AgroActualiteiten April 2014 Jaargang 15, nummer 2 Inhoud Derogatie alleen met 80% grasland Uw GO 2014: wees goed voorbereid Denk aan uw fosfaatbemonstering Subsidies in de GO 2014 Bedrijfsoverdracht in 2014? Kijk uit! Praktische tips mestverwerking Heeft u uw KvKinschrijving al op orde? Derogatie alleen met 80% grasland 1 2 2 3 3 4 4 Meer informatie en/of advies Via AgroActualiteiten houden wij u op de hoogte van allerlei ontwikkelingen die mogelijk belangrijk kunnen zijn voor uw bedrijfsvoering. Mocht deze informatie aanleiding geven om tot actie over te gaan? Overweeg dan altijd of extra advies gewenst of misschien zelfs noodzakelijk is. Op de achterzijde van deze nieuwsbrief treft u onze contactgegevens aan. Op dit moment is er nog geen formeel besluit voor het verkrijgen van derogatie. Maar inmiddels is wel duidelijk onder welke voorwaarden ‘Brussel’ deze toestemming gaat verlenen. 80% grasland Wilt u van derogatie gebruik maken, dan moet u van 15 mei t/m tenminste 15 september onafgebroken minimaal 80% grasland op uw bedrijf hebben. In 2013 was dit nog minimaal 70%. Deze verplichting geldt ook al voor dit jaar. Het is soms lastig om op dit moment uw bouwplan nog te veranderen. Ook brengt dit vaak extra kosten met zich mee. Maar inzaai van extra grasland zal veelal voordeliger zijn dan de kosten van extra mestafzet. Deels 230 kg stikstof De derogatienorm was 250 kg stikstof bij gebruik van graasdierenmest. Deze norm wordt voor percelen in bepaalde regio’s verlaagd naar 230 kg stikstof. Deze verlaging geldt alleen voor zand- en lössgronden in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Brabant en Limburg. Voor alle andere gronden blijft de norm van 250 kg stikstof gelden. De verlaging van de derogatienorm naar 230 kg stikstof heeft geen invloed op uw mestverwerkingsplicht. Die is namelijk gebaseerd op de fosfaatgebruiksnormen, en die veranderen niet. Dierrechten blijven voorlopig Brussel stelt als voorwaarde, dat Nederland voorlopig de dierrechten handhaaft. Ook invoering van de extra voorwaarden vanaf 2015 voor de groei van de melkveehouderij zijn een eis voor het verkrijgen van derogatie. Termijnen Volgens de staatssecretaris zijn de bovengenoemde eisen harde voorwaarden. Op 23 april valt het formele besluit. Dan worden ook de termijnen waarbinnen u zich voor derogatie kunt aanmelden en u uw bemestingsplannen moet hebben opgesteld, vastgesteld. Tot uw dienst. De redactie Op 23 april valt het definitieve besluit. Wanneer u in 2014 van derogatie gebruik wilt maken, ga dan uit van de bovenstaande voorwaarden. AgroActualiteiten Wijziging gewas voor 15 mei Staat er op 15 mei een ander gewas dan u bij de GO heeft ingevuld? Dan moet u dat aanpassen in de GO. U krijgt geen korting als u de wijziging voor 1 juni 2014 doorgeeft. Gaat u na 15 mei een ander subsidiabel gewas of volggewas telen, dan hoeft u deze wijziging niet door te geven. U moet dit wel in uw eigen administratie vastleggen. Graslandvernietigingsmonsters In deze tijd wordt er weer veel grasland vernietigd. Wanneer u dit nu doet en u wilt het volggewas bemesten dan moet u over een graslandvernietigingsmonster beschikken. Dit geldt voor alle bedrijven, dus niet alleen voor derogatiebedrijven. Ook groenbemesters, waarop schapen hebben gegraasd, worden als grasland beschouwd. Rundveedrijfmest als antistuifdek In de nieuwe mestplannen is opgenomen, dat in het Veenkoloniale gebied en op Texel het mogelijk wordt om onder voorwaarden rundveedrijfmest bovengronds uit te rijden als antistuifmaatregel. Mogelijk dat dit jaar nog een tijdelijke ontheffing gaat gelden, omdat de vrijstelling niet tijdig genoeg in de regelgeving kan worden opgenomen. Verruimde N norm voor granen De eerder aangekondigde ruimere stikstofnorm voor wintertarwe op kleigrond zal hoogstwaarschijnlijk dit jaar