de werking van
de voorziening alsook een eenvoudiger
onderhouden van de infrastructuur.
0.4 Archeologisch vooronderzoek
Voorafgaand aan de ontwikkeling van het
gebied, wordt met het oog op het
identificeren van de potentieel waardevolle
zones, een archeologisch detectieonderzoek
uitgevoerd.
Indien het vooronderzoek geen
archeologische sporen oplevert, worden de
percelen onmiddellijk vrijgegeven.
Archeologisch (voor)onderzoek dient om
de potentieel waardevolle zones te
identificeren, voorafgaand aan de
ontwikkeling. Het doel van dit onderzoek
is te vermijden dat op het moment van
de bouw of inrichting wordt vastgesteld
dat er zich waardevolle archeologische
sporen in de ondergrond bevinden
waardoor de werken moeten worden
uitgesteld tot na de opgravingen. Dit
bespaart zowel geld als tijd, zowel voor
de ontwikkelaar als de archeoloog, gezien
adhoc noodopgravingen op deze manier
worden vermeden.
0.5 Waterbeheersing
Het waterbergend vermogen van het
plangebied mag door de (her)aanleg van de
site niet verminderd worden.
Het graven van poelen en opstuwing van
beken (bufferbekken en cascadevijver),
aanleg van een sluis en drainage wordt
mogelijk gelaten in alle bestemmingen.
Nieuwe
verhardingen
moeten
waterdoorlatend zijn en aangelegd op een
waterdoorlatende fundering tenzij wordt
aangetoond dat dit praktisch niet mogelijk
is of verboden is vanuit andere regelgeving.
Uit de praktijk blijkt dat voor
transportbedrijven het moeilijk haalbaar
is alle verhardingen waterdoorlatend te
houden.
Alle werken, handelingen en wijzigingen in
Met ‘technieken van natuurtechnische
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.4
functie
van
het
bereiken
van
de
randvoorwaarden die nodig zijn voor het
behoud van de watersystemen en het
voorkomen
van
wateroverlast
zijn
toegelaten. Hierbij dienen zoveel als
mogelijk
de
technieken
van
natuurtechnische milieubouw gehanteerd te
worden.
De maatregelen die genomen worden in
functie van waterbeheersing en drainage
moeten gezien worden in relatie met de
betrokken bestemmingszone. De schaal en
de bouwkarakteristieken (inplanting,
gabariet en materiaalgebruik) ervan mogen
geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de
betreffende bestemmingszone.
Voor de bijkomende verharding dient een
buffer aangelegd van 410m³/ha verharde
oppervlakte en een vertraagde afvoer van
5l/s/ha.
milieubouw’ wordt verwezen naar een
geheel van technieken die gebruikt
kunnen worden om bij de inrichting (en
het beheer) van infrastructuurwerken
(wegen, waterlopen) bestaande
natuurwaarden zoveel als mogelijk te
behouden of ze te ontwikkelen of te
versterken, en meer algemeen om te
komen tot “milieuvriendelijke”
oplossingen voor ruimtelijke ingrepen.
Waterlopen, grachten en
buffervoorzieningen worden bij voorkeur
in open profiel aangelegd omwille van de
betere mogelijkheden tot controle
werking en onderhoud ervan.
0.6 Waterzuivering
Binnen het plangebied is kleinschalige
infrastructuur in functie van het zuiveren
van afvalwater toegelaten, mits een
gepaste landschappelijke integratie.
Het verbeteren van de waterkwaliteit is
van primordiaal belang. Daarom worden
kleinschalige waterzuivering, waaronder
IBA’s, rietvelden, ... generiek toegelaten
binnen alle bestemmingszones.
Landschappelijke integratie staat hierbij
voorop.
0.7 Fietsstalling
Ieder bedrijf dient te voorzien in voldoende
overdekte
fietsstallingen,
in
overeenstemming
met
het
aantal
werknemers en bezoekers.
0.8 Nutsvoorzieningen en werken van
algemeen belang
Nutsvoorzieningen en werken van algemeen
belang zijn in elke zone toegelaten, mits zij
beantwoorden
aan
de
bebouwingsvoorschriften
en
inrichtingsvereisten van de zone.
Onder nutsvoorzieningen en werken van
algemeen belang worden verstaan:
het oprichten van openbare
infrastructuur: zoals wegen, openbare
verlichting, bewegwijzering en kleine
nutsgebouwtjes zoals
electriciteitscabines, bushaltes,
pompstations e.d. het uitvoeren van
omgevingswerken op publiek domein,
zoals waterbekkens, groenaanleg en
landscaping van het terrein.
het inplanten van kleinschalige publieke
gebouwtjes die inherent zijn aan, of
bijdragen aan het functioneren van het
terrein.
