Fruitmasters gaat voor toegevoegde waarde en lage

VISIE
###
En hoe staan jullie tegenover de handel?
Leonard: "Wij zien de gerenommeerde handel niet als concurrent, maar bij continuïteit
in de afname van producten als een klant
met toegevoegde waarde."
Kees: "De eerlijkheid gebiedt natuurlijk
wel te zeggen dat de eindklanten in toenemende mate bepalen wie nog meerwaarde
heeft als toeleverancier."
Hoeveel procent van jullie afzet gaat
via de klok en hoeveel procent wordt
geëxporteerd?
Leonard: "Zo'n 20% gaat via de klok. De overige 80% is verkoop binnenland en export.
Als je kijkt naar het totale volume, is ongeveer 60% export."
Leonard Kampschöer en Kees de Kat:
Fruitmasters gaat voor
toegevoegde waarde en lage kosten
Met meer dan honderd jaar ervaring en ruim vierhonderd aangesloten fruittelers, is afzetorganisatie Fruitmasters in staat om jaarrond kwaliteitsfruit te leveren aan eindafnemers in binnen- en buitenland. Kees de Kat en Leonard Kampschöer, respectievelijk algemeen directeur en commercieel directeur, bieden ons
een kijkje in de keuken van de grootste fruitafzetorganisatie van Nederland. Ze
gaan daarbij in op belangrijke ontwikkelingen in de fruitsector, waaronder de
goedkope productie in Oost-Europa.
Hoe gaat het op dit moment met
Fruitmasters?
Kees: "De resultaten zijn de laatste jaren
goed en redelijk stabiel. De afgelopen drie
jaar hebben we een tevredenstellende winst
gerealiseerd. "
Wordt alle winst uitgekeerd aan de
telers?
Kees: "De grootste besparingen werden
de afgelopen jaren direct terugvertaald in
scherpe tarieven. Winst is geen doel, we
moeten voldoende verdienen om te kunnen
blijven investeren in onze groeidoelstellingen. We willen lage kosten voor de teler
en investeren in afzet op de verschillende
markten."
Leonard: "Je kunt er ook voor kiezen om
veel winst te maken en de kosten voor de
teler hoog te houden. Wij vinden dat wij
ervoor moeten zorgen dat de telers niet
alleen een goede prijs moeten krijgen, maar
ook een scherp tarief betalen bij ons."
En daar slagen jullie in?
Leonard: "Ja. De sorteertarieven zijn gedaald
en de provisie staffels zijn zeer scherp. Als je
dan uiteindelijk ook nog iets overhoudt, doe
je het niet verkeerd."
6
AGF Primeur 7-8 - 2014
Is het als grote teler ook nog aantrekkelijk om bij jullie lid te zijn?
Leonard: "Voor de kostenstructuur hoeven
ze niet naar een ander te gaan. Het gaat
erom of je in staat bent als grote teler je
totale fruitpakket in de hele breedte goed te
verkopen. Daar ligt de kracht van Fruitmasters. Elke afnemer pakt bij jou namelijk een
stukje van het segment en daarom heb je
meerdere afnemers en markten nodig om je
hele pakket te kunnen afzetten. Onze afnemers kiezen voor continuïteit en het jaar
rond product. Tevens krijgen telers die zich
bij ons aansluiten toegang tot de nieuwe
clubrassen, waarmee zij hun pakket kunnen
verbreden. Anders kom je al snel in de commodity-sfeer. En daar is het oorlog."
Welke belangrijke ontwikkelingen
spelen momenteel?
Kees: "Wat mij opvalt, is dat de schaalvergroting in de teelt heel hard gaat. In ieder
geval de bewustwording daaromtrent. Met
onze centrale infrastructuur zijn we binnen
Nederland best wel uniek. Een aantal jaren
geleden sorteerden en verpakten we 80
miljoen kilo fruit. Dit jaar gaan we richting
de 120 miljoen kilo. Dus je ziet echt wel een
enorme toename vanwege de lage kosten en
innovaties in het sorteerproces. En dat leidt
er ook weer toe dat telers zich veel meer
gaan heroriënteren."
Leonard: "Daar komt bij dat telers vandaag
de dag steeds meer procesmatig bezig zijn
en kiezen voor continuïteit. Dat kun je mooi
zien bij de clubrassen die we nu hebben.
