Download GGD rapport - Het Buitenschoolse Net

Inspectierapport
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder (BSO)
Lijsterlaan 2
5348HL OSS
Registratienummer 140983004
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant
OSS
10-11-2014
Regulier onderzoek
Definitief
26-11-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4
Personeel en groepen ....................................................................................................... 6
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7
Inspectie-items ................................................................................................................... 8
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-11-2014
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder te OSS
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing
Buitenschoolse opvang locatie Vuurvlinder is gevestigd in de basisschool de Regenboog. De BSO
kan beschikken over 2 speelruimten en een speelzaal.
In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risico
gestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten
bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk.
Er wordt gewerkt met mentorgroepen, dit is tijdens de inspectie niet naar voren gekomen, dit had
te maken met het lage kindertal.
Het pedagogisch klimaat is goed te noemen met name het bieden van sociaal emotionele veiligheid
scoort hoog.
Punt van aandacht is dat tijdens de inspectie 2 kinderen van de BSO mee gaan in een busje om
kinderen op te halen van een andere school. Reden hiervoor is dat er een pedagogisch medewerker
aanwezig is. Deze situatie dient uitdrukkelijk opgenomen te worden in de risico-inventarisatie
veiligheid en tevens dienen ouders hiervoor toestemming te geven door middel van een
vervoersverklaring enz.
Inspectiegeschiedenis
25-11-2013 reguliere inspectie; 1 overtreding, geldigheid van een verklaring omtrent het gedrag.
28-08-2012 reguliere inspectie; geen overtredingen
13-12-2011 reguliere inspectie; 1 overtreding, het instellen van een oudercommissie
Conclusie
Er is 1 overtreding uit deze inspectie gekomen. Deze overtreding heeft betrekking op het domein
risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Aan alle overige beoordeelde voorwaarden wordt
voldaan.
Naschrift 24 november 2014
De houder heeft op 17 november 2014 de risico-inventarisatie nagezonden. Deze dateert van juni
2014. De inventarisatie is inhoudelijk niet meer meegenomen.
De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport.
Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld.
Advies aan College van B&W
De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
Ten aanzien van de overtreding met betrekking de risico-inventarisatie veiligheid, heeft de houder
de inventarisatie veiligheid in een later stadium nagestuurd. De risico-inventarisatie veiligheid en
gezondheid dateert van juni 2014.
Bovenstaande kan als verzachtende omstandigheid aangemerkt worden.
3 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-11-2014
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder te OSS
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
In dit domein is getoetst of het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de voorwaarden en of er
uitvoering gegeven wordt aan het pedagogisch beleidsplan.
Daarnaast is de pedagogische praktijk in dit onderzoek geobserveerd en beoordeeld.
De observatie en de beschrijving van de pedagogisch praktijk richt zich op de doelen zoals
vastgelegd in de Wet Kinderopvang:
1.
2.
3.
4.
Het bieden van emotionele veiligheid
De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties
De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie
De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
De pedagogische praktijk is in orde.
Pedagogische praktijk
Uitvoering pedagogisch beleidsplan
Beroepskracht is op de hoogte van het pedagogisch beleidsplan en handelt ernaar. Beroepskracht
heeft in het verleden scholing gehad met betrekking tot het pedagogisch beleidsplan en de
methode van Thomas Gordon.
Scholing met betrekking tot het pedagogisch handelen (beleidsplan) heeft het afgelopen jaar niet
plaatsgevonden. Dit is een aandachtspunt.
Observatie dd. 10 november 2014
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het
veldinstrument observatie kindercentrum.
Onderstaande beschrijvingen (cursief) zijn aan dat instrument ontleend en zijn tijdens het
onderzoek onder andere op locatie geconstateerd.
Na een beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Er is
een verdeling gemaakt per kerncompetentie.
Het waarborgen emotioneel veiligheid
De beroepskrachten communiceren met de kinderen

Elk kind wordt individueel begroet bij binnenkomst door de beroepskracht, zij doet dit op een
persoonlijke en enthousiaste manier.

De beroepskracht is op de hoogte van de bijzonderheden van de kinderen.

De beroepskracht gedraagt zich sensitief en responsief naar de kinderen. Bijvoorbeeld een kind
heeft een persoonlijke opmerking, de beroepskracht reageert hier belangstellend op, en gaat
in op de vragen en opmerkingen die het kind heeft.

De beroepskracht moedigt gesprekjes tussen henzelf en de kinderen onderling aan door te
luisteren en te praten. Belevenissen van kinderen vormen de aanleiding voor een gesprek met
individuele kinderen of met de hele groep.

De beroepskracht heeft gesprekjes met kinderen, waarbij zij “beurt wisselt” beroepskracht en
kinderen dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek.
De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen

Er is veel interactie tussen beroepskracht en kind; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk.

De meeste kinderen laten zich enthousiast maken en motiveren door de beroepskracht. De
kinderen zijn rustig en ontspannen.

De beroepskracht laat merken dat ze de kinderen mag, ze geeft complimentjes en maakt
grapjes. Bijvoorbeeld: ” A laat mij je mooie trui eens zien”.
4 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-11-2014
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder te OSS
Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep

Het welbevinden van de kinderen is goed. De kinderen zijn vol aandacht en nemen deel aan de
gesprekjes tijdens het eetmoment.

De kinderen reageren positief op elkaar.
Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen

Kinderen hebben op hun opvang dag altijd vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep.

Er is sprake van 1 a 2 vaste beroepskrachten die de groep elke dag begeleiden.
De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competentie
De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen.