Onder kleinschalige publieke gebouwtjes
die inherent zijn aan, of bijdragen aan
het functioneren van het terrein wordt
o.a. verstaan: een bushalte, kleine
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.5
gebouwen i.f.v. beheer van een zone, ... .
Artikel 1: Zone voor watergebonden
bedrijvigheid
Categorie van gebiedsaanduiding:
‘bedrijvigheid’
1.1 Bestemming
Het gebied is bestemd voor regionale
bedrijven met watergebonden karakter.
Het watergebonden karakter bestaat uit
het gebruik van het Kanaal Roeselare –
Leie voor het vervoer van een substantiële
hoeveelheid basisgrondstoffen en/of (half)
afgewerkte producten.
Met een substantiële hoeveelheid wordt
bedoeld meer dan de helft.
De hoofdactiviteiten van deze bedrijven
zijn:
-
-
Productie en verwerking van
goederen
Verwerking en bewerking van
grondstoffen met inbegrip van
delfstoffen
Op-en overslag, voorraadbeheer,
groepage en fysieke distributie
Een containerterminal of hub is niet
toegelaten.
De inplanting van inrichtingen, zoals
bedoeld in art. 3 van het
Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999
tussen de federale staat, het Vlaamse
Gewest, het Waalse Gewest en het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende
de beheersing van zware ongevallen
waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken,
is toegelaten voor zover ze voldoen aan de
in Vlaanderen gehanteerde risicocriteria.
De specifieke locatie in Oostrozebeke leent
zich niet tot deze functie.
Er werd een RVR opgemaakt. Hierin zijn
verschillende zoneringskaarten
opgenomen. In het RVR zijn tevens een
aantal randvoorwaarden weergegeven. De
zoneringskaarten geven aan waar een best
passende locatie voor de inplanting van
nieuwe Seveso-inrichtingen kan worden
gevonden.
Bovenop de gebouwen is als
nevenbestemming glastuinbouw mogelijk.
1.2 Inrichting
De zone mag volledig verhard worden.
Voor de gebouwen gelden volgende
principes:
-
-
Het is verboden gebouwen in te
planten op minder dan 5m van de
reservatiestrook voor secundaire
weg en kadeinfrastructuur.
Gebouwen hoger dan 12m worden
ingeplant op minimum dezelfde
afstand van de zone voor
Naar inrichtingsvoorschriften voor de
gebouwen en stapelplaatsen worden de
voorschriften uit het naastliggend
gewestelijk RUP “Spano” overgenomen.
Gezien enkel een buffering noodzakelijk is
naar de oostelijk gelegen woningen en
open ruimte is de hoogtebeperking enkel
richting de buffer opgenomen.
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.6
-
-
-
landschapsbuffer als hun hoogte.
Silo’s zijn toegelaten. De hoogte
van de silo’s is maximaal gelijk aan
de afstand tot de zone voor
landschapsbuffer en maximaal
gelijk aan de bouwhoogte van de
gebouwen.
Ter hoogte van de
hoogspanningslijn gelden conform
de geldende regelgeving eveneens
beperkingen op de toegelaten
bouwhoogte.
Per bedrijf is één bedrijfswoning
toegelaten. De bedrijfswoning
wordt geïntegreerd in het
bedrijfsgebouw en is max. 200m²
groot.
De stapelhoogte voor stapelplaatsen in
open lucht is maximaal gelijk aan de
afstand tot de zone voor landschapsbuffer.
De bezettingsgraad van ieder perceel is
minimaal 50% en maximaal 100%,
parkeer- en groenvoorzieningen worden
niet meegerekend.
Minimaal bezettingspercentage:
gebouwen, dienstwegen, bufferbekken,
toegelaten stapeling in open lucht, andere
economische functionele constructies
(energie, afval,…) zijn hierin inbegrepen.
Het perceel kan dus voor 100% bezet
worden.
Er is 1 toegang voor gemotoriseerd
vervoer (goederen en personen) via de
Nieuwenhovestraat. Interne wegenis wordt
gebundeld richting deze ontsluiting.
De Nieuwenhovestraat werd voorzien in
het gemeentelijk RUP Spookkasteel.
Voor fietsers en voetgangers wordt een
ontsluiting voorzien vanaf het lokaal
bedrijventerrein voor herlocalisatie (zone
2) via de oude spoorwegbedding en ten
zuiden vanaf de N382.