Daar is sprake van een jaarplan en iedere
maand gaat er een bepaald volume weg. Bij
de vrije rassen ligt dat anders. Daar kan de
teler voorafgaand aan het verkoopseizoen
kiezen voor een vrij afzetplan, weekbemiddeling of klok. Puur zelf gaan speculeren en
gokken willen en kunnen de meeste telers
niet meer. Dan is het alles of niets. De meesten willen gewoon zeker zijn van afzet en
doen het hele jaar mee."
Hoe is het gesteld met het imago van de
coöperatie?
Kees: "Ik denk dat de coöperatie over het
algemeen een traditioneel en bureaucratisch imago heeft. En dat doet mij wel verdriet en het irriteert me af en toe ook. Wij
zijn juist een heel gezonde, slagvaardige en
ondernemende organisatie en durven ons
als coöperatie te meten met elke andere
organisatie."
Denken jullie dat de klok op termijn
steeds minder belangrijk wordt?
Leonard: "De klok is geen doel, maar een
middel om iets te verkopen. Je zag de afgelopen twintig jaar wel dat de klok niet alles
meer kon invullen, omdat er steeds meer
variatie in verpakkingen kwam. Met name
private label is toegenomen. Daarbij verandert de wereld. De teler wil tegenwoordig
afspraken. Hij wil weten wat hij volgende
week kan beuren. Dat gejojo wil hij niet
meer. Ook willen onze afnemers graag worden gekoppeld aan telers."
Maar hoe doen jullie het met de
exporteurs als jullie 60% van de afzet
exporteren? Zij kopen hier toch ook wel
eens voor de klok?
Leonard: "Ja, maar dat levert geen problemen op. Hardfruittransacties worden
op dit moment al bijna volledig ingevuld
via bemiddeling vanwege de klantspecifieke verpakkingen. Kijken we naar ons
kwaliteits-label Prestige, dat hoofdzakelijk
bestemd is voor de betere grossiers, hotels
en cateraars, dat brengen wij volledig voor
de klok. 's Morgens wordt er verkocht en 's
middags koopt Fruitmasters Holland in een
open competitie product voor de klok terug.
Dat noem ik het toppunt van bemiddelen en
het houdt de commerciële mensen scherp."
Dus jullie verkoopteam is uiteindelijk
ook een concurrent van jullie klanten?
Leonard: "Nou, concurrent. Je moet het spel
fair spelen. Kijk, je bent concurrent als je het
product van tevoren bij de klok weghaalt,
voor een lage prijs bemiddelt en uitbetaalt,
terwijl de klokprijs op de veiling aanmerkelijk hoger zou liggen. Maar dat doen wij dus
niet. We kopen in een open concurrentie
met iedereen product terug."
Maar het kan dus zo zijn dat er binnen
nu en tien jaar bijna geen kopers meer
zitten en jullie 80 tot 90% kopen?
Kees: "Dat maakt voor het spel niet uit. We
hebben wel eens discussies met onze telers
over het voortbestaan van de klok. Zelf vind
ik dat we het vooralsnog zo moeten laten en
de tijd z'n werk moeten laten doen. Uiteindelijk is de markt hierin bepalend. Zo zijn
er telers die iedere dag een bepaald volume
voor de klok zetten en dat prima vinden. Als
er dan ook aan klantzijde nog een behoeftepatroon is, hoef je het toch niet stop te zetten? Stel dat de klok er over 10 of 20 jaar
niet meer zou zijn, dan wordt ons bemiddelingsmodel niet schokkend anders. Het is
meer het sentiment…"
Maar als er nog maar een paar klanten
voor de klok zitten die heel weinig
kopen, wie bepaalt dan de prijs?
Leonard: "Dat doet de internationale markt.
Wij moeten gewoon scoren in deze markt en
als wij gemiddeld beter scoren dan de collega's, hebben wij daar geen problemen mee."
Merken jullie dat de concurrentie op de
Europese markt toeneemt? Bijvoorbeeld
vanuit Oost-Europa?
Leonard: "In Oost-Europa zitten ze niet stil.
Daarom haken wij ook af met de commodities. Wij bouwen ze af naar een overzichtelijk volume voor de thuismarkt. Concurreren met uurlonen van € 1,50 tot € 2,50,
zoals momenteel in Polen gebeurt, kunnen
en willen wij niet."
