VISIE ### En hoe staan jullie tegenover de handel? Leonard: "Wij zien de gerenommeerde handel niet als concurrent, maar bij continuïteit in de afname van producten als een klant met toegevoegde waarde." Kees: "De eerlijkheid gebiedt natuurlijk wel te zeggen dat de eindklanten in toenemende mate bepalen wie nog meerwaarde heeft als toeleverancier." Hoeveel procent van jullie afzet gaat via de klok en hoeveel procent wordt geëxporteerd? Leonard: "Zo'n 20% gaat via de klok. De overige 80% is verkoop binnenland en export. Als je kijkt naar het totale volume, is ongeveer 60% export." Leonard Kampschöer en Kees de Kat: Fruitmasters gaat voor toegevoegde waarde en lage kosten Met meer dan honderd jaar ervaring en ruim vierhonderd aangesloten fruittelers, is afzetorganisatie Fruitmasters in staat om jaarrond kwaliteitsfruit te leveren aan eindafnemers in binnen- en buitenland. Kees de Kat en Leonard Kampschöer, respectievelijk algemeen directeur en commercieel directeur, bieden ons een kijkje in de keuken van de grootste fruitafzetorganisatie van Nederland. Ze gaan daarbij in op belangrijke ontwikkelingen in de fruitsector, waaronder de goedkope productie in Oost-Europa. Hoe gaat het op dit moment met Fruitmasters? Kees: "De resultaten zijn de laatste jaren goed en redelijk stabiel. De afgelopen drie jaar hebben we een tevredenstellende winst gerealiseerd. " Wordt alle winst uitgekeerd aan de telers? Kees: "De grootste besparingen werden de afgelopen jaren direct terugvertaald in scherpe tarieven. Winst is geen doel, we moeten voldoende verdienen om te kunnen blijven investeren in onze groeidoelstellingen. We willen lage kosten voor de teler en investeren in afzet op de verschillende markten." Leonard: "Je kunt er ook voor kiezen om veel winst te maken en de kosten voor de teler hoog te houden. Wij vinden dat wij ervoor moeten zorgen dat de telers niet alleen een goede prijs moeten krijgen, maar ook een scherp tarief betalen bij ons." En daar slagen jullie in? Leonard: "Ja. De sorteertarieven zijn gedaald en de provisie staffels zijn zeer scherp. Als je dan uiteindelijk ook nog iets overhoudt, doe je het niet verkeerd." 6 AGF Primeur 7-8 - 2014 Is het als grote teler ook nog aantrekkelijk om bij jullie lid te zijn? Leonard: "Voor de kostenstructuur hoeven ze niet naar een ander te gaan. Het gaat erom of je in staat bent als grote teler je totale fruitpakket in de hele breedte goed te verkopen. Daar ligt de kracht van Fruitmasters. Elke afnemer pakt bij jou namelijk een stukje van het segment en daarom heb je meerdere afnemers en markten nodig om je hele pakket te kunnen afzetten. Onze afnemers kiezen voor continuïteit en het jaar rond product. Tevens krijgen telers die zich bij ons aansluiten toegang tot de nieuwe clubrassen, waarmee zij hun pakket kunnen verbreden. Anders kom je al snel in de commodity-sfeer. En daar is het oorlog." Welke belangrijke ontwikkelingen spelen momenteel? Kees: "Wat mij opvalt, is dat de schaalvergroting in de teelt heel hard gaat. In ieder geval de bewustwording daaromtrent. Met onze centrale infrastructuur zijn we binnen Nederland best wel uniek. Een aantal jaren geleden sorteerden en verpakten we 80 miljoen kilo fruit. Dit jaar gaan we richting de 120 miljoen kilo. Dus je ziet echt wel een enorme toename vanwege de lage kosten en innovaties in het sorteerproces. En dat leidt er ook weer toe dat telers zich veel meer gaan heroriënteren." Leonard: "Daar komt bij dat telers vandaag de dag steeds meer procesmatig bezig zijn en kiezen voor continuïteit. Dat kun je mooi zien bij de clubrassen die we nu hebben. Daar is sprake van een jaarplan en iedere maand gaat er een bepaald volume weg. Bij de vrije rassen ligt dat anders. Daar kan de teler voorafgaand aan het verkoopseizoen