Ten laatste het plantseizoen volgend op
het verlenen van een stedenbouwkundige
vergunning in deze zone, na de
inwerkingtreding van dit RUP moet de
voorziene beplanting in de zone voor
landschapsbuffer integraal beplant zijn.
Het aantal parkeerplaatsen voor
personenwagens van personeel en
bezoekers dient berekend te worden per
bedrijf. De realisatie wordt bij voorkeur
collectief georganiseerd, maar kan
daarnaast ook op eigen perceel
opgevangen worden.
Bedrijven met een terreinoppervlakte
groter dan 1 ha kunnen maximaal 10%
van hun terreinoppervlakte aanwenden
voor deze parkeerplaatsen op gelijkvloers
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.7
niveau. De bijkomende nodige
parkeerruimte dient onder of bovenop het
bedrijfsgebouw ingericht te worden.
Bedrijven met een terreinoppervlakte
kleiner dan 1 ha kunnen maximaal 20%
van hun terreinoppervlakte aanwenden
voor parkeerplaatsen op gelijkvloers
niveau. De bijkomende nodige
parkeerruimte dient onder of bovenop het
bedrijfsgebouw ingericht te worden.
Doorheen het terrein loopt een ingebuisde
waterloop. Het is mogelijk deze waterloop
te verleggen of af te schaffen om tot een
efficiënte verkaveling van het terrein te
komen, conform de geldende regelgeving.
De geldende erfdienstbaarheidszone dient
gerespecteerd te worden.
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.8
Artikel 2: Zone voor herlocalisatie van
transportbedrijven en vrachtwagens uit
Oostrozebeke
Categorie van gebiedsaanduiding: ‘bedrijvigheid’
2.1 Bestemming
Het gebied is bestemd voor de
herlocalisatie van transportbedrijven.
Tevens is een parking voor de
herlocalisatie van vrachtwagens uit de
gemeente Oostrozebeke mogelijk.
In dit gebied is de herlocalisatie van
transportbedrijven mogelijk. De ruimteinname voor de bedrijven is beperkt tot
1ha per bedrijf.
Er dienen min. 10 parkeerplaatsen
voorzien worden voor een
gemeenschappelijke vrachtwagenparking.
De inplanting van inrichtingen, zoals
bedoeld in art. 3 van het
Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999
tussen de federale staat, het Vlaamse
Gewest, het Waalse Gewest en het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
betreffende de beheersing van zware
ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn
betrokken, is toegelaten voor zover ze
voldoen aan de in Vlaanderen
gehanteerde risicocriteria.
Het bedrijventerrein geeft een ruimtelijk
perspectief aan de transportbedrijven die
op dit ogenblik ruimtelijk op een minder
geschikte locatie gelegen zijn.
Verschillende configuraties voor de interne
inrichting binnen de bedrijvenzone is
mogelijk. De eerste vergunningsaanvraag
dient aan te geven dat voldaan wordt aan
de verschillende randvoorwaarden.
De vrachtwagenparking in het RUP wordt
voorzien om de vrachtwagens die parkeren
in het centrum van Oostrozebeke op het
terrein een plaats te geven. Op deze wijze
wordt het woonweefsel van Oostrozebeke
ontlast.
Er werd een RVR opgemaakt. Hierin zijn
verschillende zoneringskaarten
opgenomen. In het RVR zijn tevens een
aantal randvoorwaarden weergegeven. De
zoneringskaarten geven aan waar een best
passende locatie voor de inplanting van
nieuwe Seveso-inrichtingen kan worden
gevonden.
Bovenop de gebouwen is als
nevenbestemming glastuinbouw mogelijk.
2.2 Nabestemming
Voor die delen van het terrein waar 5 jaar
na de inwerkingtreding van het RUP geen
stedenbouwkundige vergunning tot
herlocalisatie van een transportbedrijf
werd aangevraagd, treedt de
nabestemming art. 1 “zone voor
watergebonden bedrijvigheid” in werking.
2.3 Inrichting
Per bedrijf is één bedrijfswoning
toegelaten. De bedrijfswoning wordt
geïntegreerd in het bedrijfsgebouw en is
max. 200m² groot.
De maximumbouwhoogte van de
gebouwen is 12m. Gebouwen hoger dan
8m worden ingeplant op minimum
Via de Nieuwenhovestraat gaat het verkeer
naar de N382 en wordt de kern van
Oostrozebeke gevrijwaard van
vrachtverkeer.