Kees: "Stel dat wij Jonagold leveren aan
Scandinavië die kostprijstechnisch heel
goed te telen is in Polen. Dan ga je die afzet
op de exportmarkten verliezen. Dat is wat er
momenteel gebeurt. Maar op het moment
dat de Conference daar niet te telen is door
het ontbreken van een zeeklimaat zoals hier,
is het weer een andere kwestie en blijf je die
wel leveren. Daarnaast moet je kijken of rassen als Elstar en Jonagold toekomstbestendig zijn in je eigen markt. Vanuit die vraag
moet je proberen je eigen productie te optimaliseren. En dan komt het conceptras wel
degelijk om de hoek kijken. Bovendien is het
de vraag op welke termijn Oost-Europese
culturen en regimes met succes een conceptras neer kunnen zetten. Ik denk dat dat
nog wel even gaat duren. Niet elke nieuw ras
wordt een clubras."
Leonard: "Met commodities gaat het
gewoon fout. Dat wisten we tien jaar geleden al. Daarom hebben we geleidelijk aan
ons proces veranderd en innovatie en verbreding in het pakket doorgevoerd. Daarin
lopen we nu voorop. De telers van ons zijn
zich nu bewust dat commodities het steeds
moeilijker krijgen en dat ze daarin niet moeten uitbreiden. Ze zetten nu meer in op topkwaliteit."
Maar richten jullie je dan op termijn
alleen op nicheproducten?
Kees: "Nee, wij richten ons echt niet alleen
op niche. Wij zijn nog steeds in staat om ook
vanuit de export op heel veel markten af te
zetten en daar komen andere landen misschien nooit aan toe."
Leonard: "Wij zijn niet bang voor Polen.
Al kunnen ze goedkoper produceren. Ook
in Polen hebben ze een kostprijs. Daarom
liggen we er niet wakker van. Die Poolse
telers houden dat namelijk niet vol. Ze hebben geïnvesteerd en veel subsidie gekregen,
maar nu moeten ze voor niets gaan produceren. Alleen kunnen ze dat niet meer. Dus
gaat de kostprijs voor fruit in Polen omhoog,
net als in het verleden in Spanje is gebeurd.
Wij moeten ons pakket zo maken dat we niet
afhankelijk zijn en dat we de concurrentie
aan kunnen. Dus ook in Nederland zie je dat
de verkoop van commodity-rassen steeds
verder daalt. Er is namelijk geen interesse
voor. Kortom, wij zijn niet bang voor wat er
allemaal gebeurt, maar moeten ervoor zorAGF Primeur 7-8 - 2014
7
THEMA: OVERZEES FRUIT
Lokaal beconcurreert overzees fruit
Er komt steeds minder fruit vanuit het zuidelijk halfrond onze kant op. Wat zijn
de gevolgen voor Europa en welke alternatieven zijn er? Ik vroeg een aantal
importeurs naar de huidige situatie in Zuid-Afrika en de veranderende fruitstromen in het algemeen.
D
e onzekerheid rondom black spot is
volgens Gunnar van Doorn van Van der
Lans International duidelijk merkbaar in
de volumes die vanuit Zuid-Afrika richting
Europa worden verscheept. "De hoeveelheden zijn beduidend lager dit seizoen, maar
buiten de aanvullende controles en maatregelen heeft de grillige markt daar eveneens
een aandeel in. Vanwege de zachte winter
is de citrusmarkt lange tijd slecht geweest.
De verwachtingen voor het Zuid-Afrikaanse
citrus waren dan ook niet al te hoog. Daarnaast waren er nog grote voorraden vanuit
Zuid-Europa, Marokko en Egypte beschikbaar." Europa is een belangrijk markt voor
Zuid-Afrika citrus, maar het belang wordt
wel minder groot. De geëiste maatregelen
vallen dan ook niet bij alle telers in goede
Volgens een USDA-rapport is
de Argentijnse sinaasappelproductie tijdens het seizoen
2013/2014 geraamd op 700.000
ton; 150.000 ton meer dan de officiële ramingen. Dit meldt Fresh
Fruit Portal. De planten waren
goed hersteld van de vorst in het
jaar ervoor. Op de citrusmarkt is
Argentinië een belangrijke speler wat betreft citroenen. Vanwege vorst in de winter van 2013
en aanhoudende droogte valt
22
AGF Primeur 7-8 - 2014
aarde. "Ze doen wel moeite om aan alle
eisen, certificeringen en audits te voldoen
die nodig zijn om aan EU-richtlijnen te
voldoen (de leveranciers kunnen en willen namelijk niet zonder Europa), echter
het gaat gepaard met een gezonde dosis
tegenzin. Ook wordt echter meer en meer
uitgeweken naar landen waar deze eisen
minder streng zijn. Eerlijk gezegd juich ik
deze ontwikkeling wel toe. Te veel aanvoer
is niet gezond voor de Europese markt. We
kunnen nu hopelijk gaan werken aan een
stabiele markt met stabiele prijzen, hoewel
je dit natuurlijk nooit kunt voorspellen." De
risico’s zijn volgens hem flink afgenomen nu
er meer controles worden uitgevoerd en er
aanzienlijk minder producenten over een
exportlicentie beschikken.