kiezen voor een vrij afzetplan, weekbemiddeling of klok. Puur zelf gaan speculeren en gokken willen en kunnen de meeste telers niet meer. Dan is het alles of niets. De meesten willen gewoon zeker zijn van afzet en doen het hele jaar mee." Hoe is het gesteld met het imago van de coöperatie? Kees: "Ik denk dat de coöperatie over het algemeen een traditioneel en bureaucratisch imago heeft. En dat doet mij wel verdriet en het irriteert me af en toe ook. Wij zijn juist een heel gezonde, slagvaardige en ondernemende organisatie en durven ons als coöperatie te meten met elke andere organisatie." Denken jullie dat de klok op termijn steeds minder belangrijk wordt? Leonard: "De klok is geen doel, maar een middel om iets te verkopen. Je zag de afgelopen twintig jaar wel dat de klok niet alles meer kon invullen, omdat er steeds meer variatie in verpakkingen kwam. Met name private label is toegenomen. Daarbij verandert de wereld. De teler wil tegenwoordig afspraken. Hij wil weten wat hij volgende week kan beuren. Dat gejojo wil hij niet meer. Ook willen onze afnemers graag worden gekoppeld aan telers." Maar hoe doen jullie het met de exporteurs als jullie 60% van de afzet exporteren? Zij kopen hier toch ook wel eens voor de klok? Leonard: "Ja, maar dat levert geen problemen op. Hardfruittransacties worden op dit moment al bijna volledig ingevuld via bemiddeling vanwege de klantspecifieke verpakkingen. Kijken we naar ons kwaliteits-label Prestige, dat hoofdzakelijk bestemd is voor de betere grossiers, hotels en cateraars, dat brengen wij volledig voor de klok. 's Morgens wordt er verkocht en 's middags koopt Fruitmasters Holland in een open competitie product voor de klok terug. Dat noem ik het toppunt van bemiddelen en het houdt de commerciële mensen scherp." Dus jullie verkoopteam is uiteindelijk ook een concurrent van jullie klanten? Leonard: "Nou, concurrent. Je moet het spel fair spelen. Kijk, je bent concurrent als je het product van tevoren bij de klok weghaalt, voor een lage prijs bemiddelt en uitbetaalt, terwijl de klokprijs op de veiling aanmerkelijk hoger zou liggen. Maar dat doen wij dus niet. We kopen in een open concurrentie met iedereen product terug." Maar het kan dus zo zijn dat er binnen nu en tien jaar bijna geen kopers meer zitten en jullie 80 tot 90% kopen? Kees: "Dat maakt voor het spel niet uit. We hebben wel eens discussies met onze telers over het voortbestaan van de klok. Zelf vind ik dat we het vooralsnog zo moeten laten en de tijd z'n werk moeten laten doen. Uiteindelijk is de markt hierin bepalend. Zo zijn er telers die iedere dag een bepaald volume voor de klok zetten en dat prima vinden. Als er dan ook aan klantzijde nog een behoeftepatroon is, hoef je het toch niet stop te zetten? Stel dat de klok er over 10 of 20 jaar niet meer zou zijn, dan wordt ons bemiddelingsmodel niet schokkend anders. Het is meer het sentiment…" Maar als er nog maar een paar klanten voor de klok zitten die heel weinig kopen, wie bepaalt dan de prijs? Leonard: "Dat doet de internationale markt. Wij moeten gewoon scoren in deze markt en als wij gemiddeld beter scoren dan de collega's, hebben wij daar geen problemen mee." Merken jullie dat de concurrentie op de Europese markt toeneemt? Bijvoorbeeld vanuit Oost-Europa? Leonard: "In Oost-Europa zitten ze niet stil. Daarom haken wij ook af met de commodities. Wij bouwen ze af naar een overzichtelijk volume voor de thuismarkt. Concurreren met uurlonen van € 1,50 tot € 2,50, zoals momenteel in Polen gebeurt, kunnen en willen wij niet." Kees: "Stel dat wij Jonagold leveren aan Scandinavië die kostprijstechnisch heel goed te telen is in Polen. Dan ga je die afzet op de exportmarkten verliezen. Dat is wat er momenteel gebeurt. Maar op het moment dat de