al ingaan. De exacte voorwaarden zijn nog niet bekend. Ruige stalmest PSAN/SNL Wanneer u PSAN of SNL grond in gebruik heeft en daarop ruige stalmest uitrijdt, kunt u onder voorwaarden hiervoor subsidie ontvangen. U moet dit dan wel melden binnen twee weken na het uitrijden. Vanaf dit jaar moet u dit melden aan de gebiedscoördinator. Het meldingsformulier kunt u opvragen bij RVO (tel. 088-0424242). April 2014 Jaargang 15, nummer 2 Uw GO 2014: wees goed voorbereid! Wanneer u dit leest, heeft u inmiddels de uitnodiging voor het indienen van de Gecombineerde Opgave (GO) 2014 al ontvangen. Voor velen van u misschien wel de belangrijkste opgave van het jaar! Een goede voorbereiding is het halve werk. Daarom besteden wij in deze editie ruim aandacht hieraan. Aanvraagperiode De aanvraagperiode is niet veranderd. U moet de GO indienen in de periode van 1 april t/m 15 mei. De GO kunt u dit jaar indienen via ‘mijn.rvo.nl’ van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), voorheen Dienst Regelingen. Dient u de GO te laat in? Dan geldt vanaf 16 mei een kortingsregeling van 1% per werkdag. Bij indiening na 9 juni ontvangt u geen bedrijfstoeslag meer. Hoogte bedrijfstoeslag Er is vanaf dit jaar geen modulatiekorting meer. Die was vorig jaar 10%, met een vrijstelling voor de eerste € 5.000,- bedrijfstoeslag. Hiervoor in de plaats is er dit jaar een korting op de waarde van alle toeslagrechten van 11%. Een belangrijk verschil met de modulatiekorting is, dat de korting in 2014 voor alle toeslagrechten geldt, zonder de vrijstelling van de eerste € 5.000,-. Bent u een ‘kleine’ ontvanger, dan telt deze korting dus harder door! Wijzigingen ten opzichte van 2013 Het invullen van de GO is vergelijkbaar met vorig jaar. Zo zijn bijvoorbeeld de gewascodes niet veranderd. Er zijn wel enkele wijzigingen in de vragen die gesteld worden. Ook zijn er veranderingen in de subsidies, die u met de GO kunt aanvragen. Hierover vindt u meer informatie op de volgende pagina. Denk aan uw TAN-codes! Alhoewel nog steeds de mogelijkheid bestaat om uw GO op papier in te dienen, is de digitale aanvraag al jaren de standaard. Voor het digitaal ondertekenen van uw aanvraag heeft u wel TAN-codes nodig. Ons advies, controleer tijdig of u nog TAN-codes beschikbaar heeft. U kunt ook per sms uw TAN-codes ontvangen, U moet dit echter wel eerst activeren via ‘mijn.rvo.nl’. En hiervoor heeft u nog een ‘papieren’ TAN-code nodig. Let op bij nieuw KvK-nummer Wellicht heeft u het afgelopen jaar een nieuw relatienummer van RVO ontvangen, bijvoorbeeld als gevolg van de koppeling aan uw KvK-inschrijving. U heeft dan ook nieuwe TAN-codes nodig. Beschikt u niet over geldige codes, vraag deze dan op tijd aan (tel. 088-042 4242). Het toezenden kost enkele werkdagen, dus doe dit op tijd! Begin op tijd met de voorbereidingen van uw GO. Laat u uw GO door uw adviseur invullen? Maak dan op tijd een afspraak! Denk aan uw fosfaatbemonstering Bij uw GO kunt u ook dit jaar weer uw PAL of Pw klasse van uw perceel opgeven. Als uw analyses gunstig zijn, levert dit meer fosfaatruimte op. Controleer wel tijdig of uw fosfaatmonsters op 15 mei 2014 nog wel geldig zijn. De monsterdatum mag niet vóór 15 mei 2010 liggen. Voor de percelen waarvoor u geen geldige grondmonsters heeft, geldt automatisch de laagste fosfaatgebruiksnorm. Geen geldig monster? Dan geldt automatisch de laagste fosfaatgebruiksnorm! AgroActualiteiten April 2014 Jaargang 15, nummer 2 Subsidies in de GO 2014 Probleemgebiedenvergoeding (PGV) Net als voorgaande jaren kunnen naast de bedrijfstoeslag met de GO ook andere subsidies worden aangevraagd. Dit jaar zijn er wel een aantal wijzigingen ten opzichte van voorgaande jaren. Zo zijn er subsidies vervallen en kunt u dit jaar weer subsidies voor vezelvlas en –hennep aanvragen. Wanneer u grond in