de oogst dit jaar veel kleiner uit.
Voor de citroenen wordt een opbrengst van 750.000 ton verwacht, dat een daling van 45%
betekent in vergelijking met vorig jaar. Daardoor is er minder
beschikbaar voor export. In 2013
was de EU de belangrijkste exportmarkt voor de meeste Argentijnse citrusrassen, maar de
citroenexport naar niet-traditionele markten neemt wel toe. Een
belangrijke concurrent in die
Zuid-Afrika is een belangrijke leverancier van citrus voor de EU-landen.
In de strijd tegen Citrus Black Spot
zijn er dit seizoen striktere maatregelen genomen met betrekking tot
de import van citrus uit Zuid-Afrika.
Slechts enkele Zuid-Afrikaanse regio's zijn door de EU erkend als Pest
Free Area's (PFA's). Er worden er 'pre
and post-harvest' chemische behandelingen voorgeschreven, verplichte registratie van de pakstations en
strengere controles op de plantages
geëist. De EU is tot deze beslissing
gekomen om daarmee de Europese citrusplantages te beschermen tegen deze schadelijke plantenziekten.
Er zal dit seizoen voor de exportmarkten weinig veranderen ten opzichte
van het vorige. In 2013 importeerde
de EU 600.000 ton citrus uit Zuid-Afrika, ongeveer 40% procent van de totale productie van het land. Er wordt
niet verwacht dat Rusland of de EU
meer af zullen nemen. Bovendien is
het citrus-aanbod uit het ZuidelijkHalfrond hoger ten opzichte van het
noordelijk halfrond.
Op de vraag of Van der Lans zich zal gaan
oriënteren op andere herkomsten kan Gunnar kort zijn. De importeur is gespecialiseerd in Zuid-Afrika en zal dat voorlopig ook
blijven. "Er zijn natuurlijk wel alternatieven.
Uruguay bijvoorbeeld is met de Navels vergelijkbaar met Zuid-Afrika en met Salustiana’s een belangrijke leverancier voor onze
Nederlandse klanten. Argentinië komt op
een goede derde plek. Zelf proberen we
ons onder andere te onderscheiden door
markt is Zuid-Afrika die al exporteert naar Azië en het MiddenOosten tegen concurrerende
prijzen. De Argentijnse citrussector heeft het overigens niet gemakkelijk. De productiekosten
stijgen als gevolg van een hoge inflatie. De concurrentiepositie van Argentinië is dramatisch,
maar speelt op de citroenenmarkt nog een grote rol omdat
het land grote volumes levert.
De economie in het land is al ja-
ren onstabiel. De exportheffingen werken ook niet bevorderlijk, en exporteurs proberen via
allerlei omwegen toch te overleven. Alleen drastische maatregelen kunnen de Argentijnse export redden.
Eind juli meldde de Nederlandse autoriteiten de eerste vondst van Citrus Black Spot in Zuid-Afrikaanse sinaasappelen. CEO Justin Chadwick
van de Citrus Growers Association
noemt het teleurstellend, met name gelet op de maatregelen die zijn
genomen om de naleving te garanderen. Ten tijde van het afronden
van deze editie zijn er vier gevallen
van CBS gedaan, maar de Europese
Commissie heeft de teller begin van
de maand augustus ook weer teruggezet op nul. In de afgelopen twee
jaar werden de eerste meldingen
ook eind juli gedaan, wat samenvalt
met de start van het Zuid-Afrikaanse seizoen. Het is dus afwachten hoe
de sitiatie zich ontwikkeld.
steeds met nieuwe variëteiten te komen.