Conference daar niet te telen is door het ontbreken van een zeeklimaat zoals hier, is het weer een andere kwestie en blijf je die wel leveren. Daarnaast moet je kijken of rassen als Elstar en Jonagold toekomstbestendig zijn in je eigen markt. Vanuit die vraag moet je proberen je eigen productie te optimaliseren. En dan komt het conceptras wel degelijk om de hoek kijken. Bovendien is het de vraag op welke termijn Oost-Europese culturen en regimes met succes een conceptras neer kunnen zetten. Ik denk dat dat nog wel even gaat duren. Niet elke nieuw ras wordt een clubras." Leonard: "Met commodities gaat het gewoon fout. Dat wisten we tien jaar geleden al. Daarom hebben we geleidelijk aan ons proces veranderd en innovatie en verbreding in het pakket doorgevoerd. Daarin lopen we nu voorop. De telers van ons zijn zich nu bewust dat commodities het steeds moeilijker krijgen en dat ze daarin niet moeten uitbreiden. Ze zetten nu meer in op topkwaliteit." Maar richten jullie je dan op termijn alleen op nicheproducten? Kees: "Nee, wij richten ons echt niet alleen op niche. Wij zijn nog steeds in staat om ook vanuit de export op heel veel markten af te zetten en daar komen andere landen misschien nooit aan toe." Leonard: "Wij zijn niet bang voor Polen. Al kunnen ze goedkoper produceren. Ook in Polen hebben ze een kostprijs. Daarom liggen we er niet wakker van. Die Poolse telers houden dat namelijk niet vol. Ze hebben geïnvesteerd en veel subsidie gekregen, maar nu moeten ze voor niets gaan produceren. Alleen kunnen ze dat niet meer. Dus gaat de kostprijs voor fruit in Polen omhoog, net als in het verleden in Spanje is gebeurd. Wij moeten ons pakket zo maken dat we niet afhankelijk zijn en dat we de concurrentie aan kunnen. Dus ook in Nederland zie je dat de verkoop van commodity-rassen steeds verder daalt. Er is namelijk geen interesse voor. Kortom, wij zijn niet bang voor wat er allemaal gebeurt, maar moeten ervoor zorAGF Primeur 7-8 - 2014 7 THEMA: OVERZEES FRUIT Lokaal beconcurreert overzees fruit Er komt steeds minder fruit vanuit het zuidelijk halfrond onze kant op. Wat zijn de gevolgen voor Europa en welke alternatieven zijn er? Ik vroeg een aantal importeurs naar de huidige situatie in Zuid-Afrika en de veranderende fruitstromen in het algemeen. D e onzekerheid rondom black spot is volgens Gunnar van Doorn van Van der Lans International duidelijk merkbaar in de volumes die vanuit Zuid-Afrika richting Europa worden verscheept. "De hoeveelheden zijn beduidend lager dit seizoen, maar buiten de aanvullende controles en maatregelen heeft de grillige markt daar eveneens een aandeel in. Vanwege de zachte winter is de citrusmarkt lange tijd slecht geweest. De verwachtingen voor het Zuid-Afrikaanse citrus waren dan ook niet al te hoog. Daarnaast waren er nog grote voorraden vanuit Zuid-Europa, Marokko en Egypte beschikbaar." Europa is een belangrijk markt voor Zuid-Afrika citrus, maar het belang wordt wel minder groot. De geëiste maatregelen vallen dan ook niet bij alle telers in goede Volgens een USDA-rapport is de Argentijnse sinaasappelproductie tijdens het seizoen 2013/2014 geraamd op 700.000 ton; 150.000 ton meer dan de officiële ramingen. Dit meldt Fresh Fruit Portal. De planten waren goed hersteld van de vorst in het jaar ervoor. Op de citrusmarkt is Argentinië een belangrijke speler wat betreft citroenen. Vanwege vorst in de winter van 2013 en aanhoudende droogte valt 22 AGF Primeur 7-8 - 2014 aarde. "Ze doen wel moeite om aan alle eisen, certificeringen en audits te voldoen die nodig zijn om aan EU-richtlijnen te voldoen (de leveranciers kunnen en willen namelijk niet zonder Europa), echter het gaat gepaard met een gezonde dosis tegenzin. Ook wordt echter meer en meer uitgeweken naar landen waar deze