LETTEREN L7 DE STANDAARD VRIJDAG 24 OKTOBER 2014 POËZIE OP ZOEK NAAR VAN OSTAIJEN In het ware ereperk voor de poëzie Koen Peeters, Pascal Verbeken, Peter HolvoetHanssen en Koen Broucke trokken naar het plaatsje waar Paul van Ostaijen in 1928 stierf. Van hun verslag Miavoye maken ze een hommage, niet alleen aan de dode dichter, maar ook aan de kunst, het spel en de verbeelding. MARC REYNEBEAU De auteurs: Drie schrijvers en een schilder met aandacht voor traditie. Het boek: een ‘bedevaart’ naar de plaats waar Paul van Ostaijen stierf. ONS OORDEEL: een aanstekelijk jon gensboek, dat tegelijk een hommage en een kunstproject op zichzelf is. ¨¨¨¨è H et heeft een mooie, intrigerende klank: ‘Miavoye’. Was het niet een beetje morbide, je kunt een plaats met zo’n naam een ge schikte sterfplek noemen voor een dichter voor wie muzikaliteit cen traal staat. En zo is het ook. In Mi avoye, een gehucht in het dorp An thée in de provincie Namen, stierf op 18 maart 1928 Paul van Ostaij en, amper 32 jaar, aan longtuber culose. Vandaag noemen we Van Ostaijen Vlaanderens belangrijkste moder nistische dichter. Maar in 1928 was hij nog een marginaal schrij ver, berooid, met weinig vrienden en nog minder medestanders – en ziek. Hij verbleef in Miavoye in een klein sanatorium, ‘Le Vallon’; een kuur in de gezonde Zwitserse berglucht was te duur. In hun boek Miavoye vertellen de schrijver Koen Peeters, de dichter Peter HolvoetHanssen, de repor tagemaker Pascal Verbeken en de schilder Koen Broucke hoe ze in het spoor van Van Ostaijen naar Miavoye trokken, met het open baar vervoer en te voet. Le Vallon blijkt vandaag een boerderij, uit gebaat door een Vlaams echtpaar dat na de Tweede Wereldoorlog een beter bestaan zocht in de Waalse landbouw. Het kwartet beweert dat ze met dit boek gevolg geven aan een har tenkreet van de Gentse dichter Ri chard Minne, die twee dagen na het sterfgeval in Miavoye zei: ‘We moeten de onrechtvaardigheid van Van Ostaijens dood weer rechtzetten’. Hij riep op tot een ‘beevaart’ naar Miavoye, tot een boek over en voor Van Ostaijen en tot het samenstellen van een ‘keurbundel’ uit diens werk. Dat alles om te beletten dat ‘de officië len en de hansworsten’ met de na latenschap aan de haal zouden gaan. Want niet alleen had Minne een grote waardering voor het werk van Van Ostaijen, hij wilde de herinnering aan hem ook in tact houden ‘als zinnebeeld van wat de dichter is in de maatschap pij. Zingen en kreveren.’ Zot Polleke In de literaire canon staat Van Os taijen vandaag geboekstaafd als de belangrijkste dichter van het Vlaamse modernisme, maar in 1928 was dat allerminst het geval. Hij was toen een marginale, vaak ook bestreden figuur, die pas een kwarteeuw na zijn dood ruime er kenning kreeg. Dat ‘zingen en kreveren’ appel leert aan het ietwat romantische beeld van het lijdende en onbegre pen genie op een zolderkamertje. Enige romantiek is het boek Mia voye al evenmin vreemd, zoals het soms wat snel de clichés over Van Ostaijen als nachtbraker, ‘dandy’ of ‘zot Polleke’ overneemt. Al ze ven jaar voor diens dood meende een vriend dat hij was ‘zoals Van Gogh, een kloot, hij zal arm ster ven, ongelezen.’ Toch bevat Miavoye ook zijn eigen medicijn, onder meer in de nuch terheid van Pascal Verbeken, die – en dat is ook te zien op de foto’s van de pelgrimage die het boek il lustreren – vreest dat de rituelen van de literaire reenactment waaraan hij deelneemt snel in kitsch en dus in een overdaad aan ernst kunnen kantelen. Zo werpt HolvoetHanssen de vraag op of het graf van Van Os taijen zich wel op de juiste plek bevindt, tussen de ‘officiëlen’ op het ereperk van de Antwerpse be graafplaats Schoonselhof. Lezers die Van Ostaijens poëzie uit het hoofd leren, ‘dat is het ware ere perk’. (Overigens werd Van Ostaij en eerst onder een bescheiden kruis in Anthée begraven en wil een recent, bij de publicatie van dit boek opgedoken gerucht dat bij de herbegraving in 1932 slechts een met zand gevulde kist naar Antwerpen is gebracht, wat bete kent dat Van Ostaijens stoffelijke resten in Anthée zouden zijn ach tergebleven.) Tussen ernst en ironie Er moet geen misverstand be staan over de aard van dit boek. Literairhistorische of strikt docu mentaire bedoelingen heeft het niet, laat staan dat het een oproep Koen Peeters in Hastière, op weg naar Miavoye: elk spel heeft zijn regels. Lezers die Van Ostaijens poëzie uit het hoofd leren, ‘dat is het ware ereperk’ © wil zijn voor enig Van Ostaijen toerisme. Niettemin is al wie ooit in Miavoye op bezoek ging het er over eens dat de plek wel helpt om inzicht te krijgen in wat Van Os taijen schreef tijdens het halve jaar dat hij er verbleef – al is mis schien ook dat zelfbedrog. Niet alles wat in het boek staat is ook letterlijk ‘waar’; soms is het hooguit plausibel, zoals de zoge zegde dagboekfragmenten (Van Ostaijen hield immers geen dag boek bij). Ook het verhaal over de piano in de boerderij verdient een flinke korrel zout. Het initiatief tot dit boek kwam tenslotte van Koen Peeters, die wellicht ook de auteur is van het grootste deel van de teksten, enke le gedichten inbegrepen. Zeker in Peeters’ vroegere romans is de grens tussen ernst en ironie of pa rodie vaak erg dun. De kracht er van ligt net in het talent om die balans intact te houden. Het is het recept om een wezenlijke inhoud te combineren met een commen taar of zelfs een tegenstem en al te gemakkelijke zekerheden of evi denties op losse schroeven te zet ten. Wat Peeters’ vroege hoofdper sonages – ze heetten vaak Robert rr Marchand – gemeen hadden, was een licht obsessioneel verlangen om culturele relicten weer te kop pelen aan de feitelijke context waarin ze ontstonden. In die zin maakte Peeters zichzelf en zijn drie medereizigers in Miavoye tot zulke personages. Dat maakt van de tocht van het kwartet en het boek waarin ze daarover verslag doen een prikkelend avontuur. Miavoye doet vaak aan een jon gensboek denken, maar het blijft in de eerste plaats een artistiek project, in het reisverslag zelf, in de reflectie erover, in de gedichten van HolvoetHanssen en in de re producties van het grafisch werk van Broucke. En in het spel met de herinnering aan Van Ostaijen, want aan de ernst daarvan valt niet te twijfelen. KOEN PEETERS, PASCAL VERBEKEN, PETER HOLVOET HANSSEN, KOEN BROUCKE Miavoye. Een bedevaart naar Paul van Ostaijen. De Bezige Bij Antwerpen, 191 blz., 22,50 euro. Boekenbeurs: Op 11 november praten de auteurs over hun boek om 14.30u.
© Copyright 2024 ExpyDoc