Recensent: Lkol MSPD b.d. drs. W. Heijster

boekbespreking
aan de Oost- Europese NAVO-lidstaten?
Geen tanks, weinig jachtvliegtuigen, de
artillerie is nagenoeg verdwenen en dankzij onder andere het verdwijnen van de
dienstplicht nog maar weinig infanterie
Het aansturen van grotere legerverbanden is een welhaast verloren operationele
‘kunst’. Om nog maar te zwijgen van de
bevolking van West-Europa. De herinnering aan oorlog is bijna verdwenen, wat
rest is wat folklore van kransen leggen,
veteranen kijken in oude auto’s, mooie
woorden en dan over tot de orde van de
dag: consumeren! De meerderheid van
de bevolking weigert te geloven dat onze
verworvenheden nog kunnen worden
aangetast door zoiets fundamenteel ingrijpends als oorlog. Oorlog? Dat is iets
voor ver weg, we sturen wel een symbolische bijdrage, maar wel lief zijn hoor!
Een verkeerd schot en we zijn immers zo
bereid om onze militairen te grillen voor
de rechter.
Enfin, we hadden het over de lessen van
de geschiedenis. De reactie van onze Nederlandse politiek, is die ook te vergelijken
met de jaren dertig? Ja, bezuinigingen
waren toen en nu schering en inslag, gedreven door een combinatie van economische crisis en het geloof dat wij buiten een
gewapend conflict zouden kunnen blijven.
‘Gaat u maar rustig slapen, sprak Colijn, ‘u
zal niets gebeuren...’. Intussen voelde een
deel van de bevolking zich wel aangetrokken tot het gedachtegoed van onze oosterburen. Een nieuwe partij, de NSB, kreeg
voet aan de grond in ons parlementaire
stelstel. Het is verleidelijk in onze tijd de
overeenkomsten aan te wijzen: in Europa
22 | Carré 3 | 2014
duiken tal van nationalistisch getinte partijen op. Verschillen zijn
er ook. De grootste bezuinigingen zijn nu uitgevoerd in jaren dat
het ons economisch heel goed ging, terwijl we in de recente crisis relatief gespaard bleven (let wel relatief!). Maar dat we er met
onze krijgsmacht belabberd voor staan blijft een feit. We maken
ons druk om de Brusselse norm van 3% voor wat betreft het begrotingstekort, maar de NAVO norm van 2% bnp voor defensie
laat ons volledig koud. Terecht dat President Obama dat feit hekelde bij zijn recente bezoek aan Nederland en Brussel. Alhoewel
een groot deel van de Amerikaanse troepen de afgelopen decennia uit Europa is teruggetrokken of verplaatst, is er nog steeds een
zichtbare lotsverbondenheid van de Verenigde Staten met ons
continent. Maar voor hoe lang? Het valt te hopen dat de Amerikaanse wake up call niet slechts het effect zal hebben als indertijd
de woorden van Colijn.
We springen van historische
hak op historische tak, wie het
heden wil duiden vindt altijd
wel iets in de geschiedenis en in
zoverre is de geschiedenis een
grabbelton. Dat is geen kritiek,
maar een constatering. De geschiedenis is voor ons een soort
taal om gebeurtenissen te kunnen duiden, een referentiekader. Dat is waardevol, om in ons
heden een diagnose te kunnen
stellen wat er aan de hand is en wat we moeten doen. We staan
voor belangrijke keuzes en ons collectief geheugen - de geschiedenis - is dan een schatkist vol informatie. Blind vooruitgaan, de
lessen negeren, is risicovol. Dan komt onvermijdelijk de dag dat de
doos van Pandora open gaat en we de krachten niet meer kunnen
beteugelen. Dan overkomt de geschiedenis ons.
Het heden duiden met de geschiedenislessen in de hand is één
ding, maar vervolgens de lijnen uitzetten naar de toekomst is een
andere. Vooral politici moeten lessen leren uit deze casus en zich
realiseren dat ze zich veel te veel hebben verlaten op hun eigen
voorkeursinterpretatie van de internationale omgangsvormen. Als
de spelregels veranderen moet je daarin mee kunnen gaan als je
nog wilt winnen.