gebruik heeft in één van de aangewezen probleemgebieden kunt u onder voorwaarden weer PGV aanvragen. Het geld voor de PGV moet komen vanuit de provincies, maar niet alle provincies hebben hiervoor een budget beschikbaar gesteld. Het is daarom goed mogelijk, dat u met de GO wel PGV kunt aanvragen, maar uiteindelijk geen geld zult ontvangen. Bestaande subsidies Dit jaar kan middels de GO weer subsidie worden aangevraagd voor de brede weersverzekering en de vaarvergoeding. De voorwaarden hiervoor zijn niet gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren. Vezelgewassen Teelt u vezelvlas of –hennep? Dan kunt u dit jaar hiervoor subsidie via de GO aanvragen. De vergoeding bedraagt € 270,- per hectare. Teelt u minder dan 0,5 ha vezelgewassen, dan komt u niet voor steun in aanmerking. SNL Met de Gecombineerde Opgave vraagt u ook de jaarlijkse uitbetaling van uw SNL subsidie aan. Uw beheerseenheden staan, als het goed is al, in uw aanvraag opgenomen. Als u een perceel met een beheerseenheid vóór 15 mei tijdelijk in gebruik heeft genomen en gemeld bij RVO (de verhuurder heeft de subsidieaanvraag ingediend), dan moet u de betaling hiervoor aanvragen. Vergeet niet bij overdracht van een SNL-beheerselement dit uiterlijk 15 mei 2014 te melden. Kijk voor meer informatie op mijn.rvo.nl. Bedrijfsoverdracht in 2014? Kijk uit! De nieuwe bedrijfstoeslagregeling vanaf 2015 werpt zijn schaduw vooruit. Zeker bij geplande bedrijfsoverdrachten, maar ook bij de aankoop van grond of bij het aangaan van een maatschap. Soms is het van belang dat u nu al afspraken gaat vastleggen, om straks geen geld mis te lopen. Overdrachten na 31 maart 2014 De waarde van de toeslagrechten in eigendom op 15 mei 2014 is mede bepalend voor de hoogte van uw bedrijfstoeslag in de periode 2015-2018. Dit is de referentie. U kon toeslagrechten t/m 31 maart 2014 overdragen. Bij een (gedeeltelijke) bedrijfsoverdracht tussen nu en 15 mei 2015 is het onder voorwaarden mogelijk om referentie over te dragen. Verkoper op 15 mei 2015 nog landbouwer? Een lastige voorwaarde is, dat de verkoper op 15 mei 2015 nog actief landbouwer moet zijn. Dit betekent, dat bij iedere overdracht de verkoper nog tot minimaal 15 mei 2015 over een landbouwbedrijf moet blijven beschikken. Referentieverdeling Wanneer de verkoper wel landbouwer blijft, is er in feite sprake van een splitsing. De referentie wordt dan waarschijnlijk verdeeld op basis van de overgedragen grond. Op dit moment zijn de exacte regels rond de referentieoverdracht bij splitsing nog niet bekend. Bedrijfsopvolging Gelukkig gaat de overdracht van de referentie in een aantal gevallen automatisch. Dit geldt o.a. bij een ‘reguliere’ bedrijfsoverdracht, waarbij de opvolger het bedrijf vanuit een samenwerkingsperiode (maatschap, VOF) overneemt. Wanneer u vóór 15 mei 2015 een bedrijf of een deel ervan gaat overnemen, neem dan vooraf contact op. Voorkom dat u afspraken maakt die u straks (veel) geld kosten! Vervallen subsidies De subsidies ‘Diervriendelijk produceren’ en ‘Compensatie I&R schapen en geiten’ zijn in 2014 vervallen. Teruggave Suikerheffing Wanneer u in de periode 2002-2005 suikerbieten heeft geteeld, is de kans groot dat u recht heeft op teruggave van teveel ingehouden heffing op het toenmalige B-suiker. COSUN heeft inmiddels aan alle bij hen bekende (ex-)bietentelers hierover een brief verzonden. Van belang is, dat u vóór 18 april a.s. het formulier terugstuurt. Heeft u in die jaren wel bieten geteeld, maar van COSUN of COVAS geen bericht ontvangen? Neem dan contact met hen op! Handboek snijmaïs Onlangs is het ‘Handboek Snijmaïs’ geactualiseerd. Het handboek bevat actuele informatie over de teelt en het gebruik van snijmaïs, inclusief de economische aspecten. U kunt dit digitale handboek vinden op www.handboeksnijmais.nl. AGENDA t/m 15 mei - Indienen Gecombineerde Opgave - Vervanging grondmonsters fosfaatdifferentiatie. 