Zo zijn wij reeds enkele jaren een van de
weinige wereldwijde distributeurs van de
Zuid-Afrikaanse Kiyomi’s (een kruising tussen een Satsuma en een Navel met unieke,
fantastische smaakeigenschappen) en sinds
vorig seizoen komen ook de eerste commerciële volumes van de Winola beschikbaar. De
reacties op de Winola zijn tot nu toe super.
Deze mandarijn laat zich het beste omschrijven als een kruising tussen een minneola en
een Nadorcott-mandarijn; werkelijk in alle
opzichten uniek. Wij verwachten de markt
de komende jaren van meer nieuwe smaakvolle Zuid-Afrikaanse citrusvarieteiten te
kunnen blijven voorzien, naast ons uitgebreide gangbare assortiment."
Minder behoefte aan overzees fruit Europa is een grote afnemers van overzees
fruit, maar vormt voor de exporterende
landen van het zuidelijk halfrond wel een
dilemma. Naast de hoge eisen die in Europa
gesteld worden richt men zich vooral op
commissiehandel, en wil men over het algemeen geen vaste prijzen betalen. Exporteurs
richten hun pijlen dus vaker op bestemmingen als het Verre en Midden-Oosten en Rusland. Daar worden wel vaste prijzen geboden
en krijgt men een groot deel vooraf betaald.
Hugo Vermeulen van Cool Fresh International is er nog niet zo zeker van dat er daadwerkelijk minder fruit deze kant op komt.
"Er wordt wel van alles geroepen, maar het
feit is dat er in het Verre en Midden-Oosten
en Rusland weer andere uitdagingen op de
loer liggen. In de afgelopen periode hebben
we vanuit verschillende landen toch steeds
een overvloed aan fruit gekregen. Denk aan
druiven uit India en Peru, waarvan er echt
veel is gestuurd." Volgens hem ligt de focus
vanuit het zuidelijk halfrond nog voor het
overgrote deel op Europa. Wel merkt hij dat
er momenteel minder behoefte is aan overzees fruit. Daar hebben de zachte winter
en de grote keus aan zomerfruit een groot
aandeel in. "We hebben gewoon te maken
met een hele lastige markt. Je ziet dat er ook
steeds meer aandacht is voor een begrip
als ‘local for local’. Supermarkten gaan veel
langer door met lokaal product, terwijl de
overzeese aanvoer vaker gebruikt wordt
als gatenvuller. In plaats van de massa zullen we ons in de toekomst waarschijnlijk
meer moeten gaan toeleggen op smaak- en
speciale producten. Wij doen steeds meer
met exoten en echte smaakvariëteiten, zoals
onze BonSweet Select. Deze ananas heeft de
hoogst mogelijke brix, een mooiere kleur en
bevat een echte smaakexplosie. We merken
dan ook een constante groei in de vraag naar
dit soort ‘speciale’ producten."
Wat betreft het citrus uit Zuid-Afrika verklaart hij eveneens dat een kleinere aanvoer
niet verkeerd is, gezien de huidige situatie
in de markt. Hij verwacht dat de volumes
die gaan komen vergelijkbaar zijn met vorig
jaar. "Europa is nu eenmaal een belangrijke
afnemer, en dit zal niet zomaar veranderen.
De exporteurs doen er dan ook alles aan om
aan alle gestelde eisen te voldoen. Of het ook
allemaal vanuit een food safety perspectief
nodig is weet ik niet. De extra maatregelen
bezorgen de afladers veel kosten, die zich in
Europa wellicht niet laten uitbetalen. Er is
ook niet bewezen dat de black spot schimmel de gewassen in Europa beïnvloedt."
Anaco Greeve importeert citrus uit ZuidAfrika, Argentinië en Uruguay. Met name
laatstgenoemde timmert hard aan de weg
als citrusexporteur. Ook voor Uruguay geldt
dat Europa niet langer de grootste markt is.
Er wordt veel naar Rusland en Azië geëxporteerd, evenals de Zuid-Amerikaanse
markt. De productie- en transportkosten in
Uruguay worden hoger en de Zuid-Amerikaanse markt aantrekkelijker, waardoor de
behoefte voor overzeese export afneemt. Dit
geldt ook voor Argentinië waar de prijzen
stijgen als gevolg van de hoge inflatie. Uit
beide landen zullen kleinere volumes naar
Europa gaan komen. Men geeft hier de voorkeur aan export naar bijvoorbeeld Brazilië,
dat een sterke groei doormaakt, en het Verre
Oosten.