Het idee dat het
Westen definitief
gewonnen heeft en
dat de wereld zich
naar de winnaar
zou modelleren,
zie o.a. Fukoyama
met zijn ‘The End
of History’, is nu
zeker op zijn retour.
Geopolitiek leek
verdwenen, maar nu worden we weer door menig ‘deskundige’
op de buis hierop vergast. Ook de eerste politieke partijen die
roepen om meer budget voor Defensie hebben zich in de media
gepresenteerd. Met belangstelling volgen wij de ontwikkelingen,
mogelijk dat Defensie zich mag gaan wapenen voor de werkelijke
bedreigingen van onze tijd. Dat kunnen klassieke wapens zijn,
maar zeker ook capaciteiten om de dingen die werkelijk veranderd zijn ook te kunnen afdekken. Meer F-35’s, vervanging
van de onderzeevloot en van de KDC-10, cyber defence
en cyber warfare, ICT, goede inlichtingen.
Er ligt een fors verlanglijstje, maar de eerste prioriteit zal toch wel zijn om jaren van
roofbouw te repareren. De krijgsmacht is
niet alleen klein, maar kampt ook collectief met achterstallig onderhoud en mede
daardoor aan voortzettingsvermogen. Om
van escalatiedominantie dan nog maar
te zwijgen. Investeren in een moderne
krijgsmacht gaat over meer dan alleen
hardware, als tanks, jachtvliegtuigen, met
kruisraketten bewapende fregatten enzovoort. De klassieke beancount is wellicht
werkelijk niet meer zo allesbepalend als in
het verleden. Slimme defensie vergt geen
kwantiteit maar vooral kwaliteit. Een goede cyberaanval kan vitale aspecten van de
samenleving lam leggen, precisiewapens
maken massale inzet onnodig, onbemande systemen houden het personeel weg
van het krijgstoneel en met goede inlichtingen weten we precies waar we een tegenstander moeten raken.
Europese en Atlantische samenwerking
is bij al deze ontwikkelingen een goed
idee maar mag geen dooddoener zijn om
daarna weer op de handen te gaan zitten wachten tot iedereen meedoet. Een
land dat het goede voorbeeld geeft, en
dat zou Nederland kunnen zijn, zal op
den duur vanzelf navolging krijgen. Indien
de nood echt hoog wordt, zoals bij het
scenario 1939, dan zullen de landen van
de Europese alliantie, of dat nu de EU of
de NAVO is, elkaar wel weten te vinden.
Hopelijk hebben de politici ook kennis
genomen van het Verdrag van München
van 1938. Onderhandelen met een dictator die nog boordevol plannen zit is alleen
een goed idee als de schending van een
verdrag voor hem nadeliger is dan voor
de ander. Daar moet aan gewerkt worden, anders wordt het geen ‘Peace for our
time’, zoals de Engelse premier Chamberlain triomfantelijk wapperend met de tekst
van het zojuist gesloten verdrag bij zijn terugkeer uit München in 1938 verklaarde.
‘Es ist nür ein fetzchen Papier’, lachte Hitler niet veel later.
Politiek, lees uw geschiedenisboeken, en
trek uw lessen. Breng de balans terug in
het politiek instrumentarium, breng onze
defensie weer op orde evenals de kennis
over coercive diplomacy. Luister naar uw
adviseurs die echt verstand hebben van
defensie en begrijp het politieke nut en de
noodzaak van een moderne krijgsmacht
die daadwerkelijk als diplomatieke hefboom kan dienen in de nieuwe geopolitieke werkelijkheid.
Redactie
Titel
Auteur
Prijs
ISBN
Uitgeverij
Recensent
Danger Close
Marco Kroon
€ 19,95
978-90-820036-1-1/ NUR 337
UHB Uitgevers Utrecht
Lkol MPSD b.d. drs.