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.9
dezelfde afstand van de zone voor
landschapsbuffer als hun hoogte.
Platte daken zijn verplicht.
Stapelen is toegelaten tot max. 6m hoog.
De zone kan tot 100% verhard worden.
De bezettingsgraad van ieder perceel is
minimaal 50% en maximaal 100%,
parkeer- en groenvoorzieningen worden
niet meegerekend.
De toegang voor gemotoriseerd vervoer
(goederen en personen) moet worden
voorzien langs de Nieuwenhovestraat via
een bundeling van de interne wegenis
richting 1 ontsluiting op deze weg of via
wegenis voorzien in het RUP
Spookkasteel. Deze wegenis ontsluit op
haar beurt naar de Nieuwenhovestraat.
Voor fietsers en voetgangers wordt een
ontsluiting voorzien vanaf het lokaal
bedrijventerrein ten noorden van het
plangebied (RUP Spookkasteel) en via de
oude spoorwegbedding doorheen de
landschapsbuffer.
Ten laatste het plantseizoen volgend op
het verlenen van een stedenbouwkundige
vergunning in deze zone, na de
inwerkingtreding van dit RUP moet de
voorziene beplanting in de zone voor
landschapsbuffer integraal beplant zijn.
Het aantal parkeerplaatsen voor
personenwagens van personeel en
bezoekers dient berekend te worden per
bedrijf. De realisatie wordt bij voorkeur
collectief georganiseerd, maar kan
daarnaast ook op eigen perceel
opgevangen worden.
Dit betekent dat de eerste invullingen van
de transportzone dienen aan te sluiten op
het lokaal bedrijventerrein. Op deze wijze
kan het overblijvende deel indien dit niet
ingevuld werd, gevoegd worden bij de zone
voor watergebonden bedrijvigheid.
De ontwikkeling van het terrein gebeurt
zodanig dat voor de percelen die niet
werden ingevuld na 5 jaar de
nabestemming kan gerealiseerd worden
en dat de vrijliggende percelen bij de zone
voor watergebonden bedrijvigheid kunnen
gevoegd en als dusdanig kunnen
ontwikkeld worden.
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.10
Artikel 3: Zone voor landschapsbuffer
Categorie van gebiedsaanduiding: ‘bedrijvigheid’
Het gebied is bestemd als bufferzone.
De functie van de buffer bestaat uit een
visuele afscherming en de buffering van
de bedrijfsactiviteiten ten opzichte van
de omgeving, specifiek richting
Oostrozebeke, de woningen langs de
Hulstestraat en het aangrenzende
openruimtegebied.
De bedoeling van de zone is een duidelijke
visuele afscherming richting de bebouwing en
de open ruimte te realiseren.
In de buffer is het mogelijk om ook
ruimte te voorzien voor een waterloop.
Het profiel voor de waterloop met
onderhoudsstrook ondersteunt mee een
landschappelijke inbuffering van de
bedrijvenzone.
In de buffer kan ook ruimte voorzien
worden voor de nodige waterbuffering
voor de bedrijvenzones. Hierbij wordt
deze waterbuffering ook gezien als een
wijze van bufferen en dient ze dusdanig
ingericht. Er zal telkens wel min 10m
ten opzichte van de Hulstestraat moeten
worden gebufferd via een dichte groene
buffer. Een visuele afscherming van de
bebouwing in de industriezones dient
blijvend gegarandeerd.
De bufferzone bestaat uit streekeigen
groen.
Daar waar op het plan een pijl wordt
aangeduid is dient een doorsteek
gemaakt in de buffer zodat de fietsroute
langs de oudespoorwegbedding
verbonden kan worden met de interne
wegenis voor fietsers in de
bedrijvenzones. Ook ten zuiden dient de
buffer doorbroken worden door een
fiets-en voetgangersverbinding voor
fietsverkeer vanaf de N382.
De buffer is min. 15m breed om een hecht en
dicht groenscherm te kunnen garanderen.
Daar waar de buffer breder is kan een
waterbuffer geïntegreerd worden. Deze open
waterpartijen geven een meerwaarde aan de
buffer.
De buffer kan 2x doorbroken worden om via
de fietsverbinding die langs de oude
spoorwegbedding loopt een ontsluiting voor
fietsverkeer mogelijk te maken en voor
fietsverkeer vanaf de N382 . In het RUP
Spookkasteel werd een fietsverbinding
richting de Leegstraat opgenomen. Op deze
wijze kan zo vanuit verschillende richtingen
een ontsluiting voor fietsers geboden worden
naar de bedrijvenzones op deze site.