Jan van der Voort spreekt halverwege juli
van een matige markt. "Eigenlijk is er algeheel weinig vraag. Alleen de citroenen doen
het goed. Hiervan is veel minder beschikbaar door vorst in Argentinië. De kleinere
aanvoer vanuit het zuidelijk halfrond vormt
dan ook geen probleem. Daarnaast is er
voldoende citrus van het noordelijk halfrond beschikbaar. We hebben dit seizoen
bijvoorbeeld meer Marokkaanse sinaasappelen." Hij verwacht niet dat de volumes uit
Zuid-Afrika drastisch zullen afnemen, maar
mocht het zover komen dan zijn er wel alternatieven. "Hoewel een Valencia uit Uruguay
niet te vergelijken is met Zuid-Afrika. Je zult
het dan van specifieke variëteiten moeten
hebben waarmee je je kunt onderscheiden."
(CS) 
[email protected]
[email protected]
[email protected]
AGF Primeur 7-8 - 2014
23
SPECIAL: INDUSTRIE AGF
Fruit en superfoods maken
opmars in diepvriessector
ment. Voor exotisch fruit is de versmarkt
belangrijker," legt Herwig Dejonghe uit.
"Als je de diepvries exoten vergelijkt met
roodfruit is het een heel klein product.
De consumenten eten eerst vers, als
ze meer gaan consumeren kijken
ze wel naar diepvriesproducten, maar dat is nog marginaal."
De diepvriessector is in beweging, hoe snel
de veranderingen plaatsvinden hangt
af van wie je hierover spreekt, maar in
het algemeen worden verschillende
trends gesignaleerd. Biologische
producten groeien gestaag binnen
het diepvriessegment, net als
ingevroren fruit en superfoods. Op afzetgebied
blijft Europa de stabiele factor waar de sector op
steunt. Toegang tot nieuwe markten wordt wereldwijd
gezocht. Ook Zuid-Amerika en Afrika worden regelmatig
genoemd als groeimarkten voor de sector.
H
et hart van de wereldwijde diepvriesgroenten en –fruit sector ligt nog altijd
in België. "Vlaanderen is nog steeds het
belangrijkste gebied in de sector. We zijn de
grootste in de wereld met 40 procent van de
totale export. Allemaal uit een deel van een
klein landje," vertelt Johan Talpe van D’Arta
met gepaste trots. De oorzaak van de sterke
positie van België ligt volgens Johan Talpe in
de goede landbouwgrond van Vlaanderen
en de buurlanden.
Biologisch groeit?
De geluiden over het aandeel biologische
producten in de diepvriessector zijn wisselend. Jan Willem Kaslander van Ardo ziet
een flinke groei in Europa. "De afgelopen
jaren is het areaal verdubbeld en ik verwacht dat die trend zal doorzetten." Vincent
Bouwhuis van Helsu International vertelt
dat de biologische producen al een jaar of
tien in de lift zitten. Herwig Dejonghe van
Greenyard sluit zich hier bij aan. "We zijn in
het midden van de jaren ’90 begonnen met
biologische producten en sindsdien groeit
het aandeel biologisch. De groei gaat niet
heel snel, het blijft een nicheproduct, maar
44
AGF Primeur 7-8 - 2014
de aandacht voor biologische producten is
onverminderd groot."
Jan Willem Kaslander vervolgt : "voorlopig
is er voldoende aanbod van biologische producten, maar het is niet onuitputtelijk. Het
zijn nog vooral de basisproducten die goed
beschikbaar zijn, veel biologische producten zijn nog een relatieve nichemarkt. Het
aanbod conventionele groenten is breder,
maar we kunnen de vraag naar bio-groenten
prima vullen."
Lou van Reij begon in 2009 met zijn onderneming, sinds 2013 is de handelsnaam
gewijzigd in Bio Rey. Naast de biologische
diepvriesproducten levert Lou van Reij ook
verse groenten en fruit. Grootste afnemers
van de ingevroren groenten zijn de babyvoedingfabrikanten en leveranciers van
halffabrikaten, die 60 procent van de producten afnemen. Aan de aanbodzijde maakt
Van Reij afspraken met de afnemers, waarna
de producten ondergebracht worden bij een
aantal telers. "Met die contracten proberen
we vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, uiteraard met een reserve om de contracten wel na te kunnen komen." Daarmee
liggen de afnames qua overproductie niet
volledig vast. "Bijvoorbeeld in een jaar
dat de bonenoogst extreem groot is,
zie je dat er meer bonen gekocht
worden. Het jaar er op is de
vraag naar de bonen dan
iets lager." Bio Rey heeft
een breed assortiment
biologische producten voor industriele verwerking. "In
principe zijn alle
ak kerbouw mat ige
bio-producten bij ons
verkrijgbaar."