eisen minder streng zijn. Eerlijk gezegd juich ik deze ontwikkeling wel toe. Te veel aanvoer is niet gezond voor de Europese markt. We kunnen nu hopelijk gaan werken aan een stabiele markt met stabiele prijzen, hoewel je dit natuurlijk nooit kunt voorspellen." De risico’s zijn volgens hem flink afgenomen nu er meer controles worden uitgevoerd en er aanzienlijk minder producenten over een exportlicentie beschikken. de oogst dit jaar veel kleiner uit. Voor de citroenen wordt een opbrengst van 750.000 ton verwacht, dat een daling van 45% betekent in vergelijking met vorig jaar. Daardoor is er minder beschikbaar voor export. In 2013 was de EU de belangrijkste exportmarkt voor de meeste Argentijnse citrusrassen, maar de citroenexport naar niet-traditionele markten neemt wel toe. Een belangrijke concurrent in die Zuid-Afrika is een belangrijke leverancier van citrus voor de EU-landen. In de strijd tegen Citrus Black Spot zijn er dit seizoen striktere maatregelen genomen met betrekking tot de import van citrus uit Zuid-Afrika. Slechts enkele Zuid-Afrikaanse regio's zijn door de EU erkend als Pest Free Area's (PFA's). Er worden er 'pre and post-harvest' chemische behandelingen voorgeschreven, verplichte registratie van de pakstations en strengere controles op de plantages geëist. De EU is tot deze beslissing gekomen om daarmee de Europese citrusplantages te beschermen tegen deze schadelijke plantenziekten. Er zal dit seizoen voor de exportmarkten weinig veranderen ten opzichte van het vorige. In 2013 importeerde de EU 600.000 ton citrus uit Zuid-Afrika, ongeveer 40% procent van de totale productie van het land. Er wordt niet verwacht dat Rusland of de EU meer af zullen nemen. Bovendien is het citrus-aanbod uit het ZuidelijkHalfrond hoger ten opzichte van het noordelijk halfrond. Op de vraag of Van der Lans zich zal gaan oriënteren op andere herkomsten kan Gunnar kort zijn. De importeur is gespecialiseerd in Zuid-Afrika en zal dat voorlopig ook blijven. "Er zijn natuurlijk wel alternatieven. Uruguay bijvoorbeeld is met de Navels vergelijkbaar met Zuid-Afrika en met Salustiana’s een belangrijke leverancier voor onze Nederlandse klanten. Argentinië komt op een goede derde plek. Zelf proberen we ons onder andere te onderscheiden door markt is Zuid-Afrika die al exporteert naar Azië en het MiddenOosten tegen concurrerende prijzen. De Argentijnse citrussector heeft het overigens niet gemakkelijk. De productiekosten stijgen als gevolg van een hoge inflatie. De concurrentiepositie van Argentinië is dramatisch, maar speelt op de citroenenmarkt nog een grote rol omdat het land grote volumes levert. De economie in het land is al ja- ren onstabiel. De exportheffingen werken ook niet bevorderlijk, en exporteurs proberen via allerlei omwegen toch te overleven. Alleen drastische maatregelen kunnen de Argentijnse export redden. Eind juli meldde de Nederlandse autoriteiten de eerste vondst van Citrus Black Spot in Zuid-Afrikaanse sinaasappelen. CEO Justin Chadwick van de Citrus Growers Association noemt het teleurstellend, met name gelet op de maatregelen die zijn genomen om de naleving te garanderen. Ten tijde van het afronden van deze editie zijn er vier gevallen van CBS gedaan, maar de Europese Commissie heeft de teller begin van de maand augustus ook weer teruggezet op nul. In de afgelopen twee jaar werden de eerste meldingen ook eind juli gedaan, wat samenvalt met de start van het Zuid-Afrikaanse seizoen. Het is dus afwachten hoe de sitiatie zich ontwikkeld. steeds met nieuwe variëteiten te komen. Zo zijn wij reeds enkele jaren een van de weinige wereldwijde distributeurs van de Zuid-Afrikaanse Kiyomi’s (een kruising tussen een Satsuma en een Navel met unieke, fantastische smaakeigenschappen) en sinds vorig