De beroepskracht stimuleert actief tot het verkennen en verleggen van grenzen van een kind.
Bijvoorbeeld een kind is een pluim aan het maken met wol. De beroepskracht stimuleert het
kind om nog meer wol te wikkelen en andere kleuren te gebruiken.

Bij het fruit eten stimuleert de beroepskracht kinderen door verschillend fruit te nemen.
Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal,
activiteitenaanbod en inrichting

Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. Bij binnenkomst gaan kinderen
meteen op zoek naar speelgoed en gaan rustig aan de slag. Zij bepalen zelf waar ze mee gaan
spelen.

Het is mogelijk dat kinderen een eigen plekje voor privacy zoeken, in een rustig deel van de
groepsruimte. Een kind gaat in de poppenhoek zitten met de blokken/lego.
Er is aandacht voor leermomenten

Er is spelmateriaal voor verschillende ontwikkelingsgebieden.

Tijdens het fruit eten vinden diverse gesprekjes plaats tussen de beroepskracht en kinderen en
de kinderen onderling. De inhoud van het gesprek wordt aangegrepen om bijvoorbeeld zover
mogelijk te tellen. Andere gespreksonderwerpen zijn de slagtanden van een olifant, diverse
gezinssamenstellingen en amandelen knippen.
De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie
De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling

De beroepskracht helpt de kinderen actief mee om sociale vaardigheden met groepsgenootjes
te ontwikkelen. Er worden gesprekjes gevoerd waar elk kind aan deel neemt of kan nemen.
Ook brengen kinderen nieuwe gespreksonderwerpen naar voren waar dan op in gegaan wordt.
De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren

De beroepskracht draagt actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken,
behulpzaam te zijn, gericht te zijn op de kinderen.
Overdracht van normen en waarden
Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig.

Na het uitdelen van het fruit vraagt een kind: “mogen we alvast beginnen D”? “Even wachten
op elkaar” zegt de beroepskracht.

“Handen wassen” zegt een van de kinderen voordat er fruit gegeten wordt.

Beroepskracht geeft het goede voorbeeld met betrekking tot de gezondheidspraktijk door met
de kinderen mee fruit te eten.

Beroepskracht geeft de kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang
met ander kinderen; ze is vriendelijk, luistert en leeft mee.
Gebruikte bronnen:

Interview anderen

Observaties (gedurende binnenkomst kinderen en eetmoment 15.35 - 16.15 uur)

Pedagogisch werkplan
5 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-11-2014
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder te OSS
Personeel en groepen
Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en
stamgroepen.
Binnen dit onderdeel zijn de aanwezige pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende
beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.
De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters,
presentielijsten en bezettingslijsten.
Verklaring omtrent het gedrag
De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag en beroepskwalificaties is gebaseerd op een
steekproef namelijk de aanwezige beroepskrachten en een steekproef uit de pedagogisch
medewerkers (in totaal 3) die in voorgaande weken werkzaam geweest zijn.
Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over verklaringen omtrent het gedrag, deze
voldoen aan de wettelijke eisen.
Passende beroepskwalificatie
De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie.
Opvang in groepen
Op deze locatie kunnen 30 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar opgevangen worden, er zijn twee
groepsruimten aanwezig. Op de dag van inspectie waren 6 kinderen aanwezig.
Beroepskracht-kindratio
Met betrekking tot de beroepskracht-kind-ratio wordt voldaan aan de voorwaarden.
Op het moment van de inspectie waren 6 kinderen aanwezig met een pedagogisch medewerker.
Een steekproef uit een drietal dagen voorafgaand aan de inspectiedag leverde op dat er voldaan
wordt aan de beroepskracht-kind-ratio.
De afwijkende inzet van beroepskrachten blijft binnen de maximale toegestane tijd.
Gebruikte bronnen:

Interview anderen

Observaties (gedurende binnenkomst kinderen en eetmoment 15.35 - 16.15 uur)

Verklaringen omtrent het gedrag

Diploma's beroepskrachten

Plaatsingslijsten (van 3-11, 4-11, 5-11 en 10-11)

Presentielijsten (van 3-11, 4-11, 5-11 en 10-11)

Personeelsrooster (van 3-11, 4-11, 5-11 en 10-11)
6 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-11-2014
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder te OSS
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De aanwezige risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid dateert van februari 2013.
De pedagogisch medewerker gaf aan dat er een nieuwe inventarisatie gemaakt is. Er is verzocht
om de meest recente risico-inventarisatie op te sturen. Helaas is deze niet meer ontvangen.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Gebruikte bronnen:

Interview anderen

Risico-inventarisatie veiligheid (februari 2013)

Risico-inventarisatie gezondheid (februari 2013)
7 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-11-2014
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder te OSS
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee
jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-11-2014
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder te OSS
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8
jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt
afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
9 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-11-2014
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder te OSS
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
: Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder
: http://www.buitenschoolsenet.nl
: 30
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
Website
KvK nummer
:
:
:
:
:
Het Buitenschoolse Net
Rossinistraat 9
5344AK OSS
www.buitenschoolsenet.nl
17109926
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Hart voor Brabant
Postbus 3024
5003DA TILBURG
073-6404515
C. van Hulst
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: OSS
: Postbus 5
: 5340BA OSS
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
10-11-2014
14-11-2014
Niet van toepassing
26-11-2014
27-11-2014
: 27-11-2014
: 18-12-2014
10 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-11-2014
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder te OSS
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
11 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 10-11-2014
Het Buitenschoolse Net, Locatie Vuurvlinder te OSS