7 april t/m 2 mei - Subsidie ‘Fijnstofmaatregelen’ Vanaf 28 april - Subsidie Marktintroductie Energie innovaties (glastuinbouw) AgroActualiteiten April 2014 Jaargang 15, nummer 2 Praktische tips Mestverwerking Over ons De verplichte mestverwerking moet nog steeds wennen. Dat blijkt ondermeer uit de vele vragen die hierover de afgelopen weken zijn gesteld. Daarom hebben wij hieronder een aantal praktische punten opgenomen. A2C-Accountants Uw financiële huisarts die van alle markten thuis is. Regionale mestafzet U kunt aan uw mestverwerkingsplicht voldoen wanneer u uw volledige bedrijfsoverschot binnen een straal van 20 km afzet. Dit is hemelsbreed de maximale afstand tussen uw stal en het perceel van de afnemer. De afnemer moet de mest rechtstreeks aanwenden en mag deze niet in opslag nemen. Uw bedrijfsoverschot mag maximaal 25% zijn van de totale mestproductie in het betreffende jaar. Wel boer-boer, geen particulieren Voor afzet via boer-boertransport gelden weliswaar deels andere regels, maar het is mogelijk om (een deel van) de Regionale mestafzet via boer-boertransport te laten verlopen. Omdat de Regionale mestafzet alleen geldt voor afvoer naar bedrijven, telt de afzet naar particulieren niet mee voor de Regionale mestafzet. Vervangende Verwerkingsovereenkomst U kunt er voor kiezen om uw verwerkingsplicht over te dragen naar een andere veehouder. Deze veehouder moet dan extra mest verwerken, terwijl u uw mest via de gebruikelijke kanalen kunt blijven afzetten. Overeenkomst sluiten Voor Regionale mestafzet moet u vooraf een overeenkomst afsluiten (RMO) en deze in uw eigen administratie bewaren. Ook een Vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO) moet vooraf worden afgesloten. De gegevens uit een VVO moet u uiterlijk 31 december 2014 bij RVO melden. Wilt u een RMO of een VVO afsluiten? Voor beide situaties beschikken wij over een voorbeeldcontract, waarin naast de wettelijke afspraken ook enkele praktische zaken zijn opgenomen. Heeft u uw KvK-inschrijving al op orde? Het is een wettelijke plicht om uw landbouwbedrijf bij de Kamer van Koophandel (KvK) ingeschreven te hebben. Vanaf 2015 is een KvKinschrijving als landbouwer een voorwaarde voor het ontvangen van bedrijfstoeslag. Doorgeven aan RVO Het kan zijn dat u zich wel bij de KvK heeft ingeschreven, maar dit nummer nog niet aan RVO heeft doorgegeven. U krijgt bij de GO 2014 dan de vraag om dit alsnog te doen. Wanneer u uw nummer doorgeeft, zal de registratie bij de KvK leidend zijn. Het kan voorkomen dat de tenaamstelling bij de KvK afwijkt van uw huidige registratie bij RVO. Bijvoorbeeld omdat u wel als maatschap bent ingeschreven bij de KvK, maar nog als eenmanszaak bij RVO. Dit kan ertoe leiden dat u een nieuw registratienummer voor uw maatschap krijgt. U moet dan ook een bedrijfsoverdracht melden. Wanneer uw tenaamstelling bij de KvK afwijkt van uw registratie bij RVO, overleg dan met uw adviseur voordat u uw KvK-nummer aan RVO doorgeeft. A2C-Accountants aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook als gevolg van beslissingen en of handelingen gebaseerd op de informatie uit AgroActualiteiten. Raadpleeg altijd eerst uw vaste contactpersoon als u tot actie overgaat. Ons kantoor A2C-Accountants Florijn 4 5751 PC DEURNE AgroActualiteiten April 2014 Jaargang 15, nummer 2 Boxhoppen ook interessant voor u? De belastingheffing over uw vermogen (box 3) is momenteel relatief hoog als u dit afzet tegen het te behalen rendement. Bovendien wordt de hoogte van verschillende toeslagen en eigen bijdragen steeds meer gebaseerd op dit vermogen. Dit maakt het interessant om te bekijken of u bepaalde vermogensbestanddelen niet beter kunt parkeren in een andere box. De belastingheffing in