seizoen komen ook de eerste commerciële volumes van de Winola beschikbaar. De reacties op de Winola zijn tot nu toe super. Deze mandarijn laat zich het beste omschrijven als een kruising tussen een minneola en een Nadorcott-mandarijn; werkelijk in alle opzichten uniek. Wij verwachten de markt de komende jaren van meer nieuwe smaakvolle Zuid-Afrikaanse citrusvarieteiten te kunnen blijven voorzien, naast ons uitgebreide gangbare assortiment." Minder behoefte aan overzees fruit Europa is een grote afnemers van overzees fruit, maar vormt voor de exporterende landen van het zuidelijk halfrond wel een dilemma. Naast de hoge eisen die in Europa gesteld worden richt men zich vooral op commissiehandel, en wil men over het algemeen geen vaste prijzen betalen. Exporteurs richten hun pijlen dus vaker op bestemmingen als het Verre en Midden-Oosten en Rusland. Daar worden wel vaste prijzen geboden en krijgt men een groot deel vooraf betaald. Hugo Vermeulen van Cool Fresh International is er nog niet zo zeker van dat er daadwerkelijk minder fruit deze kant op komt. "Er wordt wel van alles geroepen, maar het feit is dat er in het Verre en Midden-Oosten en Rusland weer andere uitdagingen op de loer liggen. In de afgelopen periode hebben we vanuit verschillende landen toch steeds een overvloed aan fruit gekregen. Denk aan druiven uit India en Peru, waarvan er echt veel is gestuurd." Volgens hem ligt de focus vanuit het zuidelijk halfrond nog voor het overgrote deel op Europa. Wel merkt hij dat er momenteel minder behoefte is aan overzees fruit. Daar hebben de zachte winter en de grote keus aan zomerfruit een groot aandeel in. "We hebben gewoon te maken met een hele lastige markt. Je ziet dat er ook steeds meer aandacht is voor een begrip als ‘local for local’. Supermarkten gaan veel langer door met lokaal product, terwijl de overzeese aanvoer vaker gebruikt wordt als gatenvuller. In plaats van de massa zullen we ons in de toekomst waarschijnlijk meer moeten gaan toeleggen op smaak- en speciale producten. Wij doen steeds meer met exoten en echte smaakvariëteiten, zoals onze BonSweet Select. Deze ananas heeft de hoogst mogelijke brix, een mooiere kleur en bevat een echte smaakexplosie. We merken dan ook een constante groei in de vraag naar dit soort ‘speciale’ producten." Wat betreft het citrus uit Zuid-Afrika verklaart hij eveneens dat een kleinere aanvoer niet verkeerd is, gezien de huidige situatie in de markt. Hij verwacht dat de volumes die gaan komen vergelijkbaar zijn met vorig jaar. "Europa is nu eenmaal een belangrijke afnemer, en dit zal niet zomaar veranderen. De exporteurs doen er dan ook alles aan om aan alle gestelde eisen te voldoen. Of het ook allemaal vanuit een food safety perspectief nodig is weet ik niet. De extra maatregelen bezorgen de afladers veel kosten, die zich in Europa wellicht niet laten uitbetalen. Er is ook niet bewezen dat de black spot schimmel de gewassen in Europa beïnvloedt." Anaco Greeve importeert citrus uit ZuidAfrika, Argentinië en Uruguay. Met name laatstgenoemde timmert hard aan de weg als citrusexporteur. Ook voor Uruguay geldt dat Europa niet langer de grootste markt is. Er wordt veel naar Rusland en Azië geëxporteerd, evenals de Zuid-Amerikaanse markt. De productie- en transportkosten in Uruguay worden hoger en de Zuid-Amerikaanse markt aantrekkelijker, waardoor de behoefte voor overzeese export afneemt. Dit geldt ook voor Argentinië waar de prijzen stijgen als gevolg van de hoge inflatie. Uit beide landen zullen kleinere volumes naar Europa gaan komen. Men geeft hier de voorkeur aan export naar bijvoorbeeld Brazilië, dat een sterke groei doormaakt, en het Verre Oosten. Jan van der Voort spreekt halverwege juli van een matige markt. "Eigenlijk is er algeheel weinig