Willem Heijster
Danger
Close
Marco Kroon vond ooit het idee om te
gaan schrijven om opgedane ervaringen
beter en sneller te verwerken maar soft.
Maar inmiddels is ‘Danger Close’ al het
tweede boek op zijn naam. Dat wil niet
zeggen dat hij ook alles zelf heeft geschreven, want van het eerste boek was
bekend dat hij daarbij was geholpen door
een beroepsschrijver. Dat was slim, want
een commando kan veel maar niet alles, nietwaar. Dat lijkt ook te gelden voor
zijn tweede boek, want zijn verslag van
zijn ervaringen in Uruzgan is erg fraai een
zeer leesbaar beschreven en dat verwacht
je niet van een rauwe commando. (Over
vooroordelen gesproken).
Maar het boek leest vlot (ook al moet je
voor de vele afkortingen steeds even naar
de laatste pagina), is zelfkritische geschreven, openhartig, maar van tijd tot tijd ook
rauw met een woordgebruik die je soms
als ‘niet-des-officiers’ mag betitelen. Het
zij zo, evenals de manier waarop soms
zijn mannen met hem als pelotonscommandant omgaan, maar hij pikt het in het
kader van geven en nemen. En hij geeft
veel. Vooral leiding en daar heeft hij ook
zo zijn eigen ideeën over zoals in zijn eerste boek zo didactisch beschreven, dat je
zou willen dat elke (onder-)officier dit gelezen zou hebben voor ze op uitzending
gaan. Ook uit zijn tweede boek is er voor
de huidige generatie (onder-)officieren die
te velde het vuile werk moeten opknappen weer heel wat te leren. Met name het
belang van skills en drills en hoe die tot
vlak voor het moment van optreden gerepeteerd moeten worden om de kans op
falen zo klein mogelijk te maken. Kroon
gaat daarin ver en lijkt soms een te grote
perfectionist, maar zijn mannen gaan zonder mankeren met hem mee. Sommigen
zijn al eerder met hem op missie geweest
en kennen de waarde van zijn trainings-
programma. Het mooiste van het boek is
wel dat de lezer er eindelijk eens achter
komt waarom Kroon is onderscheiden met
de Militaire Willemsorde. Niet dat hij over
zijn eigen optreden nou zoveel schrijft,
maar wel wat hij en zijn mannen allemaal
hebben meegemaakt. Dat was tot voor
kort nog vaag, maar wordt nu tot in detail
beschreven. Met name ook de samenwerking met de Australische collega’s en het
belang voor vuursteun vanuit de lucht.
Zonder die vuursteun was het peloton van
Kroon waarschijnlijk niet teruggekeerd
door de overmacht aan Taliban waarmee
ze werden geconfronteerd op een gegeven moment. Een moment van grote
moed van Kroon en uitstekend werk op
de grond van zijn mannen, leidde ertoe
dat vanuit de lucht met grote precisie de
mannen van Kroon niet werden geraakt
en de zeer, zeer nabije Taliban werden
uitgeschakeld. Kroon grijpt zijn boek aan
om ook nog even af te rekenen met zijn
periode als verdachte crimineel. Hij begint
en eindigt het boek er zelfs mee. En waar
ik allerlei fantasieën had over het stroomstootwapen dat hij aan zijn vrouw had
gegeven, maakt een fotootje van dat wapen (een mobieltje!) abrupt een einde aan
die fantasieën. Naast die foto staan er ook
andere fraaie foto’s in het boek die meer
inzicht geven over het terrein, de omstandigheden, de bewapening, enz. Al met al
een mooi boek van Marco Kroon, die dat
helaas vanwege zijn uitzending naar Mali
niet publiekelijk mocht presenteren (waardoor hij in vele televisieprogramma’s toch
maa ruitgebreid in beeld werd gebracht!)
Het boek bevat verder informatie over
de loopbaan en uitzendingen van Marco
Kroon, alsmede de toespraak van de koningin die hem de ridderslag gaf. Marco
Kroon belooft in het boek dat dit zijn laatste is, ik ben benieuwd.
23