box 3 over uw vermogen bedraagt 30% van 4%; per saldo bedraagt de heffing dus 1,2% over uw vermogen. Afhankelijk van de samenstelling van uw huishouding en uw leeftijd gelden hierbij enkele vrijstellingen. De hoogte van uw box-3-vermogen is inmiddels bepalend voor de meeste toeslagen (zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget) en – indien van toepassing – uw eigen bijdrage in een AWBZ-instelling. Agrarische bedrijfsoverdracht Ook in situaties van bedrijfsoverdracht moet goed bekeken worden waar het hiermee gemoeide vermogen fiscaal slim wordt ondergebracht. Bij agrarische bedrijfsoverdracht blijft vaak een overnameschuld staan tussen de ouders en hun opvolger. Bij de opvolger is dit gewoon een zakelijke lening waarvan de rente aftrekbaar is. Bij de ouders valt deze schuld onder de vermogensrendementsheffing van box 3. Dit betekent dat het vermogen op papier heel hoog is, terwijl het niet zelden de bedoeling is dat de schuld uiteindelijk (gedeeltelijk) wordt kwijtgescholden. Voorwaarden verschuiving naar box 1 Soms kan een dergelijke vordering worden doorgeschoven van box 3 naar box 1 (inkomen). De wetgever trekt bepaalde situaties namelijk gelijk met ondernemerschap (pseudo-ondernemerschap). Een geldlening cq schuldvordering uit box 3 kan uit deze box verdwijnen als wordt voldaan aan de navolgende voorwaarden; - de schuldvordering van de IB-ondernemer is onder zodanige voorwaarden aangegaan dat deze functioneert als eigen vermogen; - de vergoeding is winstafhankelijk. Bijkomend voordeel van box 1 is dat een afboeking ten laste van het inkomen kan worden gebracht. Echter, alhoewel de voorwaarden van een lening binnen de familie over het algemeen wat mogen afwijken van de zakelijke normen – zonder dat zij daarbij gelijk worden aangemerkt als eigen vermogen of als “onzakelijk” – zijn hier wel grenzen aan gesteld. In principe mag u met overtollige middelen namelijk niet boxhoppen van box 1 naar box 3. Wel kunt u met privéverkopen en –aankopen rekening houden met de peildatum van 1 januari. Maak een weloverwogen keuze om (waar mogelijk) al dan niet te schuiven met vermogen binnen de boxen. Structureel overtollige liquiditeiten in de onderneming behoren tot het privévermogen en de vrijstellingen in box 3 moeten optimaal worden benut! Het is dus zeker de moeite waard om hier met enige regelmaat naar te (laten) kijken. Belastingrente verhoogd: voorkom forse rentebetaling! Per 1 januari 2014 zijn de percentages van de belastingrente fors verhoogd. Deze bedragen op dit moment 4% voor de inkomstenbelasting en maar liefst 8,25% voor de vennootschapsbelasting. Het is daarom belangrijk dat u voorkomt dat u belastingrente moet betalen. Belastingrente is een vergoeding voor gemiste rente. Als u geld tegoed heeft van de belastingdienst kan daar belastingrente over worden vergoed. En andersom: krijgt de belastingdienst nog geld van u, dan kan onder voorwaarden ook belastingrente over worden berekend. Periode waarover belastingrente wordt berekend Pas vanaf zes maanden na afloop van het belastingjaar wordt belastingrente in rekening gebracht, aan u of aan uw BV. Moet u bijvoorbeeld over het jaar 2013 nog belasting (bij)betalen? Dan begint de teller van de belastingrente dus te lopen vanaf 1 juli 2014. Nog een voorbeeld: krijgt uw BV op 31 december 2014 de aanslag vennootschapsbelasting 2013 en moet uw BV belasting (bij)betalen, dan wordt over een half jaar + 6 weken (betalingstermijn) 8,25% belastingrente in rekening gebracht. Zo voorkomt u belastingrente In de meeste gevallen kunt u op twee manieren voorkomen dat u of uw BV belastingrente moet betalen over het jaar 2013; 1. Laat een verzoek of wijziging voorlopige aanslag inkomsten- of vennootschapsbelasting 2013 indienen vóór 1 mei 2014. De belastingdienst legt vervolgens binnen enkele maanden een voorlopige aanslag 2013 op. Na het indienen van de uiteindelijke aangifte 2013 hoeven u of uw BV alleen belastingrente te betalen over het AgroActualiteiten April 2014 Jaargang 15, nummer 2 bedrag dat nog bijbetaald hoeft te worden. 