vraag. Alleen de citroenen doen het goed. Hiervan is veel minder beschikbaar door vorst in Argentinië. De kleinere aanvoer vanuit het zuidelijk halfrond vormt dan ook geen probleem. Daarnaast is er voldoende citrus van het noordelijk halfrond beschikbaar. We hebben dit seizoen bijvoorbeeld meer Marokkaanse sinaasappelen." Hij verwacht niet dat de volumes uit Zuid-Afrika drastisch zullen afnemen, maar mocht het zover komen dan zijn er wel alternatieven. "Hoewel een Valencia uit Uruguay niet te vergelijken is met Zuid-Afrika. Je zult het dan van specifieke variëteiten moeten hebben waarmee je je kunt onderscheiden." (CS) [email protected] [email protected] [email protected] AGF Primeur 7-8 - 2014 23 SPECIAL: INDUSTRIE AGF Fruit en superfoods maken opmars in diepvriessector ment. Voor exotisch fruit is de versmarkt belangrijker," legt Herwig Dejonghe uit. "Als je de diepvries exoten vergelijkt met roodfruit is het een heel klein product. De consumenten eten eerst vers, als ze meer gaan consumeren kijken ze wel naar diepvriesproducten, maar dat is nog marginaal." De diepvriessector is in beweging, hoe snel de veranderingen plaatsvinden hangt af van wie je hierover spreekt, maar in het algemeen worden verschillende trends gesignaleerd. Biologische producten groeien gestaag binnen het diepvriessegment, net als ingevroren fruit en superfoods. Op afzetgebied blijft Europa de stabiele factor waar de sector op steunt. Toegang tot nieuwe markten wordt wereldwijd gezocht. Ook Zuid-Amerika en Afrika worden regelmatig genoemd als groeimarkten voor de sector. H et hart van de wereldwijde diepvriesgroenten en –fruit sector ligt nog altijd in België. "Vlaanderen is nog steeds het belangrijkste gebied in de sector. We zijn de grootste in de wereld met 40 procent van de totale export. Allemaal uit een deel van een klein landje," vertelt Johan Talpe van D’Arta met gepaste trots. De oorzaak van de sterke positie van België ligt volgens Johan Talpe in de goede landbouwgrond van Vlaanderen en de buurlanden. Biologisch groeit? De geluiden over het aandeel biologische producten in de diepvriessector zijn wisselend. Jan Willem Kaslander van Ardo ziet een flinke groei in Europa. "De afgelopen jaren is het areaal verdubbeld en ik verwacht dat die trend zal doorzetten." Vincent Bouwhuis van Helsu International vertelt dat de biologische producen al een jaar of tien in de lift zitten. Herwig Dejonghe van Greenyard sluit zich hier bij aan. "We zijn in het midden van de jaren ’90 begonnen met biologische producten en sindsdien groeit het aandeel biologisch. De groei gaat niet heel snel, het blijft een nicheproduct, maar 44 AGF Primeur 7-8 - 2014 de aandacht voor biologische producten is onverminderd groot." Jan Willem Kaslander vervolgt : "voorlopig is er voldoende aanbod van biologische producten, maar het is niet onuitputtelijk. Het zijn nog vooral de basisproducten die goed beschikbaar zijn, veel biologische producten zijn nog een relatieve nichemarkt. Het aanbod conventionele groenten is breder, maar we kunnen de vraag naar bio-groenten prima vullen." Lou van Reij begon in 2009 met zijn onderneming, sinds 2013 is de handelsnaam gewijzigd in Bio Rey. Naast de biologische diepvriesproducten levert Lou van Reij ook verse groenten en fruit. Grootste afnemers van de ingevroren groenten zijn de babyvoedingfabrikanten en leveranciers van halffabrikaten, die 60 procent van de producten afnemen. Aan de aanbodzijde maakt Van Reij afspraken met de afnemers, waarna de producten ondergebracht worden bij een aantal telers. "Met die contracten proberen we vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, uiteraard met een reserve om de contracten wel na te kunnen komen." Daarmee liggen de afnames qua overproductie niet volledig