In deze zone zijn beperkte faciliteiten
ten behoeve van de gebruikers van de
fietsroute mogelijk (bijv. picknicktafel,
schuilhok)
Deze doorsteken dienen op zo’n wijze te
gebeuren dat er nog steeds een visuele
groene afscherming blijft van de
bedrijfsactiviteiten.
Ten laatste het plantseizoen volgend op
het verlenen van een
stedenbouwkundige vergunning in zone
De buffering dient de bedrijvigheid te
bufferen. Een vergunning om het verleggen
van de waterloop te faciliteren kan zonder
dat de landschapsbuffer in zijn totaliteit dient
aangeplant te zijn.
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.11
1 of 2 na de inwerkingtreding van dit
RUP moet de voorziene beplanting in de
zone voor landschapsbuffer integraal
beplant zijn.
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.12
Artikel 4: Zone voor secundaire weg
Categorie van gebiedsaanduiding:
‘Lijninfrastructuur’
Deze zone is bestemd voor
weginfrastructuur en aanhorigheden.
In dit gebied zijn alle werken, handelingen
en wijzigingen toegelaten voor de aanleg,
het functioneren of aanpassing van deze
weginfrastructuur en aanhorigheden
conform de selectie als secundaire weg.
De gevatte weg is een gewestweg. De
grens van de zone vormt de grens met
het openbaar domein van deze
gewestweg. Conform het KB van 1934 is
er een zone voor achteruitbouw van 8 m.
De bouwlijn is bijgevolg gelegen op 8 m
achter de grens van het openbaar
domein.
Als beheerder van de gewestweg heeft
AWV bindend advies binnen deze zone.
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.13
Artikel 5: Overdruk reservatiestrook
voor kade-infrastructuur
Categorie van gebiedsaanduiding:
‘Lijninfrastructuur’
Binnen deze reservatiestrook is de aanleg
van een kade en laad- en losinstallaties in
functie van de nabije watergebonden
bedrijvigheid mogelijk.
De laad- en losactiviteiten aan de kade, en
het vervoer van goederen tussen de kade en
de watergebonden bedrijven mag het
functioneren van de secundaire weg niet
hinderen. Het oprichten van constructies om
goederen te transporteren over of onder de
secundaire weg is toegelaten.
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.14
Artikel 6: Doorsteek voor fietsers en
voetgangers
Categorie van gebiedsaanduiding:
‘bedrijvigheid’
Deze symbolische aanduiding is een
overdruk en geeft aan dat een aanleg van
een doorsteek voor fietsers en voetgangers
op deze plaats, ter hoogte van de oude
spoorwegbedding dient aangelegd te worden
doorheen de zone voor landschapsbuffer.
Hoe deze aantakt richting de bedrijvenzones
wordt aangegeven bij de aanplant van de
landschapsbuffer.
Deze doorsteek wordt zodanig uitgevoerd
dat er nog steeds een visuele groene
afscherming blijft van de bedrijfsactiviteiten
in de zone voor landschapsbuffer.
De doorsteek op het plan geeft aan dat
fietsverkeer en voetgangers vanaf de oude
spoorwegbedding de zone 1 en 2 kunnen
bereiken doorheen de zone voor
landschapsbuffer.
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.15
Artikel 7: Overdruk hoogspanningslijn
Categorie van gebiedsaanduiding:
‘lijninfrastructuur’
In het gebied, aangeduid met deze
overdruk, zijn alle werken, handelingen
en wijzigingen toegelaten voor de aanleg,
de exploitatie en de wijzigingen van een
hoogspanningsleiding
en
haar
aanhorigheden.
De
aanvragen
voor
vergunningen
voor
een
hoogspanningsleiding en aanhorigheden
worden beoordeeld rekening houdend met
de
in
grondkleur
aangegeven
bestemming.
De in grondkleur aangegeven bestemming
is van toepassing voor zover de aanleg,
de exploitatie en wijzigingen van de
bestaande hoogspanningsleiding niet in
het gedrang worden gebracht.
Deze aanduiding betreft de bestaande en
nieuwe (bovengrondse)
hoogspanningsleidingen en aanhorigheden.
Aanhorigheden van een
hoogspanningsleiding zijn de constructies
of gebouwen die nodig of nuttig zijn om de
leiding te kunnen exploiteren. De
aanhorigheden kunnen bovengronds of
ondergronds aangebracht zijn.
Voorschriften - Provincie West-Vlaanderen – PRUP Gouden Appel p.16