Richtlijnen voor vervoer van rolstoelgebruikers met de tram Een aantal van de trams die rijden in het Nederlands Openluchtmuseum is geschikt om rolstoelgebruikers mee te nemen. Hiervoor gelden echter om veiligheidsredenen enkele beperkingen. De onderstaande richtlijnen zijn van toepassing. In geval van twijfel of het daadwerkelijk mogelijk is om met een rolstoel plaats te nemen in de tram, beslissen tramconducteur en trambestuurder. Alle tramhaltes van het NOM zijn toegankelijk voor mensen in een rolstoel. De maximale maatvoering van rolstoelen die met de tram mee kunnen is: lengte 120cm x breedte 80 cm. Daarnaast geldt in het voertuig dat de rolstoel op de rem moet worden gezet, tegen de rijrichting in moet staan en op de plaats moet worden opgesteld die door de conducteur is aangewezen. Andere handbewogen hulpmiddelen voor mensen met een mobiliteitsbeperking zijn toegestaan in de trams, mits ze niet groter zijn dan 120x80 cm en op de rem kunnen worden gezet. Scootmobielen of elektrisch aangedreven hulpmiddelen zijn toegestaan in de trams, mits ze niet groter zijn dan 120x80cm en op de rem kunnen worden gezet. Kinderwagens en buggy’s worden om veiligheidsredenen alleen op aanwijzing van de conducteur toegelaten, afhankelijk van de drukte en ruimte. Afdeling Tram MvdB/2014-05-27
© Copyright 2024 ExpyDoc