vast. "Bijvoorbeeld in een jaar dat de bonenoogst extreem groot is, zie je dat er meer bonen gekocht worden. Het jaar er op is de vraag naar de bonen dan iets lager." Bio Rey heeft een breed assortiment biologische producten voor industriele verwerking. "In principe zijn alle ak kerbouw mat ige bio-producten bij ons verkrijgbaar." Biofruit en prijzen In fruit is het aandeel bio nog klein. "Biofruit is niet voldoende beschikbaar in de vriessector," vertelt Vincent Bouwhuis. "In ons geval zijn we met biologisch meer als trader actief, dus als we het product niet hebben, verkopen we het niet. We hebben geen compleet assortiment biofruit. Daarvoor is het aanbod niet stabiel genoeg." Fruit Life, het merk van Van Es Foods International is niet actief in de biologische diepvriesfruit, wel maken biologische fruitpuree’s onderdeel uit van het assortiment. Dirk van Es vertelt dat een belangrijke reden om geen diepvriesfruit in het assortiment op te nemen de prijs ten opzichte van de conventionele producten is. Johan Talpe van D’Arta steunt dit punt. "Prijstechnisch is biologisch duurder dan conventionele diepvriesgroenten. Daar komt bij dat de conventionele groenten aan zulke strenge eisen moeten voldoen dat er nauwelijks verschil is tussen de biologische en conventionele diepvriesgroenten." Johan ziet de vraag naar de bioproducten niet groeien. "Klanten praten er wel over, maar er wordt niet meer van verkocht." Superfoods en fruit "Het aanbod van fruit in het algemeen groeit in de diepvriessector," vervolgt Johan. "Roodfruit komt met name uit het voormalig Oostblok, ook het fruit uit Zuid-Amerika zit in de lift. Dat zijn twee gebieden die relatief sterk groeien, zowel in aantal artikelen als in de omzet groeit." "Traditioneel is roodfruit is het grootste product," legt Vincent Bouwhuis uit. "Dan hebben we het onder andere over aardbeien en frambozen die groot zijn. Tropisch fruit heeft ook een opleving gehad, maar voor de grote markt is het nog een nicheproduct." Lou van Reij ziet dat er een vraag naar biologische exoten bestaat, maar is in het diepvriessegment nog niet actief op deze markt. "We doen wel bijvoorbeeld zoete aardappelen uit Egypte en Israël. En vanuit de handel in verse producten hebben we wel contacten in die landen. Dus er zijn telers die aan de bio-eisen voldoen. Maar we hebben nog geen exotisch fruit in het diepvriesassorti- Gezondheidstrend en superfoods Van Es Foods International levert het fruit vooral aan industriële verwerkers, zoals bakkerijen, ijsbereiders en horeca. De toenemende interesse in diepvriesfruit is volgens Dirk van Es te verklaren doordat gezondheid steeds belangrijker wordt. Helsu Interational levert ook vooral aan de industrie, Vincent Bouwhuis signaleert net als Dirk van Es dat fruit en gezondheid vaak in één adem genoemd worden. "Fruit en gezonheid is een sterke combinatie. We zien bijvoorbeeld een verschuiving van jam naar smoothies. Jamfabrikanten waren eerst onze grootste afzetmarkt, maar dat kalft nu af. Ook de schapruimtes in de supermarkten voor jam neemt af. Maar het fruit duikt op in andere producten met minder suiker, zoals smoothies." Jan Willem Kaslander ziet naast smoothies dat zogenaamde superfoods als granaatappelpitjes in opkomst zijn, maar in volumes zijn dit nog nichemarkten. "Die worden dan ook gebruikt in ontbijten en dergelijke. Diepvriesfruit begon met frambozen, aardbeien en bramen, nu hebben we een breder gamma van veertien producten, waaronder zoete kersen en blauwe bessen. Eigenlijk van alles wat vers niet jaarrond beschikbaar is of relatief duur is, groeit de afzet in het diepvriessegment. We verwachten dan ook veel van onze smoothiemixen." Superfoodslabel en marketing Herwig Dejonghe kijkt nuchter naar de superfoods. "De term superfoods