Biofruit en prijzen
In fruit is het aandeel bio nog
klein. "Biofruit is niet voldoende
beschikbaar in de vriessector," vertelt
Vincent Bouwhuis. "In ons geval zijn we
met biologisch meer als trader actief, dus als
we het product niet hebben, verkopen we
het niet. We hebben geen compleet assortiment biofruit. Daarvoor is het aanbod niet
stabiel genoeg."
Fruit Life, het merk van Van Es Foods
International is niet actief in de biologische
diepvriesfruit, wel maken biologische fruitpuree’s onderdeel uit van het assortiment.
Dirk van Es vertelt dat een belangrijke
reden om geen diepvriesfruit in het assortiment op te nemen de prijs ten opzichte van
de conventionele producten is. Johan Talpe
van D’Arta steunt dit punt. "Prijstechnisch is
biologisch duurder dan conventionele diepvriesgroenten. Daar komt bij dat de conventionele groenten aan zulke strenge eisen
moeten voldoen dat er nauwelijks verschil
is tussen de biologische en conventionele
diepvriesgroenten." Johan ziet de vraag naar
de bioproducten niet groeien. "Klanten praten er wel over, maar er wordt niet meer van
verkocht."
Superfoods en fruit
"Het aanbod van fruit in het algemeen
groeit in de diepvriessector," vervolgt Johan.
"Roodfruit komt met name uit het voormalig Oostblok, ook het fruit uit Zuid-Amerika
zit in de lift. Dat zijn twee gebieden die relatief sterk groeien, zowel in aantal artikelen
als in de omzet groeit."
"Traditioneel is roodfruit is het grootste
product," legt Vincent Bouwhuis uit. "Dan
hebben we het onder andere over aardbeien
en frambozen die groot zijn. Tropisch fruit
heeft ook een opleving gehad, maar voor de
grote markt is het nog een nicheproduct."
Lou van Reij ziet dat er een vraag naar biologische exoten bestaat, maar is in het diepvriessegment nog niet actief op deze markt.
"We doen wel bijvoorbeeld zoete aardappelen uit Egypte en Israël. En vanuit de handel
in verse producten hebben we wel contacten in die landen. Dus er zijn telers die aan
de bio-eisen voldoen. Maar we hebben nog
geen exotisch fruit in het diepvriesassorti-
Gezondheidstrend en superfoods
Van Es Foods International levert het
fruit vooral aan industriële verwerkers,
zoals bakkerijen, ijsbereiders en horeca.
De toenemende interesse in diepvriesfruit is volgens Dirk van Es te verklaren
doordat gezondheid steeds belangrijker wordt. Helsu Interational levert ook
vooral aan de industrie, Vincent Bouwhuis signaleert net als Dirk van Es dat
fruit en gezondheid vaak in één adem
genoemd worden. "Fruit en gezonheid is
een sterke combinatie. We zien bijvoorbeeld een verschuiving van jam naar
smoothies. Jamfabrikanten waren eerst
onze grootste afzetmarkt, maar dat kalft nu
af. Ook de schapruimtes in de supermarkten
voor jam neemt af. Maar het fruit duikt op in
andere producten met minder suiker, zoals
smoothies."
Jan Willem Kaslander ziet naast smoothies
dat zogenaamde superfoods als granaatappelpitjes in opkomst zijn, maar in volumes
zijn dit nog nichemarkten. "Die worden
dan ook gebruikt in ontbijten en dergelijke.
Diepvriesfruit begon met frambozen, aardbeien en bramen, nu hebben we een breder
gamma van veertien producten, waaronder
zoete kersen en blauwe bessen. Eigenlijk
van alles wat vers niet jaarrond beschikbaar
is of relatief duur is, groeit de afzet in het
diepvriessegment. We verwachten dan ook
veel van onze smoothiemixen."
