Wandelroute, tijdpad van Castricum - Landschap Noord

Tijdpad van Castricum
Ontdekkingstocht door de geschiedenis van het duin
(wandelroute van 10 kilometer, startpunt Castricum)
Dit is een historische rondwandeling door de duinen bij Castricum. Dit landschap, nu een
goed toegankelijk natuurgebied, heeft de afgelopen 2500 jaar vele metamorfosen
ondergaan.
Lengte: 10 km, ± 2,5 uur gaans
Startpunt: station Castricum, ingang noordzijde bij spoorwegovergang.
OV: NS-Castricum, buslijnen Connexxion
Toegangskaart Noordhollands Duinreservaat: onder meer te koop bij Reizigerskiosk & VVV
in station Castricum.
Markering: tegen de klok in met witte driehoekjes
Horeca: in en om het station & theehuis Hof van Kijk-Uit (beperkte openingstijden: vr, za, zo
10-18 uur, www.hofvankijkuit.nl)
Tekst: Vladimir Mars (Bureau Lopende Zaken)
Hollands Kustpad
Bakkum
NOORDHOLLANDS
OLL
OLLANDS
CASTRICUM
CAST
CASTRICU
CA
STRI
ST
RICU
RI
CUM
CU
M
DUINRESER
NRESERVAA
NRESERVAAT
NRESER
VAA
DUINRESERVAAT
(PWN)
(PW
N)
2
1
H
4
3 H
Hof van Kijk-Uit
5 De Brabantse Landbouw
Start
Start
6
RUSSEN
RUS
SENSEN
RUSSEN-
7
BERGEN
Camping
1 km
H = horeca
X
Kijkpunten
1. Hoeve Nooitgedacht in Duinkant: deze boerderij uit 1916 bleef als enige gespaard
voor de slopershamer van de Duitse bezetter. De rest van het vooroorlogse en
sfeervolle buurtje Duinkant werd afgebroken om aan de landzijde van het Stützpunkt
Castricum (onderdeel van de Atlantikwall) vrij schootsveld te krijgen en de
radarinstallaties in het duin te beschermen. Daarvoor werden ook anti-tankmuren
gebouwd: verderop ziet u nog een restant van zo’n betonnen Panzermauer. Na de
oorlog besloten de Wederopbouw-autoriteiten dit Sperrgebiet onbebouwd te laten,
om zo het zicht op het open landschap te behouden. Tot woede van de verdreven
Duinkanters.
2. De Zanderij: Aan het begin van onze jaartelling mondde het Oer-IJ, een noordtak van
de Rijn, hier uit in zee. Dit deltagebied slibde langzaam dicht en werd in de Late
Middeleeuwen (1150-1550) overstoven door zand. Bij de aanleg van de spoorlijn in
1865 was veel zand nodig. De hoog opgestoven Jonge Duinen hier werden toen
‘afgezand’. In deze Zanderij stuitte men recentelijk bij het omzetten van bollengrond
op de kielbalk en spanten van een schip, ± 175 cm onder het maaiveld. Gezien de
diepte moet dit uit een periode van vóór 800 afkomstig zijn.
3. Kijk-Uit: Bij het voormalige jachtopzienershuis Kijk-Uit kwamen zeven wegen bij
elkaar. Deze zevensprong maakte deel uit van het ontginningsplan voor de
Hoepbeekvallei van Daniel Gevers c.s. uit de jaren 1830. Kijk-Uit is eind 19e eeuw
gebouwd in de chaletstijl. In de Late Middeleeuwen was het duin hier bijzonder rijk
aan dieren die voor de jacht werden beschermd en bijgevoerd. Er liepen herten,
fazanten en konijnen (rond 1300 geïmporteerd uit Frankrijk). Er waren zelfs wilde
zwijnen. Vos en bunzing werden omwille van de konijnenstand uitgeroeid. Alleen
edelen hadden jachtrechten. Duinmeiers waren aangesteld als een soort duinpolitie.
Op stroperij stond een boete van tien ponden en het verlies van het rechteroog,
recidivisten verspeelden ook het linkeroog.
4. Boeren in het duin: De kastanjeboom is in het duingebied een uitzonderlijke
verschijning. Er staan er hier (40 m ten noorden van de kruising Schoolpad/Johanna’s
weg) twee en deze markeren de plek waar het duinboerderijtje Klein Johanna's Hof
heeft gestaan. De boerderij dateerde van 1830 en werd in 1920 gesloopt. Rondom
lagen duinakkers, omgeven met wildwallen en greppels of omhaagd met meidoorns
(het prikkeldraad van toen). Bijna alles is verdwenen of overgroeid.
5. De Brabantsche Landbouw: Deze 18e-eeuwse duinboerderij ontleent haar naam aan
de (toen) moderne, Brabantse variant op het oude potstal-systeem. Het was een
gemengd bedrijf met melkkoeien, jongvee en schapen, een (op)potstal voor en een
mest- en gierkuil achter - waar ook nog de uitwerpselen van de kippen, varkens,
paarden èn de bewoners zelf bij werd gedaan. De 30 hectare akkerland werd verrijkt
met deze mest, vermengd met ander organisch afval zoals stro en plaggen. Want
mest, daar ging het om in de landbouw op schrale zandgronden – of die nu in
Brabant lagen of in het duin.
6. De Kwal en de Hoepbeek: ‘De Kwal’ is de lokale bijnaam voor de bron die het bij
Andijk voorgezuiverde IJsselmeerwater hier laat opbruisen. Dat ‘gebiedsvreemde’
water wordt via bodem-infiltratie en filtering uiteindelijk goed drinkwater. Maar tot
de jaren 1830 was hier ‘gebiedseigen’ water in overvloed. De duinvallei van de
boogvormige Hoepbeek was zo nat dat deze eerst ontwaterd moest worden voordat
er van ontginning sprake kon zijn. Dat betekende dus kanalisering van de beek en het
graven van zijsloten. Maar wat men ook deed de wateroverlast bleef de landbouw
nekken en uiteindelijk moesten de duinboeren het opgeven. Na 1920 verdwenen ze
uit het duin en nam het Provinciale Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) hun
plaats in.
7. De verdwenen Schulpweg: Vaag valt vanaf het hoge uitzichtduin nog de loop van de
oude schelpen- of schulpweg ‘om de zuid’ richting strand te zien. Over deze weg
reden vroeger schelpenvissers of ‘schulpers’ met hun paardenkarren van en naar zee.
Aan de binnenduinrand werden de schelpen in grote kalkovens verpoederd tot
ongebluste kalk, onmisbaar voor de mortel in de bouw. De Oude Schulpweg is
historisch gezien dus een belangrijke weg. Hij is echter op een gegeven moment
opgeheven en op zijn wandelkaart uitgewist. Daarmee werd ook een belangrijke
doorgang voor voetgangers naar zee afgesloten.