wordt in het diepvriessegment nog niet veel gebruikt, maar groenten zijn per definitie superfoods. Als iedereen meer diepvriesgroenten zou eten, zou iedereen zich super voelen. De media spelen hierin ook een belangrijke rol" De potentie voor superfoods ziet Herwig wel degelijk. "Spruiten, broccoli en boerenkool hebben bijvoorbeeld ook veel goede eigenschappen, waardoor we ze superfoods zouden kunnen worden. We hebben troeven in handen, maar we buiten de superfoods nog niet genoeg uit. We zouden de communicatie manier over de granaatappel kunnen gebruiken om meer producten op de kaart te zetten." Marketing is een gebied waar volgens anderen ook meer uit te halen zou zijn. Vincent Bouwhuis: "in Nederland zijn de mensen het gevoel met bessen kwijtgeraakt, we weten niet meer welke bessen wanneer groeien en waarvoor ze goed zijn. Bessen worden bijvoorbeeld veel gebruikt in medicijnen. In de Verenigde Staten zit er een hele marketingmachine achter, de cranberry is op die manier onder de aandacht gebracht. De campagnes worden ondersteunt met onderzoeken van universiteiten, dat kan de consumptie vergroten. Vaak moeten de Amerikanen het aanwakkeren en dan waait het de oceaan over. Dat is jammer want we hebben in Europa mogelijkheden genoeg." Nederland blijft achter, Europa stabiel In Nederland is de consumptie van dievriesgroenten en -fruit laag. "Ongeveer 3,5% van de bestedingen in Nederlandse supermarkten gaat naar diepvriesproducten," weet Jan Willem Kaslander. "In andere landen is dat 6 tot 9 procent. Dat komt onder andere door het grote aanbod van koelverse producten; het aanbod kant-enklaarmaaltijden is groter dan in buurlanden. Daarnaast heeft de Nederlander gemiddeld weinig diepvriesruimte, in buurlanden is dat veel meer." Een derde oorzaak ligt wellicht in de winkeldichtheid, maar dat argument is discutabel. Jan Willem Kaslander: "Nederland heeft een hogere winkeldichtheid dan in bijvoorbeeld Frankrijk. Aan de andere kant heeft België ook een hoge winkeldichtheid, maar ligt de consumptie daar wel hoger." De Europese markt is stabiel, daar is dit zestal het over eens. "We exporteren veel naar Zuid-Europa en Scandinavië," vertelt Dirk van Es. "Maar dat zijn geen echte groeimarkten." Jan Willem Kaslander ziet vooral groeimarkten in Amerika, Noord-Afrika en Azië. "De Europese markt is verzadigd, de groei ligt vooral buiten Europa," vertelt hij. "In Azië groeien nog veel landen en hoewel het economisch ongelijk verdeeld is in veel NoordAfrikaanse landen is er wel een, overigens relatief beperkte, markt voor diepvriesproducten." De export breidde zich in drie golven uit, vertelt Johan Talpe. "Oorspronkelijke exporteerde de sector naar buurlanden, in de jaren ’70 breidde dat uit naar een tweede cirkel; Italië, Spanje. De laatste 10 jaar zien we een wereldwijde expansie. Azië produceert veel zelf, de groei ligt vooral in ZuidAmerika en Afrika. In de Golfstaten zien we veel concurrentie uit goedkopere landen als Egypte." Vanwege de risico’s aan de export over langere afstanden blijft Europa het fundament onder de sector. Onder andere het bewaarrisico is te groot, legt Johan uit. Daar bovenop komen andere risico’s als politieke en economische veranderingen en logistieke uitdagingen. "De consumptie per capita in deze landen is klein," voegt Herwig Dejonghe toe. "Het gaat niet om tonnnen die daar afgezet worden, deze markten groeien wel, maar zijn relatief klein. In sommige landen igt de consumptie op 0,5 kilo diepvriesgroenten per capita." Toch ziet Herwig mogelijkheden en verwacht hij dat de groei zal doorzetten. "Natuurlijk, Alles wat klein is groeit nog en wat groot is kan stabiliseren." (RM) [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] AGF Primeur 7-8 - 2014 45
© Copyright 2025 ExpyDoc