5H REP WOORDWIJZER | H2

GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Personen en begrippen in historische context
Republiek 1555 - 1588
Opdrachtblad A1
Naam Leerling: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Klas: . . . . . . .
Wat gaan we doen?
In deze opdracht gaan we een persoon of begrip in de historische context plaatsen.
- Dat doen we door eerst trefwoorden op te schrijven.
- Daarna maken we van die trefwoorden een samenhangend kort verhaal.
- Dat verhaalt wordt voorgelezen aan de rest van de klas: als het goed is, moet de klas
direct door het verhaal weten over welke persoon of begrip het gaat.
- Als andere leerlingen hun verhaal voorlezen, maak dan aantekeningen in trefwoorden op
de achterzijde, dan weet je de historische context van een persoon of begrip.
Stap 1
Schrijf informatie over de onderstaande trefwoorden op. Doe dit door eerst gebruik te
ma- ken van je geheugen (‘wat weet je nog uit je hoofd?’), daarna van je aantekeningen
en tot slot van je boek. Zo test je wat je nog weet van de vorige lessen.
Groep: 1
Begrip: stadhouder
1 Tijd
2 Gebied / land
3 Politiek / economisch / sociaal / cultureel
4 Oorzaak van het ontstaan van dit begrip
5 Historische persoon die bij dit begrip past
6 Gebeurtenis die bij dit begrip past
7 Hoe zien we het begrip nu nog terug?
Boek p.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Stap 2
Plaats met behulp van stap 1 de persoon of het begrip een verhaal, in de historische
context. Neem in je verhaal niet het begrip zelf op.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Personen en begrippen in historische context
Republiek 1555 - 1588
Opdrachtblad A2
Naam Leerling: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Klas: . . . . . . .
Wat gaan we doen?
In deze opdracht gaan we een persoon of begrip in de historische context plaatsen.
- Dat doen we door eerst trefwoorden op te schrijven.
- Daarna maken we van die trefwoorden een samenhangend kort verhaal.
- Dat verhaalt wordt voorgelezen aan de rest van de klas: als het goed is, moet de klas
direct door het verhaal weten over welke persoon of begrip het gaat.
- Als andere leerlingen hun verhaal voorlezen, maak dan aantekeningen in trefwoorden op
de achterzijde, dan weet je de historische context van een persoon of begrip.
Stap 1
Schrijf informatie over de onderstaande trefwoorden op. Doe dit door eerst gebruik te
ma- ken van je geheugen (‘wat weet je nog uit je hoofd?’), daarna van je aantekeningen
en tot slot van je boek. Zo test je wat je nog weet van de vorige lessen.
Groep: 2
Begrip: beeldenstorm
1 Tijd
2 Gebied / land
3 Politiek / economisch / sociaal / cultureel
4 Oorzaak van het ontstaan van dit begrip
5 Historische persoon die bij dit begrip past
6 Gebeurtenis die bij dit begrip past
7 Hoe zien we het begrip nu nog terug?
Boek p.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Stap 2
Plaats met behulp van stap 1 de persoon of het begrip een verhaal, in de historische
context. Neem in je verhaal niet het begrip zelf op.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Personen en begrippen in historische context
Republiek 1555 - 1588
Opdrachtblad A3
Naam Leerling: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Klas: . . . . . . .
Wat gaan we doen?
In deze opdracht gaan we een persoon of begrip in de historische context plaatsen.
- Dat doen we door eerst trefwoorden op te schrijven.
- Daarna maken we van die trefwoorden een samenhangend kort verhaal.
- Dat verhaalt wordt voorgelezen aan de rest van de klas: als het goed is, moet de klas
direct door het verhaal weten over welke persoon of begrip het gaat.
- Als andere leerlingen hun verhaal voorlezen, maak dan aantekeningen in trefwoorden op
de achterzijde, dan weet je de historische context van een persoon of begrip.
Stap 1
Schrijf informatie over de onderstaande trefwoorden op. Doe dit door eerst gebruik te
ma- ken van je geheugen (‘wat weet je nog uit je hoofd?’), daarna van je aantekeningen
en tot slot van je boek. Zo test je wat je nog weet van de vorige lessen.
Groep: 3
Begrip: gewetensvrijheid
1 Tijd
2 Gebied / land
3 Politiek / economisch / sociaal / cultureel
4 Oorzaak van het ontstaan van dit begrip
5 Historische persoon die bij dit begrip past
6 Gebeurtenis die bij dit begrip past
7 Hoe zien we het begrip nu nog terug?
Boek p.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Stap 2
Plaats met behulp van stap 1 de persoon of het begrip een verhaal, in de historische
context. Neem in je verhaal niet het begrip zelf op.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Personen en begrippen in historische context
Republiek 1555 - 1588
Opdrachtblad A4
Naam Leerling: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Klas: . . . . . . .
Wat gaan we doen?
In deze opdracht gaan we een persoon of begrip in de historische context plaatsen.
- Dat doen we door eerst trefwoorden op te schrijven.
- Daarna maken we van die trefwoorden een samenhangend kort verhaal.
- Dat verhaalt wordt voorgelezen aan de rest van de klas: als het goed is, moet de klas
direct door het verhaal weten over welke persoon of begrip het gaat.
- Als andere leerlingen hun verhaal voorlezen, maak dan aantekeningen in trefwoorden op
de achterzijde, dan weet je de historische context van een persoon of begrip.
Stap 1
Schrijf informatie over de onderstaande trefwoorden op. Doe dit door eerst gebruik te
ma- ken van je geheugen (‘wat weet je nog uit je hoofd?’), daarna van je aantekeningen
en tot slot van je boek. Zo test je wat je nog weet van de vorige lessen.