2. Laat uw aangifte inkomsten- of vennootschapsbelasting voor 1 april 2014 indienen. U of uw BV hoeven alleen maar belastingrente te betalen als de belastingdienst afwijkt van de ingediende aangifte. Voorbeeld Een voorbeeld laat het geschatte voordeel zien. Stel dat uw BV in 2013 € 100.000 winst heeft gemaakt. De aangifte vennootschapsbelasting wordt op 30 september 2014 ingediend. Op 16 januari 2015 wordt aan uw BV een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting opgelegd: de verschuldigde belasting is € 20.000. Uw BV moet belastingrente betalen over 1 juli 2014 tot 26 februari 2015, omdat op 26 februari 2015 de betalingstermijn van zes weken afloopt. Het te betalen bedrag aan belastingrente bedraagt ongeveer € 950. U had ook op 30 april 2014 een verzoek tot voorlopige aanslag kunnen (laten) indienen , met een geschatte winst van € 100.000. In dat geval had uw BV een aantal maanden eerder de verschuldigde vennootschapsbelasting moeten voldoen. Dat kost uw BV een stukje rendement op dat vermogen, maar er was ook géén belastingrente in rekening gebracht. Tel uit uw winst! De uitgesloten partner Het komt vaak voor dat een schenker wil voorkomen dat de schenking ten goede komt aan de partner van de ontvanger. Een uitsluitingsclausule kan dan uitkomst bieden. Zorgvuldigheid is dan geboden! Als uw zoon of dochter getrouwd is in gemeenschap van goederen, komt de schenking die u aan uw kind doet voor de helft ten goede aan de partner. De gedachte dat die partner er bij een eventuele echtscheiding met de helft van de schenking er vandoor gaat, kan voor de schenker een bezwaar zijn. Een uitsluitingsclausule kan dit oplossen. Met die clausule bepaalt de schenker dat de schenking niet de huwelijksgemeenschap zal vallen. Daardoor kan de partner er geen aanspraak op maken als het huwelijk eindigt. Zachte uitsluitingsclausule Aan de uitsluitingsclausule zelf kleven echter ook nadelen. De clausule kan namelijk nadelig uitwerken voor de estateplanning omdat er een “rijke” en een “arme” partner kan ontstaan. Om die reden kan met een “zachte” uitsluitingsclausule worden gewerkt. Die clausule werkt uitsluitend bij echtscheiding en niet bij overlijden. Daarnaast is het van belang dat de uitsluitingsclausule niet kan voorkomen uiteindelijk toch bij de partner terecht komt. De clausule werkt namelijk niet bij het overlijden van het kind, zodat het geschonken vermogen op dat moment alsnog naar de partner kan vererven. Ook heeft de clausule geen effect als het kind de schenking zelf wegschenkt. Om ook die routes af te sluiten zou een tweetrapsregeling met een schenkingsverbod moeten worden opgenomen. Uitspraak Uit een uitspraak van rechtbank Rotterdam blijkt dat ook de vastlegging van de uitsluitingsclausule belangrijk is. In die zaak ontstond bij de echtscheiding discussie of een door de vrouw ontvangen schenking in de huwelijksgoederengemeenschap viel. De schenking had zij in februari 2011 gekregen in maart 2011 vastgelegd in een schenkingsovereenkomst met uitsluitingsclausule. De rechter besliste dat de schenking in de gemeenschap viel (en dus met de man gedeeld moest worden) omdat de uitsluitingsclausule op dat moment van schenking moet worden gevestigd en niet achteraf kan plaats vinden. Of deze uitkomst representatief is kan worden betwijfeld. Het is namelijk mogelijk om naderhand vast te leggen wat aanvankelijk is afgesproken. In dat geval wordt de uitsluitingsclausule niet achteraf gevestigd, maar achteraf vastgelegd. U voorkomt die discussie door de clausule tijdig vast te leggen.
© Copyright 2024 ExpyDoc