Superfoodslabel en marketing
Herwig Dejonghe kijkt nuchter naar de
superfoods. "De term superfoods wordt in
het diepvriessegment nog niet veel gebruikt,
maar groenten zijn per definitie superfoods.
Als iedereen meer diepvriesgroenten zou
eten, zou iedereen zich super voelen. De
media spelen hierin ook een belangrijke rol"
De potentie voor superfoods ziet Herwig
wel degelijk. "Spruiten, broccoli en boerenkool hebben bijvoorbeeld ook veel goede
eigenschappen, waardoor we ze superfoods
zouden kunnen worden. We hebben troeven
in handen, maar we buiten de superfoods
nog niet genoeg uit. We zouden de communicatie manier over de granaatappel kunnen
gebruiken om meer producten op de kaart
te zetten."
Marketing is een gebied waar volgens
anderen ook meer uit te halen zou zijn. Vincent Bouwhuis: "in Nederland zijn de mensen het gevoel met bessen kwijtgeraakt,
we weten niet meer welke bessen wanneer
groeien en waarvoor ze goed zijn. Bessen
worden bijvoorbeeld veel gebruikt in medicijnen. In de Verenigde Staten zit er een hele
marketingmachine achter, de cranberry is
op die manier onder de aandacht gebracht.
De campagnes worden ondersteunt met
onderzoeken van universiteiten, dat kan de consumptie vergroten. Vaak
moeten de Amerikanen
het aanwakkeren en dan
waait het de oceaan over.
Dat is jammer want we
hebben in Europa mogelijkheden genoeg."
Nederland blijft achter,
Europa stabiel
In Nederland is de consumptie van dievriesgroenten en -fruit laag.
"Ongeveer 3,5% van de
bestedingen in Nederlandse
supermarkten
gaat naar diepvriesproducten," weet Jan
Willem Kaslander. "In andere landen
is dat 6 tot 9 procent. Dat komt onder
andere door het grote aanbod van koelverse producten; het aanbod kant-enklaarmaaltijden is groter dan in buurlanden. Daarnaast heeft de Nederlander
gemiddeld weinig diepvriesruimte, in
buurlanden is dat veel meer." Een derde
oorzaak ligt wellicht in de winkeldichtheid, maar dat argument is discutabel.
Jan Willem Kaslander: "Nederland heeft
een hogere winkeldichtheid dan in bijvoorbeeld Frankrijk. Aan de andere kant
heeft België ook een hoge winkeldichtheid, maar ligt de consumptie daar wel
hoger."
De Europese markt is stabiel, daar is
dit zestal het over eens. "We exporteren
veel naar Zuid-Europa en Scandinavië,"
vertelt Dirk van Es. "Maar dat zijn geen
echte groeimarkten." Jan Willem Kaslander ziet vooral groeimarkten in Amerika, Noord-Afrika en Azië. "De Europese
markt is verzadigd, de groei ligt vooral
buiten Europa," vertelt hij. "In Azië
groeien nog veel landen en hoewel het economisch ongelijk verdeeld is in veel NoordAfrikaanse landen is er wel een, overigens
relatief beperkte, markt voor diepvriesproducten."
De export breidde zich in drie golven
uit, vertelt Johan Talpe. "Oorspronkelijke
exporteerde de sector naar buurlanden, in
de jaren ’70 breidde dat uit naar een tweede
cirkel; Italië, Spanje. De laatste 10 jaar zien
we een wereldwijde expansie. Azië produceert veel zelf, de groei ligt vooral in ZuidAmerika en Afrika. In de Golfstaten zien we
veel concurrentie uit goedkopere landen als
Egypte."
Vanwege de risico’s aan de export over langere afstanden blijft Europa het fundament
onder de sector. Onder andere het bewaarrisico is te groot, legt Johan uit. Daar bovenop
komen andere risico’s als politieke en economische veranderingen en logistieke uitdagingen.
"De consumptie per capita in deze landen is klein," voegt Herwig Dejonghe toe.
"Het gaat niet om tonnnen die daar afgezet
worden, deze markten groeien wel, maar
zijn relatief klein. In sommige landen igt de
consumptie op 0,5 kilo diepvriesgroenten
per capita." Toch ziet Herwig mogelijkheden
en verwacht hij dat de groei zal doorzetten.
"Natuurlijk, Alles wat klein is groeit nog en
wat groot is kan stabiliseren." (RM) 
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
AGF Primeur 7-8 - 2014
45