Groep: 4
Begrip: kooplieden-regenten
1 Tijd
2 Gebied / land
3 Politiek / economisch / sociaal / cultureel
4 Oorzaak van het ontstaan van dit begrip
5 Historische persoon die bij dit begrip past
6 Gebeurtenis die bij dit begrip past
7 Hoe zien we het begrip nu nog terug?
Boek p.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Stap 2
Plaats met behulp van stap 1 de persoon of het begrip een verhaal, in de historische
context. Neem in je verhaal niet het begrip zelf op.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Personen en begrippen in historische context
Republiek 1555 - 1588
Opdrachtblad A5
Naam Leerling: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Klas: . . . . . . .
Wat gaan we doen?
In deze opdracht gaan we een persoon of begrip in de historische context plaatsen.
- Dat doen we door eerst trefwoorden op te schrijven.
- Daarna maken we van die trefwoorden een samenhangend kort verhaal.
- Dat verhaalt wordt voorgelezen aan de rest van de klas: als het goed is, moet de klas
direct door het verhaal weten over welke persoon of begrip het gaat.
- Als andere leerlingen hun verhaal voorlezen, maak dan aantekeningen in trefwoorden op
de achterzijde, dan weet je de historische context van een persoon of begrip.
Stap 5
Schrijf informatie over de onderstaande trefwoorden op. Doe dit door eerst gebruik te
ma- ken van je geheugen (‘wat weet je nog uit je hoofd?’), daarna van je aantekeningen
en tot slot van je boek. Zo test je wat je nog weet van de vorige lessen.
Groep: 5
Begrip: gereformeerde kerk
1 Tijd
2 Gebied / land
3 Politiek / economisch / sociaal / cultureel
4 Oorzaak van het ontstaan van dit begrip
5 Historische persoon die bij dit begrip past
6 Gebeurtenis die bij dit begrip past
7 Hoe zien we het begrip nu nog terug?
Boek p.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Stap 2
Plaats met behulp van stap 1 de persoon of het begrip een verhaal, in de historische
context. Neem in je verhaal niet het begrip zelf op.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Personen en begrippen in historische context
Republiek 1555 - 1588
Opdrachtblad A6
Naam Leerling: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Klas: . . . . . . .
Wat gaan we doen?
In deze opdracht gaan we een persoon of begrip in de historische context plaatsen.
- Dat doen we door eerst trefwoorden op te schrijven.
- Daarna maken we van die trefwoorden een samenhangend kort verhaal.
- Dat verhaalt wordt voorgelezen aan de rest van de klas: als het goed is, moet de klas
direct door het verhaal weten over welke persoon of begrip het gaat.
- Als andere leerlingen hun verhaal voorlezen, maak dan aantekeningen in trefwoorden op
de achterzijde, dan weet je de historische context van een persoon of begrip.
Stap 1
Schrijf informatie over de onderstaande trefwoorden op. Doe dit door eerst gebruik te
ma- ken van je geheugen (‘wat weet je nog uit je hoofd?’), daarna van je aantekeningen
en tot slot van je boek. Zo test je wat je nog weet van de vorige lessen.
Groep: 6
Begrip: Nederlandse Opstand
1 Tijd
2 Gebied / land
3 Politiek / economisch / sociaal / cultureel
4 Oorzaak van het ontstaan van dit begrip
5 Historische persoon die bij dit begrip past
6 Gebeurtenis die bij dit begrip past
7 Hoe zien we het begrip nu nog terug?
Boek p.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Stap 2
Plaats met behulp van stap 1 de persoon of het begrip een verhaal, in de historische
context. Neem in je verhaal niet het begrip zelf op.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Personen en begrippen in historische context
Republiek 1555 - 1588
Opdrachtblad A7
Naam Leerling: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Klas: . . . . . . .
Wat gaan we doen?
In deze opdracht gaan we een persoon of begrip in de historische context plaatsen.
- Dat doen we door eerst trefwoorden op te schrijven.
- Daarna maken we van die trefwoorden een samenhangend kort verhaal.
- Dat verhaalt wordt voorgelezen aan de rest van de klas: als het goed is, moet de klas
direct door het verhaal weten over welke persoon of begrip het gaat.
- Als andere leerlingen hun verhaal voorlezen, maak dan aantekeningen in trefwoorden op
de achterzijde, dan weet je de historische context van een persoon of begrip.
Stap 1
Schrijf informatie over de onderstaande trefwoorden op. Doe dit door eerst gebruik te
ma- ken van je geheugen (‘wat weet je nog uit je hoofd?’), daarna van je aantekeningen
en tot slot van je boek. Zo test je wat je nog weet van de vorige lessen.
Groep: 7
Begrip: hugenoten
1 Tijd
2 Gebied / land
3 Politiek / economisch / sociaal / cultureel
4 Oorzaak van het ontstaan van dit begrip
5 Historische persoon die bij dit begrip past
6 Gebeurtenis die bij dit begrip past
7 Hoe zien we het begrip nu nog terug?
Boek p.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
Stap 2
Plaats met behulp van stap 1 de persoon of het begrip een verhaal, in de historische
context. Neem in je verhaal niet het begrip zelf op.
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
Invulblad B
Trefwoorden
groep 1
Uiteindelijke
begrip of persoon
Trefwoorden
groep 2
Uiteindelijke
begrip of persoon
Trefwoorden
groep 3
Uiteindelijke
begrip of persoon
Trefwoorden
groep 4
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558
GESCHIEDENIS | Actief historisch denken!
Uiteindelijke
begrip of persoon
Trefwoorden
groep 5
Uiteindelijke
begrip of persoon
Trefwoorden
groep 6
Uiteindelijke
begrip of persoon
Trefwoorden
groep 7
Uiteindelijke
begrip of persoon
WOORDWIJZER | Republiek 1555 - 1558